30e JAARGANG
DINSDAG 10 JANUARI 1939
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
No. 4
DE BAND
DES BLOEDS.
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden f 1.25.
BUREAU
ADVERTENTIêN:
UITGEVER:
-y
Hippolytushoef Wierlngen
van 1 5 regel*
f o.so
CORN. J. B
OSKER WIERINGEN.
Telef. Intercomm. No. 19.
tedere regel meer
f 0JQ
BINNENLANDSCH NIEUWS.
BLIJDSCHAP OP URK
Postbooten vullen de voorra
den levensmiddelen aan.
Zaterdagmiddag zijn de beide boo
ten van de eerste Urker Stoombootmij.
de „Von Geusau" en de „Idonea" ge
lijktijdig de baven van Urk binnenge-
loopen. Een der kapiteins verklaarde,
dat het nog, een moeilijke tocht was
geweest, maai' dat ook heel wat water
op den tocht van Kampen naar Urk
was ontmoet. Met blijdschap zijn de
booten te Urk ontvangen. Zij waren af
geladen met alles, waaraan op Urk ge
brek heershte. Alle middenstanders
waren bij de haven aanwezig om de
voor hen inderhaast per telefoon be
stelde goederen af te halen. Boter,
suiker, kaas, eieren en melk zijn nu
weer in eiken winkel voorhanden. Alle
winkels staan, propvol koopers, om
dat nu de artikelen weer te verkrijgen
zijn, waaraan zeer groote behoefte be
stond. Men behoefde zich niet meer te
vreden te stellen met een te gering
rantsoen, doch kon krijgen zooveel men
noodig had. Sinds een week was er
reeds op Urk geen versche groente
meer te krijgen en het is ook niet te
verwonderen, dat de Urkers, die een
week lang koolrapen en erwten en
boonen hebben gegeten, zich nu weer
een goed maal kunnen bereiden.
Zaterdagmiddag is te Urk een hard
rijderij op schaatsen gehouden, waar
aan ook door op Urk werkzame Zuider
zee-arbeiders werd deelgenomen. De
eerste prijs werd gewonnen door den
17-jarigen Jan Hakvoort. Het geheele
Urk was uitgeloopen om den kamp te
zien, maar ook omdat men bang was,
dat een „vreemde", zoo noemt men op
Urk de personen, die er niet geboren
zijn, met den eersten prijs zou gaan
strijken. Groot was de vreugde, toen de
eerste prijswinnaar toch een Urker
bleek te zijn.
DE ISOLATIE VAN URK
De heer G. Keyzer, de onlangs benoem
re burgemeester van Urk, die tijdelijk
steeds heen en weer reisde tusschen
het eiland en zijn vroegere woonplaats
Amersfoort, waar zijn gezin nog woont,
kon dit na 20 December niet meer
doen, omdat Urk ingesloten zat in her
ijs. Nu burgemeester Keyzer er einde
lijk in geslaagd is, voet aan wal te zet
ten, heeft hij een tegenspraak gegeven
van de overdreven geruchten omtrent
de isolatie van Urk. Er is geen gebrek
geweest aan meel, aardappelen en zout,
verklaarde de heer Keyzer. Boter,
melk, fruit en suiker waren schaarsch
en eerst thans scheen het, alsof er
eenig gebrek aan sommige levensmid
delen zou ontstaan. De geest op Urk
is gedurende de isolatie steeds goed
geweest, vervolgde de burgemeester,
die met dankbaarheid gewag maakt
van de Vrijwillige Organisatie van
Sportvliegers, waarvan een toestel de
post op het eiland heeft afgeleverd,
toen de K.L.M. geen vliegtuig kon zen
den.
FEUILLETON.
DE OVERHEID EN
DE ZONDAGSRUST
Een Chr. Hist. beschouwing
Als uitgave van de vereeniging De
Savornin Lobman Fonds te 's Graven-
liage is van de hand van jhr. mr. J. W.
H. Rutgers van Rozenburg, chr. hist.
Tweede Kamerlid, een brochure ver
schenen, waarin het standpunt van de
Overheid ten aanzien van de Zondags
rust wordt besproken. De schrijver
acht de Zondagswet van 1815 verou
derd en wenscht een nieuwe wet, waar
in de wetgever zich uitsluitend tot de
godsdienstige zijde van de kwestie be
perkt.
