Jz.
Cinema OE HAAI
De Charp
van de
Lichte ünpd
Rotierdamsclie BaÈereenipg Hl
Nog slechts enkele
exemplaren voorradig
IS KEUKENZOUT VERGIF
UW VULPEN!
ZATERDAG 3 SEPT. 1938,
SCH00NEN EN OPSLAAN
VAN TARWE,
BOSKER sBOEKHH. -Hoof-M- -Meer
(uit een artikel van dr. Wilhelm Klodt in
,:Der Naturforscher," Berlijn-Liehterfelde,
December 1937).
In verband met de omstandigheid, dat
sommige ziekten bij onthouding van zout een
gunstig verloop nemen, hebben tal van les-
ken en ook geneesheeren den eisch gesteld,
dat men hetzij het zout ook uit de keukens
van het gezonde deel der bevolking zou ver
wijderen hetzij het in zoo gering mogelijke
hoeveelheden zou gaan gebruiken. Sommigen
gaan er wel mede accoord, dat men de gebrui
kelijke hoeveelheden keukenzout blijft bezi
gen, doch pas nadat men het door toevoeging
van een aantal minerale zouten ontdaan
heeft van zijn giftige eigenschappen.
De vraag dringt zich op, of keukenzout in
derdaad een noodzakelijk bestanddeel vormt
van onze menschelijke voeding, dan wel en
kel een genotmiddel is.
Ten aanzien van de vraag of het noodza
kelijk is, aan onze spijzen keukenzout toe te
voegen, is Bunge reeds einde der vorige eeuw
aan de hand van diepgaande ethnologische
studies tot de in principieel opzicht belang
rijke conclusies gekomen, „dat men in de
dierenwereld uitsluitend bij de planteneters
daarentegen nimmer bij de vleescheters de
behoefte aan zulk een toeyoeging consta
teert." In aansluiting hierin stelde hij vast,
dat „ditzelfde verschil ook bij de menschen
bestaat, daar voorzoover onze wetenschap
reikt steeds en in alle landen die volken
welke bijna uitsluitend dierlijk voedsel nut
tigen (jagers, visschers, nomaden) ofwel het
zout in het geheel niet kennen, ofwel, als zij
het al hebben leeren kennen, er een afschuw
van hebben. Daarentegen hebben die volken,
die in hoofdzaak plantaardig voedsel nutti
gen, er een onweerstaanbaar verlangen naar
Laatstgenoemde volken beschouwen het als
een onontbeerlijk bestanddeel van hun voed
sel. Dit onderscheid treedt reeds in de oer
oude offerceremonieën der Grieken en Ro
meinen aan den dagdieren werden den
goden steeds zonder, de vruchten des velds
daarentegen altijd met zout geofferd."
Demeeste theoretici der voedingsleer ach
ten ook in onzen tijd nog een matige toevoe
ging van keukenzout aan de spijzen van ge
zonde menschen noodig. Zij staan op het
standpunt, dat geringe hoeveelheden keuken
zout niet een genotmiddel, doch een onont
beerlijk bestanddeel onzer voeding zijn.
Er zijn evenwel ook hervormers op voedings
gebied, die zich met nadruk tegen elke toe
voeging van keukenzout verzetten, aangezien
zij dit als een substantie beschouwen, die men
met alcohol en nicotine op één lijn kan stel
len. Tot dusver echter is geen der argumen
ten, welke zij ter staving van hun stelling
aanvoeren, tegen serieuze critiek bestand
gebleken. Ook onze waarnemingen in de die
renwereld in het bijzonder met betrekking tot
de huisdieren, geven steun aan de opvatting,
dat een matige toevoeging van keukenzout
een biologische noodzakelijkheid is.
Bij een zout-arme voeding constateert men
bij plantenetende dieren verminderden eet
lust en vertraagde toeneming van gewicht.
Vele huisdieren krijgen, als hun organisme
te weinig keukenzout toegevoerd krijgt, al
lerlei lik-gewoonten en andere, die daarmee
in verband staan. Voorbeelden hiervan zijn
het eten van wol door schapen, van veeren
door vogels, van biggen door de moederzeug,
afknagen van ooren en staart door diverse
dieren, enz. Zelfs urine, uitwerpselen, rotten
de kadaverdeelgn en mestwater worden door
dieren, die hun behoefte aan zout op andere
wijze niet weten te stillen, begeerig verslon
den. Elke jager weet, dat groot wild vaak kilo
meters ver trekt, om zijn behoefte aan zout
langs natuurlijken of kunstmatigen weg te
stillen.
