30e JAARGANG DINSDAG 10 JANUARI 1939 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN No. 4 DE BAND DES BLOEDS. WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden f 1.25. BUREAU ADVERTENTIêN: UITGEVER: -y Hippolytushoef Wierlngen van 1 5 regel* f o.so CORN. J. B OSKER WIERINGEN. Telef. Intercomm. No. 19. tedere regel meer f 0JQ BINNENLANDSCH NIEUWS. BLIJDSCHAP OP URK Postbooten vullen de voorra den levensmiddelen aan. Zaterdagmiddag zijn de beide boo ten van de eerste Urker Stoombootmij. de „Von Geusau" en de „Idonea" ge lijktijdig de baven van Urk binnenge- loopen. Een der kapiteins verklaarde, dat het nog, een moeilijke tocht was geweest, maai' dat ook heel wat water op den tocht van Kampen naar Urk was ontmoet. Met blijdschap zijn de booten te Urk ontvangen. Zij waren af geladen met alles, waaraan op Urk ge brek heershte. Alle middenstanders waren bij de haven aanwezig om de voor hen inderhaast per telefoon be stelde goederen af te halen. Boter, suiker, kaas, eieren en melk zijn nu weer in eiken winkel voorhanden. Alle winkels staan, propvol koopers, om dat nu de artikelen weer te verkrijgen zijn, waaraan zeer groote behoefte be stond. Men behoefde zich niet meer te vreden te stellen met een te gering rantsoen, doch kon krijgen zooveel men noodig had. Sinds een week was er reeds op Urk geen versche groente meer te krijgen en het is ook niet te verwonderen, dat de Urkers, die een week lang koolrapen en erwten en boonen hebben gegeten, zich nu weer een goed maal kunnen bereiden. Zaterdagmiddag is te Urk een hard rijderij op schaatsen gehouden, waar aan ook door op Urk werkzame Zuider zee-arbeiders werd deelgenomen. De eerste prijs werd gewonnen door den 17-jarigen Jan Hakvoort. Het geheele Urk was uitgeloopen om den kamp te zien, maar ook omdat men bang was, dat een „vreemde", zoo noemt men op Urk de personen, die er niet geboren zijn, met den eersten prijs zou gaan strijken. Groot was de vreugde, toen de eerste prijswinnaar toch een Urker bleek te zijn. DE ISOLATIE VAN URK De heer G. Keyzer, de onlangs benoem re burgemeester van Urk, die tijdelijk steeds heen en weer reisde tusschen het eiland en zijn vroegere woonplaats Amersfoort, waar zijn gezin nog woont, kon dit na 20 December niet meer doen, omdat Urk ingesloten zat in her ijs. Nu burgemeester Keyzer er einde lijk in geslaagd is, voet aan wal te zet ten, heeft hij een tegenspraak gegeven van de overdreven geruchten omtrent de isolatie van Urk. Er is geen gebrek geweest aan meel, aardappelen en zout, verklaarde de heer Keyzer. Boter, melk, fruit en suiker waren schaarsch en eerst thans scheen het, alsof er eenig gebrek aan sommige levensmid delen zou ontstaan. De geest op Urk is gedurende de isolatie steeds goed geweest, vervolgde de burgemeester, die met dankbaarheid gewag maakt van de Vrijwillige Organisatie van Sportvliegers, waarvan een toestel de post op het eiland heeft afgeleverd, toen de K.L.M. geen vliegtuig kon zen den. FEUILLETON. DE OVERHEID EN DE ZONDAGSRUST Een Chr. Hist. beschouwing Als uitgave van de vereeniging De Savornin Lobman Fonds te 's Graven- liage is van de hand van jhr. mr. J. W. H. Rutgers van Rozenburg, chr. hist. Tweede Kamerlid, een brochure ver schenen, waarin het standpunt van de Overheid ten aanzien van de Zondags rust wordt besproken. De schrijver acht de Zondagswet van 1815 verou derd en wenscht een nieuwe wet, waar in de wetgever zich uitsluitend tot de godsdienstige zijde van de kwestie be perkt. Jhr. Rutgers bepleit een verbod van allen openbaren arbeid, sportwedstrij den en vermakelijkheden tot twaalf uur en van kermissen, optochten, mu ziek