30e JAARGANG
DINSDAG 3 OCTOBER 1939
No. 115
NIEUWS» EN ADVERTENTIEBLAD VOOS
WIERINGEN EN OMSTREKEN
ALS HET GEWETEN
SPREEKT.
,N.V. WACO AUTOBUSDIENSTEN
W1ERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden f 1.25.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER WIERINGEN.
BUREAU
fcllppolytushoef Wieringen
Telefoon Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN
Van l 5 regels
Iedere regel meer
i 0.50
fOAO
DE HOLLANDSCHE WATERLINIE
NOG STEEDS BETROUWBAAR.
Velen zullen zich hebben afgevraagd of in
den modernen oorlog de „Hollandsche water-
linie" een paar decimeter water met mod-
der er onder, tevéél om in te lqopen of te'
rijden, te weinig om over te varen nog wel
een doeltreffend verdedigingsmiddel is. De
militaire medewerker van het Handelsblad
geeft op deze vraag een bevestigend antwoord.
Wanneer wij een oogenblik onze aandacht
naar den wereldoorlog verplaatsen, dan den- j
ken wij al dadelijk aan den IJzer. Deze niet
voorbereide, op het laatste oogenblik gestel- j
de, inundatie (onder waterzetting), heeft als!
uiterste linkervleugel van het geallieerde!
Westfront den aanloop der Duitsche leger-j
korpsen tot staan gebracht. Ongeloofelij ke
daden van moed en uithoudingsvermogen j
zijn hier, zoowel door den aanvaller als door j
de dappere Belgische verdedigers, verricht,
ontelbare menschen zijn hier gesneuveld,!
maar de stelling was en bleef onneembaar. I
Maar ook op andere punten van het West
front bleek herhaaldelijk de groote verdedi
gende kracht van laag gelegen of waterrijke
landen. Vrijwel steeds kwam een offensieve
beweging tot staan zoodra op de landkaarten,
waarop de loop der operatie werd nagegaan,
de bekende blauwe arceeringen, groote water
rijkheid aangevende, verschenen.
Dit was zoo in den grooten krijg van voor
25 jaar, toen én infanterie èn vuurkracht én
artillerie-uitwerking niet zoo veel bij de te
genwoordige ten achter stonden. Blijft de
vraag of de invoering der „motorstrijdkrach
ten" op den grond en in de lucht de waarde
der inundatiestellingen illusoir kan maken.
Wat de motorvoertuigen aangaat zij kunnen
zeker niet door de inundatie heen komen.
Hun bewegingen zullen beperkt zijn tot die
enkele droogblijvende hooge wegen en dijken,
die door de inundatie heen loopen en die
noch te vermijden, noch te missen zijn. Hier
moet dus bijzondere aandacht worden be
steed aan een volmaakte onbruikbaarmaking
van die wegen voor de zware pantservoertui
gen. Dat is technisch uitvoerbaar en ligt ook
binnen ons vermogen. Ten deze kunnen wij
dus gerust zijn.
Wat de vliegtuigen betreft, deze kunnen
natuurlijk over de inundatie heen vliegen,
doch hebben daarna op de door onze troepen
ingenomen verdedigingsstellingen niet meer
uitwerking dan op elke andere stelling, in
welk terrein ook. Natuurlijk is hier het woord
aan onze, naar wij vertrouwen eiken dag in
aantal toenemende luchtafweermiddelen, zoo
wel van den grond als in de lucht, terwijl bij
zondere zorg voor camoufleering der opstel
lingen, als altijd, van bijzonder gewicht blijft.
Zoo beschouwd, zien wij geen reden om
niet als steeds een groot vertrouwen te koes
teren in ons nationaal inundatiestelsel. Het
water blijft onze vriend in oorlogstijd.
BRABANTS WOLLENSTOFFEN-
NIJVERHEID.
Fabrieken werken op volle
stoom. Oude orders aan
oude prijzen.
Grondstoffen voor
half jaar.
