TRIUMPH IN SMAAK ROOKT 1 CENT VIRGINIA 29e JAARGANG ZATERDAG 3 A ugustus 1938 No. ©3 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN L. GOYARTS. DE „TRIUMPHATOR' DE DOKTERSVROUW. WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAO. DONDERDAG EN ZATERDAG A BONNEMENT8PRLJ8 per 3 maanden f 1.25. UITGEVER BOSKER WIERINGEN. Y BUREAU Hlppelytushoef Wlerlngen Telef. Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN Van 1 5 regels Iedere regel meer f 0.50 f 0.10 TANDHEELKUNDIGE SPREEKUREN HIPPOLYTUSHOEF 1EDEREN DINSDAG 10—3 UUR HOTEL CENTRAAL S. KAAN Pz. MIDDENMEER IEDEREN DINSDAG 3—5.30 UUR HOTEL SMIT, (aparte ingang.) DE KARIMATA - EXPEDITIE TELEURGESTELD. NIEUW STADIUM IN LUT1NE - GESCHIEDENIS. SCHELPENZUIGER TEXEL ZOEKT NAAR' ANDERE WRAKSTUKKEN. Er is een kentering gekomen, aldus het Rotterdamsch Nieuwsblad, in de goudzoekerij op de Lutine. Tusschen de gelijkmatigheid! van de zandstortingen op het afgebakende' Lutine-terrein door is nu iets nieuws te mel den. De schelpenzuiger Texel vertoeft thans op zee en is bezig met „pulsen" in den zee bodem en zoekt naar eventueel verspreid lig gende wrakstukken van de Lutine. Hiermee is de onderneming in een nieuw stadium ge- komen. Men zoekt met behoud van het be staande systeem van werken, naar nieuwe wegen. Het werk van de Texel moet worden gezien in het licht van de ervaring van de laatste weken. De Karimata is het eind van haar opgave bijna genaderd. Het afgebaken de terrein van 100 bij 100 meter is op een strook van 15 meter breedte na geheel afge zocht. De volmaaktheid van het baggerwerk geeft de zekerheid, dat in het afgebaggerde gebied niets meer te vinden is. Alles wat daarin zat, zooals kanonnen, kogels, wrakstukken, ko per enz. is er uitgehaald. Slechts één goud staaf kwam naar boven, maar het uitblijven van verdere vondsten in de laatste dagen bracht de zekerheid, dat men met een zwer ver te doen had. Deelen van het Lutine-wrak zal men er niet meer aantreffen De zeebodem is daar volledig gezuiverd. Het is niet te ontkennen, dat er een zekere teleurstelling is te constateeren, omdat er nog geen goud is gevonden. Men had het ze ker verwacht, voor men gekomen was tot de plaats, waar men op het oogenblik is gevor derd. Dat is bijna aan de zuidelijke grens van het afgebakende terrein. Dagenlang werd de verwachting uitgespro ken, dat ieder oogenblik 'n belangrijke vondst kon worden verwacht. Maar dat gebeurde niet. Aannemende, dat het goud er nog moet zijn, moet men thans gaan denken aan de mogelijkheid, dat de schat niet binnen het afgezette gedeelte ligt. Maar waar dan wel Daarover zal het werk van den schelpen zuiger Texel een woordje moeten meespreken. HET LOSSE ACHTERSCHIP. Het achterschip van de Lutine ligt verder om de Zuid Dat is een stelling, die op het oogenblik als basis wordt aangenomen. Er zit iets in deze stelling, wat na de teleurstelling van den laat- sten tijd nog eenige hoop geeft. Ongeveer acht jaar geleden werd op het Lutine-wrak met zuigers gewerkt. Na het wegzuigen van het zand liet men steeds een duiker naar den zeebodem afdalen om daar een onderzoek in te stellen. Bij dit onderzoek deed één van de duikers een merkwaardige ontdekking. Meer Zuid waarts van de Lutine-wrakstukken kwam hij in de buurt van een groot voorwerp, dat scheef in den zeebodem lag. Het maakte op den duiker den indruk alsof hij zich voor zich had den scheefgevallen half verzonken achterspiegel van een schip uit de zeven-' tiende eeuw. I Men houdt vol, dat dit het befaamde ach terschip van de Lutine moet zijn geweest. De vraag, wat er toe heeft geleid, het werk toen niet door te zetten, is thans niet met zekerheid te beantwoorden. Men heeft er toen waarschijnlijk niet aan geloofd. In