Bij vleeschetende dieren (honden) heeft
Glass geconstateerd, dat op kunstmatige ont
trekking van chloor (uitpompen van de maag
na injectie met histamine) zware storingen
der gezondheid volgen en tenslotte de dood.
Proeven van andere onderzoekers hebben
deze waarneming op ondubbelzinnige wijze
bevestigd. In 1922 deelde Porges als eerste
mede, dat ook bij den mensch een afneming
van het chloorgehalte van het bloed (hypo-
ehloraemie) tot ernstige ziekten kan leiden.
Nadien heeft men deze ziekteverschijnselen
in toenemend aantal waargenomen, vermoe
delijk als uitvloeisel van de ruimere toepas
sing van diëeten, die geen keukenzout be
vatten.
Zooals men niet slechts bij dieren, doch ook
bij proeven met menschen, die een honger-
kuur doormaakten, geconstateerd heeft,
streeft het organisme er met alle kracht naar,
een zeker percentage keukenzout in zijn bezit
te houden. Nadat het lichaam der proefper
sonen zijn overschot aan NaCl (keukenzout)
had ingeboet, nam. men een opvallende daling
waar van het gehalte aan keukenzout, dat
de urine pleegt te bevatten. Na uitputting
der opgeslagen voorraden ontstaat ten aan
zien van het keukenzout een inwendige kring
loop, waardoor het voor het lichaam behou
den blijft. Onder alle omstandigheden poogt
dit te verhoeden, dat het ook nog het res-
teerende en physiologisch onontbeerlijke keu
kenzout zou kwijt raken.
Van de biologische rol, die het keukenzout
speelt, zijn wij nog slechts ten deele op de
hoogte.
Zoo bestaat bijvoorbeeld, naar Glatzel vast
gesteld heeft, een nauw- verband tusschen de
stofwisseling der koolhydraten en keuken
zout. Het snelst voltrekt zich de opneming-
van suiker door onze darmen, als het keuken
zoutgehalte der suikeroplossing a "2% be
draagt. Ook de insulinereactie is aan een be
paalde chloorconcentratie gebonden. Op
grond van zijn proeven komt Glatzel tot de
conclusie, dat de behoefte der plantenetende
dieren aan keukenzout bepaald wordt door
den rijkdom aan koolhydraten, die hun voe
ding bevat en de 'hiermede verband houdende
behoefte aan chloor.
In de loop der laatste jaren hebben wij
in onze kliniek te Keulen getracht, bij mui
zen en andere proefdieren acute of chronische
storingen te verwekken, door aan hun voe
ding verschillende doses keukenzout toe te
voegen.
Het gezonde organisme is zooals bij deze
groep bleek in staat, zelfs betrekkelijk groo
te hoeveelheden keukenzout af te staan, als
het er geen behoefte aan heeft. Echter poogt
het met een zekere mate van taaiheid een
bepaald percentage natrium en chloor in zijn
weefsel vast te houden. De beide elementen
zijn niet in verhouding tot hun moleculair
gewicht aanwezig, doch het natrium is een
weinig in het voordeel.
Ook is komen vast te staan, dat de hoe
veelheden natrium en chloor, die bij niet al
te grooten toevoer van keukenzout in het
weefsel achterblijven, grooter zijn dan bij een
dieet, dat arm aan keukenzout is. Dit feit kan
men zóó verklaren, dat diëeten als het laatst
genoemde niet geheel in overeenstemming
zijn met de behoeften van een gezond orga
nisme. De vraag, of men in matige hoeveel
heden keukenzout aan de spijzen van gezon
de menschen moet toevoegen, moet beslist
bevestigd beantwoord worden. Toevoeging van
hoeveelheden zout, die zóó groot zouden zijn,
dat zich in de weefsels een onphysiologisch
kwantum natrium en chloor zou vastzetten,
zou echter de spijzen ten eenenmale onge
nietbaar maken, daar zij veel te zout zouden
smaken.