Jhr. Rutgers bepleit een verbod van
allen openbaren arbeid, sportwedstrij
den en vermakelijkheden tot twaalf
uur en van kermissen, optochten, mu
ziek en luidruchtig venten gedurende
den geheelen Zondag. Ontheffing van
verbod mag volgens den schrijver al
leen door den Minister worden toege
kend en niet aan gemeentebesturen. In
verband met plaatselijke gewoonten
en omstandigheden moet de wetgever
tot op zekere hoogte met deze plaatse
lijke zeden rekening houden en daar
om met minimum eischen genoegen
nemen.
Over den arbeid van overheidsperso
neel op Zondag zegt de schrijver, dat
deze zooveel mogelijk beperkt moet
worden. Hij wil dit bereiken door ver
mindering van het aantal treinen op
Zondag en door het reizen op den vrijen
Zaterdagmiddag te bevorderen.
Ten slotte wijst jhr. Rutgers van Ro
zenberg er op, dat velen niet voelen
voor de godsdienstige zijde van het
vraagstuk der Zondagsrust. Hij meent
echter, dat een zeer groot deel van ons
volk de godsdienstige zijde van de
kwestie van grooter beteekenis acht
dan den socialen kant.
Laat men niet in zelfzucht den Zon
dag geheel voor zich opeischen, ook al
gaat dit ten koste van zijn naaste, al
dus besluit de brochure. Aanvankelijk
zal tegen een nog verder doorgevoerde
Zondagsrust hier en daar nog wel cri-
tiek worden ondervonden, maar men
bedenke, dat ook de invoering van den
vrijen Zondag in fabrieken e.d. op te
genstand is gestuit.
'N LEKKERE BOTERHAM
De 16-jarige arbeider Van L. heeft
zich in' de fabriek van de N.V. Handels
raad te Alphen a.d. Rijn tegoed gedaan
aan rattenbrood. Hij zag in de perska
mer een bord met brood staan en al
daarvan zonder te weten, dat het mui
zen- en rattenvergif was. De jongen
werd onwel en in levensgevaarlijken
toestand werd hij naar het Academisch
Ziekenhuis te Leiden vervoerd. Zater
dagavond was zijn toestand niet onbe
vredigend.
VROUWELIJKE WERKKRACHTEN
IN DE CONFECTIE-INDUSTRIE
De maatregel van Minister Romme
ten aanzien van het loon, dat meisjes
uit gezinnen, waarvan het hoofd werk
loos is, verdienen, heeft in de kringen
HOOFDSTUK I.
Eene eenzame zwervelinge is zij, de kleine
beek, die door de stille heide stroomt. Hare
klaterende golfjes kennen de drukte en be
weging niet der groote rivieren, die van de
bergen naar beneden schieten zij schuiven
zich met nauw hoorbaarruischen voort over
de bedding der glad geslepen kiezelsteentjes,
tusschen de drassige oevers, waar wilgen en
elzen eene uitgelezen standplaats hebben. De
ze vlochten hunne takken zóó vast in een,
dat men denken zou, zij gunden den blauwen
hemel daarboven de wetenschap niet van het
bestaan der kleine sprankel in de armzalige
heide.
Het beekje loopt door een der armoedigste,
minst bevolkte gedeelten van de hei. Langen
tijd snelt het voort evenwijdig met den zoom
van het woud aan den horizon, en pas na
rijp beraad maakt het eene kromming naar
den kant van het bosch.
't Was in de laatste dagen van Juni.
In het heldere, frissche water van de kleine
kom stonden een paar door de zon gebruinde
meisjesvoeten. Twee handen, eveneens door
de zon verbrand, hielden haar zwarte rokje
van grove wollen stof, dat ze om haar knieën
had geslagen, vast, terwijl zij haar bovenli
chaam nieuwsgierig vooroverboog. Spichtige,
met een dun hemd bedekte schouders en een
jong verbruind gelaatinderdaad, 't was niet
veel bijzonders, dat daar door het water werd
weerkaatsttrouwens, den beiden oogen in
het water was het volkomen onverschillig, of
het gelaat, waaraan zij behoorden, grieksche
regelmatigheid of het germaansche type deed
aanschouwen.
