U TRIUMPH DE TRIUMPHATOR IN SMAAK ROOKT ^4^ DOUWE EGBERTS 1 CENT VIRGINIA 29e JAARGANG ZATERDAG 7 MEI 1938. No. 53 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN ONDERHANDSCHE VERPACHTING VAN binnenlandsch nieuws" 51 BOERDERIJEN IN DE WIERINGERMEER. N.V. WACO AUTOBUSDIENSTEN GELOUTERD W1ERINGER COURANT VER8CHLJNT ELKEN DINSDAG. DONDERDAG EN ZATERDAG ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden f 1.25. UITGEVER CORN J BOSKER WIERINGEN BUREAU Hippolytushoef Wierlngen Telef. Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN Iedere regel meer 1 0-1° Van i 5 regels f 0.3Ö (Weide-, Gemengde- en Akkerbouwbedrijven) op 1 NOV. 1938. De Wieringermeer-Directie deelt omtrent deze verpachting o.a. het volgende mede Voor verpachting zijn beschikbaar 51 boer derijen. Op 7 dezer boerderijen is een behui zing aanwezig, terwijl op 44 bedrijven de bedrijfsgebouwen nog zullen worden gesticht, welke uiterlijk 1 Mei 1939 gereed zullen zijn. Voor zoover zij eerder klaar zijn kunnen ze opk op een vroeger tijdstip ter beschikking WPrden gesteld, doch alsdan is tot 1 Mei 1939 eèn vergoeding van f 5.— per week verschul digd. De bedrijfsruimte wordt ingericht al naar de bedrijfsrichting, welke op de boer derij zal worden gevolgd, zulks vordert. De pacht gaat in voor het cultuurland op 1 Nov. 1938, voor de behuizing op 1 Mei 1939. Er bestaat in de te verpachten bedrijven een groote verscheidenheid. De grond loopt uiteen van zware klei tot zand. De grootte varieert van 25 tot 50 ha. per boerderij, terwijl ook een aantal kleinere bedrijven van 10 tot 25 ha. en eenige grootere boerderijen van 50 tot 70 ha. beschikbaar zijn. De grondsoort bepaalt als regel de be drijfsrichting. Zoo zijn er van de 51 boerderijen geschikt voor Akkerbouw 26 Gemengd bedrijf 23 Weidebedrijf 2 Als regel moeten de weidebedrijven - als grasland worden geëxploiteerd. Wanneer de grondsoort echter voor akkerbouw geschikt is, kan van deze bepaling ontheffing worden verleend. Van de gemengde bedrijven moet ongeveer de helft als bouwland worden geëxploiteerd. Voor het gebruik van minder dan 40% of meer dan 60% van het gepachte als bouwland is schriftelijke toestemming noodig. De eerste termijn, zijnde 50% der grond- pachtsom, moet jaarlijks bij vooruitbetaling worden voldaan, vóór 1 November, voor het eerst bij het teekenen der akte, de tweede termijn vóór 30 April na afloop van elk pacht- jaar. De grondpachtsommen zijn wisselend en stijgen gedurende de eerste pachtperiode ge leidelijk. Zij zijn voor ieder bedrijf afzonder lijk vastgesteld en varieeren van f 30.a f 60.in het eerste en tweede, tot f 55.a f 75.per ha. in het vijfde en zesde pacht- jaar. De vastgestelde sommen houden niet alleen rekening met den ogenbllkkelijken cultuurtoestand van den grond, doch sluiten ook in een steun aan den komenden pachter. De vastgestelde sommen zijn grondpachtsom men, waar om heen de pachten schommelen al naarmate het indexcijfer daalt of stijgt. De grondpachtsommen worden om de zes ja ren aan een nadere beoordeeling onderwor pen. Voor gedraineerd land is behalve en boven de pachtsom een vaste vergoeding van f 10. per ha. per jaar verschuldigd. Het onderhoud van de drainage is voor rekening van den pachter. Als pachters worden alleen aangenomen zij, die landbouwtechnisch voldoende geschikt zijn om een hun toe te wijzen bedrijf te ex- uloiteeren en over voldoende bedrijfskapitaal beschikken om zoodanig bedrijf in stand te houden. Zoowel voor een akkerbouwbedrijf als voor een gemengd- en weidebedrijf wordt een bedrijfskapitaal van f 300.per ha ge- ëischt. De pachtprijzen zijn zóó gesteld, dat een iliiike landbouwer met ijver, toewijding en kennis er kan komen, mits hij over voldoen de bedrijfskapitaal de beschikking heeft. Dit kapitaal is noodzakelijk om te kunnen sla gen. De noodige voorlichting zal steeds ter beschikking staan. Een exemplaar der Algemeene Voorwaarden worclt toegezonden tegen storting van f 1. op de postcheque- en girorekening No. 164795 der Directie van de Wieringermeer te Alk maar. of tegen betaling van f 1.