Toen in 1914 de groote oorlog uitbrak was
FEUILLETON.
Historische roman.
18.)
Het duurde maar weinige oogenblikken, of
de oude knecht kwam terug en noodigde de
vrouw uit, hem te volgen, en na haar de lan
ge gang doorgebracht .te hebben, deed hij
eene deur aan het einde daarvan open en
verzocht de vrouw, de kamer binnen te tre
den, waarin de Baron zich op dit oogenblik
bevond,
„Ge hebt u vermeten, hier te komen, Le-
na zei de Baron, toen hij zich met de vrouw,
die niemand anders dan de kasteleines uit
„Het Brandewijn vat" was, alleen bevond.
„Wel!" antwoordde deze, terwijl zij, zon
der vele plichtplegingen te maken, plaats
naam, „ik heb u al verscheidene malen ver
zocht, bij mij te komen, maar Mijnheer de
Earon schijnt den weg naar „Het Brandewijn-
vat" vergeten te hebben."
„Ge begrijpt toch wel, Lena dat er gewich
tige redenen moeten bestaan, waarom ik u
niet kom bezoeken," zei de Baron, „hoe lich
telijk zou men mij kunnen ontdekken en
„Nu ja, ik begrijp u, en daarom ben ik zelf
maar naar u toe gekomen
„Om welke redenen
„Om zeer gewichtige
„Het zal wel weer het oude liedje zijn," zei
de Baron, „gebrek aan sterken drankschul
den, die betaald moeten worden, en
„Schulden, nu ja, wie heeft dan geen schul
den En dat de drank mooi begint te min
deren, en dat het mij aan geld ontbreekt om
een nieuwen voorraad in te slaan, en dat een
vijf en twintig gulden mij dus zeer welkom
zouden zijn, wil ik niet ontkennen maar nu
voert mij iets geheel anders tot u
„Zoo wees dan kortwant ik heb niet veel
de Brabantsche wollenstoffenindustrie vrij
wel dadelijk ontredderd. In bestelling en uit
voering zijnde orders werden onmiddellijk
geanuleerd en in weinige weken trad er een
groote werkloosheid in.
In tegenstelling met toen, is er thans een
groote vraag naar allerlei wollenstoffen-pro-
ducten ontstaan. Met het gevolg, dat alle
fabrieken thans op volle stoom, de meeste
met twee ploegen, werken. De eenige moei
lijkheid welke zich daarbij voordoet is een
nijpend gebrek aan geschikte arbeidskrachten.
Zoo zelfs, dat vaak menschen van 50 en 60
jaar in dienst moeten worden genomen, die
in geen jaren aan den weefstoel hebben ge
staan. Almetal kan het aantal personen, dat
in de textielfabrieken werkt gerust op ruim
7000 worden geschat een getal, dat wellicht
tevoren nooit bereikt is.
De vraag is echter of dit zoo zal kunnen
worden volgehouden. Dat hangt van den
grondstoffenvoorraad, maar vooral van den
aanvoer af.
Wanneer de drukte ietwat afneemt, en
weer dus meer tot eenigszins normalen werk
tijden dus niet meer met twee ploegen
kan worden teruggekeerd, is er naar ruwe
schatting nog voor zes maanden grondstof
fen (wol, katoen enz). Alleen het kamgaren
en allerlei materiaal voor damesstoffen (bou
clé, chenille enz.) en fantasie-heerenstoffen,
zijn nu reeds zeer schaarsch. België b.v. heeft
den export van kamgarens, die hier in Neder
land slechts zeer onvoldoende gesponnen
worden, voorloopig stopgezet.
Wat den overigen wol-aanvoer aangaat
uit landen als Australië, Britsch-Indië de
Kaapkolonie, Argentinië, Zuid-Amerika e.a.
ook die is, door Engeland voor het oogen
blik, vrijwel geheel stopgelegd. Niet dat En
geland geen doorvoer naar Nederland toe
staat, maar we moeten het zelf komen halen,
en dat brengt haast onoverkomelijke moei
lijkheden mede weinig scheepvaart, ver
hoogde transportkosten, aanzienlijke premies
voor molestrisico.