elk geval is de duiker na deze ontdek king weer boven gekomen en er is verder aan dit werk niets meer gedaan. Op Terschelling is men het er niet over eens, of dit wrakstuk werkelijk het achterschip van de Lutine was. Maar erkende kenners van de Lutine-geschie- denis en van de bergingspogingen nemen dit wel aan. EEN THEORETISCH BEWIJS. Zij hebben er zelfs een theoretisch bewijs om wrakstukken te zoeken. Worden deze ge- i de geheele boerderij in lichtelaaie. Slechts kar. Plots flitste een geweldige vuurpijl door /In» nnl mot Ho nrnntctü mr>oifo L-lootrHon rlo hnnmnÜVC hpt llinht.rilim PT1 f.rnf hpfr. nnnrri Hflt. rinnfi vonden, dan zal de Karimata ongetwijfeld daar gaan baggeren. Vrij zeker zal een even- tueele vondst buiten het thans afgebakende terrein liggen. Hoewel kan worden verwacht, dat de baggermolen slechts iets opzij behoeft te gaan om op de juiste plaats aan te komen. Eerst heeft de Texel in zuidoostelijke rich ting gezocht. Het schip kon toen alleen met hoog water werken, omdat het vlak voor de Karimata moest pulsen. Dit werk heeft geen resultaat opgeleverd. Naar gegevens, die thans aan de leiding zijn verstrekt, pulst de Texel nu in een deel van den zeebodem meer ten zuiden van de Karimata. En zijn de gegevens van de dui kers juist, dan moet de zuiger eerstdaags een wrakstuk aanpulsen, dat dan het achterschip van de Lutine zou zijn, met alle mogelijkhe den, die daaraan zijn verbonden Uit dit alies blijkt, hoe betrekkelijk weinig gegevens men heeft over de juiste ligging van de wrakstukken van de Lutine. Alles is geba- seerd op gegevens, die in een tamelijk ver verleden zijn verstrekt. Maar hoe wind, zee, stroom en loopend zand in dien tijd met het Lutine-wrak zijn omge sprongen, is het geheim van de zee gebleven. „KARIMATA" HAALT GOUDEN MUNTEN OP. De „Karimata" heeft Donderdagmiddag om halfvier weer een aantal gouden munten naar boven gehaald. De emmers zitten nog steeds op het wrak te wroeten. Van welken omvang dit wrak is, en tot welk gedeelte van de Lutine het heeft behoord, staat nog niet yast. BINNENLANDSCH NIEUWS. met de grootste moeite slaagden de bewoners het luchtruim en trof het paard, dat dood erin een oude gebrekkige vrouw in veiligheid neerviel. De landbouwer kreeg geen letsel. NOODWEER BOVEN HET MAASKANT- GEBIED. Op verscheidene plaatsen sloeg de bliksem in. Boven het Maaskantgebied in de Buurt van Nijmegen heeft Donderdagmiddag om drie uur een kort, doch zeer hevig onweer gewoed. op gebouwd, dat niet eens zoo erg onaanne melijk is. Dit bewijs heeft betrekking op het feit, dat het achterschip van de Lutine zou zijn losgeslagen of losgeraakt, een legende, dié men meermalen heeft hooren verkondi gen. De menschen, die het weten kunnen, rede neeren als volgt Het wrak lag met het voorschip voorover in het zand. Achter de Lutine heeft het heen en weer slaande roer een kuil gegraven, die later door de zeestroomen is uitgediept, waardoor na jaren het achterschip geen steun meer kreeg. Tenslotte moet het zijn afgebroken en met den stroom zijn weggeschoven. Ziehier een combinatie van theorie en het altijd als legende beschouwde verhaal van het wegzinken van het achterschip van de Lutine in de richting van Vlieland. Die mo gelij kheid heeft men zooals de zaken thans staan en er nog steeds niets van belang Is gevonden nu blijkbaar als basis aangeno- j men om het werk voort te zetten en daarvoor. priCDI TUIT AI T XKJ A C* IT is de schelpenzuiger Texel uitgevaren. j IxILlODvJIxIliAlJ A. K*. KJ. HET WRAK EN DE TEXEL GRATIS VERKRIJGBAAR. De schelpenzuiger Texel is op de gronden Reisbureau W.A.GO. HOORN, Breed 75. aan pulsen, d.w.z. hij verricht grondboringen Tel. 184. te brengen. Het vee, dat in de stallen stond,1 kon