en luidruchtig venten gedurende den geheelen Zondag. Ontheffing van verbod mag volgens den schrijver al leen door den Minister worden toege kend en niet aan gemeentebesturen. In verband met plaatselijke gewoonten en omstandigheden moet de wetgever tot op zekere hoogte met deze plaatse lijke zeden rekening houden en daar om met minimum eischen genoegen nemen. Over den arbeid van overheidsperso neel op Zondag zegt de schrijver, dat deze zooveel mogelijk beperkt moet worden. Hij wil dit bereiken door ver mindering van het aantal treinen op Zondag en door het reizen op den vrijen Zaterdagmiddag te bevorderen. Ten slotte wijst jhr. Rutgers van Ro zenberg er op, dat velen niet voelen voor de godsdienstige zijde van het vraagstuk der Zondagsrust. Hij meent echter, dat een zeer groot deel van ons volk de godsdienstige zijde van de kwestie van grooter beteekenis acht dan den socialen kant. Laat men niet in zelfzucht den Zon dag geheel voor zich opeischen, ook al gaat dit ten koste van zijn naaste, al dus besluit de brochure. Aanvankelijk zal tegen een nog verder doorgevoerde Zondagsrust hier en daar nog wel cri- tiek worden ondervonden, maar men bedenke, dat ook de invoering van den vrijen Zondag in fabrieken e.d. op te genstand is gestuit. 'N LEKKERE BOTERHAM De 16-jarige arbeider Van L. heeft zich in' de fabriek van de N.V. Handels raad te Alphen a.d. Rijn tegoed gedaan aan rattenbrood. Hij zag in de perska mer een bord met brood staan en al daarvan zonder te weten, dat het mui zen- en rattenvergif was. De jongen werd onwel en in levensgevaarlijken toestand werd hij naar het Academisch Ziekenhuis te Leiden vervoerd. Zater dagavond was zijn toestand niet onbe vredigend. VROUWELIJKE WERKKRACHTEN IN DE CONFECTIE-INDUSTRIE De maatregel van Minister Romme ten aanzien van het loon, dat meisjes uit gezinnen, waarvan het hoofd werk loos is, verdienen, heeft in de kringen HOOFDSTUK I. Eene eenzame zwervelinge is zij, de kleine beek, die door de stille heide stroomt. Hare klaterende golfjes kennen de drukte en be weging niet der groote rivieren, die van de bergen naar beneden schieten zij schuiven zich met nauw hoorbaarruischen voort over de bedding der glad geslepen kiezelsteentjes, tusschen de drassige oevers, waar wilgen en elzen eene uitgelezen standplaats hebben. De ze vlochten hunne takken zóó vast in een, dat men denken zou, zij gunden den blauwen hemel daarboven de wetenschap niet van het bestaan der kleine sprankel in de armzalige heide. Het beekje loopt door een der armoedigste, minst bevolkte gedeelten van de hei. Langen tijd snelt het voort evenwijdig met den zoom van het woud aan den horizon, en pas na rijp beraad maakt het eene kromming naar den kant van het bosch. 't Was in de laatste dagen van Juni. In het heldere, frissche water van de kleine kom stonden een paar door de zon gebruinde meisjesvoeten. Twee handen, eveneens door de zon verbrand, hielden haar zwarte rokje van grove wollen stof, dat ze om haar knieën had geslagen, vast, terwijl zij haar bovenli chaam nieuwsgierig vooroverboog. Spichtige, met een dun hemd bedekte schouders en een jong verbruind gelaatinderdaad, 't was niet veel bijzonders, dat daar door het water werd weerkaatsttrouwens, den beiden oogen in het water was het volkomen onverschillig, of het gelaat, waaraan zij behoorden, grieksche regelmatigheid of het germaansche type deed aanschouwen. Daar buiten in den zonneschijn, bij 't sui zen van het koeltje over de heide, woei het tamelijk kort afgesneden hoofdhaar vrij om het hoofd en den hals van het kind in den spiegel gezien geleken het somber neerhan gende ravenvlerken, terwijl de