TRIUMPH
i
VOOR SLECHTS
I CENT
100%
GENOT
EN
'n TRIUMPH
VAN SMAAK
DE BESTE
c SIGARET
30e JAARGANG
ZATERDAG 30 SEPTEMBER 1939
No. 114
NIEUWS» EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
«VIERINGEN EN OMSTREKEN
4Ï
ALS HET GEWETEN
SPREEKT.
N.V. WACO AUTOBUSDIENSTEN
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden f 1.25.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER WIERINGEN
BUREAU
Hlppolytushoef Wierlngen
Telefoon Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN
Van 1 5 regels
Iedere regel meer
10.50
f Q.XO
FRANSCHE WESTWALLFOTO'S
KLAAR.
Het feit, dat eerst thans de foto's die de
Fransche waarnemingseskaders hebben ge
maakt van de versterkingen van den Duit-
schen Westwall, gereed zijn, wordt door mili
taire critici aangegeven als de reden voor het
lange dralen aan het westelijk front.
Nog weken lang, zegt men in Fransche
kringen, zal de systematische vernieling door
de Fransche vuurmonden voortgaan. Langen
tijd moeten de Fransche granaten den Duit-
schen bodem, die versterkt is met prikkel
draad, tankvallen, mitrailleurnesten en mij
nen, omploegen en openwoelen, voordat de
Fransche legerleiding het risico zal nemen en
het leven van honderdduizenden zal wagen
in een verovering van het terrein. En het-
zelfde geldt voor de andere partij.
Onafgebroken bulderen de kanonnen en in
vier en twintig uur tijd vallen naar schatting
tienduizend granaten op de Duitsche velden
en bosschen langs de Saar en in de Paltser-
bosschen. De Fransche artillerie volgt de nieu
we luchtkaarten en richt zich thans op be
paalde strategische punten, die op de foto's
duidelijk te herkennen zijn.
De Duitsche vuurmonden beantwoorden het
vuur en richten zich vooral op de Maginot-
forten, maar de Franschen merken met rus-
tigen trots op, dat er acht jaar aan die forten
is gebouwd
Het gevolg van de verheviging van het ar
tillerieduel is een voortdurende strijd in de
lucht. Beide partijen zenden verkenningses
kaders omhoog en ieder eskader wordt be
geleid door een eskader gevechtsvliegtuigen.
Boven de voorste Duitsche linies ontmoeten
de beide partijen elkaar voortdurend.
De sterke Duitsche versterkingen liggen
voor zoover dat op de foto's te zien is, te
midden van en achter de mijnen van het
Saargebied. Verder op, langs den Rijn, biedt
deze rivier met zijn groote diepte en steile
helling een zoo goede beveiliging, dat de
Duitschers slechts de hoofden der weinige
bruggen versterkt hebben en per drie en een
half vierkante kilometer niet meer dan vijf
tien betonnen steunpunten hebben aange
legd.
Daar waar de grens westelijk van den Rijn
loopt, hebben de Duitschers tot zelfs veertig
betonnen forticicaties per vierkante mijl ge
bouwd, en tusschen Moezel en Saar, waar het
grootste gevaar dreigt, vindt men zelfs vijf
tig groote versterkingen per vierkante mijl.
De Duitschers hebben vertrouwd op afzon
derlijke, niet met elkaar verbonden betonnen
onderkomens, „pillendoozen." De Duitsche
versterkingen liggen in de dalen, terwijl de
Franschen hun versterkingen op de hellingen
gebouwd hebben, zoodat zij de omgeving
steeds beheerschen. Het Duitsche verster
kingssysteem hangt voor een groot deel af
van de onzichtbaarheid van de werken, voor
al door boom- en bosch-groepen. Het terrein
tusschen de forten in is bezaaid met versper
ringen, vallen en mijnen.
Men geeft toe, dat de beide lijnen zoo mach
tig zijn, dat zij elkander neutraliseeren en dat
in ieder geval de artillerie van een van bei
den eerst de versterkingen van den ander
grondig moet hebben vernield, voor men kan
overgaan tot het opschuiven van de infante
rie.
WAARAAN DE DUITSCHE
DUIKBOOTEN BLOOT STAAN.
Een Engelsche stem.