worden losgesneden en in de weide wor den gedreven. De boerderij en de groote voor raadschuren, waarin zich de geheele rogge en hooioogst bevond, brandde af. Een aan tal kostbare landbouwmachines en gereed schappen, benevens enkele karren werden mede een prooi der vlammen. Verzekering dekt de schade. Voorts sloeg de bliksem nog in drie boer derijen, zonder noemenswaardige schade aan te richten, bovendien werd een zestal tele graafpalen geveld. Te Deursen, gemeente Ravenstein, sloeg de bliksem in den schoorsteen van de boerderij van den landbouwer en expediteur J. Peters* Ook hier vatte de boerderij onmiddellijk vlam. Het vuur vond voedsel in de groote partij hooi, die in het achterhuis waren op geslagen. Hoewel de plaatselijke brandweer, spoedig aanwezig was, vermocht zij er niet in te slagen, de boerderij te behouden. De ge heele hooioogst benevens de landbouwgereed schappen en de inboedel werden een prooi der vlammen. Verzekering dekt ten deele de schade. Te Huiseling, gemeente Ravestein, werd de 14-jarige Stoots noor het hemelvuur getrof fen en tegen den grond geslagen. Voorbijgan gers waarschuwden onmiddellijk dr. Sluiters, uit Ravestein. die spoedig ter plaatse ver scheen. Gedurende geruimen tijd werd kunst matige ademhaling toegepast en hiermede slaagde hij er in de levensgeesten op te wek ken. Daar de jongeman met zware brand wonden is bedekt, vreest men evenwel voor zijn leven. Ook boven Wychen en omgeving heeft het hemelvuur danig huisgehouden. Daar sloeg de bliksem in de sigaren-kruidenierszaak van de Weduwe Toone aan den Graafschen weg. In minder dan geen tijd brandde het geheele pand als een fakkelaan behoud viel niet te denken. De geheele voorraad koloniale waren tabak, sigaren en sigaretten, benevens het meubilair werden een prooi der vlammen. De brandweer beperkte er zich in hoofdzaak toe de belendende perceelen, die ernstig gevaar liepen, nat te houden. De schade, die zeer aanzienlijk is, wordt slechts ten deele door verzekering gedekt. Nader wordt gemeld, dat de bliksem ook is ingeslagen in de boerderij van den landbou- De bliksem was niet van de lucht, en de donderslagen volgden elkaar ln steeds snel ler tempo op. Het onweer ging gepaard met geweldige regen- en hagelbuien het zicht was op de wegen niet meer dan twee meter. Tijdens dit noodweer is de bliksem op ver - scheidene plaatsen ingeslagen. Om drie uur sloeg hij in de groote boerde rij van den landbouwer M. van Sant in de Broekstraat te Herven. In een oogwenk stond Wilt U een heerlijke Vacantie tocht «i iDan een meerdaagsche reis van het -I; FEUILLETON. Naar het Engelsch. 24.) Ik zie haar nog, het lieve jonge vrouwtje met haar vroolijk gelaat en hare mooie krul len die haar om het hoofd woeien, terwijl zij langs hetzelfde pad, waarop gij nu staat, naar mij toekwam ach, hoe kort schijnt dat nog. geleden Ik stond aan haar sterfbed, mevrouw, en ik heb nooit iemand gelukkiger zien sterven nooit ben ik meer in mijne over tuiging versterkt geworden dat wij nog iets gelukkigers en beters hier namaals te wach ten hebben. Maar er was toen geen mijnheer Lansdell, die hoofden teekende zonder een lijf er onder, en boomen zonder stammen, of cp eene andere wijze hier zijn tijd verbeuzeld, als mijn meester uit was. En het staat mij nog voor, dat bijna de laatste woorden die het lieve jonge schepseltje sprak een gevoel van rust ademden dat zij hare plichten je gens haar echtgenoot vervuld, en nooit eene gedachte voor hem verborgen gehouden had." Mevrouw Gilbert had zich zeer laag over den rozenstruik heengebogen, zoodat haar haar was losgegaan en in de dorens verward geraakt. Zij scheen hare lokken niet spoedig daaruit te kunnen loswinden, want het duur de een poos vóór zij