Vastgehouden natrium en chloor scheidt
het organisme slechts langzaam af naar het
schijnt, zijn de beide elementen in tamelijk
vasten vorm aan het eiwitmolecuul gebon
den. Ook hier houdt het lichaam het natri
um langer vast dan het chloor.
De resultaten"van een zout-arm diëet doen
de vraag rijzen, of het mogelijk is, dat een
gezond mensch nadeel ondervindt van het
gebruik van keukenzout. Veel is in dit opzicht
den laatsten tijd beweerd, doch bewezen is
nog maar zeer weinig. Tot dusver ontbreekt
het in elk geval aan deugdelijke bewijzen, dat
de normale hoeveelheid zout, welke wijda
gelijks nuttigen (12 a 15 gram) of zelfs groo
ter hoeveelheden tot acute of chronische sto
ringen der gezondheid kunnen leiden. Pas
bij veel grooter hoeveelheden treden onmis
kenbaar storingen aan den dag.
DUITSCHLAND VOORZIET ZICH STEEDS
MEER ZELF.
Groententeelt neemt hoge vlucht.
Zal fruitteelt volgen
BEDREIGDE NEDERLANDSCHE EXPORT.
Ter gelegenheid van het 12de Internatio
nale tuinbouwcongres, dat Vrijdag te Berlijn
geopend is, werden er voor het eerst volledige
cijfers gepubliceerd betreffende de productie
in Duitschland zelf alsmede den invoer uit
het buitenland van groenten, fruit en zuid
vruchten.
Uit deze cijfers blijkt, ten eerste dat Duitsch
iand zich in steeds sterkere mate onafhan
kelijk maakt van den buitenlandschen im-
oort en ten tweede dat de rol, die Nederland
speelt in de groenten- en fruitleverantie aan
Duitschland, steeds meer een zeer onderge
schikte dreigt te worden.
Tijdens de laatste jaren heeft Duitschland
gemiddeld een netto consumptie van 3.4 mil-
üoen ton fruit en zuidvruchten en 3.8 milli-
oen groenten gehad.
Vorig, jaar bedroeg de fruitoogst 4.9 milli-
oen ton, en de groentenoogst 4.4 millioen ton.
Dat de groententeelt bij onze oosterburen
zulk een hooge vlucht heeft genomen, moet
in de eerste plaats worden toegeschreven aan
de beschermende maatregelen der nationaal
socialistische beweging.
De tuinders kunnen produceeren wat zij
willen, daar de vraag te allen tijde grooter
is dan het aanbod. Voor de prijzen behoeven
zij niet bang te zijn, daar die officieel worden
vastgesteld, en in alle opzichten loonend ge
noemd kunnen worden. Risico hebben zij
practisch niet, daar bij gebrek aan een ster
kere buitenlandsche concurrentie ook de min
óere kwaliteiten vlot van de hand gaan, en
de industrie ook den afval vrijwel geheel weet
te verwerken.
Of de fruitcultuur in dezelfde mate voor
uitgaat als de groententeelt, zal eerst later
kunnen blijken, daar hier het resultaat lan
ger op zich laat wachten, dan bij de groen
tenteelt.
De tuinbouw is in den loop der laatste ja
ren een der belangrijkste takken van het
Duitsche boerenbedrijf geworden. De waarde
van de totaalproductie van de groententeelt
en fruitcultuur bedraagt rond een milliard
mark.
Invoer zeer verminderd.
De invoer van buitenlandsche groenten is
sinds 1932 met bijna de helft verminderd en
teruggeloopen van 8.9 tot 6.1 der totale
consumptie. Aangemoedigd door dit succes
schrikt men er reeds niet meer van terug te
verkondigen dat Duitschland heel goed den
invoer van buitenlandsche groenten zou kun
nen stopzetten. Dat het nog niet zoo ver ge
komen is, zoo verklaart men, vloeit eenvou
dig voort uit het feit, dat de invoer van groen
ten geen deviezen kost en den afzet van Duit
sche waren naar het buitenland bevordert,
daar de groenten en natuurlijk ook de fruit-
import betaald worden volgens het systeem
der verrekening. De invoer van fruit is veel
aanzienlijker dan die van groenten, doch
verminderde sinds 1932 eveneens tot ongeveer
de helft, n.1. van 35.4 tot 17.8 der totale
consumptie.
