TWEEDE BLAD. ZATERDAG 2 JULI 1938 No. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN WIERINGER COURANT Van Schiphol vertrok het K.L.M.-vliegtuig „Emoe", het eerste Indië-vliegtuig, dat aansluiting in regelmatigen lijndienst op Australië zal geven. 1. Voor het vertrek overhandigde de voorzitter van den Raad van Bestuur der K.N.I.L.M., de heer E. Enthoven, aan den gezagvoerder, den bekenden piloot A. Viruly, een vlag in Australische kleuren, die op het vliegveld Tjililitan aan den gezagvoerder van het aansluitende vliegtuig naar Australië zal worden overge geven. 2. Overzicht voor het vertrek van de „Emoe." GEMEENTERAAD A. PAULOWNA. Na opening worden de notulen vast- gesteld en volgen mededeelmgen a. bij brief van 30 Mei jl. is van den Rijksinspecteur voor de Werkver schaffing bericht ontvangen, dat van 6 Juni tot en met 29 Oct. 1938 de werk verschaffing, en steunregeling beperkt wordt tot een max. van 25 in zorg blij vende werkloozen Openbare Vergadering van den Raad der gemeente Anna Paulowna op Don derdag 30 Juni 1938 des nam. 3 uur ten Raadhuize. Voorz. burgemeester Lovink, secre taris de heer Keijzer. IK WAS AAN BOORD VAN DE „HINDENBURG" (uit een artikel van Margaret G. Mather in Harpers Magazine", New York, Nov. 1937). De reis met de „Hindenburg" was prachtig geweestik had genoten. Nu kwam New York al in zichthet regende niet meer, maar achter de groote gebouwen hingen zwarte wolken. Wij vlogen over Bronx en Harlem, volgden de Fifth Avenue, staken het Central Park over en koersten toen westwaarts, zoo dat wij over de „Rex" en andere groote sche pen heenvlogen. Eenigen tijd volgden wij de East River, passeerden twee of drie bruggen en zetten vervolgens koers naar New Jersey. Toen wij over Lakehurst vlogen, hingen er zwarte, dreigende wolken. Het landingsper- soneel was niet aanwezig. Het weer werd slechter in plaats van beter, zoodat wij naar de kust toevlogen en langs het strand heen en weer bleven kruisen. Soms zweefden wij weer eens boven zee. Het was weer begonnen te regenen en bliksemschichten flitsten door de lucht. „Geen zweem van gevaar" zei ie mand „Een zeppelin kan eindeloos boven de stormen uit blijven kruisen hij hoeft niet zooals een vliegtuig te dalen door benzine gebrek." Iemand anders vertelde me, hoe de „Graf Zeppelin" in een of anderen Zuid- Amerikaanschen staat was aangekomen tij dens een revolutie hij was blijven cirkelen en had rustig enkele dagen gewacht, tot het vuren gestaakt was en hij veilig kon landen. Wij verschrikten vele herten in de ijle pijnbosschen langs de kustze renden weg, alleen of in groepen van twee of drie. Nu en dan zagen wij de hangar te Lakehurst lus- schen de regenbuien door, maar telkens wa ren wij ze ook weer kwijt. Ik voelde me dwaas-gelukkig het kon me niets schelen, hoe lang dit heen-en-weer vliegen nog zou duren. Het luchtschip moest om middernacht weer terug, maar natuurlijk zouden wij niet landen, voor het veilig was. Wij dronken vroeg thee en om half zeven werden sandwiches gepresenteerd. Ik be dankte eerst, maar toen de steward me zei, dat het nog wel een uur of twee kon duren, eer wij zouden landen, nam ik ze. Toen, op eens, waren wij boven Lakehurst. Het lucht schip maakte een snellen draai en ik zag, hoe de landingskabels werden uitgeworpen. Het grondpersoneel trok zich terug, totdat de tou wen den grond hadden geraaktop dat oo- genblik renden ze er heen, om het schip naar beneden te trekken. Mijn buurvrouw zeide, dat zij even naar haar hut ging om haar mantel te halen. Ik had haar voor het laatst gezien. Ik leunde uit een open venster in de eet zaal, samen met vele anderen, o.m. met een jongen vlieger, die aan het fotografeeren was. Hij vertelde me, dat hij tijdens de reis 80 op namen had gemaakt. Ik hoorde vreemde ge luiden uit de