Een officier, die lang in de duikbooten heeft
gediend en die de Britsche methodes kent tot
bestrijding daarvan, heeft in een mededee-
ling van het ministerie van voorlichting een
somber beeld gegeven van de omstandigheden
waarin de bemanningen van de Duitsche
duikbooten leven, wanneer er jacht op wordt
gemaakt.
Het is verschrikkelijk, 28 dagen op zee,
zegt hij, voortdurend achtervolgd door het
denkbeeld, dat de heele wereld en ook de zee
tegen je is. In een dergelijken toestand ver-
keeren thans de Duitsche duikbooten, die zich
voor de oorlogsverklaring op de handelswegen
van den Atlantische Oceaan bevonden.
De inspanning, die van de bemanningen
wordt gevergd is zeer groot, want de anti-
duikbooteenheden van de Britsche marine
hebben krachtig geantwoord op de bedreiging.
Wanneer de duikboot gebrek krijgt aan de
noodige behoeften torpedo's, brandstof, le
vensmiddelen en versch water en naar haar
basis tracht terug te keeren, is de levens
kracht van de bemanning maar zeer gering,
want dan moet de onderzeeër het hoofd bie
den aan de zwaarste beproeving. Niet alleen
laat de Britsche vloot geen oogenblik respijt
in de jachtsektoren op de handelswegen van
den Oceaan, maar zij poogt ook iederen terug
keer af te snijden.
De verrichtingen van de Britsche patrouil
les maken het binnenvaren in de Noordzee
buitengewoon gevaarlijk. En als de duikboo
ten daar eenmaal zijn aangekomen, wordt
het nog gevaarlijker, omdat zij steeds meer
Britsche oorlogsschepen en vliegtuigen op
haar weg naar het vaderland ontmoeten.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
FEUILLETON
Historische roman.
17.)
„Eenige studenten bevonden zich daar
reeds en hielden zich met kaartspelen bezig
of waren geheel in het schaakspel verdiept,
terwijl wederom aan eene andere tafel eeni
ge burgers zich over zaken onderhielden,
waarvan zij geen jota, begrepen, of over za-
kenredetwistten, waarmee zij eigenlijk niets
te maken hadden.
Na een kan wijn besteld te hebben, zetten
onze beide vrienden zich in een afzonderlij
ken hoek neder, en Frans knoopte het ge
sprek aan met de vraag
„Is alles nog wel op Valkenstein
„Zeer welmen heeft er u reeds lang ver
wacht."
„En is Mijnheer De Witt er nog
„Neen, hij is dienzelfden dag, waarop gij
ons verliet, vertrokken ook heeft Mevrouw
Van Harmeien weder voorgoed haar verblijf
op Valkenstein gevestigd."
„Is zij daar altijd
„Ja, zij. is een nicht van de Baronnen Van
Reigenhorst en woont sedert den dood der
oude Barones altijd op Valkenstein, om, zoo
als het heet, een zeker toezicht op het huis
houden te houden. Dat bevalt den Overste
wel niet bij uitstek, maar terwille van zijn
broeder Lodewijk laat hij het toe."
„Ik kan inderdaad niet brgrijpen, waarom
Baron Lodewijk zoo op het gezelschap der
oude dame verzot is zeide Frans lachende.
„De Baron is, zooals men algemeen zegt,
gierig, de douairière schatrijk en hoogbe
jaard en men zegt, dat hij haar alleen te
vriend houdt in de hoop, dat zij hem een
maal tot haar erfgenaam zal maken."
De student dacht aan al de schitterende
verlichtingen, aan al het gebeurde in de
slaapkamer van den Baron, hetgeen hij kwa
Veevoeder-normen voor de eerste
heilt van October.
De Minister van Economische Zaken maakt
het volgende bekend
De normen, volgens welke voor de periode
van 2 t./m. 16 October vergunningen (gelei-
debiljetten) voor het vervoer van veevoeder
aan veehouders worden verleend, zijn de vol
gende
I. RUNDVEE.
a. Melk- en kalfkoeien 0,5 kg,per dier p. dag.
b. Melk- en kalfkoeién van consumptiebe-
drijven
1. van bedrijven, waar in 1939 knol- en
wortelgewassen zijn verbouwd 0,5 kg per dier
en per dag
2. van bedrijven, waar in 1939 geen knol-
en wortelgewassen zijn verbouwd 1 kg. per
dier en per dag.
c. Volwasen rundvee van spoeling- en
schillenbedrijven, max. 2 kg. per dier en p. d.
d. dekstieren 1 kg. per dier en p. d.
e. jongvee en kalveren nihil.