Duitschland voerde de laatste jaren ge
middeld voor 282 millioen aan groenten, fruit
en zuidvruchten in.
De graanimport, waaraan zoo groote be
hoefte bestaat, bedroeg in dezelfde jaren voor
rond 100 millioen mark minder. Na En
geland is Duitschland de grootste Europee-
sche afnemer van tuinproducten. Het voert
deze voornamelijk in uit het zuiden en het
Zuidoosten. Bulgarije levert 86% van zijn
tuinbouwproducten aan Duitschland. Honga
rije 56%, Joegoslavië 53 Roemenië 40
Ook voor Italië en Turkije is Duitschland de
belangrijkste consument van tuinbouwpro
ducten. Een ten opzichte van deze staten
zeer kleine rol spelen Nederland, België en
Spanje, de Canarische eilanden en Midden-
en Zuid-Amerika.
DE MILLIOENEN VAN DE LUTINE.
Ze liggen er nog
Het geheim van den ouden duiker.
Het Rotterd. Nieuwsblad schrijft
De Karimata heeft nog steeds het Lutine-
ïaadsel niet opgelost en de vraag is zelfs, of
de grootste baggermolen der wereld ooit zal
bewijzen, dat de vele verhalen, die rond het
fascineerende goud zijn geweven, tot het rijk
der fabèlen moeten worden verwezen dan
wel dat de millioenen inderdaad nog op den
bodem der zee rusten. Velen meenen dat het
een sprookje is, doch anderen zeggenEr zit
goud.
Tot de laatste categorie behoort de beken
de 71-jarige duiker en menschenredder Jan
van Drimmelen, de eenige man ter wereld,
die tegen de Lutineschatten heeft „geleund."
Jan van Drimmelens naam werd tot twee
jaar geleden nog dagelijks genoemd in en bui
ten duikerskringen.
In 1934 hing hij zijn helm aan de wilgen
en ging rusten op de Vele lauweren, die hij
zich in zijn veelbewogen leven heeft vergaard.
Na eenigen tijd in Rotterdam te hebben ge
woond, heeft hij nu zijn tenten opgeslagen
in een rustige woning aan het Tasmanplein
in IJmuiden.
Van Drimmelen heeft vele medailes gekre
gen voor het redden van schipbreukelingen,
o.a. een van de koningin van Engeland toen
hij in 1889 het op de Maasvlakte in een vlie
gende storm gestrande schip Yoxford hulp
bood. Met ware doodsverachting sprong de
jonge matroos van den blazer waarop hij voer,
over op de Yoxford en slaagde erin de be
manning van 23 koppen te redden. In 1891
was de Fransche boot Equique in nood en
weer was het Jan van Drimmelen, nu beter
bekend als Oome Jan, die zich door zijn bui
tengewone dapperheid onderscheidde.
Hij is niet gemakkelijk den bejaarden red
der over zijn tallooze he1*^—1iaden aan het
spreken te krijgen, maai et. begint, ver
telt hij de huiveringweiv idste verhalen.
Wij waren evenwel en om zee-
mansgeschiedenisseu 'Jc^nooron, hoe interes
sant deze ook zijn, maar om iets naders te
vernemen over de ervaringen van Van Drim
melen als Lutineduiker.
Tegen het goud geleund.
Ja, dat was nog es een tijd, zegt Van
Drimmelen. Ik was toen een jongen van een
jaar of negentien, dus het zal zoo omstreeks
1886 geweest zijn. We werkten met een
Texelsch Friesche combinatie en ik was, on
danks mijn jeugd, al duiker, eerst met een
Engelschman samen, het tweede jaar alleen.
Voordien waren duikers van de familie Sper-
ling al bezig geweest.
Als ik toen geweten had wat ik een jaar
later wistNouIk had het goud on
der mijn bereik en ik wist het niet, meneer
De zandzuigers zogen het zand weg bij het
wrak, dan werd een pijp neergelaten en de
schelpenzuigers begonnen. Duizenden goud
stukken haalden we op, emmersvol, maar
geen baren goud. Ik stond dan onder water
wel eens te kijken en was vlak bij een groot
stuk hout, ongeveer vier meter lang.