machinekamers komen en keek hem aan, of hij me kon geruststellen. Op dat oogenblik hoorden wij den doffen, gedempten knal van een exploisie. Ik zag hem ongeloo- vig, verwonderd kijken. Bijna op hetzelfde moment slingerde het schip en ik werd vijf of zes meter verder tegen een muur gegooid. Ik werd tegen een vooruitstekende bank ge klemd door enkele Duitschers, die achter me aan waren gevallen. Ik kon geen adem meer krijgen en dacht, dat ik zou sterven, gestikt maar zij sprongen allen weer op. Toen laaiden de vlammen naar binnen lange tongen van vuur, helderrood en schit terend. Mijn reisgenooten sprongen tusschen de vlammen door. Het slingeren van het schip gooide hen nu eens tegen de meubels, dan weer tegen de muren aan en zij sneden handen en gezicht open aan de metalen randen. Van onder tot boven zaten zij onder het bloed. Ik zag, hoe een aantal mannen uit de ramen sprong maar ik bleef maar zitten, waar ik terecht was gekomen. Met de revers van mijn mantel trachtte ik mijn gezicht te beschermen ik voelde hoe de vlammen langs mijn rug, mijn hoed en mijn haar lekten en ik probeerde ze uit te slaan. Ondertusschen zag ik de verwrongen gezichten van mijn reis genooten, die heen en weer sprongen. Een Duitscher maakte zich los uit de springende groep en gooide zich zelf tegen een muur met een gruwelijken schreeuw „Es ist das Ende." „Dit is het einde," dat dacht ik ook, maar toch bleef ik mijn oogen beschermen. Ik on dervond dit alles een tafereel van een mid- deleeuwsch schilderij van de hel. Ik wachtte op de verbrijzeling, als wij den grond zouden b. de Commissie van Beheer der Schoolartsendienst district Den Hel der deelt bij brief 'an 18 Mei jl. mede, dat het de bedoeling: is, dat de gemeen schappelijke regeling, tot het aangaan waarvan reeds werd besloten, zal gel den voor 10 jaar en 4 maanden b. het quotiënt voor deze gemeente voor het rekeningsjaar 1935 bedoeld in het Financieele verhoudingsbesluit is vastgesteld op f 11.7599 d. rapport betreffende gehouden kas opname der financieele administra ties der gemeente e. bij brief dd. 16 Mei no. 4469 L. O. heeft Z. E. de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen meege deeld, dat voor 1938 de jaarwedde van één onderwijzer aan de O. L. School 1 boven het verplichte aantal voor Rijks rekening zal worden genomen, mits de extra leerkracht in het genot is van Rijks wachtgeld. f. Ged. Staten hebhen dd. 25 Mei jJ. en 15 Juni jl. suppletoire begrooting voor 1937 goedgekeurd g. aan het R.K. Kerkbestuur te Breezand is meegedeeld, dat de aan vraag om gelden voor aanschaffing van 6 schoolbanken geacht wordt te zijn ingewilligd, wegens het verloopen van den termijn van 3 maanden, waar binnen moet zijn beslist. h. door het R. K. bestuur is een aan vrage ingediend om gelden uit de Gein. kas voor aanbouw van een lokaal aan die school. Nieuwe School te Breezand Voorz. doet mededeeling van de toe stemming van den betrokken Minister, dat tot de bouw van een nieuwe Openb. Lagere School mag worden overge gaan. De heer Kuiken doet een warme dankbetuiging hooren. Men zal het nog eens probeeren. Voorstel om te pogen alsnog be richt van de Regeering te verkrijgen, dat tegen verhooging van de jaarwed de van den ambtenaar ter secretarie, in. het bijzonder belast met de werk zaamheden inzake steunverleening en werkverschaffing geen bezwaar maakt. Waar deze ambtenaar ook nog an dere functies waarneemt, zijn B. en W. van oordeel, dat Ged. St. daar geen re kening mee hebben gehouden, en hun ne bezwaren dus ondervangen kunnen worden. Het voorstel van B. en W. om het Raadsbesluit tot verhooging van het salaris niet in te trekken wordt hierop door den Raad goedgekeurd. Benoeming onderwijzer aan School I. Uit de voordracht waarop voorkwa men no. 1 A. L. Bleeker, Augusti- nusga 