— op het Domeinkantoor. De bezichtiging van de gronden kan uitslui tend plaats hebben in het tijdvak van 9 tot en met 27 Mei op alle werkdagen, met uitzon dering van den Zaterdag. Voor zoover moge lijk, zal voor geleide worden gezorgd. Iedere belanghebbende moet de uit te geven bedrij- ven persoonlijk opnemen. De noodige inlich tingen worden uitsluitend mondeling ver strekt op het Domeinkantoor te Slootdorp. Ter voorkoming van vergeefsche reizen, wordt ieder aangeraden zijn bezoek te voren aan te kondigen. Als gegadigden voor een boerderij worden uitsluitend aangenomen zij, die persoonlijk de boerderijen hebben opgenomen en zich als gegadigde hebben opgegeven, door middel van een formulier, dat op het Domeinkantoor kosteloos verkrijgbaar is. Deze formulieren worden niet toegezonden. Op dit formulier moeten nauwkeurig nadere gegevens verstrekt worden omtrent tegenwoordige woonplaats en bedrijf, terwijl eveneens referenties opge geven kunnen worden, ter verkrijging van nadere gegevens omtrent den persoon van den gegadigde. Op de formulieren kan aangeteekend wor den, dat men bij voorkeur bepaalde boerde rijen wenscht te pachten. Formulieren met onvolledige gegevens worden terzijde gelegd. Aangifteformulieren voor het pachten van een boerderij worden vóór 2 Juni 1938 inge wacht ten Dpmeinkantore te Slootdorp. KONINKLIJKE PEET. Over het algemeen noemt men tegen woordig in Nederland peet of meet den persoon naar wien een kind ge noemd wordt. Het is echter een engere opvatting van het oude gebruik, dat een of meer personen bereid gevonden werden bij den doop te kennen te ge ven, dat zij groot belang stelden in den jonggeborene. Soms namen zelfs de peetvaders en peetmoeders op zich alle verplichtingen der ouders te vervul len, indien dezen ooit daaraan onttrok ken mochten worden. Het woord peet is dan ook afgeleid van pater of te wel vader - in de Engelsche taal typisch genoemd ..godfather", iemand, die in in Gods oog ook vaderlijk jegens den doopeling voelt. Zoo ver strekt misschien de bedoe ling heden ten dage niet meer, maar het optreden als peet of meet geeft toch nog altijd een warme sympathie voor de ouders te kennen, en een har telijke belangstelling in het lot van het kind. Dit zien wij ook met blijd schap in het bericht, dat Koning Leo- pold van België bij den doop van ons jonge prinsesje aanwezig zal zijn om met eenige andere vorsten en vorstin nen op te treden als peet - al zal Bea trix zijn naam niet dragen. De jonge beminde vorst van het naburige land, die zijn eigen groote familieleed zoo moedig en zoo menschelijk heeft door staan, toont door zijn komst weer eens hoe een goede verstandhouding tus- schcn België en ons volk een zijner hartewenschen is hij kan na zijn rei zen door onze overzeesche gewesten en na het doen verblijven van zijn kin deren aan ons zeestrand inderdaad geen treffender blijk van het voortdu ren zijner gevoelens geven dan door zijn aanwezigheid op 12 Mei in de kerk te 's-Gravenhage. Een hartelijkheid bewezen aan ons