opkeek. Jeffson was we der in een anderen hoek van den tuin bezig met aardappels te delven, met zijn rug naar haar toegekeerd. Er was niets onvriendelijks geweest in de wijze waarop hij haar had toe gesproken integendeel zijn toon had iets teeders weemoedig gehad, dat haar in het hart drong. Isabella's gedachten waren dien avond voortdurend bif George's overleden moeder. VEERT*.DE HOOFDSTUK. De tweede waarschuwing. Weer waren eenige dagen voorbijgegaan, toen de zware oude diligence van Graybridge helia's zijde voort, en luisterde, of scheen te aan den voet van den heuvel stilhield, waar- luisteren, naar hetgeen de heer Raymond op het kasteel Waverley zich verhief. Roland vertelde. Hij had gewenscht dat Isabella's stond in de schaduw van den muur met prach kleine hand op zijn arm lag, dat die aan- tige bloemen in de hand. Hij had voor het dachtige zwarte oogen naar zijn gelaat had- oogenblik alle zorgen op zij gezet en was zeer den opgezien, en dat hij haar de romantische opgeruimd. Nog een paar dagen landelijk ge- legenden en historische bijzonderheden, die n deze bouwvallen verknocht waren, had mogen vertellen. Maar misschien was het beter, zoo als het nu was. Hij ging toch spoe dig weg, naar plaatsen waar hij zulke een voudige genoegens zou moeten missen, en het was beter dat hij zich niet overgaf aan genie tingen die hem zoo spoedig ontnomen zou den worden. De zon stond reeds laag aan den hemel toen de deftige bedienden mochten terugkomen lettend voor haar te zijn. Hij trad tusschen om de overblijfselen van het maal op te rui- Roland en het portier van het rijtuig ln. hielp' men de maan was opgekomen, maar nog Isabella uit den wagen en nam met groote nauwelijks van een doorschijnend zomer- not met eenvoudige menschen, en dan zou hij zich weder naar het vasteland begeven, en alle dwaze gedachten uit zijn hoofd zetten. De heer Lansdell was niet alleen. Ook Char les Raymond en de weezen waren reeds aan gekomen, en allen traden te voorschijn om den dokter en zijne vrouw te begroeten. De heer Raymond was altijd zeer vriendelijk ge weest voor de gouvernante zijner nichtjes, maar op dezen dag scheen hij bijzonder op- hartelijkheid haar arm onder den zijnen, terwijl hij een zegevierenden blik op de an dere heeren van het gezelschap. „Ik ben van plan mij den geheelen dag me vrouw Gilbert toe te eigenen," zeide hij op vroolijken toon, „en ik zal haar een volledig verslag geven van Waverley, uit een oudheid- kundtg, historisch en legendair oogpunt. Laat uw bloemen maar rusten, Roland het is een mooie bouquet, maar gij verlangt toch niet dat mevrouw Gilbert hem den ganschen dag zal meedragen Breng hem maar in het portiershuis, en vraag of ze hem in een vaas met water willen zetten en als gij u heel goed gedraagt zal mevrouw Gilbert hem van avond mee naar huis nemen, om er haar huiskamer te Graybridge mee te versieren. De poort werd geopend, en zij traden bin nen Isabella aan den arm van den heer Raymond. Roland bleef voortdurend aan hare andere zijde, maar zijn vriend had zoo veel te vertellen omtrent de oude bewoners van het kasteel, dat mevrouw Gilberts gan- sche aandacht vereischt werd om hem te volgen zij had er dit echter gaarne voor over, want de heer Raymond bezat dichterlijk gevóel. Het was een genoeglijke morgen. Met een gemengd gevoel van tevredenheid en teleur stelling drentelde Roland Lansdell aan Isa- wolkje te onderscheiden. De heer Raymond geleidde Isabella langs een wenteltrap naar den top van een hoogen toren, van waar men een vergezicht had over de omringende weiden en bosschen, en vóór zij den top be reikt hadden, glinsterde de maan reeds als een zilveren schijf. Roland ging met hen mede en zette zich neder op een der breede