II. PAARDEN.
a. Werkpaarden, ouder dan 2 jaar
1. van bedrijven met minder dan 10%
bouwland nihil
2. van bedrijven met 1090% bouwl. 2 kg.
per dier p. dag
3. van bedrijven met 90% of meer bouwl.
3 kg. p. dier p. dag
b. Jonge paarden en veulens, beneden
3 jaar, niet behoorende tot een der vorige
categorieën, nihil
c. Stalhouders- en manégepaarden, max.
3 kg. p. dier p. dag
d. Politie- en marechausséepaarden max.
4 kg. per dier en per dag.
e. Sleeperspaarden, melkrijderspaarden en
andere paarden, welke buiten het landbouw
bedrijf zwaren transport-arbeid verrichten
max. 4 kg. per dier per dag.
f. Dekhengsten en jonge hengsten boven
2 jaar 2 kg. per dier per dag.
III. VARKENS.
a. Fokzeugen 1,5 kg p. dier p. dag.
b. Dekbeeren 1 kg. p. dier en p. dag.
c. Varkens van 2090 kg.
1. van bedrijven, waaraan voor 1939 een
aardappelteeltvergunning is verleend 1 kg. p.
dier en per dag
2. van bedrijven, waaraan voor 1939 geen
aardappelteeltvergunning is verleend 1.5 kg.
per dier per dag
d. Varkens van 90 kg en meer
1. van bedrijven, waaraan voor 1939 een
aardappelteeltvergunning is verleend 1,5 kg.
p. dier per dag
2. van bedrijven, waaraan voor 1939 geen
aardappelteeltvergunning is verleend 2.5 kg.
per dier en per dag.
IV. GEITEN.
a. Melkgeiten 0.5 kg. p. dier per dag
b. Dekbokken 0.5
c. Jonge geiten, nihil.
V. PLUIMVEE.
a. Hoenders van alle in begin September
geïnventariseerde bedrijven, waar minder dan
25 stuks aanwezig waren) voor 65% van het
geïnventariseerde aantal 100 gram per d. p.d.
b. Piepkuikens 60 gram p. dier p. dag.
c. Eenden van alle in begin September ge-
inventariseerde bedrijven (dus ook van die
bedrijven, waar minder dan 25 stuks aan
wezig waren) voor zoover deze bedrijven niet
tot de specifieke eendenbedrijven te rekenen
zijn, voor 80% van het geïnventariseerde aan
tal aan gemengd graan 60 gram p. dier per d.
d. Eenden van specifieke bedrijven, voor
80% van het in begin September geïnventa
riseerde aantal, aan gemengd graan 100 gram
p. dier per dag.
7 EN 8 OCTOBER
„HARMONIE" MET
WILLY DERBY.
PROVINCIAAL NIEUWS.
EEN DUBBELE OPBRENGST.
De heer G. Rooker te Enkhuizen heeft voor
de 2e maal slaboonen geoogst van hetzelfde
stuk grond. Blijkbaar is dit mogelijk gewor
den door het fraaie weer in de nazomer. Op
deze wijze kan het zeer zeldzame verschijnsel
van deze „dubbele pluk" verklaard worden.
MESèRE IN DE BLOEMBOLLEN.
Het rooien van de gladiolenknollen is thans
in volle gang. Voor zoover thans blijkt, is er
over het algemeen over het optreden van
ziekte niet te klagen. De knollen, die een
eenigszins ziek aanzien hebben, worden ove
rigens spoedig verwijderd nu het vooruit-
Met ingang van Maandag 11 Sept. op
alle lijnen gewijzigde dienstregeling.
