TRIUMPH
IN SMAAK
ROOKT
1 CENT
VIRGINIA
29e JAARGANG
ZATERDAG 3 A ugustus 1938
No. ©3
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
L. GOYARTS.
DE
„TRIUMPHATOR'
DE
DOKTERSVROUW.
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAO. DONDERDAG EN ZATERDAG
A BONNEMENT8PRLJ8
per 3 maanden f 1.25.
UITGEVER
BOSKER
WIERINGEN.
Y
BUREAU
Hlppelytushoef Wlerlngen
Telef. Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN
Van 1 5 regels
Iedere regel meer
f 0.50
f 0.10
TANDHEELKUNDIGE
SPREEKUREN
HIPPOLYTUSHOEF
1EDEREN DINSDAG 10—3 UUR
HOTEL CENTRAAL S. KAAN Pz.
MIDDENMEER
IEDEREN DINSDAG 3—5.30 UUR
HOTEL SMIT, (aparte ingang.)
DE KARIMATA - EXPEDITIE
TELEURGESTELD.
NIEUW STADIUM IN
LUT1NE - GESCHIEDENIS.
SCHELPENZUIGER TEXEL ZOEKT NAAR'
ANDERE WRAKSTUKKEN.
Er is een kentering gekomen, aldus het
Rotterdamsch Nieuwsblad, in de goudzoekerij
op de Lutine. Tusschen de gelijkmatigheid!
van de zandstortingen op het afgebakende'
Lutine-terrein door is nu iets nieuws te mel
den. De schelpenzuiger Texel vertoeft thans
op zee en is bezig met „pulsen" in den zee
bodem en zoekt naar eventueel verspreid lig
gende wrakstukken van de Lutine. Hiermee
is de onderneming in een nieuw stadium ge-
komen. Men zoekt met behoud van het be
staande systeem van werken, naar nieuwe
wegen. Het werk van de Texel moet worden
gezien in het licht van de ervaring van de
laatste weken. De Karimata is het eind van
haar opgave bijna genaderd. Het afgebaken
de terrein van 100 bij 100 meter is op een
strook van 15 meter breedte na geheel afge
zocht.
De volmaaktheid van het baggerwerk geeft
de zekerheid, dat in het afgebaggerde gebied
niets meer te vinden is. Alles wat daarin zat,
zooals kanonnen, kogels, wrakstukken, ko
per enz. is er uitgehaald. Slechts één goud
staaf kwam naar boven, maar het uitblijven
van verdere vondsten in de laatste dagen
bracht de zekerheid, dat men met een zwer
ver te doen had.
Deelen van het Lutine-wrak zal men er
niet meer aantreffen De zeebodem is daar
volledig gezuiverd.
Het is niet te ontkennen, dat er een zekere
teleurstelling is te constateeren, omdat er
nog geen goud is gevonden. Men had het ze
ker verwacht, voor men gekomen was tot de
plaats, waar men op het oogenblik is gevor
derd. Dat is bijna aan de zuidelijke grens van
het afgebakende terrein.
Dagenlang werd de verwachting uitgespro
ken, dat ieder oogenblik 'n belangrijke vondst
kon worden verwacht. Maar dat gebeurde
niet.
Aannemende, dat het goud er nog moet
zijn, moet men thans gaan denken aan de
mogelijkheid, dat de schat niet binnen het
afgezette gedeelte ligt.
Maar waar dan wel
Daarover zal het werk van den schelpen
zuiger Texel een woordje moeten meespreken.
HET LOSSE ACHTERSCHIP.
Het achterschip van de Lutine ligt verder
om de Zuid
Dat is een stelling, die op het oogenblik als
basis wordt aangenomen. Er zit iets in deze
stelling, wat na de teleurstelling van den laat-
sten tijd nog eenige hoop geeft. Ongeveer
acht jaar geleden werd op het Lutine-wrak
met zuigers gewerkt. Na het wegzuigen van
het zand liet men steeds een duiker naar
den zeebodem afdalen om daar een onderzoek
in te stellen.
Bij dit onderzoek deed één van de duikers
een merkwaardige ontdekking. Meer Zuid
waarts van de Lutine-wrakstukken kwam hij
in de buurt van een groot voorwerp, dat
scheef in den zeebodem lag. Het maakte op
den duiker den indruk alsof hij zich voor
zich had den scheefgevallen half verzonken
achterspiegel van een schip uit de zeven-'
tiende eeuw. I
Men houdt vol, dat dit het befaamde ach
terschip van de Lutine moet zijn geweest.