Vorstenhuis, met hem en zijn betreurde gade verbonden dooi sterke vriendschapsbanden en daar door ook aan ons volk, dat dit met warmte zal weten te waardeeren. Algem. Handelsbi Vanaf 15 Mei geheel gewijzigde dienst en tariefregeling. Vanaf Maandag 9 Mei a 5 ct. verkrijgbaar bij onze chauffeurs en aan onze kantoren. FEUILLETON 34.) Naar deze kennismaking hadden mevrouw Hoogwoud en hare dochter, zoowel als Ida zeer verlangd wederzijds hadden zij zoo veel over elkander hooren spreken en uit den mond van Piet, dien zij allen waardeerden, zooveel goeds van elkander gehoord, dat de kennismaking voor allen een groot genoegen was. - Toen Ida bij Piet kwam was zij getroffen door de groote verandering, die de ziekte in het uiterlijk van Piet had teweeggebracht. Zij wist dat hij erg ziek was geweest, maar had niet gedacht hem zoo verminderd te vinden. „Wel, Ida, dat is lief van je, dat jij me; eens komt bezoeken," zeide hij op vroolijken toon. I „Ik heb er al zoo naar verlangd, Pietik had behoefte je eens te komen zien, maar vader had mij gezegd, dat ik er vroeger niet veel aan gehad zou hebben, en om je op te passen, daarvoor behoefde ik niet te komen,' want je hebt een verpleegster, die het zeker veel beter doet dan ik." 1 „Hadt jij het anders willen doen, Ida vroeg Piet. „Zou je gekomen zijn als ik niet» goed opgepast werd „Twijfel je daar aan, Piet Denk je dat het mij niet veel waard zou geweest zijn, om je eens met daden te toonen, hoe diep ik ge voel, wat ik aan je te danken heb „Nu, Ida, ik was ook dolgraag door jou op gepast, maar ik moet zeggen, ik geloof niet dat je het beter hadt gedaan dan Ella, want zij deed het onovertreffelijk. Heb je haar ge zien Ida knikte van ja. „Hoe vindt je haar „Nu, je hebt me niets te veel van haar ver teld ik vind haar allerliefst, zoo eenvoudig eA toch zoo waardig." „O, 't is een engel als je haar eens al die weken had kunnen waarnemen, dan zou je dat met mij zeggen. Dat onuitputtelijke ge duld, ook als ik kregel was, want dat ben ik meermalen geweestmaar zij deed of zij het niet merkte. Weet je wel, dat ik haar eigen lijk mis, als zij niet in de kamer is „Wil ik haar dan roepen vroeg Ida schalks. „Neen, zoo bedoel ik het nietik spreek ook dolgraag met jou vertrouwelijk hoewel ik eigenlijk toch niets zou weten, wat zij niet liooren mocht." I „Haar moeder maakt ook een goeden in druk." „Ik heb haar moeder in de laatste weken eigenlijk meer leeren kennen. Die kwam mij nooit bedienen, zoodat ik nu en dan maar eens een enkel woordje met haar wisselde maar nu, na het gebeurde met Ernestine en in mijne ziekte, heb ik haar ook meer leeren appricieeren. Weet je wel, Ida, dat het me moeilijk zou vallen om van hen te scheiden, als ik gepromoveerd ben ..Nu, dat zal nog zoo gauw niet zijn." „Vóór de groote vacantie je weet wel, dan moet ik klaar zijn. En ik zal klaar zijn, hoewel die ziekte mij wat achteruit heeft gezet. Maar ik zal dien tijd wel inhalen." Er werd bescheiden aan de deur getikt. Piet riep „Kom maar binnen, Ella." Ella kwam Piet waarschuwen dat het tijd was om in te nemen. Zij goot een lepel vol van het drank je in een kopje en reikte dat aan Piet over. „Is oom beneden bij je moeder, Ella vroeg Piet. „Neen," zeide Ella, „hij is even uitgegaan, hij moest nog iemand opzoeken." Ella wilde weder de kamer verlaten, maar Piet riep haar toe ..Loop nu niet dadelijk weg, Ella ik vind het juist zoo aardig om je eens tegelijk met mijn nicht op mijn kamer .te hebben." Ella keek Ida even aan, om te zien wat de ze er van dacht. „Ze is al net