Dan is er nog wel de inlandsche grove
(schapen)wol, maar deze wordt zoo goed als
geheel voor het leger gevorderd.
Intusschen wordt de voorraad wollenstof-
fen en confectie voor de Nederlandsche
markt, toch nog wel eenigszins aangevuld
door invoer uit Duitschland, welke goederen
aanvankelijk bestemd waren voor de oorlog
voerende landen!
Wat nu de verhouding tusschen grossiers
en winkeliers en de fabrikanten betreft, kan
worden medegedeeld, dat de meeste groote
orders aanzienlijk moeten worden ingeperkt
en er pas levering wordt gegarandeerd, in
dien zekerheid .bestaat, dat er voor volgende
orders de noodige grondstoffen in voorraad
zijn of kunnen worden aangekocht.
Om een denkbeeld te geven van dezen prij-
zenoploop, dient er op gewezen, dat artikelen,
waarin kamgarens zijn verwerkt 80 tot 100%
stijgen en de overige wollenstoffen-goederen
met 50% omhoog gaan.
Voor een deel is die prijsverhooging ook toe
te schrijven aan de ingevoerde verplichting
voor de fabrikanten om alles a contant te
betalen hetgeen een belangrijke kapitaalsin-
vestatie beteekent. Hunnerzijds hebben de
industrieelen, onder deze omstandigheden
en om zich ook nog tegen mogelijke wanbe
talingen uit anderen hoofde te dekken,
aan de cliëntèle een betaling op acht dagen
voorgeschreven. België eischte zelfs, toen de
export nog voortging, betaling te Brussel vóór
de verzending.
Hoezeer intusschen de Tilburgsche wollen-
stoffenfabrikanten de ontwikkeling van den
toestand nog met het noodige optimisme te
gemoet zien, blijkt wel uit het feit, dat zij op
het oogenblik zich in België voorzien van al
lerlei spinnerij-machines, welke door het uit
voerende land oorspronkelijk voor de z.g.
„randstaten" waren bestemd.
RINNENLANDSCH NIEUWS.
MET ENGELSCHE
VLAGGEN GEREDEN
j De Amersfoortsche politie heeft te
gen 'n autobestuurder uit Hilversum
proces-verbaal opgemaakt, daar deze
twee Engelsche vlaggen op zijn auto
had gemonteerd en daarmede op den
openbaren weg had gereden. De be-
bestuurder had zulks gedaan ter aan
beveling van zijn anthraciet welke uit
Engeland komt. De vlaggen zijn in be
slag genomen..
PRIJZEN VAN VARKENS
ZIJN GESTEGEN.
Daarom moeten sjiek en reu
zel duurder worden,
i Het bereau van den Ned. Slagers-
bond schrijft
De positie van de slachtveëmarkt "is
aldus, dat de rundveeprijzen vrij sta
biel zijn, zoodat de slagers de rund-
vleeschprijzen op het oogenblik NIET
behoeven te verhoogen.
Anders ligt de verhouding bij de
varkensprijzen. De prijzen zijn ruim
10 cents per Kg. gestegen. Ook j.1. Vrij
dag is de varkensmarkt te Leeuwarden
weer hooger in prijs geweest.
De vraag geldt vooral spek, reuzel
en vette snippers (de laatste voor de
vleeschwarenindustrie.)
De prijsverhooging, die de slager
noodgedwongen MOET invoeren, mag
dan ook NIET als prijsopdrijving wor
den aangemerkt. De Regeering heeft
geprobeerd in de behoefte aan reuzel
en spek te voorzien door bevroren
reuzel en bevroren varkens beschik
baar te stellen. De voorraad bevroren
reuzel der Veehouderij Centrale onge
veer (165.000 Kg.) is inmiddels reeds
opgeruimd.
j Bevroren varkens zijn er nog genoeg,
doch het bevroren varkensvleesch Iaat
'zich niet gemakkelijk verwerken voor
winkelverkoop. De vraag: van de zijde
der slagers is dan ook niet groot, maar
Met ingang van Maandag 11 Sept. op
alle lijnen gewijzigde dienstregeling.