De vraag, wat er toe heeft geleid, het werk
toen niet door te zetten, is thans niet met
zekerheid te beantwoorden. Men heeft er
toen waarschijnlijk niet aan geloofd.
In elk geval is de duiker na deze ontdek
king weer boven gekomen en er is verder aan
dit werk niets meer gedaan. Op Terschelling
is men het er niet over eens, of dit wrakstuk
werkelijk het achterschip van de Lutine was.
Maar erkende kenners van de Lutine-geschie-
denis en van de bergingspogingen nemen dit
wel aan.
EEN THEORETISCH BEWIJS.
Zij hebben er zelfs een theoretisch bewijs
om wrakstukken te zoeken. Worden deze ge- i de geheele boerderij in lichtelaaie. Slechts kar. Plots flitste een geweldige vuurpijl door
/In» nnl mot Ho nrnntctü mr>oifo L-lootrHon rlo hnnmnÜVC hpt llinht.rilim PT1 f.rnf hpfr. nnnrri Hflt. rinnfi
vonden, dan zal de Karimata ongetwijfeld
daar gaan baggeren. Vrij zeker zal een even-
tueele vondst buiten het thans afgebakende
terrein liggen. Hoewel kan worden verwacht,
dat de baggermolen slechts iets opzij behoeft
te gaan om op de juiste plaats aan te komen.
Eerst heeft de Texel in zuidoostelijke rich
ting gezocht. Het schip kon toen alleen met
hoog water werken, omdat het vlak voor de
Karimata moest pulsen. Dit werk heeft geen
resultaat opgeleverd.
Naar gegevens, die thans aan de leiding
zijn verstrekt, pulst de Texel nu in een deel
van den zeebodem meer ten zuiden van de
Karimata. En zijn de gegevens van de dui
kers juist, dan moet de zuiger eerstdaags een
wrakstuk aanpulsen, dat dan het achterschip
van de Lutine zou zijn, met alle mogelijkhe
den, die daaraan zijn verbonden
Uit dit alies blijkt, hoe betrekkelijk weinig
gegevens men heeft over de juiste ligging van
de wrakstukken van de Lutine. Alles is geba-
seerd op gegevens, die in een tamelijk ver
verleden zijn verstrekt.
Maar hoe wind, zee, stroom en loopend zand
in dien tijd met het Lutine-wrak zijn omge
sprongen, is het geheim van de zee gebleven.
„KARIMATA" HAALT GOUDEN MUNTEN
OP.
De „Karimata" heeft Donderdagmiddag om
halfvier weer een aantal gouden munten
naar boven gehaald. De emmers zitten nog
steeds op het wrak te wroeten. Van welken
omvang dit wrak is, en tot welk gedeelte van
de Lutine het heeft behoord, staat nog niet
yast.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
met de grootste moeite slaagden de bewoners het luchtruim en trof het paard, dat dood
erin een oude gebrekkige vrouw in veiligheid neerviel. De landbouwer kreeg geen letsel.
NOODWEER BOVEN HET MAASKANT-
GEBIED.
Op verscheidene plaatsen sloeg de bliksem
in.
Boven het Maaskantgebied in de Buurt van
Nijmegen heeft Donderdagmiddag om drie
uur een kort, doch zeer hevig onweer gewoed.
op gebouwd, dat niet eens zoo erg onaanne
melijk is. Dit bewijs heeft betrekking op het
feit, dat het achterschip van de Lutine zou
zijn losgeslagen of losgeraakt, een legende,
dié men meermalen heeft hooren verkondi
gen.
De menschen, die het weten kunnen, rede
neeren als volgt
Het wrak lag met het voorschip voorover in
het zand. Achter de Lutine heeft het heen en
weer slaande roer een kuil gegraven, die later
door de zeestroomen is uitgediept, waardoor
na jaren het achterschip geen steun meer
kreeg. Tenslotte moet het zijn afgebroken en
met den stroom zijn weggeschoven.
Ziehier een combinatie van theorie en het
altijd als legende beschouwde verhaal van
het wegzinken van het achterschip van de
Lutine in de richting van Vlieland. Die mo
gelij kheid heeft men zooals de zaken thans
staan en er nog steeds niets van belang Is
gevonden nu blijkbaar als basis aangeno- j
men om het werk voort te zetten en daarvoor. priCDI TUIT AI T XKJ A C* IT
is de schelpenzuiger Texel uitgevaren. j IxILlODvJIxIliAlJ A. K*. KJ.