Dienstregeling verkrijgbaar a 2 cent.
zicht voor export en daarmede voor een op
dezelfde voet voortgezet bedrijf vrijwel hope
loos is, v/ordt er „niet krap gekeken." Zoo
worden ook de jonge knolletjes, de z.g. kralen,
geheel verwaarloosd een groot deel blijft in
de grond achter en zal straks door de vorst
worden vernietigd.
De tulpen gaan straks weer de grond is, zij
het dan slechts voor de helft van hetgeen op
31 Juli 1939 op het programma stond. Dit
heeft ook weer werkloosheid tengevolge,
doordat de kweekers nu met minder hulp
krachten kunnen volstaan. In de bloembollen
heerscht dus misère.
WAT EEN SNOEKBAARS
De bedrijvigheid aan de afslag te Enkhui
zen neemt toe, De vruchtbaarheid van het
IJselmeer wordt aangetoond door de duizen
den groote snoekbaarzen, welke dagelijks te
Enkhuizen, zoowel als in andere havens, wor
den aangevoerd. Werd er sommige dagen
meer dan 7000 pond per dag aangevoerd, on
gerekend de paling waarvan het seizoen
ten einde loopt en de groote hoeveelheden
nest, thans kwamen ook Volendammers, Lem-
sters en andere in de haven, met het gevolg,
lijk met diens gierigheid overeen kon bren
gen.
„En bevindt Jonkvrouw Ida zich nog altijd
op Valkenstein vroeg Frans met een lich
ten blos.
„O ja," gaf Walraven ten antwoord, „de
douairière is hare voogdes, en waar deze zich
bevindt, moet ook Ida wezen. Dat is dan nog
het eenige, wat den Overste met de tegen
woordigheid der oude dame verzoentwant
hij houdt zeer veel van Ida om hare geestig
heid en hare goede inborst." I
„Hij is toch niet op haar verliefd vroeg
Frans met zichtbaren angst.
„Zij t ge dwaas Een weduwnaar van drie)
en vijftig jaren zou op een meisje van nau
welijks negentien verliefd raken Toch zou
deze onmogelijkheid zoo groot niet zijn maar
de Overste was te ongelukkig in zijn eerste
huwelijk, dan dat hij aan het aangaan van
een tweede zou denken."
„Is de Overste dan vroeger getrouwd ge
weest vroeg de student.
„Slechts korten tijd," gaf Walraven ten
antwoord, „want toen hij nauwelijks getrouwd
was met een meisje, dat hij beminde, ik mag
wel zeggen aanbad, moest hij naar het leger
vertrokken, en daar vernam hij den dood van
de door hem zoo teeder beminde gade.'1
„Maar het kwam mij toch voor, dat de
Overste bijzondere oplettendheid ten opzich
te van Jonkvrouw Ida betoonde riep Frans
uit.
„Frans Frans antwoordde de luitenant
half ernstig, half lachende, „ik geloof waar
lijk, dat ge op Jonkvrouw Ida verliefd zijt."
„Zijt ge dwaas, Walraven riep de student
uit, maar de blos, die zijn gelaat overtoog,,
bewees maar al te duidelijk, dat de luitenant
den bal niet misgeslagen had.
„Welnu, ge behoeft daarover zoo niet te
blozen," riep deze uit. „Jonkvrouw Ida is een
bekoorlijk, schoon meisje en uwe liefde in al
len deele waardig ook geloof ik, dat ge haar
van uw kant niet geheel onverschillig geble
ven zijtwant ik heb dien avond welken ge
op Valkenstein doorbracht, maar al te goed
opgemerkt, dat hare oogen onafgewend op u
gevestigd waren."
„Nu ja," zeide Frans, „als vriend wil ik u
wel openhartig bekennen, dat Jonkvrouw Ida
het bekoorlijkste schoonste meisje is, dat ik
ooit van mijn leven ontmoet heb, en dat ik
de gelukkigste aller stervelingen zijn zou, als
ïk haar de mijne noemen mocht, maar hier
aan valt niet te denken want de zoon van
een barbier mag nimmer naar de hand van
Jonkvrouw Ida dingen, die immers aan de
voornaamste geslachten van ons vaderland
verwant is."
