30e JAARGANG DINSDAG 3 OCTOBER 1939 No. 115 NIEUWS» EN ADVERTENTIEBLAD VOOS WIERINGEN EN OMSTREKEN ALS HET GEWETEN SPREEKT. ,N.V. WACO AUTOBUSDIENSTEN W1ERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden f 1.25. UITGEVER CORN. J. BOSKER WIERINGEN. BUREAU fcllppolytushoef Wieringen Telefoon Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN Van l 5 regels Iedere regel meer i 0.50 fOAO DE HOLLANDSCHE WATERLINIE NOG STEEDS BETROUWBAAR. Velen zullen zich hebben afgevraagd of in den modernen oorlog de „Hollandsche water- linie" een paar decimeter water met mod- der er onder, tevéél om in te lqopen of te' rijden, te weinig om over te varen nog wel een doeltreffend verdedigingsmiddel is. De militaire medewerker van het Handelsblad geeft op deze vraag een bevestigend antwoord. Wanneer wij een oogenblik onze aandacht naar den wereldoorlog verplaatsen, dan den- j ken wij al dadelijk aan den IJzer. Deze niet voorbereide, op het laatste oogenblik gestel- j de, inundatie (onder waterzetting), heeft als! uiterste linkervleugel van het geallieerde! Westfront den aanloop der Duitsche leger-j korpsen tot staan gebracht. Ongeloofelij ke daden van moed en uithoudingsvermogen j zijn hier, zoowel door den aanvaller als door j de dappere Belgische verdedigers, verricht, ontelbare menschen zijn hier gesneuveld,! maar de stelling was en bleef onneembaar. I Maar ook op andere punten van het West front bleek herhaaldelijk de groote verdedi gende kracht van laag gelegen of waterrijke landen. Vrijwel steeds kwam een offensieve beweging tot staan zoodra op de landkaarten, waarop de loop der operatie werd nagegaan, de bekende blauwe arceeringen, groote water rijkheid aangevende, verschenen. Dit was zoo in den grooten krijg van voor 25 jaar, toen én infanterie èn vuurkracht én artillerie-uitwerking niet zoo veel bij de te genwoordige ten achter stonden. Blijft de vraag of de invoering der „motorstrijdkrach ten" op den grond en in de lucht de waarde der inundatiestellingen illusoir kan maken. Wat de motorvoertuigen aangaat zij kunnen zeker niet door de inundatie heen komen. Hun bewegingen zullen beperkt zijn tot die enkele droogblijvende hooge wegen en dijken, die door de inundatie heen loopen en die noch te vermijden, noch te missen zijn. Hier moet dus bijzondere aandacht worden be steed aan een volmaakte onbruikbaarmaking van die wegen voor de zware pantservoertui gen. Dat is technisch uitvoerbaar en ligt ook binnen ons vermogen. Ten deze kunnen wij dus gerust zijn. Wat de vliegtuigen betreft, deze kunnen natuurlijk over de inundatie heen vliegen, doch hebben daarna op de door onze troepen ingenomen verdedigingsstellingen niet meer uitwerking dan op elke andere stelling, in welk terrein ook. Natuurlijk is hier het woord aan onze, naar wij vertrouwen eiken dag in aantal toenemende luchtafweermiddelen, zoo wel van den grond als in de lucht, terwijl bij zondere zorg voor camoufleering der opstel lingen, als altijd, van bijzonder gewicht blijft. Zoo beschouwd, zien wij geen reden om niet als steeds een groot vertrouwen te koes teren in ons nationaal inundatiestelsel. Het water blijft onze vriend in oorlogstijd. BRABANTS WOLLENSTOFFEN- NIJVERHEID. Fabrieken werken op volle stoom. Oude orders aan oude prijzen. Grondstoffen voor half jaar. Toen in 1914 de groote oorlog uitbrak was FEUILLETON. Historische roman. 