Daar buiten in den zonneschijn, bij 't sui
zen van het koeltje over de heide, woei het
tamelijk kort afgesneden hoofdhaar vrij om
het hoofd en den hals van het kind in den
spiegel gezien geleken het somber neerhan
gende ravenvlerken, terwijl de keine roode
kralen van den ketting, dien zij om den hals
droeg, aan donkergekleurde bloeddruppelen
deden denken het harde, grove hemd zag er
glanzend uit en scheen zacht als zijde't
was alsof daar beneden in het water een
groote klok van eene sneeuwwitte bloem aan
een onzichtbaren stengel was opgeschoten
ja, alles was anders, zooals in de mooie, ou-
derwetsche toovergeschiedenissen.
Het grootste gedeelte van de kom weerspie
gelde het donkerblauw van de luchtdaar
door geleek het watervlak op een stalen plaat
en teekende de meisjesfiguur zich tegen een
eentoonigen achtergrond af. Doch juist op
dit oogenblik verspreidden zich plotseling
schitterende vlammen over het vlak van den
spiegelhet was wel niet te gelooven, doch
het had allen schijn dat zij uit de punten
van des meisjes hoofdhaar te voorschijn kwa
men. Zij! kronkelden dooreen en flikkerden
steeds hooger op, als moest gaandeweg de
gansche wereld door haar rossen gloed ge
kleurd worden. Slechts het geheimzinnig
duister rondom de wortels van het struikge
was aan den kant begon op donkere holen
en spelonken te gelijken, waaruit een paar
takken als zwarte stalaktiten vooruitstaken
en in de vuurzee terecht kwamen eene nieu
we, bliksemsnelle verandering in de oude
tooverhistorie. Doch die verandering bracht
een ontzettend grooten schrik te weeg. want
de schaduw, die het meisje wierp, terwijl zij
daar voorovergebogen stond, verlengde zich
op den bodem der beek, vanwaar nu twee
groote oogen, waaruit angst en ontsteltenis
spraken, het meisje aangrijnsden.
De gebruinde voeten waren niet het eigen
van de Nederlandsche Vonfectie-indu-
strie groot bezorgdheid gewekt. Men
vreest, dat vele meisjes, die thans in
de confectie-fabrieken werken, in ver
band met de gunstige bepaling dienst
bode zullen worden. Maar inzonderheid
is men bevreesd, dat het niet meer mo
gelijk zal zijn voldoende leermeisjes te
krijgen. Dit probleem is voor de con-
fectie-industrie des te ernstiger, om
dat er in geheel Nederland reeds groo
te moeilijkheden bestonden om aan het
benoodigd personeel te komen. Er be
staat een chronisch gebrek aan meisjes
voor de confectie-fabrieken. Vaak volgt
er op herhaalde oproepingen geen en
kele aanmelding. De confectie-fabrikan
ten zijn van meening, dat eenzelfde
maatregel, welken de Minister nu
heeft genomen voor de dienstboden,
ook voor hun industrie noodzakelijk is.
Het komt herhaaldelijk voor, dat er
wel voldoende orders zijn, maar dat de
werkkrachten ontbreken deze uit te
voeren. De plannen van Minister Rom
me om den minimum-leeftijd voor te
werkstelling in de fabrieken op 16 in-
plaats van op 14 jaar te bepalen, zullen
den toestand nog moeilijker maken.
Daarom heeft de Bond van Confectie
fabrikanten voorgesteld dezen leeftijd
op 15 jaar te bepalen en de gelegenheid
open te stellen, dat meisjes van 14 jaar
in speciale scholen opleiding voor de
confectiebranche krijgen.
AANSLAG OP EEN KOMMIES
TE HEERLEBEEK
Zonderlinge man gearresteerd
De brigadier-majoor der Rijksveld-
wacht, de heer Witkamp, te Zutfen,
heeft Vrijdagnamiddag met drie ande
re veldwachters, in tegenwoordigheid
van den substituut-officier van justitie,
mr. W. J. H. Stam, te Heerbeek een
moeilijke arrestatie verricht. Des mor
gens was een kommies van de belas
tingen, die vergezeld was van een rijks
veldwachter, bij een aldaar wonenden
man geweest, om een dwangbevel uit
te reiken.
De man had zich met een geweer ge
wapend, waarmede hij den rijksveld
wachter na een mislukt schot, 'n kogel
door de uniformpet schoot. Des mid
dags troffen de rijksveldwachters, die
gewapend waren met karabijnen, den
man, die al eerder gedreigd had, iede-
ren kommies en veldwachter, die op
zijn erf kwam, te zullen doodschieten,
ongewapend bij zijn huis aan. Na een
hevig verzet konden zij den man over
meesteren en gevankeiijk naar Zutfen
vervoeren, waar hij wegens poging tot
doodslag in het Huis van Bewaring is
opgesloten.