keine roode kralen van den ketting, dien zij om den hals droeg, aan donkergekleurde bloeddruppelen deden denken het harde, grove hemd zag er glanzend uit en scheen zacht als zijde't was alsof daar beneden in het water een groote klok van eene sneeuwwitte bloem aan een onzichtbaren stengel was opgeschoten ja, alles was anders, zooals in de mooie, ou- derwetsche toovergeschiedenissen. Het grootste gedeelte van de kom weerspie gelde het donkerblauw van de luchtdaar door geleek het watervlak op een stalen plaat en teekende de meisjesfiguur zich tegen een eentoonigen achtergrond af. Doch juist op dit oogenblik verspreidden zich plotseling schitterende vlammen over het vlak van den spiegelhet was wel niet te gelooven, doch het had allen schijn dat zij uit de punten van des meisjes hoofdhaar te voorschijn kwa men. Zij! kronkelden dooreen en flikkerden steeds hooger op, als moest gaandeweg de gansche wereld door haar rossen gloed ge kleurd worden. Slechts het geheimzinnig duister rondom de wortels van het struikge was aan den kant begon op donkere holen en spelonken te gelijken, waaruit een paar takken als zwarte stalaktiten vooruitstaken en in de vuurzee terecht kwamen eene nieu we, bliksemsnelle verandering in de oude tooverhistorie. Doch die verandering bracht een ontzettend grooten schrik te weeg. want de schaduw, die het meisje wierp, terwijl zij daar voorovergebogen stond, verlengde zich op den bodem der beek, vanwaar nu twee groote oogen, waaruit angst en ontsteltenis spraken, het meisje aangrijnsden. De gebruinde voeten waren niet het eigen van de Nederlandsche Vonfectie-indu- strie groot bezorgdheid gewekt. Men vreest, dat vele meisjes, die thans in de confectie-fabrieken werken, in ver band met de gunstige bepaling dienst bode zullen worden. Maar inzonderheid is men bevreesd, dat het niet meer mo gelijk zal zijn voldoende leermeisjes te krijgen. Dit probleem is voor de con- fectie-industrie des te ernstiger, om dat er in geheel Nederland reeds groo te moeilijkheden bestonden om aan het benoodigd personeel te komen. Er be staat een chronisch gebrek aan meisjes voor de confectie-fabrieken. Vaak volgt er op herhaalde oproepingen geen en kele aanmelding. De confectie-fabrikan ten zijn van meening, dat eenzelfde maatregel, welken de Minister nu heeft genomen voor de dienstboden, ook voor hun industrie noodzakelijk is. Het komt herhaaldelijk voor, dat er wel voldoende orders zijn, maar dat de werkkrachten ontbreken deze uit te voeren. De plannen van Minister Rom me om den minimum-leeftijd voor te werkstelling in de fabrieken op 16 in- plaats van op 14 jaar te bepalen, zullen den toestand nog moeilijker maken. Daarom heeft de Bond van Confectie fabrikanten voorgesteld dezen leeftijd op 15 jaar te bepalen en de gelegenheid open te stellen, dat meisjes van 14 jaar in speciale scholen opleiding voor de confectiebranche krijgen. AANSLAG OP EEN KOMMIES TE HEERLEBEEK Zonderlinge man gearresteerd De brigadier-majoor der Rijksveld- wacht, de heer Witkamp, te Zutfen, heeft Vrijdagnamiddag met drie ande re veldwachters, in tegenwoordigheid van den substituut-officier van justitie, mr. W. J. H. Stam, te Heerbeek een moeilijke arrestatie verricht. Des mor gens was een kommies van de belas tingen, die vergezeld was van een rijks veldwachter, bij een aldaar wonenden man geweest, om een dwangbevel uit te reiken. De man had zich met een geweer ge wapend, waarmede hij den rijksveld wachter na een mislukt schot, 'n kogel door de uniformpet schoot. Des mid dags troffen de rijksveldwachters, die gewapend waren met karabijnen, den man, die al eerder gedreigd had, iede- ren