2. J. Dijkstra, Twisk en 3. M Klaver, Drachten, werd de heer Blee ker benoemd. raken. Plotseling hoorde ik een luide kreet„Kom er uit, mevrouw Ik keek op wij stonden op den grond. Ongeloovig kwam ik overeind en instinctief zocht ik met mijn voet naar mijn handtasch, die ik kwijt was geraakt bij mijn val. „Kom dan toch riep de man en tusschen de brandende stukken geraamte door rende ik weg. Toen ik in een gereed staande ambulance-auto werd gebracht, die al vol gewonden zat, kwam een der passa giers, een Engelschman op me af „Gode zij dank, dat u gered bent." Ik drong door tot bij den chauffeur en vroeg hem, me bij den ingang af ze zetten, zoodat ik mijn familie kon opzoeken. „Kan niet. Ik heb orders iedereen naar de eerste- hulp-post te brengen." „Maar ik vraag u toch niet een omweg te maken. Zet me alleen even af. Ik ben niet gewond." „Kijk dan maar eens naar uw handen mevrouw." Ik keek, ik voelde me misselijk worden en ik zei niets meer. Wij behoorden tot de eersten, die bij de verbandkamer aankwamen. Een dokter of een zuster nam me mee en smeerde picrinezuur op mijn handen, die nu even pijnlijk aanvoel den als zij er uit zagen. Een man met vree- selijke wonden zat op een tafel naast me. Iemand vertelde me, dat dit kapitein Leh- mann was. Nieuwe auto's met gewonden reden aan. Wij hoorden steunen en kermen en onze hel pers draafden weg om hun bijstand te ver- leenen. De flesch picrinezuur lieten zij ach ter bij kapitein Lehmann, die maar op de tafel bleef zitten een groot stuk verband gaas in de eene en de flesch in de andere hand, telkens opnieuw zijn wonden bettend met zuur. Tijdens de reis had hij zich een enkele keer aan de passagiers vertoond. Toen droeg hij een leeren jas met een bontkraag, die zijn gezicht gedeeltelijk verborg. Hij keek leven dig en vriendelijk uit zijn schrandere blauwe oogen. Nü stond zijn gezicht ernstig en kalm, geen klacht ontsnapte aan zijn lippen, ter wijl hij daar zijn wonden zat te betten. Zijn angst moet even groot geweest zijn als zijn lichamelijke pijn, maar hij liet er niets van blijken, en toen mijn wonden onduldbaar pijn begonnen te doen en ik om de flesch vroeg, reikte hij ze mij hoffelijk aan en wachtte ge- Voor- en nazorgdienst voor geesteszieken. Verzoek om een verklaring, dat de gemeente bereid is toe te treden lot een op te richten voor- en nazorgdienst voor geesteszwakken in Noordholland, waarvan de kosten bedragen 2yo cent per inwoner en per jaar. De voor- en nazorg van geesteszieken beoogt de noodzakelijkheid van opne ming in een verplegingsinrichting te voorkomen door de oorzaken var. de krankzinnigheid tijdig op te sporen en zooveel mogelijk weg te nemen en de patiënten, die reeds verpleegd zijn ge weest,, door de uitoefening van een regelmatig toezicht voor wederopne ming in een gesticht te behoeden. In de le plaats is een goede regeling van de voor- en nazorg van groot be lang voor de patiënten, omdat een ver keeren in de vrije maatschappij voor hen in het algemeen de voorkeur vet- dient boven het verblijf in 'n inrichting. Ook de belangen der gemeenten zijn er echter mee gediend, met name de financieele voordeelen, omdat de ver pleging in gestichten er door kan worden voorkomen of bekort. Het voornemen bestaat voor elk dis trict 2 psychiaters aan te stellen, een Roomsch Katholieke en een niet- Roomsch-Katholieke, bijgestaan door één of meer verpleegsters. Wordt goedgekeurd. Meubileering Raadhuis. Voorstel om machtiging te vragen tot het doen der uitgaven noodig voor de inrichting en meubilcering van bet nieuwe Raadhuis. Over de kosten, die in totaal wo den begroot op ruim f 7600.