HET WRAK EN DE TEXEL GRATIS VERKRIJGBAAR.
De schelpenzuiger Texel is op de gronden Reisbureau W.A.GO. HOORN, Breed 75.
aan pulsen, d.w.z. hij verricht grondboringen Tel. 184.
te brengen. Het vee, dat in de stallen stond,1
kon worden losgesneden en in de weide wor
den gedreven. De boerderij en de groote voor
raadschuren, waarin zich de geheele rogge
en hooioogst bevond, brandde af. Een aan
tal kostbare landbouwmachines en gereed
schappen, benevens enkele karren werden
mede een prooi der vlammen. Verzekering
dekt de schade.
Voorts sloeg de bliksem nog in drie boer
derijen, zonder noemenswaardige schade aan
te richten, bovendien werd een zestal tele
graafpalen geveld.
Te Deursen, gemeente Ravenstein, sloeg de
bliksem in den schoorsteen van de boerderij
van den landbouwer en expediteur J. Peters*
Ook hier vatte de boerderij onmiddellijk
vlam. Het vuur vond voedsel in de groote
partij hooi, die in het achterhuis waren op
geslagen. Hoewel de plaatselijke brandweer,
spoedig aanwezig was, vermocht zij er niet
in te slagen, de boerderij te behouden. De ge
heele hooioogst benevens de landbouwgereed
schappen en de inboedel werden een prooi
der vlammen. Verzekering dekt ten deele de
schade.
Te Huiseling, gemeente Ravestein, werd de
14-jarige Stoots noor het hemelvuur getrof
fen en tegen den grond geslagen. Voorbijgan
gers waarschuwden onmiddellijk dr. Sluiters,
uit Ravestein. die spoedig ter plaatse ver
scheen. Gedurende geruimen tijd werd kunst
matige ademhaling toegepast en hiermede
slaagde hij er in de levensgeesten op te wek
ken. Daar de jongeman met zware brand
wonden is bedekt, vreest men evenwel voor
zijn leven.
Ook boven Wychen en omgeving heeft het
hemelvuur danig huisgehouden. Daar sloeg
de bliksem in de sigaren-kruidenierszaak van
de Weduwe Toone aan den Graafschen weg.
In minder dan geen tijd brandde het geheele
pand als een fakkelaan behoud viel niet te
denken. De geheele voorraad koloniale waren
tabak, sigaren en sigaretten, benevens het
meubilair werden een prooi der vlammen. De
brandweer beperkte er zich in hoofdzaak toe
de belendende perceelen, die ernstig gevaar
liepen, nat te houden.
De schade, die zeer aanzienlijk is, wordt
slechts ten deele door verzekering gedekt.
Nader wordt gemeld, dat de bliksem ook is
ingeslagen in de boerderij van den landbou-
De bliksem was niet van de lucht, en de
donderslagen volgden elkaar ln steeds snel
ler tempo op. Het onweer ging gepaard met
geweldige regen- en hagelbuien het zicht
was op de wegen niet meer dan twee meter.
Tijdens dit noodweer is de bliksem op ver -
scheidene plaatsen ingeslagen.
Om drie uur sloeg hij in de groote boerde
rij van den landbouwer M. van Sant in de
Broekstraat te Herven. In een oogwenk stond
Wilt U een heerlijke Vacantie tocht
«i
iDan een meerdaagsche reis van het
-I;
FEUILLETON.
Naar het Engelsch.
24.)
Ik zie haar nog, het lieve jonge vrouwtje
met haar vroolijk gelaat en hare mooie krul
len die haar om het hoofd woeien, terwijl zij
langs hetzelfde pad, waarop gij nu staat,
naar mij toekwam ach, hoe kort schijnt dat
nog. geleden Ik stond aan haar sterfbed,
mevrouw, en ik heb nooit iemand gelukkiger
zien sterven nooit ben ik meer in mijne over
tuiging versterkt geworden dat wij nog iets
gelukkigers en beters hier namaals te wach
ten hebben. Maar er was toen geen mijnheer
Lansdell, die hoofden teekende zonder een
lijf er onder, en boomen zonder stammen, of
cp eene andere wijze hier zijn tijd verbeuzeld,
als mijn meester uit was. En het staat mij
nog voor, dat bijna de laatste woorden die
het lieve jonge schepseltje sprak een gevoel
van rust ademden dat zij hare plichten je
gens haar echtgenoot vervuld, en nooit eene
gedachte voor hem verborgen gehouden had."