18.) Het duurde maar weinige oogenblikken, of de oude knecht kwam terug en noodigde de vrouw uit, hem te volgen, en na haar de lan ge gang doorgebracht .te hebben, deed hij eene deur aan het einde daarvan open en verzocht de vrouw, de kamer binnen te tre den, waarin de Baron zich op dit oogenblik bevond, „Ge hebt u vermeten, hier te komen, Le- na zei de Baron, toen hij zich met de vrouw, die niemand anders dan de kasteleines uit „Het Brandewijn vat" was, alleen bevond. „Wel!" antwoordde deze, terwijl zij, zon der vele plichtplegingen te maken, plaats naam, „ik heb u al verscheidene malen ver zocht, bij mij te komen, maar Mijnheer de Earon schijnt den weg naar „Het Brandewijn- vat" vergeten te hebben." „Ge begrijpt toch wel, Lena dat er gewich tige redenen moeten bestaan, waarom ik u niet kom bezoeken," zei de Baron, „hoe lich telijk zou men mij kunnen ontdekken en „Nu ja, ik begrijp u, en daarom ben ik zelf maar naar u toe gekomen „Om welke redenen „Om zeer gewichtige „Het zal wel weer het oude liedje zijn," zei de Baron, „gebrek aan sterken drankschul den, die betaald moeten worden, en „Schulden, nu ja, wie heeft dan geen schul den En dat de drank mooi begint te min deren, en dat het mij aan geld ontbreekt om een nieuwen voorraad in te slaan, en dat een vijf en twintig gulden mij dus zeer welkom zouden zijn, wil ik niet ontkennen maar nu voert mij iets geheel anders tot u „Zoo wees dan kortwant ik heb niet veel de Brabantsche wollenstoffenindustrie vrij wel dadelijk ontredderd. In bestelling en uit voering zijnde orders werden onmiddellijk geanuleerd en in weinige weken trad er een groote werkloosheid in. In tegenstelling met toen, is er thans een groote vraag naar allerlei wollenstoffen-pro- ducten ontstaan. Met het gevolg, dat alle fabrieken thans op volle stoom, de meeste met twee ploegen, werken. De eenige moei lijkheid welke zich daarbij voordoet is een nijpend gebrek aan geschikte arbeidskrachten. Zoo zelfs, dat vaak menschen van 50 en 60 jaar in dienst moeten worden genomen, die in geen jaren aan den weefstoel hebben ge staan. Almetal kan het aantal personen, dat in de textielfabrieken werkt gerust op ruim 7000 worden geschat een getal, dat wellicht tevoren nooit bereikt is. De vraag is echter of dit zoo zal kunnen worden volgehouden. Dat hangt van den grondstoffenvoorraad, maar vooral van den aanvoer af. Wanneer de drukte ietwat afneemt, en weer dus meer tot eenigszins normalen werk tijden dus niet meer met twee ploegen kan worden teruggekeerd, is er naar ruwe schatting nog voor zes maanden grondstof fen (wol, katoen enz). Alleen het kamgaren en allerlei materiaal voor damesstoffen (bou clé, chenille enz.) en fantasie-heerenstoffen, zijn nu reeds zeer schaarsch. België b.v. heeft den export van kamgarens, die hier in Neder land slechts zeer onvoldoende gesponnen worden, voorloopig stopgezet. Wat den overigen wol-aanvoer aangaat uit landen als Australië, Britsch-Indië de Kaapkolonie, Argentinië, Zuid-Amerika e.a. ook die is, door Engeland voor het oogen blik, vrijwel geheel stopgelegd. Niet dat En geland geen doorvoer naar Nederland toe staat, maar we moeten het zelf komen halen, en dat brengt haast onoverkomelijke moei lijkheden mede weinig scheepvaart, ver hoogde transportkosten, aanzienlijke premies voor molestrisico. Dan is er nog wel de inlandsche grove (schapen)wol, maar deze wordt zoo goed als geheel voor het leger gevorderd. Intusschen wordt de voorraad wollenstof- fen en confectie voor de Nederlandsche markt, toch nog wel eenigszins aangevuld door invoer uit Duitschland, welke goederen aanvankelijk bestemd waren voor de oorlog voerende landen! Wat nu de verhouding tusschen grossiers en winkeliers en de fabrikanten betreft, kan worden medegedeeld, dat de meeste groote orders aanzienlijk moeten worden ingeperkt en er pas levering wordt gegarandeerd, in dien zekerheid .bestaat, dat er voor volgende orders de noodige grondstoffen in voorraad zijn of kunnen worden aangekocht. Om een denkbeeld te geven van dezen prij- zenoploop, dient er op gewezen, dat artikelen, waarin kamgarens zijn verwerkt 80 tot 100% stijgen en de overige wollenstoffen-goederen met 50% omhoog gaan. Voor een deel is die prijsverhooging ook toe te schrijven aan de ingevoerde verplichting voor de fabrikanten om alles a contant te betalen hetgeen een belangrijke kapitaalsin- vestatie beteekent. Hunnerzijds hebben de