„Inderdaad, ik geloof, dat de douairière
zich met alle kracht tegen een huwelijk tus
schen u en hare nicht zou verzetten maar
ge zijt jong en zult weldra advocaat zijn, en
dan staat immers de weg tot roem voor u
open Altijd goeden moed gehouden riep
de krijgsman uit, terwijl hij zijn beker ledig
de „ook ik moet dat doen."
„Bemint ge dan ook vroeg de student.
„Om u te dienen," gaf de Luitenant half
lachende ten antwoord, „een schoon meisje, S
dat, evenals de schatten in de ouderwetsche
vertellingen, door een leelijken draak be
waakt wordt."
Inderdaad riep de student uit, „ik heb
u openhartig mijne liefde voor Ida mede
gedeeld, handel nu evenzoo met mij ten op
zichte van de uwe."
„Welaan, het zij zoo
Nu werd er nog een kan wijn besteld, de
bekers werdden opnieuw gevuld en Walraven
begon
„Van ruim een jaar herwaarts dagteekent
het begin mijner liefde toen bevond ik mij
bij den Admiraal Tromp op een maaltijd, en
daar leerde ik mijne schoone voor het eerst
kennen. De Admiraal had toen zijn buiten
verblijf te 's Gravenland dat den naam van
Trompenburg droeg. Wij, het meisje en ik,
wandelden na den maaltijd te zamen door de
schoone lanen, spraken met elkander, kortom,
toen het uur van scheiden sloeg, had ik mijne
schoone reeds in de treffendste bewoordingen
mijne liefde verklaard."
„Ge talmdet dus niet lang."
„Spoed is den krijgsman eigen," riep Frede-
rik Walraven uit„en aan eene goede zaak
kan men nooit spoedig genoeg haar beslag
geven."
„En hoe werd uwe verklaring aangehoord
„Zooals dat gewoonlijk gaat men bloost,
slaat de oogen neer, kucht en haalt meer van
die fraaiigheden uit, en toen ik later mijn
aanzoek herhaalde, schonk zij mij wederlief
de en liet die bekentenis vergezeld gaan van
de bede, onze wederzij dsche liefde toch ge
heim te houden. Ik voldeed daaraan, en zoo
dikwijls de gelegenheid zulks toeliet, zagen
en spraken wij elkander zelfs gaven wij el
kander kleine geschenken, en de sjerp, die ik
hier thans draag, is door hare lieve vingers
geborduurd."
„Waarlijk uwe zaken staan beter dan de
mijne," zei de student, „maar ga voort
„Ik vertrok weder naar het leger," zeide
Walraven, „en vernam dus in al dien tijd
niets van mijne geliefde. Toen ik ruim een
maand geleden teruggekeerd was, deed het
toeval mij mijne schoone in Den Haag, in de
herberg „De Keizerskroon" ontmoéten, waar
de paarden van het rijtuig, waarmee zij reis
de, gevoederd werden. Zij was in rouwgewaad
en verhaalde mij in weinige woorden, dat
haar vader eenige weken geleden overleden
was maar midden in haar verhaal trad een
akelig mismaakt man het vertrek binnen, en
mijn beminde gaf mij een wenk om te zwij
gen. „Dat is mijn voogd. In Gods naam, Wal
raven fluisterde zij mij toe, „laat hem van
niets blijken." „Waar woont ge thans vroeg
ik even zacht, maar voordat zij mij antwoord
kon gaven, zei de mismaakte heer, dat"alles
in gereedheid was, en gaf aan mijne geliefde
een wenk, hem te volgen zij knikte mij met
het hoofd een hartelijk vaarwel toe, verliet
daarop met haar voogd het vertrek, mij om'
trent haar verblijf in de grootste onzekerheid
achterlatende."
„En zijt ge uwe geliefde nog niet op het
spoor gekomen vroeg de student.
„Welke moeite ik daartoe ook aanwendde,"
gaf Walraven ten antwoord, „zijn al mijne
pogingen tot hiertoe echter mislukt
„En hoe is de naam van uwe geliefde, als ik
u dien vragen mag
„Zij heet Julia .Van Wassendonk
„Ha ha lachte de student hartelijk.
dat er Dinsdag totaal 15000 pond snoek
baars werd aangevoerd. Een ongewone drukte
voor dit gevorderde seizoen.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
DE ROGGEPRIJS.