zoo ingenomen met je, als ik, Ella je hebt een merkwaardig talent om de menschen in te pakken je hadt eens moe ten hooren wat mijn nicht straks van je zei dan had je een kleur gekregen tot over je ooren." Ella kon een blos niet geheel onderdruk ken blijkbaar deed dit laatste gezegde van Piet haar onaangenaam aan. Zij wilde nu echter niet dadelijk wegloopen en bleef daar om eenige oogenblikken staan, maar het ge sprek was gedwongen niemand voelde zich geheel vrij. Al spoedig zeide Ella „Ik moet nu naar beneden, want ik weet. dat moeder me noodig heeft." Toen Ella de kamer verlaten had, zei Piet, die haar met blijkbaar welgevallen had aan gezien, tot Ida „Een aardig figuurtje, hè Ida beaamde dit geheel en voegde daarbij „Ik zou moeilijk kunnen zeggen, wat het is, dat me zoo sterk in haar aantrekt, maar je weet wel, Piet, dat ik altijd zoo gewenscht had een zuster te bezitten welnu, zoo'n per soontje zou ik voor mijn zuster willen heb ben." Piet verkneukelde zich van genot, toen hij ida dat hoorde zeggen hoewel hij zelf zoo zeer aan Ella hechtte, versterkte de meening van Ida omtrent haar hem niet weinig in de overtuiging, dat zij zijne waardeering ten vol le verdiende. Toen de heer Hartema binnen kwam, nam Ida spoedig afscheid van Piet, omdat het niet goed was als er te veel menschen gelijktijdig bij hem in de kamer waren zij sprak met hem af, dat als hij zóóver hersteld was, dat hij vervoerd kon worden en kleine wandelin gen maken, hij te Bij sterdam eenigen tijd zou komen logeeren. De heer Hartema bleef nog wat bij Piet zitten, terwijl Ida naar de huiskamer van mevrouw Hoogwoud ging, waar zij alleen Ella aantrof, bezig aan haar naaiwerk. Ida meende te bespeuren, dat Ella geschreid had vreemd, dat zij dat straks niet had opge merkt. „Mag ik even bij u komen zitten vroeg Ida. „Ik geloof, dat het beter is, dat wij het mijn neef niet te druk maken." ..Zeer gaarne, juffrouw Hartema." Ella was ECHTE FRIESCHE HEEREN-BAAI OUD-HOLLANDSCHE PIJPTABAK IN DE WEERE BRANDDEN VIER HUIZEN AF. Woensdag omstreeks 10 uur stookten eenige jongens achter een timmermans werkplaats te De Weere, gemeente Hoogwoud, een vuurtje van krullen. Waarschijnlijk zijn daarbij vonken terecht gekomen op het rieten dak van de nabijgelegen woning van den tuin der F. Klaver. Tengevolge van den lel len Oostenwind greep het vuur razend snel om zich heen en in minder dan geen tijd stond het geheele pand in pand in lichte laaie. Daarmee liet de toestand in deze dicht bebouwde huurt zich zeer critiek aanzien. Het branden de riet stoot her en der en nog geen kwartier had de brand gewoed of het vuur had reeds drie andere percee- len aangetast. Dit waren een smederij, annex autobedrijf van den heer J. Nips hagen de slagerij van den lieer J. Rood en de door twee gezinnen bewoon de brandstoffenzaak van den heer P. Ba n kras. Daar de situatie zich steeds dreigen der liet aanzien en de brandweer van Hoogwoud tegen de laaiende vuurzee 'machteloos stond, werd in allerijl de assistentie van de brandweren Abbe- kerk en Sijbekarspel ingeroepen. Wel dra verschenen zij met een groote mo- torspuit op het terrein van den brand. Met vereende krachten slaagde men er in de reeds brandende woningen van de lieeren Boots en Besseling te behouden en het vuur in zijn verdere vaart te stuiten. De woningen van de hoeren Klaver, Nipshagen, Rood en Bankras zijn tot den grond toe afgebrand. Verzekering dekt de schade. Op het laatste oogenblik ontdekte men, dat in het huis van den heer Rood een kindje, dat in den wieg lag, reeds opgestaan