steenen borstweringen. Het was een kalme, heerlijke avond, die allen tot stilzwijgen stemde, Isabella kon niet nalaten nu en dan een blik te werpen op het schoone gelaat van den heer van Mordred, welks regelmatige lijnen scherp als een camée afstaken tegen de helderblau we lucht. Eindelijk begon Roland te spreken, en het duistere en geheimzinnige van zijne woorden kwam volkomen overeen met de stemming waarin het plechtige van den avond en van de omgeving Isabella gebracht had. „Ik geloof", zeide hij, „dat in het leven van ieder mensch een tijd voorkomt waarin hij zijn rol heeft uitgespeeld, een geschikt en tijdig slot van zijn loopbaan hier op aarde, even merkbaar als het vallen van het gordijn als het stuk is uitgespeeld. Ik ben blijde dat de Landells niet tot een lang levend geslacht behooren, Raymond want ik geloof dat voor mij het stuk uit en het gordijn gevallen is „Hmmompelde de heer Raymond Naar wij voorts vernemen, beteekent het zware weer een groote schadepost voor het radiodistributiebedrijf te Ravenstein. Geble ken is, dat de bliksem bij niet minder dan zestig aangeslotenen is ingeslagen en de lei dingen heeft vernietigd, zoodat geruimen tijd noodig zal zijn alvorens alle toestellen weer in orde zullen zijn gebracht. BRAND DOOR BLIKSEMINSLAG. Tijdens een kort, hevig onweer, dat Don derdagmiddag boven het Oosten van Fries land woedde, werd de woning van den heer R. Boonstra te Frieschepalen, gemeente Op- sterland, door het hemelvuur getroffen. Het perceel brandde geheel af. Er kon niets wor den gered. Kort te voren sloeg de bliksem in de boer derij van den heer K. Bron In De Wilp. Aan het doortastend optreden van de brandweer was het te danken, dat de gebouwen, hoewel zij aanzienlijke brandschade kregen, behou den konden blijven. VRIENDELIJKE ONTVANGST. Boterham belegd met een vuistslag. Eenige personen uit Oostelijk Zuid Beveland maakten dezer dagen een fietstochtje naar Walcheren. Op de terugreis rustten zij bij 's Heer-Arens kerke uit. aten het restant van hun boterhammenvoorraad op. Een van de fietsers ging naar een boer, die langs den weg woont en vroeg of hij niet een stukje kaas of worst wilde verkoopen. De ontvangst was allesbehalve vrien delijk. De boer sprong op en gaf den vrager een paar stevige klappen op zijn gezicht. De fietser was hierdoor hevig geschrokken en zocht haastig een heenkomen. Dit was echter nog niet mooi genoeg, want de zoon van den boer achtervolgde den vluchteling Hij haalde den toerist in en gaf hem zoo'n stomp in het gelaat, dat de man tegen het fietspad sloeg en eenige oogenblikken versuft bleef liggen. Na dat hij een dreigende houding had aangenomen tegen een ander lid van het gezelschap, werd de boerenzoon door zijn familie naar huis geleid. Bij de politie van 's Heer-Arenskerke is van het geval aangifte gedaan. DOOR EEN AUTO GEGREPEN. Jonge vrouw gedood. Donderdagmiddag liep de dertigjari ge ongehuwde dochter van den land wer C. vati Uden te Over-Asselt. In een oog wenk stond de geheele boerderij in lichter laaie, zoodat de bewoners zich slechts met de allergrootste moeite in veiligheid konden' brengen. Toen de brandweer ter plaatse ar riveerde, was de geheele boerderij reeds een prooi der vlammen. Ook de voorraadschuur waarin een groote hoeveelheid rogge, gerst en hooi was geborgen, benevens een aantal land bouwmachines, werden door het vuur ver nield. Verzekering dekt de zeer aanzienlijke schade. Op den rijksweg onder Wychen reed tijdens dit noodweer een landbouwer met paard en bouwer Braam te Laaghalerveen, ge meente Beilen, van het erf den ver keersweg op, juist op het oogenblik, dat een personenauto voorbijkwam. De vrouw werd gegrepen en tegen den weg gesmakt. „staat er niet iets