De Minister van Economische Zaken
heeft kort geleden den prijs, welken
de boeren bij inlevering van hun rog
ge in 1939 ontvangen, reeds thans be
paald op f 8 per 100 Kg., zij(nde de
prijs, die aanvankelijk pas per half
December in uitzicht was gesteld. Het
schijnt, dat er landbouwers zijn, die
er de voorkeur aan geven hun rogge
vast te houden in de hoop, dat de Mi
nister 'n roogeren prijs zal bepalen.
Voor deze handeling is geen -enkele
reden aanwezig. De Minister acht den
prijs der rogge in de huidige omstan
digheden juist. Zou in den loop van
het jaar 1939-1940 vóór 1 April door
thans nog niet te voorziene omstandig
heden een nieuwe prijsverhooging noo
dig blijken, dan zal daze verhooging
uiteraard ook nog worden uitgekeerd
aan hen, die hun rogge reeds hebben
ingeleverd. Een vasthouden van de
rogge, in de hoop er 'tn hoogeren prijs
voor te verkrijgen dan thans is vastge
steld, is dus volkomen overbodig.
NEDERLANDER OVER DE GRENS
GEVLUCHT.
Hij wilde niet langer in Duitsch-
land werken.
Dezer dagen deed zich bij de Neder-
lands-Duitsche grens een incident
voor. De bewoners van de grensstreek
werden plotseling opgeschrikt door
schoten. Bij- onderzoek bleek, dat Duit
sche soldaten hadden geschoten op den
Nederlandsch-en arbeider Van Os uit
Denekamp. Deze was werkzaam op 'n
textielfabriek te Nordhorn, maar hij
wenschte daar in verband met de oor
logstoestand niet langer te- blijven.
Hij had zich over de grens begeven
om zijn papieren uit Nordhorn te halen
Toen hij van Nordhorn aan de grens
terugkwam, moest hij, <naar de gelden
de gewoonte, zijn werkkaart «'ooncn
en nadat men ook zijn pas had gecon
troleerd, deelde men hem mede, dat hij
onder arrest stond. Er verscheen on
middellijk een soldaat om hem te be
waken. Men onderstelt dat Van Os
werd gearresteerd, omdat het momen
teel den arbeiders in Duitschland niet
toegestaan is het werk neer te leggen,
zulks in verband met de oorlogstoe-
„Welnu dan kan ik u de nauwkeurigste be
richten omtrent haar geven haar voogd
„Kent ge den ouden draak dan
„Hij is mijn vader, Tigchelaar, bijgenaamd
de barbier van Piershil
VII.
„En ik zeg u, dat de Baron zeer verblijd
zijn zal, mij te zien ik ken den Baron reeds
sinds jaren, beste vriend houd mij daarom
niet langer tegen want ik heb meer te doen
dan gij, die zoo wat niets anders uitvoert dan
ronddrentelen, de deur opendoen en dergelij
ke baantjes waarnemen."
Deze woorden werden door eene dikke
vrouw, die, ofschoon zij met eene menigte
gouden en zilveren sieraden behangen was,
een gemeen uiterlijk had, gesproken tot den
ouden Jacob, een man, die in den dienst van
Baron Lodewijk grijs geworden was.
„ik dien dan vooraf uw naam toch wel .te
weten, wil ik u bij den heer Baron aanmel
den," zei de oude huisknecht wrevelig. „Zeg
mij daarom, hoe ge heet."
„Mijn naam doet hier niets ter zake," her
nam de vrouw, „en als ge niet wilt, dat de
Baron u terstond uit zijn dienst wegjaagt,
zou ik u aanraden, wat meer spoed te maken
zeg maar, dat er een zekere vrouw is om hem
te spreken
De gebiedende toon, waarop de vrouw deze
woorden uitsprak, maakte een einde aan Ja
cobs tegenstribbelingen, en al morrende trad
de knecht de breede stoep van het huis Val
kenstein op en verdween in de lange marme
ren gang, terwijl hij de onbekende vrouw aan
het tuinhek liet wachten.
(Wordt vervolgd.)
IN VIER BLADEN ADVERTEEREN VOOR
EENMAAL BETALEN
Wieringermeerbode.
Wieringer Courant.
De Polderbode.
Zijper Courant.