Enfin, de onderneming werd gestaakt en
het jaar daarop vernam ik, dat een familie
Wijker in Egmond aan Zee vroeger ook op de
Lutine gewerkt had. Ik ging naar Egmond en
daar trof ik den eenigen nog levenden Wijker
aan, toen al een ouden man. Twee dagen ben
ik bij hem geweest. Ik luisterde naar zijn
belevenissen en dacht dat ik door den grond
ging Wijker vertelde, dat hij met een dui
kerklok naar beneden was gelaten en een
heelen tijd de bodem had af geklauwd. Het
lukte niet te best, maar op zekeren dag was
me^ op de goede plaats. Hij voelde de glad
heid van de goudstaven, verderop lag het zil
ver en ze meenden We hebben de poet
Maar het ging mis. Boven was een storm op
gestoken en net voor Wijker het goud te pak
ken had, werd hij opgetrokken. Tien dagen
bleven ze op Terschelling en nadien konden
ze nooit meer op de goede plaats komen. Het
zand speelde hun ook parten. Wijker zei nog
Voor me lag de achterspiegel van de Lutine
en daarbij de ballastbrooden, één klomp roest.
Aan stuurboord waren kogels, aan bakboord
kanonnen, een eindje er vandaan. En daar,
onder dat stuk wrak dat omgekanteld was,
lag het goud, bij hoopen. 't Was precies zoo
als ik het gezien had
Van Drimmelen is nu een oude man, doch
als hij terugdenkt aan dit tragische moment
in zijn leven, straalt uit zijn oogen het vuur
oer jeugd, klinkt in zijn woorden de onver
zettelijkheid, die hem immer kenmerkte.
Ik had wel kunnen huilen. En dan te
denken, dat ik vaak tegen dat achterschip
heb geleund. De vingerlingen, waar vroeger
het roer aan gezeten heeft, waren duidelijk
te zien. Later hebben we nooit meer genoeg
geld bij elkaar kunnen krijgen om een expe
ditie uit te rusten. Met Tjebbe Stobbe heb ik
een contract en als er nu niets gevonden
wordt, gaan wij zoo gauw mogelijk aan den
slag met Stobbes zandblaastank. Als het moet
ga ik zelf nog wel naar beneden.
De steen en de ketting.
En wat dunkt u van de Karimata
Van de werkkracht zal ik niets zeggen,
maar ze zitten er glad naast. Ze hebben de
juiste papieren niet. Stobbe en ik zijn de ee
nigen, die een goede geheime, teekening heb
ben, een oude schets van Stobbe's vader,
door mij aangevuld. Dat die teekening van
ir. Taurel niet deugt, blijkt wel hieruit dat
zij den steen en den ketting nog niet hebben
opgehaald.
U moet weten, dat in vroeger jaren, lang
voor Taurels tijd, in de nabijheid van het
achterschip een groote zware steen is neer
gelaten. Aan dien steen was een ketting be
vestigd met een boei. Als men de goede plaats
wilde weten, hoefde men slechts den ketting
cp te halen, deze eenige meters in een be
paalde koers te vieren en dan was men lood
recht boven het goud.
De Karimata heeft geen steen gevonden en
ook de ketting met lange schakels, die ik zelf
nog wel gezien heb, is verdwenen. Dat van
dien ketting kwam ik ook pas naderhand te
weten.
Maar zelfs al heeft de Karimata dat stuk
ketting en dien steen, dan heeft men nog niet
alles, want dan moet nog in den gouden koers
worden gevaren. En dat is mijn geheim
Het goud zit er wel. Al die verhalen over
ïooftochten zijn larie. Er zijn nog millioenen.
MARKTBERICHTEN.
Groningen, 16 Aug. Vee. Kalf- en melkkoei
en le s. f 290—305, 2e s. f 240—260 3e s. f 170
200 kalfvaarzen le s. f 250270, 2ë s. f 170
-200, vroegm. koeien le s. f 250280, 2e s.
f 190—200 vare koeien le s. f 170—190, 2e s.
f 130160 vaarzen le s. f 160185, 2e s.
f 110130 stieren le s. 5254, 2e s. 4850
ct. p. kgkalveren en pinken f 90—130
slachtvee le s. 6465, 2e s. 5658, 3e s. 40
42 ct. p. kg vette kalveren le s. 7680, 2e s.