kommies en veldwachter, die op zijn erf kwam, te zullen doodschieten, ongewapend bij zijn huis aan. Na een hevig verzet konden zij den man over meesteren en gevankeiijk naar Zutfen vervoeren, waar hij wegens poging tot doodslag in het Huis van Bewaring is opgesloten. NAAR AMSTERDAM. Dan alleen per W. A. C. O. AUTOBUSDIENSTEN. Snelste en voordeeligste autobusverbinding. Vraagt onze winterdienstregeling, verkrijg baar bij de chauffeurs en onze kantoren. dom van iemand, die met een heldennatuur was begiftigd met een wilden sprong was zij aan den oeverwat een vermakelijke vluchtDaarginds boven de heide gloeide de hemel van het schoonste avondrood, dat men zich denken kan een purperen wolk, wier kleur zachtkans aan hare randen vervloeide, dreef juist over de kom zij was de spook achtige vuurvlam en de oogen Is er ooit zulk een flauw schepsel op de wereld geweest als hij liep. Met zijn hoofd raakte hij de tak- voor zijn eigen oogen op de vlucht gaat Eerst schaamde ik mij voor mij zelve ver volgens voor mijne twee beste vrienden, die getuigen geweest waren van mijne lafhartig heid. Mijne goede Mieke had zich niet laten sto ren nu, zij was dan ook niet gewoon om over dingen des levens veel na te denken. Zij, de mooiste zwartbonte koe, die men ooit op de heide gezien had, stond onder den berk en scheerde, de lekkere beten genietend, het gras af, dat schraaltjes groeide langs den vochtigen kant van de kom. Zij hief den lan gen, platten kop op, kauwde met onmisken baar gragen eetlust voort op de vette halmen, die haar een weerskanten uit den bek hin gen, en keek mij niet langer dan een enkel oogenblik met hare domme oogen aan. Doch Spits, die zich lui en slaperig onder de koele struiken had neergevleid, nam de zaak ernstiger op. Hij vloog als bezeten over eind, holde het water in en bleef daar te midden van de opspattende druppelen staan blaffen, alsof Satan zelf mij op de hielen zat. Ik kon hem niet tot bedaren krijgen hij overblafte zich door opgewondenheid en strijd lust 't was allerdolst om te hooren. Lachend sprong ik weer in het water om hem te hel pen met mijne voeten trapte ik den bedrie- gelijken spiegel in ontelbare stukjes, die hoog in de lucht vlogen. Er was evenwel ook nog een derde getuige genaderd Spits noch ik hadden hem be merkt. „Hè, wat doet mijn prinsesje daar vroeg In het dorp Esserveen in Drent lag de zoon van den landbouwer H. rustig te slapen, toen hij gewekt werd door dat hij meende, dat er iets over zijn hoofd liep. Veronderstellende met een [muis of misschien zelfs met een rat te doen te hebben, stond hij op, teneinde zijn slaapstede te onderzoeken. Op het gerucht gewekt, kwamen ook zijn vader en broer er aan te pas, doch de nasporingen leverden niets op. Ten slotte werd ook het bedstroo er maar uitgehaald. Tot ontsteltenis en verba zing van het drietal, sprong hieruit een bunzing te voorschijn Een achtervol ging werd ingezet en weldra was het ongure beest gevangen en gedood. PAARDEN VOOR DUITSCHLAND lil den loop van deze week zijn op verschillende plaatsen in ons land 4-, 5-. en 6-jarige koudbloedpaarden voor export naar Duitschland aange kocht. Deze ti'ekpaarden, waarvoor zware, soliede en eerlijke exemplaren gezocht z,n, worden door bemiddeling van het Nederlandsch Trekpaarden Stamboek rechtstreeks door vertegen woordigers der Duitsche Regeering toe gewezen aan Duitsche landbouwbe drijven. Zuier beenwerk, goede voeten en gangen zijn hoofdvoorwaarden om voor dezen export te worden gekocht. Dit kwartaal worden in totaal onge veer 200 stuks genomen. In Eist was er Vrijdag een massa-aanvoer. De bedoe ling! was, daar 30 of 35 paarden aan