industrieelen, onder deze omstandigheden en om zich ook nog tegen mogelijke wanbe talingen uit anderen hoofde te dekken, aan de cliëntèle een betaling op acht dagen voorgeschreven. België eischte zelfs, toen de export nog voortging, betaling te Brussel vóór de verzending. Hoezeer intusschen de Tilburgsche wollen- stoffenfabrikanten de ontwikkeling van den toestand nog met het noodige optimisme te gemoet zien, blijkt wel uit het feit, dat zij op het oogenblik zich in België voorzien van al lerlei spinnerij-machines, welke door het uit voerende land oorspronkelijk voor de z.g. „randstaten" waren bestemd. RINNENLANDSCH NIEUWS. MET ENGELSCHE VLAGGEN GEREDEN j De Amersfoortsche politie heeft te gen 'n autobestuurder uit Hilversum proces-verbaal opgemaakt, daar deze twee Engelsche vlaggen op zijn auto had gemonteerd en daarmede op den openbaren weg had gereden. De be- bestuurder had zulks gedaan ter aan beveling van zijn anthraciet welke uit Engeland komt. De vlaggen zijn in be slag genomen.. PRIJZEN VAN VARKENS ZIJN GESTEGEN. Daarom moeten sjiek en reu zel duurder worden, i Het bereau van den Ned. Slagers- bond schrijft De positie van de slachtveëmarkt "is aldus, dat de rundveeprijzen vrij sta biel zijn, zoodat de slagers de rund- vleeschprijzen op het oogenblik NIET behoeven te verhoogen. Anders ligt de verhouding bij de varkensprijzen. De prijzen zijn ruim 10 cents per Kg. gestegen. Ook j.1. Vrij dag is de varkensmarkt te Leeuwarden weer hooger in prijs geweest. De vraag geldt vooral spek, reuzel en vette snippers (de laatste voor de vleeschwarenindustrie.) De prijsverhooging, die de slager noodgedwongen MOET invoeren, mag dan ook NIET als prijsopdrijving wor den aangemerkt. De Regeering heeft geprobeerd in de behoefte aan reuzel en spek te voorzien door bevroren reuzel en bevroren varkens beschik baar te stellen. De voorraad bevroren reuzel der Veehouderij Centrale onge veer (165.000 Kg.) is inmiddels reeds opgeruimd. j Bevroren varkens zijn er nog genoeg, doch het bevroren varkensvleesch Iaat 'zich niet gemakkelijk verwerken voor winkelverkoop. De vraag: van de zijde der slagers is dan ook niet groot, maar Met ingang van Maandag 11 Sept. op alle lijnen gewijzigde dienstregeling. Dienstregeling verkrijgbaar a 2 cent. tijd om mij lang met u bezig te houden „Niet langer dan noodig is," hernam Lena eenigszins geraakt. „Ik weet wel, dat Lena uit „Het Brandewijnvat" juist in geen goeden reuk staat en dat men haar een helleveeg noemt en zegt, dat zij nu en dan wel eens een glaasje drinkt te veel drinkt, en dat zij zich, zooals ge zeer wel weet, Baron voor uw geld wel eens tot eene slechte daad heeft laten verleiden, maar onrecht kan ik toch niet zien!" en nu sloeg zij, om meerdere kracht aan hare woorden bij te zetten, zoo hard mogelijk op het marmeren blad der ta fel. „Maar wien wordt dan onrecht aange daan vroeg de Baron. „Wien Niemand anders dan den student Frans." „Waarom bemoeit ge u met dingen, die u niet aangaan vroeg de Baron wrevelig. „Dingen, die mij niet aangaan, zegt ge, Baron herhaalde Lena, „en als ik nu eens lust kreeg om mij wel met die dingen te be moeien, dan zoudt ge mij dat toch niet kun nen beletten „Denk aan den eed, dien ge gezworen hebt zei de Baron koel. „Als ik dien eed nu eens vergatals Lena al de dingen, die zij weet, eens aan de groote klok hing „Wel, dan zou niemand haar gelooven want uwe aanklacht zou dan immers tegen mij gericht zijn. En denkt ge, dat de waardin uit Het Brandewijnvat geloofd zou worden, als zij mij, Lodewijk Baron Van Reigenhorst, beschuldigde van iets, waarvoor geen getuigen bestaan „O, getuigen zeide Lena op een aarzelen den toon,;, „als ik maar wilde, zou ik die spoedig kunnen vinden ik behoefde slechts naar de kerk te Katwijk te gaan en daar ze ker graf te laten openen, dan zouden twee doodkisten de waarheid van hetgeen ik zeide, kunnen staven „Twee en twintig