dergelijks in den Verlate ne Zij zijn heel mooi, Roland, die som bere weeklachten, die men tegenwoordig zoo gaarne hoortmaar gelooft gij niet dat als gij 's morgens wat vroeger opstondt en een uur of wat in het bosch doorbracht met uw geweer en uwe honden, om eetlust op te doen voor het ontbijt, gij over die dingen heen zoudt komen Isabella zag den heer Raymond aan met een verwijtenden blik, maar Roland barstte in lachen uit. „Ik moet zeggen dat ik praat als een dwaas," zeide hij „ik heb somtijds een gevoel alsof ik het werkelijk was." „Wanneer gaat gij weder naar het vaste land „Over een maand. Maar waarom zou ik daarheen gaan vroeg de heer Lansdell, met plotselinge verandering van toon „wat heb ik daar te doen is daar iets te vinden waar ik meer toe deug dan hier Zij vervielen weder in het vorige stilzwij gen tot dat op eens de stem van George Gilbert van beneden af tusschen de muren en torens weerklonk. Hij riep zijne vrouw. „Ik moet weg," zeide zij „het rijtuig zal gereed staan om ons af te halen. Goeden nacht, mijnheer Raymond goeden nacht, mijnheer Lansdell." Zij stak haar hand uit, aarzelde wien zij die het eerst zou aanbieden Roland was tot op dit oogenblik niet van houding veranderd, maar sprong nu plotseling op, als iemand die uit een droom ontwaakt. „Gaat gij heen vroeg hij „zoo spoedig al „Zoo spoedig Het is zeer laat, geloof ik," antwoordde mevrouw Gilbert„ten minste, ik bedoel dat wij zeer veel genoegen hebben gehad en dat de tijd zoo gauw voorbijgesneld is." Zij meende dat het haar plicht was te gen hem, den gever van het feest, iets vrien delijks te zeggen, maar bloosde van verlegen heid bij de gedachte dat zij te veel gezegd had. „Goeden nacht, mijnheer Lansdell „Maar ik ga met u naar beneden," zeide Roland „denkt gij dat wij u alleen die glib berige treden zouden laten afgaan, om te vallen en een ongeluk te krijgen, en voor al tijd als een geest bij maanlicht in den toren fond te waren Daar is mijnheer Gilbert al," voegde hij er bij, toen hij Georges hoed in de diepte gewaar werd, „maar ik geloof dat Ik beter met den toren bekend ben dan hij, en ik zal u onder mijne hoede nemen." Hij vatte haar hand onder het spreken en leidde haar den gevaarlijken wenteltrap af, even zorg vuldig en teeder alsof zij een kind was. Har^ hand beefde niet terwijl die in de zijne rustte, maar het was haar alsof haar ziel langs dien weg met de zijne samensmolt, alsof die lang zame nederdaling, hand in hand, hen naar een afgrond zou brengen, naar een diep hel der water. Het afdalen duurde echter niet zeer lang, hoe bezorgd Roland zich ook be toonde bij iederen stap, en toen zij beneden waren kwam George, die in den toren ver dwaald was geraakt, verhit en ademloos den trap afloopen. Sigismund en de weezen verschenen te ge lijker tijd. De heer Raymond was Roland en Isabella op den voet gevolgd, en allen traden naar het rijtuig toe. „Denk aan morgen," zeide de heer Lansdell tegen het gezelschap in 't algemeen, terwijl zij in het rijtuig plaats namen. „Ik verwacht u zoodra de middagdienst is afgeloopen. Ik weet dat gij geregelde kerkgangers zijt te Graybridge. Maar a propos, zoudt gij de mid dagdienst niet te Mordred kunnen bijwonen De kerk is wel een bezoek waard." Er werd eenige oogenblikken over beraadslaagd, en eindelijk besloten dat zij den volgenden mid dag te Mordred ter kerk zouden gaan daar op schudde men elkander hartelijk de hand, en toen reed de wagen weg en verdween ach ter 'de heggen die den kronkelenden straat weg omzoomden. (Wordt vervolgd.) IN VIER BLADEN ADVERTEEREN VOOR EENMAAL BETALEN Wieringermeerbode. Wieringer Courant. De Polderbode. Zijper Courant.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1938 | | pagina 1