NAAR AMSTERDAM.
Dan alleen per
W. A. C. O. AUTOBUSDIENSTEN.
Snelste en voordeeligste autobusverbinding.
Vraagt onze winterdienstregeling, verkrijg
baar bij de chauffeurs en onze kantoren.
dom van iemand, die met een heldennatuur
was begiftigd met een wilden sprong was
zij aan den oeverwat een vermakelijke
vluchtDaarginds boven de heide gloeide de
hemel van het schoonste avondrood, dat men
zich denken kan een purperen wolk, wier
kleur zachtkans aan hare randen vervloeide,
dreef juist over de kom zij was de spook
achtige vuurvlam en de oogen Is er ooit
zulk een flauw schepsel op de wereld geweest
als hij liep. Met zijn hoofd raakte hij de tak-
voor zijn eigen oogen op de vlucht gaat
Eerst schaamde ik mij voor mij zelve ver
volgens voor mijne twee beste vrienden, die
getuigen geweest waren van mijne lafhartig
heid.
Mijne goede Mieke had zich niet laten sto
ren nu, zij was dan ook niet gewoon om
over dingen des levens veel na te denken.
Zij, de mooiste zwartbonte koe, die men ooit
op de heide gezien had, stond onder den berk
en scheerde, de lekkere beten genietend, het
gras af, dat schraaltjes groeide langs den
vochtigen kant van de kom. Zij hief den lan
gen, platten kop op, kauwde met onmisken
baar gragen eetlust voort op de vette halmen,
die haar een weerskanten uit den bek hin
gen, en keek mij niet langer dan een enkel
oogenblik met hare domme oogen aan.
Doch Spits, die zich lui en slaperig onder
de koele struiken had neergevleid, nam de
zaak ernstiger op. Hij vloog als bezeten over
eind, holde het water in en bleef daar te
midden van de opspattende druppelen staan
blaffen, alsof Satan zelf mij op de hielen zat.
Ik kon hem niet tot bedaren krijgen hij
overblafte zich door opgewondenheid en strijd
lust 't was allerdolst om te hooren. Lachend
sprong ik weer in het water om hem te hel
pen met mijne voeten trapte ik den bedrie-
gelijken spiegel in ontelbare stukjes, die hoog
in de lucht vlogen.
Er was evenwel ook nog een derde getuige
genaderd Spits noch ik hadden hem be
merkt.
„Hè, wat doet mijn prinsesje daar vroeg
In het dorp Esserveen in Drent lag
de zoon van den landbouwer H. rustig
te slapen, toen hij gewekt werd door
dat hij meende, dat er iets over zijn
hoofd liep. Veronderstellende met een
[muis of misschien zelfs met een rat te
doen te hebben, stond hij op, teneinde
zijn slaapstede te onderzoeken.
Op het gerucht gewekt, kwamen ook
zijn vader en broer er aan te pas, doch
de nasporingen leverden niets op. Ten
slotte werd ook het bedstroo er maar
uitgehaald. Tot ontsteltenis en verba
zing van het drietal, sprong hieruit een
bunzing te voorschijn Een achtervol
ging werd ingezet en weldra was het
ongure beest gevangen en gedood.
PAARDEN VOOR DUITSCHLAND
lil den loop van deze week zijn op
verschillende plaatsen in ons land
4-, 5-. en 6-jarige koudbloedpaarden
voor export naar Duitschland aange
kocht. Deze ti'ekpaarden, waarvoor
zware, soliede en eerlijke exemplaren
gezocht z,n, worden door bemiddeling
van het Nederlandsch Trekpaarden
Stamboek rechtstreeks door vertegen
woordigers der Duitsche Regeering toe
gewezen aan Duitsche landbouwbe
drijven. Zuier beenwerk, goede voeten
en gangen zijn hoofdvoorwaarden om
voor dezen export te worden gekocht.
Dit kwartaal worden in totaal onge
veer 200 stuks genomen. In Eist was er
Vrijdag een massa-aanvoer. De bedoe
ling! was, daar 30 of 35 paarden aan te
koopen, doch er werden niet minder
dan 85 paarden aangeboden. Gekocht
werden 31 paarden tegen den gemid
delden prijs van f 550 per stuk.