68—72 ct. p. kg melkschapen f 1520 wei-
aeschapen f 1418 vette lammeren f 11—
13 vette schapen le s. f 2226, 2e s. f 18
20 biggen le s. f 1014, 2e s. f 1.601.80 de
week vette varkens le s. 5253, 2e s. 4648
et., zouters 50—52 ct. Aanvoer 531 runderen,
259 kalveren, 503 schapen, 554 varkens, 264
biggen, 18 paarden.
Kalf- en melkvee werd minder aangevoerd,
tegen iets vastere prijzen. Handel in slacht
vee en vette kalveren nauwelijks prijshoudend
Stieren werden goed geplaatst tegen iets hoo
gere prijzen. Nuchtere kalveren noteerden van
f 611,gelijk de vorige week. Handel in wol-
vee door kleinen aanvoer over Tiet geheel iets
vlugger en ruim prijshoudend. Vette varkens
werden ruim aangevoerd, de prijzen waren
iets terugloopend. Handel in zouters prijshou
dend, in biggen lusteloos.
TE KOOP GEVRAAGD
10 WAGENS HOOI.
Prijsopgave bij
ARIE SMIT,
Boschweg 't ZAND.
Graveert
Polijst
BOSKER's Boekhandel
H.-Hoef- Middenmeer.
W I E R I N G E N
OPENBARE
(krachtens Rechterlijk Bevel)
NAM. 8 UUR in HOTEL DE HAAN
te Hippolytushoef, van
De onverdeelde Helft
in een perceel Land
aan den Kremersweg
te H.-hoef,
kad. Gem. Wieringen, Sectie C no.
4401, groot geheel 87.55 Aren,
30.64 sn.
Eigendom van den heer Simon
Kaan Pz. te H.-hoef.
Lasten van 1 Januari 1938 af.
Aanvaarden terstond na beta
ling.
Betalen binnen 6 weken na vei
lingsdag ter Griffie der Arrond.
Rechtbank te ALKMAAR.
Notaris OBREEN.
Wieringen.
C.
Wieringerwaard
Telefoon No. 7
Erkend
Tarweschoonder,
beveelt zich voor de a.s. oogst
beleefd aan voor het
voor de tarieven, vastgesteld
door de Gew. Tarwe-Organisatle.
COÖPERATIEVE BOERENLEENBANK
TE WIERINGEN.
Het kantoor te H.-hoef is open ALLE WERKDAGEN
's morgens van 8.3011.30 uur;
's middags van 24 uur
Maandags en Vrijdags middags niet.
TE DEN OEVER in perceel J. Tijsen Mz., Havenstraat).
's Maandags en 's Vrijdags des
namiddags van 24 uur.
DE RENTEVOET.
Voor SPAARGELDEN tot en met een bedrag van f 5000 van één
inlegger (echtgenooten worden als één beschouwd) van leden 2.755
'sjaars; van nietleden 2.65% 'sjaars; boven de f 5000 tot f 10.OOO
2% 'sjaars boven f 10.000 tot f 20.000 1% 'sjaars.
Voor VOORSCHOTTEN (Hypotheek) 3.75% 's jaarsvoor VOOR.
SCHOTTEN (Borgtocht) 4% 'sjaars
Voor DEBETRENTE rek. cour. 4% 's jaars voor CREDIETRENTB
in Rek. Cour. 2.65%, tot f 5000 boven f 5000 tot f 10.000 2% 'sjaars
boven f 10.000 tot f 20.000 1% 'sjaars.
3PAARBUSJES VERKRIJGBAAR LOKETTEN TE HUUR
Wordt lid van uw plaatselijke instelling.
K
ZATERDAG EN ZONDAG 8 UUR
Errol Flynn. In het grootsche helden épos
Mooier, sterker en spannender nog dan Bengaal-
sche Lanciers en Onder twee vlaggen.
KAPITAAL en RESERVES f 61.500.000.
GEEFT AF 3 '2 PANDBRIEVEN
der 's-Gravenhaagsche Hypotheekbank,
koers 100 1/4.
Inlichtingen bij KANTOOR HIPPOLYTUSHOEF.
Tel. No. 15.