-, wordt nogal druk gediscusseerd. Volgens den heer Dekker zou de ar chitect voor zijn adviezen voor de meu L i leering een te hoog honorarium k lijgen. Voorz. meent 't tegendeel en beween dat de architect het bijna voor niets heeft gedaan. De heer Kuiken pleit voor "1 meubi lair van 't oude raadhuis maar in 't nieuwe te plaatsen. De kosten zijn toch al hoog genoeg. Ook de heer Hooimeijer zou het graag wat zuiniger zien en op de vraag van den voorz. noemt spr. enkele din gen waar wel wat af kan. De heer Rezelman meent het tegen deel, en er is volgens zijn meening niets geen luxe voorgesteld. De heer Op 't Veld zegt, dat een com missie 't meubilair aankoopt, en dat wel rekening gehouden wordt met ver schillende leveranciers, omdat een en ander plaatselijk wordt aanbesteed. Na nog wat heen en weer gepraat wordt het voorstel van B. en W. aan genomen. School I krijgt een kamertje. Het voorstel van B. en W. om in school I een kamertje te maken, wordt goedgekeurd. Dit kamertje is dienstig voor genees d.uldig, terwijl ik mijn handen bevochtigde hfj nam de flesch terug met een onduidelijk „Danke schön." Het was een vreemd rustig tusschenspel, bijna als dronken wij thee met elkander. Ik kwam onder den indruk van zijn stoïcijnsche kalmte, maar pas toen ik den volgenden dag hoorde, dat hij gestorven was, besefte ik zijn heldenmoed. Afzichtelijk gewonde menschen kwamen van alle zijden binnen ik kon niet langer aanzien en hooren. Ik ging naar buiten en zag een ambulance-auto aankomen. Ik bleef wachten om te zien, of er ook kennissen in zouden zitten. Toen de deur openging, zag ik een hoop menschen, als takkenbossen op elkaar gestapeld. Enkelen werden naar bui ten gedragen één bleef er achter. Alles wat ik van hem kon zien, waren zijn beenen, ver brand en verstijfd als houtskool. Ik voelde me akelig en liep naar buiten in den regen. De zeppelin brandde nogwolken zwarte rook kronkelden er boven. Vol angst keek ik er naar. Zelfs bij alle menschelijk lijden en zelfs tegenover den dood kon ik nog treuren over den ondergang van zoo'n schoon gevaar te. Ik dacht aan het geluk, dat het mij en zoovele anderen gegeven had aan de ijsber gen en aan Qe regenbogen, waar het ons over heen had doen vliegen ik dacht aan de lan ding, die zoo zacht was verloopen. Vriendelijke menschen, die in de buurt stonden, kwamen op me af vrouwen, wier echtgenooten aan de luchthaven verbonden waren. Zij probeerden me terug te brengen naar de verbandkamers, maar ik zag, hoe de kleine jongens, die de reis hadden meege maakt, naar binnen werden gedragen, gil lend van pijn en angst en ik liep den ande ren kant op. Telkens als iemand me vroeg, of hij iets voor me kon doen, antwoordde ik „Bel mijn familie op," maar ik weigerde me naar een ziekenhuis te laten brengen, omdat ik dacht, dat mijn familie misschien op mij zou wachten. Dankbaar aanvaardde ik daar om het aanbod van een dame, die mij met haar auto naar den ingang wilde brengen. Ik wachtte, terwiil zij tusschen de menigte doorliep, de namen afroepend, die ik haar had gegeven. Toen zij mij verzekerd had, dat er niemand voor mij was, noodigde zij mij uit bij haar te blijven logeeren, maar ik bleef liever op het terrein voor het geval een van mijn familieleden zou komen. kundig onderzoek der kinderen en zal tevens voor 't Hoofd der School als spreekkamer worden gebruikt. De raad wordt royaalder. Ook tegen het voorstel, om water plaats en celgebouwtje te verplaatsen» wat ruim f 1000 zal kosten is geen be zwaar bij den raad, behoudens natuur lijk machtiging van de Regeering. De kamers in de ambstwoning van den Burgemeester zullen worden behangen. Bij het voorstel van B. en W. om machtiging te vragen voor het behan gen van alle kamers in de ambtswo ning en het doen van eenige noodzake lijke reparaties, noemt de heer Kui ken 't een voorzichtige weg af te wach ten, of de opvolger van burgemeester, 't goedvindt zooals de woning nu is. zoo niet, dan kan men altijd nog zien. Voorz. meent echter, dat de nieuwe burgemeester zoo de woning niet kan betrekken en dit geeft den doorslag tot het aannemen van het voorstel. Hamerstukken. Vervolgens worden goedgekeurd De vergoeding ingevolge L.O. Wet aan de Christelijke school en aan R.K. school I. Verder de wijziging Veldwachters verordening en het aanstellen van een deskundige controle op kas en boeken van den Gem.