te koopen, doch er werden niet minder dan 85 paarden aangeboden. Gekocht werden 31 paarden tegen den gemid delden prijs van f 550 per stuk. FIETSTOCHT DWARS OVER HET IJSELMEER Vrijdagmiddag om half vier arriveer den te Enkhuizen 10 personen uit Sta voren, die allen den 20 Km. langen tocht over 'het IJsselmeer per fiets had den gemaakt. Het ijs bleek overal be trouwbaar en voldoende vlak om er te rijden. Open water werd nergens op gemerkt. De laatste overtocht over het ijs geschiedde in 1929. GEDROOGDE SUIKERBIETEN ALS VEEVOEDER Een der Ned. suikerfabrieken neemt proeven met gedroogde suikerbieten als veevoeder. Per ton bieten wordt ca. 250 Kilo gedroogd product verkregen met een vochtgehalte van 6 a 10 pCt- De handelsprijs bedraagt f 5.50 per 100 Kg. plus 7y2 een voor elk vochtpercent beneden 10. Het gedroogde product bezit een sui kergehalte van ca. 65 pCt. Het eiwit gehalte bedraagt 4 pCt. vet iy2 a 1 pCt. ruwvezel 5 pCt., zetmeelach- tige stoffen 82 pCt. vocht 6 a 8 pCt. gemiddeld aschgehalte 2l/2 pCt. In de jongste campagne is een paar duizend ton gemaakt. Deze proeven verdienen - evenals de bieten-alcohol - alle aandacht, óók van dp Regeering. BUITENLANSCH NIEUWS. 100-JARIGE TE WESTBROEK Gisteren vierde de weduwe Joliannes Erné, geboren Pieternella Verrips, in haar woning aan den Gageldijk te West broek (Utrecht) haar lOOsten geboorte dag. De 100-jarige is sinds 13 jaar we duwe. In 1925 overleed haar echtge noot op 90-jarigen leeftijd. Een 67-jari- ge dochter verzorgt haar. Voorts heeft zij nog drie kinderen. Juffrouw Erné heeft een scherp ge heugen. Zoo herinnert zij zich nog: heel goed de periode van den hongersnood van 1845. Zij weet veel te vertellen van vroegere winters met sneeuwstor men en aanhoudende vorst, eens zóó, dat er met Paschen nog op de Lek schaatsen gereden werd. Ook heeft zij in den tijd, dat zij te Breukelen diende, meegemaakt, dat voor het eerst een trein reed tusschen Utrecht en Amster dam. Toen het puffende gevaarte door de Breukelsc'he landouwen reed, spot te men „daar komt dat beest aan'.. Ter animeering mocht de eerste dagen voor niets worden gereden, „maar nie mand durfde." Ofschoon ook mejuffrouw Erné moest ondervinden, dat de ouderdom met gebreken komt en haar gezondheid wel een en ander te wenschen laat, is zij nog heel opgewekt en vol goeden moed voor het, komende jaar. „KERSTBESCHIETING" VAN BARCELONA Commissie concludeert opzette lijken aanval op burgerbevolking Uit Londen meldt het Spaansche Tel. Ag., dat de commissie van onder zoek naar de luchtbombardementen thans haar rapport heeft gepubliceerd over het bombardement van Barcelona op 24 December j.1. Het rapport concludeert, dat er is gepleegd „een weloverwogen aanval op het menschelijk leven met bommen, speciaal voor dit doel gebruikt, op hel oogenblik, dat men voorzag dat er ineer drukte dan gewoonlijk in de stra ten zou zijn, en op een deel van de stad, waai- de burgers zich sedert Maart 1938 in veiligheid waanden." ,.De bommen vielen voor het meeren- deel in de richting van een rechte lijn, gelijkloopend met de kust, dwars door het centrum van de stad, op ongeveer 2 Km. van den oever en van de haven. De aanval had plaats bij maanlicht, op Kerstavond, toen de groote lanen van dit gedeelte der stad, sedert Maart 1938 gespaard, bijzonder druk bewandeld werden." Bijna al de uitgeworpen bommen wa ren van klein formaat en konden niet gebruikt worden voor bombardemen ten van gebouwen en schepen. Zij die nen speciaal om te worden gebruikt tegen de menschen. De materieele scha de was weinig belangrijk. Daar het alarm acht minuten vóór 't vallen van de eerste bom werd