Dienstregeling verkrijgbaar a 2 cent.
tijd om mij lang met u bezig te houden
„Niet langer dan noodig is," hernam Lena
eenigszins geraakt. „Ik weet wel, dat Lena uit
„Het Brandewijnvat" juist in geen goeden
reuk staat en dat men haar een helleveeg
noemt en zegt, dat zij nu en dan wel eens
een glaasje drinkt te veel drinkt, en dat zij
zich, zooals ge zeer wel weet, Baron voor
uw geld wel eens tot eene slechte daad heeft
laten verleiden, maar onrecht kan ik toch
niet zien!" en nu sloeg zij, om meerdere
kracht aan hare woorden bij te zetten, zoo
hard mogelijk op het marmeren blad der ta
fel.
„Maar wien wordt dan onrecht aange
daan vroeg de Baron.
„Wien Niemand anders dan den student
Frans."
„Waarom bemoeit ge u met dingen, die u
niet aangaan vroeg de Baron wrevelig.
„Dingen, die mij niet aangaan, zegt ge,
Baron herhaalde Lena, „en als ik nu eens
lust kreeg om mij wel met die dingen te be
moeien, dan zoudt ge mij dat toch niet kun
nen beletten
„Denk aan den eed, dien ge gezworen
hebt zei de Baron koel.
„Als ik dien eed nu eens vergatals Lena
al de dingen, die zij weet, eens aan de groote
klok hing
„Wel, dan zou niemand haar gelooven
want uwe aanklacht zou dan immers tegen
mij gericht zijn. En denkt ge, dat de waardin
uit Het Brandewijnvat geloofd zou worden,
als zij mij, Lodewijk Baron Van Reigenhorst,
beschuldigde van iets, waarvoor geen getuigen
bestaan
„O, getuigen zeide Lena op een aarzelen
den toon,;, „als ik maar wilde, zou ik die
spoedig kunnen vinden ik behoefde slechts
naar de kerk te Katwijk te gaan en daar ze
ker graf te laten openen, dan zouden twee
doodkisten de waarheid van hetgeen ik zeide,
kunnen staven
„Twee en twintig jaren hebben die kisten
doen vermolmen, en schier niets meer is er
van te ontdekken riep Lodewijk met een
hoonenden grimlach uit.
„Terg mij niet, Baron want dan zou ik
zal ongetwijfeld grooter worden. Tc
hopen is echter, dat er meer aanvoer
op de varkensmarkt komt, opdat volks
voedsel als spek en reuzel niet nóg
duuder wordt.
Het hoofdbestuur van den Ned. Sla
gershond heeft de tegenwoordige situ
atie onder de aandacht van den Minis
ter van Economische Zaken gebracht,
in den volgenden brief
„Het hoofdbestuur van den Ned. Sla
gersbond, besprekende den toestand in
het bedrijf, c onstateerende de stijging
van den varkensprijs op de markt en
van spek en bladreuzel in den groot
handel, 'n stijging, welke zich vorige
week nog weer lieeft voortgezet, oor
deelt de situatie voor het slagersbe-
drijf onhoudbaar als den slager worax
belet, de verkoopsprijs der producten
van het varken, voornamelijk van spek
en rauwe, reuzel, te verhoogen.
Het hoofdbestuur verzoekt dan ook
de prijsverhooging, die de slager uit
zelfbehoud moet invoeren, niet als
prijsopdrijving aan te merken.