en had haar een stoel gege ven. „Hoe vindt u uw neef vroeg Ella. „Ik moet zeggen, dat ik mij niet voorgesteld had, dat hij zóó zou verminderd zijn, maar men kan nu zien hoe hevig de ziekte was en hoe dankbaar wij u moeten wezen voor uw lieve, trouwe zorgen het kwam bij mij op, hoe het wel met hem had kunnen gaan. als hij die had moeten missen." „O, dan had hij licht een ander gevonden," zeide Ella. „Dat wel, maar niet iemand, die het zoo goed deed, en die hij zoo graag bij zich ziet, want ik geloof dat dit ook een enorme invloed op de spoedige herstelling uitoefent. Het hart moet gezond en vroolijk zijn, dan herstelt het lichaam snel." „Maar zou het hart van uw neef wel ge heel gezond zijn vroeg Ella op eenigszins vertrouwelijken toon. „Meent u, dat mijn neef nog zou treuren om hetgeen indertijd tusschen hem en mij is voorgevallen „Ja, zou hij naar uw oordeel dat reeds ge heel te boven zijn „Dat geloof ik zeker niemand kan, dunkt mij, dat beter beoordeelen dan ik het blijkt uit alles, wat hij tot mij zegt." Ida bemerkt niet de uitdrukking van vreug de, die Ella op dit gezegde verbergen kan. „Hij heeft anders wel veel van u gehou den," zeide Ella „Ik had niet gedacht, dat de wond zoo spoedig geheeld zou zijn." „Hij houdt nog veel van mij, Ella, want ik mag ik mag immers wel Ella zeggen noem mij ook bij mijn naam, ik vind dit prettiger mij dunkt, dat wij dan veel vertrouwelijker kunnen zijn. Hij houdt nog veel van mij, maar nu begrijpt hij welke liefde dat is. Ik geloof dat hij dit vroeger nooit goed gedaan heeft. „Maar hij heeft toch wel veel geleden, toen hij zeker wist, dat hij geene hoop mocht voe den. Ik geloof wel niet, dat hij er vast op ge rekend had, dat zijn wensch vervuld zou wor den, maar in de eerste weken, nadat zijn wasa achtergebleven. Door in het bran de lid e huis door te dringen, slaagde hoop voor goed vernietigd was, had ik diep medelijden met hem. Ik moet u zeggen, dat ik ook niet gedacht had, dat hij zich zoo spoedig er in schikken zou." „Hij heeft gedaan, Ella, wat het best voor hem was, namelijk hij is aan het werk ge gaan. O ik twijfel er volstrekt niet aan, of op het oogenblik waarop hij mij vroeg, was hij voor zich zeiven vast overtuigd, dat van mijn antwoord zijn levensgeluk afhing, maar hij had zich langzamerhand om zoo te zeg gen stelselmatig opgewonden daarom was de inspanning voor hem zoo goed toen hij zijn examen gedaan had, kon ik duidelijk merken, dat het onaangename voorbij was. Nu beschouwt hij mij op de ware manier als zijne liefhebbende zuster, die ik dan ook ge durende mijn geheele leven voor hem hoop te blijven. Misschien komt de dag nog wel eens." Ida zag hier Ella met een veelbe- teekenenden blik' aan, die deze een blosje op de wangen joeg „dat hij mfj zegenen zal, omdat ik indertijd niet aan zijn hoogsten wensch beantwoorddde." Ella zweeg, maar wat Ida had gezegd, deed haar zoo innig goed en zou het misschien nog meer gedaan hebben, indien er niet iets ware geweest, wat haar juist nu erg hinder de. Het gesprek van de meisjes werd gestoord door de binnenkomst van mevrouw Hoogwoud en kort daarna kwam ook de heer Hartema beneden. Na nog eenige oogenblikken samen gezeten te hebben, waarbij hoofdzakelijk de toestand van Piet besproken werd, namen de heer Hartema en zijne dochter afscheid en vertrokken naar Bij sterdam. (Wordt vervolgd.» rN VIER BLADEN ADVERTHBREN VOOR EENMAAL BETALEN I Wleringcrmeerbode. Wieringer Courant. De Polderbode. Zijper Courant.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1938 | | pagina 1