Mevrouw Gilbert had zich zeer laag over
den rozenstruik heengebogen, zoodat haar
haar was losgegaan en in de dorens verward
geraakt. Zij scheen hare lokken niet spoedig
daaruit te kunnen loswinden, want het duur
de een poos vóór zij opkeek. Jeffson was we
der in een anderen hoek van den tuin bezig
met aardappels te delven, met zijn rug naar
haar toegekeerd. Er was niets onvriendelijks
geweest in de wijze waarop hij haar had toe
gesproken integendeel zijn toon had iets
teeders weemoedig gehad, dat haar in het
hart drong.
Isabella's gedachten waren dien avond
voortdurend bif George's overleden moeder.
VEERT*.DE HOOFDSTUK.
De tweede waarschuwing.
Weer waren eenige dagen voorbijgegaan,
toen de zware oude diligence van Graybridge helia's zijde voort, en luisterde, of scheen te
aan den voet van den heuvel stilhield, waar- luisteren, naar hetgeen de heer Raymond
op het kasteel Waverley zich verhief. Roland vertelde. Hij had gewenscht dat Isabella's
stond in de schaduw van den muur met prach kleine hand op zijn arm lag, dat die aan-
tige bloemen in de hand. Hij had voor het dachtige zwarte oogen naar zijn gelaat had-
oogenblik alle zorgen op zij gezet en was zeer den opgezien, en dat hij haar de romantische
opgeruimd. Nog een paar dagen landelijk ge- legenden en historische bijzonderheden, die
n deze bouwvallen verknocht waren, had
mogen vertellen. Maar misschien was het
beter, zoo als het nu was. Hij ging toch spoe
dig weg, naar plaatsen waar hij zulke een
voudige genoegens zou moeten missen, en het
was beter dat hij zich niet overgaf aan genie
tingen die hem zoo spoedig ontnomen zou
den worden.
De zon stond reeds laag aan den hemel toen
de deftige bedienden mochten terugkomen
lettend voor haar te zijn. Hij trad tusschen om de overblijfselen van het maal op te rui-
Roland en het portier van het rijtuig ln. hielp' men de maan was opgekomen, maar nog
Isabella uit den wagen en nam met groote nauwelijks van een doorschijnend zomer-
not met eenvoudige menschen, en dan zou
hij zich weder naar het vasteland begeven,
en alle dwaze gedachten uit zijn hoofd zetten.
De heer Lansdell was niet alleen. Ook Char
les Raymond en de weezen waren reeds aan
gekomen, en allen traden te voorschijn om
den dokter en zijne vrouw te begroeten. De
heer Raymond was altijd zeer vriendelijk ge
weest voor de gouvernante zijner nichtjes,
maar op dezen dag scheen hij bijzonder op-
hartelijkheid haar arm onder den zijnen,
terwijl hij een zegevierenden blik op de an
dere heeren van het gezelschap.
„Ik ben van plan mij den geheelen dag me
vrouw Gilbert toe te eigenen," zeide hij op
vroolijken toon, „en ik zal haar een volledig
verslag geven van Waverley, uit een oudheid-
kundtg, historisch en legendair oogpunt. Laat
uw bloemen maar rusten, Roland het is
een mooie bouquet, maar gij verlangt toch
niet dat mevrouw Gilbert hem den ganschen
dag zal meedragen Breng hem maar in het
portiershuis, en vraag of ze hem in een vaas
met water willen zetten en als gij u heel
goed gedraagt zal mevrouw Gilbert hem van
avond mee naar huis nemen, om er haar
huiskamer te Graybridge mee te versieren.
De poort werd geopend, en zij traden bin
nen Isabella aan den arm van den heer
Raymond. Roland bleef voortdurend aan
hare andere zijde, maar zijn vriend had zoo
veel te vertellen omtrent de oude bewoners
van het kasteel, dat mevrouw Gilberts gan-
sche aandacht vereischt werd om hem te
volgen zij had er dit echter gaarne voor
over, want de heer Raymond bezat dichterlijk
gevóel.
Het was een genoeglijke morgen. Met een
gemengd gevoel van tevredenheid en teleur
stelling drentelde Roland Lansdell aan Isa-
wolkje te onderscheiden. De heer Raymond
geleidde Isabella langs een wenteltrap naar
den top van een hoogen toren, van waar
men een vergezicht had over de omringende
weiden en bosschen, en vóór zij den top be
reikt hadden, glinsterde de maan reeds als
een zilveren schijf. Roland ging met hen mede
en zette zich neder op een der breede steenen
borstweringen. Het was een kalme, heerlijke
avond, die allen tot stilzwijgen stemde,
Isabella kon niet nalaten nu en dan een blik
te werpen op het schoone gelaat van den heer
van Mordred, welks regelmatige lijnen scherp
als een camée afstaken tegen de helderblau
we lucht.