FIETSTOCHT DWARS OVER
HET IJSELMEER
Vrijdagmiddag om half vier arriveer
den te Enkhuizen 10 personen uit Sta
voren, die allen den 20 Km. langen
tocht over 'het IJsselmeer per fiets had
den gemaakt. Het ijs bleek overal be
trouwbaar en voldoende vlak om er
te rijden. Open water werd nergens op
gemerkt. De laatste overtocht over het
ijs geschiedde in 1929.
GEDROOGDE SUIKERBIETEN
ALS VEEVOEDER
Een der Ned. suikerfabrieken neemt
proeven met gedroogde suikerbieten
als veevoeder. Per ton bieten wordt ca.
250 Kilo gedroogd product verkregen
met een vochtgehalte van 6 a 10 pCt-
De handelsprijs bedraagt f 5.50 per 100
Kg. plus 7y2 een voor elk vochtpercent
beneden 10.
Het gedroogde product bezit een sui
kergehalte van ca. 65 pCt. Het eiwit
gehalte bedraagt 4 pCt. vet iy2 a
1 pCt. ruwvezel 5 pCt., zetmeelach-
tige stoffen 82 pCt. vocht 6 a 8 pCt.
gemiddeld aschgehalte 2l/2 pCt. In de
jongste campagne is een paar duizend
ton gemaakt.
Deze proeven verdienen - evenals de
bieten-alcohol - alle aandacht, óók van
dp Regeering.
BUITENLANSCH NIEUWS.
100-JARIGE TE WESTBROEK
Gisteren vierde de weduwe Joliannes
Erné, geboren Pieternella Verrips, in
haar woning aan den Gageldijk te West
broek (Utrecht) haar lOOsten geboorte
dag. De 100-jarige is sinds 13 jaar we
duwe. In 1925 overleed haar echtge
noot op 90-jarigen leeftijd. Een 67-jari-
ge dochter verzorgt haar. Voorts heeft
zij nog drie kinderen.
Juffrouw Erné heeft een scherp ge
heugen. Zoo herinnert zij zich nog: heel
goed de periode van den hongersnood
van 1845. Zij weet veel te vertellen
van vroegere winters met sneeuwstor
men en aanhoudende vorst, eens zóó,
dat er met Paschen nog op de Lek
schaatsen gereden werd. Ook heeft zij
in den tijd, dat zij te Breukelen diende,
meegemaakt, dat voor het eerst een
trein reed tusschen Utrecht en Amster
dam. Toen het puffende gevaarte door
de Breukelsc'he landouwen reed, spot
te men „daar komt dat beest aan'..
Ter animeering mocht de eerste dagen
voor niets worden gereden, „maar nie
mand durfde."
Ofschoon ook mejuffrouw Erné
moest ondervinden, dat de ouderdom
met gebreken komt en haar gezondheid
wel een en ander te wenschen laat, is
zij nog heel opgewekt en vol goeden
moed voor het, komende jaar.
„KERSTBESCHIETING" VAN
BARCELONA
Commissie concludeert opzette
lijken aanval op burgerbevolking
Uit Londen meldt het Spaansche
Tel. Ag., dat de commissie van onder
zoek naar de luchtbombardementen
thans haar rapport heeft gepubliceerd
over het bombardement van Barcelona
op 24 December j.1.
Het rapport concludeert, dat er is
gepleegd „een weloverwogen aanval op
het menschelijk leven met bommen,
speciaal voor dit doel gebruikt, op hel
oogenblik, dat men voorzag dat er
ineer drukte dan gewoonlijk in de stra
ten zou zijn, en op een deel van de stad,
waai- de burgers zich sedert Maart 1938
in veiligheid waanden."
,.De bommen vielen voor het meeren-
deel in de richting van een rechte lijn,
gelijkloopend met de kust, dwars door
het centrum van de stad, op ongeveer
2 Km. van den oever en van de haven.
De aanval had plaats bij maanlicht, op
Kerstavond, toen de groote lanen van
dit gedeelte der stad, sedert Maart 1938
gespaard, bijzonder druk bewandeld
werden."
Bijna al de uitgeworpen bommen wa
ren van klein formaat en konden niet
gebruikt worden voor bombardemen
ten van gebouwen en schepen. Zij die
nen speciaal om te worden gebruikt
tegen de menschen. De materieele scha
de was weinig belangrijk. Daar het
alarm acht minuten vóór 't vallen van
de eerste bom werd gegeven, vielen er
slechts 44 dooden, 56 zwaar- en 25
lichtgekwetsten.
hij op den mummelenden, afgepasten toon
van iemand, wien de onafscheidelijke pijp als
vastgemetseld tusschen de tanden zit.