gegeven, vielen er slechts 44 dooden, 56 zwaar- en 25 lichtgekwetsten. hij op den mummelenden, afgepasten toon van iemand, wien de onafscheidelijke pijp als vastgemetseld tusschen de tanden zit. „Zoo, ben jij 't Heinz?" Voor hem schaamde ik mij niethij liep zelf weg als een haas, voor alles wat niet gewoon was. Niemand zou het willen gelooven, die dat oude, reusachtige menschenkind had gezien. Daar stond hij, Heinz de ijmker, op voeten zoo breed en forsch, dat de grond dreunde als de liep. Met zijn hoofd raakte hij de tak ken, die ik hemelhoog noemde, en zijn breede rug benam het uitzicht op de heide zoo vol komen, dat het wel scheen, alsof een muur van graniet was opgetrokken tusschen d© buitenwereld en mijne nietige persoonlijkheid. De reus ging op den loop voor het eerste het beste witte laken, als het schemeravond sik had daarin eene dolle pret. Ik ver telde hem lange sagen en spookgeschiedenis sen, waarvan iemand de haren te berge rij zen, totdat ik zelve kippevel kreeg en ik geen moed had, om naar den naastbij gelegen don keren hoek een oogje te wagen 't was moei lijk te zeggen, wie van ons beiden het bangst was. „Ik trap een paar oogen stuk, Heinz," zei- de ik en deed nog eens mijn best met trap pen en stampen, zoodat de wijd en zijd heen-; vliegende druppels op zijn verkleurd sergen buis terecht kwamen. „Het is hier niet pluis." „Wat zeg je Op klaarlichten dag „Hm, wat bekreunt de nixe er zich om, of het klaarlichte dag is of niet, als zij kwaad is Met een onuitsprekelijk genot zag ik, hoe hij half ongeloovig, half wantrouwend met een schuin oogje naar het roodgekleurde water keek. „Geloof je 't niet, Heinz Kijk, ik eou willen, dat ze jou zoo had aange keken als mij, zoo woedend. Nu was hij overtuigd. Hij nam de pijp uit den mond, spuwde met kracht op den grond, en wees met het bekauwde mondstuk van zijn pijp naar mij, terwijl zijn gelaat een half triomfantelijke, half angstige uitdrukking aannam. „Wat heb ik je altijd gezegd?" riep hij. ,Maar ik doe het nu ook niet weer neen, ik doe het bepaald nooit weer Voor mijn part kunnen die dingen daar bij hoopen lig gen, ik steek er geen vinger naar uit, waarachtig niet Daar had ik met mijn plagen wat moois uitgehaald De kleine beek, de zwervelinge, die zoo stil en eenzaam haren weg gaat door de heide, was rijker dan menige trotsche rivier, die langs paleizen en langs het drukke gewoel der menschen stroomtzij had paarlen in den zak zeker, in geringe hoeveelheid en lang niet prachtig genoeg om een konings kroon of ook maar een zwaar gouden huwe- lijksring te sieren. Maar daarvan had ik toch geen verstandIk hield veel van de kleine, matglazen kraaltjes, die zoo vlug over de palm van mijne hand heen en weer rol den. Urenlang kon ik door de beek waden, om schelpen te zoeken ik bracht ze bij Heinz, die de kunst verstond om ze open te maken hoe hij het deed, was zijn geheim. Doch nu zeide hij mü kort en goed den dienst op, omdat hij zich de meening niet uit het hoofd liet praten, dat de nixe ons onzen diefstal zou betaald zetten. „Hè, Heinz, 't was maar een grap!" zeide ik half fluisterend. „Laat je toch niets wijs maken Ik boog over het water heen het begon alweer stil en effen te worden. „Kijk zelf maar; wat zie je?Niets, vol strekt niets dan mijne eigene leelijke oogen. Maar waarom staan zij zoo onnatuurlijk wijd open, Heinz Dat was bij juffrouw Streit niet zoo slim het geval, en bij Ilse ook niet." (Wordt vervolgd.) IN VIER BLADEN AD VERTEEREN VOOR EENMAAL BETALEN Wieringermeerbode. Wieringer Courant. De Polderbode. 'ZUJper Courant

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1939 | | pagina 1