-Ontvanger. Hiervoor werd aangesteld de heer de Vries, accountant te Schagen. Nog gaat de Raad er mede accoord dat een verzoek om een voorschot voor een landarbeidersplaatsje aan Moer land wordt ingewilligd en tevens, dat een nieuwe vlag voor de Gemeente wordt aangeschaft. Bij den rondvraag, die bijna niets opleverde, deelde de voorz. mede, dat Z.Ed. tegen 31 Aug. aan II.M. de Ko ningin eervol ontslag als burgemees ter heeft verzocht. Hierna sluiting. MARKTBERICHTEN. KAASMARKT. Alkmaar, 1 Juli 1938. Op de heden gehou den kaasmarkt waren aanvoer en prijzen als volgt31 stapels Kleine fabriekskaas f 21 50 Boerenkaas 5 stapels Kleine f 21 en 5 sta pels Commissie f 24.50. Totaal aanvoer 41 stapels, wegende 127000 Kg. Alles met rijks- merk. Handel goed. DE GRAANMARKT. Alkmaar, 1 Juli 1938. Op de heden gehou den graanmarkt waren aanvoer en prijzen als volgt26 H.L. Voertarwe f 7f8.20 2 H.L. Rogge, prijs niet genoteerd75 HX. Gerst f 77.50 en gerst chev. f 7.607.90 81 H.L. Haver f 6—6.65 17 H.L. boonen, w.o'. bruine f 14—22, citroen f 13—15duiven f 11.50 en witte boonen f 21—27 15 H.L. Kar- wijzaad f 20.50 en 10 H.L. erwten, w.o. kleine groene f 11.50, groote groene f 12—15, grau we f 29—31 en vale erwten f 1.650. Alles per 100 Kg. Totaal aanvoer 226 H.L. Handel goed. Mijn handen deden vreeselijk pijn. Ik ging de verbandkamer binnen om ze te laten be handelen, maar ik werd naar een ander ge bouw verwezen, waar de vrouwen verzorgd werden. Maar daar was geen verband en zoo ging ik weer terug. Het gebouw was nu leeg. Ik zag nog den Engelschman, die me in de ambulance-auto had geholpen hij werd met een gespalkt been op een brancard weggedra gen. Ik bleef in een zijvertrek zitten. Iemand bracht me een glas water. Er heerschte nu groote rustde meeste gewonden waren weg gebracht en bijna alle verbandmiddelen wa ren verbruikt, maar iemand vond nog een tube vaseline, die hij leeg drukte op mijn handen, waarna hij ze luchtig met gaas om wikkelde. Een van de stewards liep op en neerhij scheen heelemaal ongedeerd, zelfs zijn klee- ren waren smetteloos. Hij zag er uit, alsof hij aanstonds toeer sandwiches zou gaan pre senteeren. precies zooals hij dat twee uur geleden had gedaan. Tenslotte vroeg een der beambten me, waar ik heen wilde gaan er was een ambulance auto vrij en ik was de laatste passagier. Ik kon naar een ziekenhuis worden vervoerd, of naar het huis van mijn broer worden ge bracht. Het was gemakkelijker voor hen mij te brengen naar mijn nicht in Princeton. In korten tijd was ik in dekens gewikkeld en lag ik op de harde brancard in de auto twee oud-soldaten zaten naast me en twee tegen over me. Zij vergasten me op verhalen van de gruwelen, die zij pas hadden gezien, maar overigens waren zij zeer vriendelijk. Ze onder steunden mijn pijnlijke handen, trachtten kuilen in den weg te vermijden en toen de brancard me te hard werd, hielpen zij me om op te zitten. Een van de mannen sloeg zijn arm rond mijn rug en ineens riep hij „Weet u, dat uw mantel heelemaal verbrand is Ik wist het niet. Ik was stellig overtuigd ge weest, dat ik op mijn verbrandde handen na even ongedeerd was als de steward. Telkens stopten wij om den weg te vragen, de reis duurde eindeloos, maar tensoltte her kende ik den torens van Princeton en enkele oogenblikken later stond ik voor het huis van mijn nicht.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1938 | | pagina 3