„Zoo, ben jij 't Heinz?" Voor hem
schaamde ik mij niethij liep zelf weg als
een haas, voor alles wat niet gewoon was.
Niemand zou het willen gelooven, die dat
oude, reusachtige menschenkind had gezien.
Daar stond hij, Heinz de ijmker, op voeten
zoo breed en forsch, dat de grond dreunde
als de liep. Met zijn hoofd raakte hij de tak
ken, die ik hemelhoog noemde, en zijn breede
rug benam het uitzicht op de heide zoo vol
komen, dat het wel scheen, alsof een muur
van graniet was opgetrokken tusschen d©
buitenwereld en mijne nietige persoonlijkheid.
De reus ging op den loop voor het eerste
het beste witte laken, als het schemeravond
sik had daarin eene dolle pret. Ik ver
telde hem lange sagen en spookgeschiedenis
sen, waarvan iemand de haren te berge rij
zen, totdat ik zelve kippevel kreeg en ik geen
moed had, om naar den naastbij gelegen don
keren hoek een oogje te wagen 't was moei
lijk te zeggen, wie van ons beiden het bangst
was.
„Ik trap een paar oogen stuk, Heinz," zei-
de ik en deed nog eens mijn best met trap
pen en stampen, zoodat de wijd en zijd heen-;
vliegende druppels op zijn verkleurd sergen
buis terecht kwamen. „Het is hier niet pluis."
„Wat zeg je Op klaarlichten dag
„Hm, wat bekreunt de nixe er zich om, of
het klaarlichte dag is of niet, als zij kwaad
is Met een onuitsprekelijk genot zag ik,
hoe hij half ongeloovig, half wantrouwend
met een schuin oogje naar het roodgekleurde
water keek. „Geloof je 't niet, Heinz
Kijk, ik eou willen, dat ze jou zoo had aange
keken als mij, zoo woedend.
Nu was hij overtuigd. Hij nam de pijp uit
den mond, spuwde met kracht op den grond,
en wees met het bekauwde mondstuk van
zijn pijp naar mij, terwijl zijn gelaat een half
triomfantelijke, half angstige uitdrukking
aannam.
„Wat heb ik je altijd gezegd?" riep hij.
,Maar ik doe het nu ook niet weer neen,
ik doe het bepaald nooit weer Voor mijn
part kunnen die dingen daar bij hoopen lig
gen, ik steek er geen vinger naar uit,
waarachtig niet
Daar had ik met mijn plagen wat moois
uitgehaald
De kleine beek, de zwervelinge, die zoo stil
en eenzaam haren weg gaat door de heide,
was rijker dan menige trotsche rivier, die
langs paleizen en langs het drukke gewoel
der menschen stroomtzij had paarlen in
den zak zeker, in geringe hoeveelheid en
lang niet prachtig genoeg om een konings
kroon of ook maar een zwaar gouden huwe-
lijksring te sieren. Maar daarvan had ik
toch geen verstandIk hield veel van de
kleine, matglazen kraaltjes, die zoo vlug over
de palm van mijne hand heen en weer rol
den. Urenlang kon ik door de beek waden, om
schelpen te zoeken ik bracht ze bij Heinz,
die de kunst verstond om ze open te maken
hoe hij het deed, was zijn geheim. Doch
nu zeide hij mü kort en goed den dienst op,
omdat hij zich de meening niet uit het hoofd
liet praten, dat de nixe ons onzen diefstal
zou betaald zetten.
„Hè, Heinz, 't was maar een grap!" zeide
ik half fluisterend. „Laat je toch niets wijs
maken Ik boog over het water heen
het begon alweer stil en effen te worden.
„Kijk zelf maar; wat zie je?Niets, vol
strekt niets dan mijne eigene leelijke oogen.
Maar waarom staan zij zoo onnatuurlijk wijd
open, Heinz Dat was bij juffrouw Streit niet
zoo slim het geval, en bij Ilse ook niet."
(Wordt vervolgd.)
IN VIER BLADEN AD VERTEEREN VOOR
EENMAAL BETALEN
Wieringermeerbode.
Wieringer Courant.
De Polderbode.
'ZUJper Courant