Eindelijk begon Roland te spreken, en het
duistere en geheimzinnige van zijne woorden
kwam volkomen overeen met de stemming
waarin het plechtige van den avond en van
de omgeving Isabella gebracht had.
„Ik geloof", zeide hij, „dat in het leven van
ieder mensch een tijd voorkomt waarin hij
zijn rol heeft uitgespeeld, een geschikt en
tijdig slot van zijn loopbaan hier op aarde,
even merkbaar als het vallen van het gordijn
als het stuk is uitgespeeld. Ik ben blijde dat
de Landells niet tot een lang levend geslacht
behooren, Raymond want ik geloof dat voor
mij het stuk uit en het gordijn gevallen is
„Hmmompelde de heer Raymond
Naar wij voorts vernemen, beteekent het
zware weer een groote schadepost voor het
radiodistributiebedrijf te Ravenstein. Geble
ken is, dat de bliksem bij niet minder dan
zestig aangeslotenen is ingeslagen en de lei
dingen heeft vernietigd, zoodat geruimen tijd
noodig zal zijn alvorens alle toestellen weer
in orde zullen zijn gebracht.
BRAND DOOR BLIKSEMINSLAG.
Tijdens een kort, hevig onweer, dat Don
derdagmiddag boven het Oosten van Fries
land woedde, werd de woning van den heer
R. Boonstra te Frieschepalen, gemeente Op-
sterland, door het hemelvuur getroffen. Het
perceel brandde geheel af. Er kon niets wor
den gered.
Kort te voren sloeg de bliksem in de boer
derij van den heer K. Bron In De Wilp. Aan
het doortastend optreden van de brandweer
was het te danken, dat de gebouwen, hoewel
zij aanzienlijke brandschade kregen, behou
den konden blijven.
VRIENDELIJKE ONTVANGST.
Boterham belegd met een
vuistslag.
Eenige personen uit Oostelijk Zuid
Beveland maakten dezer dagen een
fietstochtje naar Walcheren. Op de
terugreis rustten zij bij 's Heer-Arens
kerke uit. aten het restant van hun
boterhammenvoorraad op. Een van de
fietsers ging naar een boer, die langs
den weg woont en vroeg of hij niet een
stukje kaas of worst wilde verkoopen.
De ontvangst was allesbehalve vrien
delijk. De boer sprong op en gaf den
vrager een paar stevige klappen op
zijn gezicht. De fietser was hierdoor
hevig geschrokken en zocht haastig
een heenkomen. Dit was echter nog
niet mooi genoeg, want de zoon van
den boer achtervolgde den vluchteling
Hij haalde den toerist in en gaf hem
zoo'n stomp in het gelaat, dat de man
tegen het fietspad sloeg en eenige
oogenblikken versuft bleef liggen. Na
dat hij een dreigende houding had
aangenomen tegen een ander lid van
het gezelschap, werd de boerenzoon
door zijn familie naar huis geleid.
Bij de politie van 's Heer-Arenskerke
is van het geval aangifte gedaan.
DOOR EEN AUTO GEGREPEN.
Jonge vrouw gedood.
Donderdagmiddag liep de dertigjari
ge ongehuwde dochter van den land
wer C. vati Uden te Over-Asselt. In een oog
wenk stond de geheele boerderij in lichter
laaie, zoodat de bewoners zich slechts met de
allergrootste moeite in veiligheid konden'
brengen. Toen de brandweer ter plaatse ar
riveerde, was de geheele boerderij reeds een
prooi der vlammen. Ook de voorraadschuur
waarin een groote hoeveelheid rogge, gerst en
hooi was geborgen, benevens een aantal land
bouwmachines, werden door het vuur ver
nield. Verzekering dekt de zeer aanzienlijke
schade.
Op den rijksweg onder Wychen reed tijdens
dit noodweer een landbouwer met paard en
bouwer Braam te Laaghalerveen, ge
meente Beilen, van het erf den ver
keersweg op, juist op het oogenblik,
dat een personenauto voorbijkwam.
De vrouw werd gegrepen en tegen den
weg gesmakt.