Verder dringt liet hoofdbestuur er op
aan, de heffing op gesmolten reuzel
van f 0.36 per Kg. af te schaffen, opdat
bet publiek bij de huidige schaarschte
aan vet meer tot aankoop van gesmol
ten reuzel over zal gaan. Deze vraag
klemt des te meer, omdat de Veehou
derij Centrale geen bevroren bladreu
zel meer kan leveren en de baconzou-
ters evenzeer weinig beschikbaar
hebben."
CEMENTPRIJZEN VERHOOGD
Met ingang van Zaterdag zijn de ce-
mentprijzen verhoogd met f 1 per 1000
Kg. Dit beteekent een verhooging van
bijna 10 pCt. Dit besluit heeft de ver-
Verkoopscentrale genomen gevormd
door de Eerste Nederlandsche Cement-
industrie (Enci) te Maastricht en de
Hoogovens eenerzijds, en de buitenland
schc syndicaten anderzijds.
Verder werd medegedeeld, dat tegen
deze verhooging van Regeeringswege
geen bezwaar zou bestaan.
toereikend om het gezin er behoorlijk
jvan te onderhouden en de groote vraag
is wat nu
Men zal vorige week hebben gelezen,
dat te Enkhuizen een groote boeveel
heid snoekbaars aan de afslag werd
gebracht door visschers rond het IJssel
Imeer, en ook aan de afslag te Den Oe
ver bracht een Lemster visscher 2800
'pond van dit product aan, en wij heb-
ben ons de vraag gesteld en deze ook
'tot deskundigen gericht kan deze
visscherij niet door de Wieringers wor
den uitgericht
I Zeker wel, was bet antwoord, doch
.men moet beginnen daarvoor weder
ander want aan te schaffen, z.g. sleep
net jes. Waren deze tot voor kort f 100,
j thans moet men daarvoor alweer f 300
neerleggen.
En dan moet worden verwacht, of
deze visch een bedrag opbrengt, waar
mee de visscherij loonend is. Immers,
de snoekbaars is slechts matig ge
wild.
GEMEENTE WIERINGEN
ELLENDE IN HET
VISSCHERSBEDRIJF
Iedereen, die eenigszins bekend is
met de visscherijtoestanden te Den
Oever, weet, hoe hopeloos thans dit
bedrijf er voor staat.
De haringvangst is dit jaar totaal
mislukt. Ook de paling visscher ij, waar
op ten slotte de hoop was gevestigd,
leverde geen bevredigend resultaat, en
de visschers, hoe optimistisch zij ook
zijn aangelegd, weten nu waarlijk niet
meer, wat er moet worden aangevangen
Immers, duizenden guldens zijn aan
vischwant en schepen gesjiendeerd,
velen zijn niet bij machte om rente en
aflossing te voldoen, want, de Zuider-
zeesteun die ze ontvangen is niet, eens
SNOEKBAARS MATIG GEWILD.
Een viscliboer wist ons dit ook te be
vestigen. Slechts met groote moeite
had hij enkele ponden kwijt kunnen
komen.
Toch wagen wij het te verklaren,
dat de snoekbaars gestoofd minstens
zoo lekker is als schelvisch, mits ze op
oordeelkundige wijze wordt klaarge
maakt.
Vooral moet deze visch een nacht in
't zout worden gezet, 't Publiek zal
echter .te eeniger tijd, daar zijn we van
overtuigd, deze bijzonder voedzame
visch weten te waardeeren, en we ho
pen van harte dat deze visch een be-
staansbron ook voor de Wieringer
visschers, kan worden.
BUITENLANSCH NIEUWS.
tot alles in staat zijn
„Niemand tergt u, Lena hernam de Ba
ron op een trotschen toon. „wat ik u zoo
even zeide, diende slechts om u te doen in
zien, dat ik van u niets meer te vreezen heb.
en dat het alleen uit milddadigheid en uit
medelijden met uwe klimmende jaren is, dat
ik u van tijd tot tijd eenig geld zend, om uwe
zaken te kunnen voortzetten en u op die
wijze te helpen, aan een eerlijk stukje brood
te komen."