„staat er niet iets dergelijks in den Verlate
ne Zij zijn heel mooi, Roland, die som
bere weeklachten, die men tegenwoordig zoo
gaarne hoortmaar gelooft gij niet dat als
gij 's morgens wat vroeger opstondt en een
uur of wat in het bosch doorbracht met uw
geweer en uwe honden, om eetlust op te doen
voor het ontbijt, gij over die dingen heen
zoudt komen
Isabella zag den heer Raymond aan met
een verwijtenden blik, maar Roland barstte
in lachen uit.
„Ik moet zeggen dat ik praat als een dwaas,"
zeide hij „ik heb somtijds een gevoel alsof
ik het werkelijk was."
„Wanneer gaat gij weder naar het vaste
land
„Over een maand. Maar waarom zou ik
daarheen gaan vroeg de heer Lansdell, met
plotselinge verandering van toon „wat heb
ik daar te doen is daar iets te vinden waar
ik meer toe deug dan hier
Zij vervielen weder in het vorige stilzwij
gen tot dat op eens de stem van George
Gilbert van beneden af tusschen de muren
en torens weerklonk. Hij riep zijne vrouw.
„Ik moet weg," zeide zij „het rijtuig zal
gereed staan om ons af te halen. Goeden
nacht, mijnheer Raymond goeden nacht,
mijnheer Lansdell."
Zij stak haar hand uit, aarzelde wien zij
die het eerst zou aanbieden Roland was tot
op dit oogenblik niet van houding veranderd,
maar sprong nu plotseling op, als iemand
die uit een droom ontwaakt. „Gaat gij
heen vroeg hij „zoo spoedig al
„Zoo spoedig Het is zeer laat, geloof ik,"
antwoordde mevrouw Gilbert„ten minste,
ik bedoel dat wij zeer veel genoegen hebben
gehad en dat de tijd zoo gauw voorbijgesneld
is." Zij meende dat het haar plicht was te
gen hem, den gever van het feest, iets vrien
delijks te zeggen, maar bloosde van verlegen
heid bij de gedachte dat zij te veel gezegd
had.
„Goeden nacht, mijnheer Lansdell
„Maar ik ga met u naar beneden," zeide
Roland „denkt gij dat wij u alleen die glib
berige treden zouden laten afgaan, om te
vallen en een ongeluk te krijgen, en voor al
tijd als een geest bij maanlicht in den toren
fond te waren Daar is mijnheer Gilbert al,"
voegde hij er bij, toen hij Georges hoed in de
diepte gewaar werd, „maar ik geloof dat Ik
beter met den toren bekend ben dan hij, en
ik zal u onder mijne hoede nemen." Hij vatte
haar hand onder het spreken en leidde haar
den gevaarlijken wenteltrap af, even zorg
vuldig en teeder alsof zij een kind was. Har^
hand beefde niet terwijl die in de zijne rustte,
maar het was haar alsof haar ziel langs dien
weg met de zijne samensmolt, alsof die lang
zame nederdaling, hand in hand, hen naar
een afgrond zou brengen, naar een diep hel
der water. Het afdalen duurde echter niet
zeer lang, hoe bezorgd Roland zich ook be
toonde bij iederen stap, en toen zij beneden
waren kwam George, die in den toren ver
dwaald was geraakt, verhit en ademloos den
trap afloopen.
Sigismund en de weezen verschenen te ge
lijker tijd. De heer Raymond was Roland en
Isabella op den voet gevolgd, en allen traden
naar het rijtuig toe.
„Denk aan morgen," zeide de heer Lansdell
tegen het gezelschap in 't algemeen, terwijl
zij in het rijtuig plaats namen. „Ik verwacht
u zoodra de middagdienst is afgeloopen. Ik
weet dat gij geregelde kerkgangers zijt te
Graybridge. Maar a propos, zoudt gij de mid
dagdienst niet te Mordred kunnen bijwonen
De kerk is wel een bezoek waard." Er werd
eenige oogenblikken over beraadslaagd, en
eindelijk besloten dat zij den volgenden mid
dag te Mordred ter kerk zouden gaan daar
op schudde men elkander hartelijk de hand,
en toen reed de wagen weg en verdween ach
ter 'de heggen die den kronkelenden straat
weg omzoomden.
(Wordt vervolgd.)
IN VIER BLADEN ADVERTEEREN VOOR
EENMAAL BETALEN
Wieringermeerbode.
Wieringer Courant.
De Polderbode.
Zijper Courant.