„Gij medelijdend, -gij milddadig, ha ha
riep het wijf lachende uit, „dan moest ik u
iet kennen, Baron Van Reigenhorstik weet
maar al te goed, dat elke gulden, dien ge mij
geeft, u menigen zucht kosten wat mijne
klimmende jaren betreft, ik ben nog niet;
oud genoeg om van ouderdom te sterven ik
weet wel, dat dit u in de ziel leed doetmaar
toch wil ik het u zeggen ge zoudt gaarne
zien, dat Lena in plaats van twee en vijftig
twee en tachtig jaren telde."
„Laat ons dezen noodeloozen woordenstrijd
staken," hernam de Baron, „ik heb tijd noch
lust om er langer bij stil te staan zeg mij
daarom kortaf en in weinige woorden, waarin
het onrecht bestaat, dat men den student
Frans aandoet."
„Ge weet," zeide Lena, „dat Tigchelaar mij
van tijd tot tijd bezoekt. Hij wil mij zoodoen
de te vriend houden want al noemt men
hem ook den slimmen vos, toch doorziet Lena
zijne streken zeer goed. Als hij zijn zoon bij
zich ontbiedt, dan is „Het Brandewijnvat"
altijd de plaats der bijeenkomst. De. zoon
heeft hier wel veel tegen in te brengen want
Het Brandewijnvat is geen groote herberg,!
waar aanzienlijke lieden komen, en de zoon!
is student, en daarbij niet weinig trotsch
nu dat mag ik gaarne zien van een jong-
mensch. Maar wat de knaap er ook tegen
moge hebben om bij mij te komen, ge weet,!
dat de oude barbier geen kat zonder hand-
schoenen is, als hij begint, en altijd komt hij
dan ook met zijn vader „Het Brandewijnvat",
bezoeken. Ik weet wel, waarom dat alles ge- j
schiedtwant Lena is misschien slimmer dan
menigeen wel denkthet is om mij de oogen
te verblinden. De oude barbier snijdt dan tel
kenmale hoog op van de schatten, die de
student hem kost, en denkt daarbij, dat ik
dat alles maar zoo gereedelijk geloof Maar
ik van mijn kant geef dan bij zulke gelegen
heden aan mijne ooren den kost en hoor dan
misschien meer dan den ouden vrek lief is."
„Uw verhaal is wat langgerekt, Lena zei
dc Baron wrevelig.
„En mijn weg hier naar toe was nog veel
langer," hernam Lena „maar mijn verhaal
is spoedig ten einde. Gisteren kwam de oude
barbier opnieuw bij mij om, volgens gewoon
te, zijn zoon op te wachten, en het duurde
dan ook niet lang, of de student trad bin
nen. Daar het juist de tijd van den dag was,
waarop de ambachtslieden, de gewone klan
ten mijner herberg, aan hun werk waren,
werd mijne tegenwoordigheid geenszins in de
gelagkamer vereischtik begaf mij alzoo
naar de achterkamer, om schijnbaar het een
en ander te verrichten, maar eigenlijk om
alles te hooren, wat er in de gelagkamer zelve
gesproken werd. De barbier en de student,
meenende, dat zij alleen waren, begonnen
luider te spreken daii anders hunne gewoonte
is, en toen vernam ik, dat de oude vrek zijn
zoon weigerde, hem het noodige geld te ge
ven om advocaat te worden, ofschoon de goe
de jongen aanbood, den vrek dat geld terug
te geven, zoodra hij als advocaat iets ver
diend zou hebben."
„Inderdaad Weigerde hij het hem vroeg
Baron Lodewijk, niet zonder eenige belang
stelling in zijne stem te verraden.
„Ik ben een ronde vrouw, die van mijn
hart geen moordkuil maak," ging Lena voort,
„en daarom riep ik Tigchelaar ter zijde tegen
hem, dat het zonde en schande was, dat hij
zijn zoon niet wilde helpen, en toen dreigde
ik hem, dat ik u van zijn gedrag zou onder
richten. „Dan moet hij doen wat ik hebben
wil," riep de barbier, die wat te veel brande
wijn gedronken had want ge moet weten,
dat de student altijd een halve flesch brande
wijn voor zich en zijn vader bestelt, en of
schoon hij slechts even zijne lippen bevoch -
tigt, toch alles betaalt, terwijl de oude bar
bier altijd zorg draagt, dat er geen enkele
droppel in de kan overblijft, Nu, om op mijn
HOE GENERAAL VON FRITSCH
SNEUVELDE
Ook het artillerieregiment van gene
raal Von Fritsch moest den 22sten Sep
tember j.1. aan de doorbraak van de
laatste Poolsche verdedigingslinies
deelnemen en de generaal volgde van
de voorste linies uit de voorbereidingen
van het Duitsche offensief. Hijzelf
leidde de beschieting van een boerde
rij, omgeven door hooge hoornen, waar
de Polen 'n zwaar machinegeweer had
den geposteerd, dat 'n groote opper
vlakte van het tamelijk vlakke en
open terrein bestreek.
Nadat dit steunpunt van den vijand
in brand was geschoten, begaf de gene
raai, begeleid door een paar officieren
en soldaten, zich naar een andere
waarnemingspost van het front.
De generaal en 'n eerste luitenant
liepen voorop en bereikten als eersten
den top van 'n heuvetje. Plotseling ra
telde een machinegeweer. Het vuur
verhaal terug te komen, Tigchelaar ant
woordde „Dan moet hij maar doen wat ik
hebben wil, ik wil immers niets anders dan
zijn eigen geluk bevorderen ik wil hem rijk
maken, maar de stijfkop wil niet„Hoezoo
vroeg ik weder, „op welke wijze wilt ge.hem
rijk maken „Ik wil hem uithuwelijken aan
een meisje, dat schoon en rijk is," zeide Tig
chelaar, en nauwelijks had hij mij dit gezegd,
of ik begon hem uit te schelden van wat ben
je me, zooals het een rechtschapen vrouw be
taamt, en dreigde hem, alles aan u te zullen
zeggen, als hij niet dadelijk aan het verzoek
van den student voldeed maar hij gaf mij
ten antwoord, dat ik mij maar met mijne
eigene zaken moest bemoeien, en ziedaar al
les, wat ik u mee te deelen heb. Ik weet, wat
ge hem jaarlijks geeft, en dat hij daarvan
zeer goed de kosten van zijns zoons studiën
bestrijden kan, en dat ge niet zult gedoogen,
dat hij den student aan een meisje koppelen
zal, ik zeg koppelen, omdat Ik er veel van
houd, de dingen bij hun rechten naam te noe
men, waarvoor hij geen greintje liefde
gevoelt. Ik zeg u dat alles, omdat ik geen
onrecht dulden kan, al ben ik dan ook nog
zoo slecht."
„Ik zal zorg dragen, dat er geen onrecht
geschiedde," zei de Baron, „intusschen dank
ik u wel, beste Lena voor de moeite, die ge
u getroost hebt, om mij dit alles te komen
zeggen."
„Beste Lena mompelde de waardin uit
„Het Brandewijnvat", terwijl zij den Baron
alleen liet, „beste Lena Lena zou nog beter
zijn, als zij dood en dus zoo stom als een visch
was," en zich daarop tot den ouden Jacob
wendende, zeide zij „Ge ziet nu, vergulde
aap dat ik beter bij den Baron ontvangen
ben dan ge u voorgesteld hadt. Komaan,
knechtopen mij de deur," en met deftige
schreden verliet Lena Valkensteijn, terwijl de
oude Jacob met nauw verkropte woede de
deur zoo hard mogelijk achter haar toewierp.
Nauwelijks echter was Lena vertrokken, of de
Baron beval, zijn paard te zadelen, en reed,
zoodra aan dit bevel voldaan was, spoorslags
naar de woning van den barbier.
(Wordt vervolgd.),