jaren hebben die kisten doen vermolmen, en schier niets meer is er van te ontdekken riep Lodewijk met een hoonenden grimlach uit. „Terg mij niet, Baron want dan zou ik zal ongetwijfeld grooter worden. Tc hopen is echter, dat er meer aanvoer op de varkensmarkt komt, opdat volks voedsel als spek en reuzel niet nóg duuder wordt. Het hoofdbestuur van den Ned. Sla gershond heeft de tegenwoordige situ atie onder de aandacht van den Minis ter van Economische Zaken gebracht, in den volgenden brief „Het hoofdbestuur van den Ned. Sla gersbond, besprekende den toestand in het bedrijf, c onstateerende de stijging van den varkensprijs op de markt en van spek en bladreuzel in den groot handel, 'n stijging, welke zich vorige week nog weer lieeft voortgezet, oor deelt de situatie voor het slagersbe- drijf onhoudbaar als den slager worax belet, de verkoopsprijs der producten van het varken, voornamelijk van spek en rauwe, reuzel, te verhoogen. Het hoofdbestuur verzoekt dan ook de prijsverhooging, die de slager uit zelfbehoud moet invoeren, niet als prijsopdrijving aan te merken. Verder dringt liet hoofdbestuur er op aan, de heffing op gesmolten reuzel van f 0.36 per Kg. af te schaffen, opdat bet publiek bij de huidige schaarschte aan vet meer tot aankoop van gesmol ten reuzel over zal gaan. Deze vraag klemt des te meer, omdat de Veehou derij Centrale geen bevroren bladreu zel meer kan leveren en de baconzou- ters evenzeer weinig beschikbaar hebben." CEMENTPRIJZEN VERHOOGD Met ingang van Zaterdag zijn de ce- mentprijzen verhoogd met f 1 per 1000 Kg. Dit beteekent een verhooging van bijna 10 pCt. Dit besluit heeft de ver- Verkoopscentrale genomen gevormd door de Eerste Nederlandsche Cement- industrie (Enci) te Maastricht en de Hoogovens eenerzijds, en de buitenland schc syndicaten anderzijds. Verder werd medegedeeld, dat tegen deze verhooging van Regeeringswege geen bezwaar zou bestaan. toereikend om het gezin er behoorlijk jvan te onderhouden en de groote vraag is wat nu Men zal vorige week hebben gelezen, dat te Enkhuizen een groote boeveel heid snoekbaars aan de afslag werd gebracht door visschers rond het IJssel Imeer, en ook aan de afslag te Den Oe ver bracht een Lemster visscher 2800 'pond van dit product aan, en wij heb- ben ons de vraag gesteld en deze ook 'tot deskundigen gericht kan deze visscherij niet door de Wieringers wor den uitgericht I Zeker wel, was bet antwoord, doch .men moet beginnen daarvoor weder ander want aan te schaffen, z.g. sleep net jes. Waren deze tot voor kort f 100, j thans moet men daarvoor alweer f 300 neerleggen. En dan moet worden verwacht, of deze visch een bedrag opbrengt, waar mee de visscherij loonend is. Immers, de snoekbaars is slechts matig ge wild. GEMEENTE WIERINGEN ELLENDE IN HET VISSCHERSBEDRIJF Iedereen, die eenigszins bekend is met de visscherijtoestanden te Den Oever, weet, hoe hopeloos thans dit bedrijf er voor staat. De haringvangst is dit jaar totaal mislukt. Ook de paling visscher ij, waar op ten slotte de hoop was gevestigd, leverde geen bevredigend resultaat, en de visschers, hoe optimistisch zij ook zijn aangelegd, weten nu waarlijk niet meer, wat er moet worden aangevangen Immers, duizenden guldens zijn aan vischwant en schepen gesjiendeerd, velen zijn niet bij machte om rente en aflossing te voldoen, want, de Zuider- zeesteun die ze ontvangen is niet, eens SNOEKBAARS MATIG GEWILD. Een viscliboer wist ons dit ook te be vestigen. Slechts met groote moeite had hij enkele ponden kwijt kunnen komen. Toch wagen wij het te verklaren, dat de snoekbaars gestoofd minstens zoo lekker is als schelvisch, mits ze op oordeelkundige wijze wordt klaarge maakt. Vooral moet deze visch een nacht in 't zout worden gezet, 't Publiek zal echter .te eeniger tijd, daar zijn we van overtuigd, deze bijzonder voedzame visch weten te waardeeren, en we ho pen van harte dat deze visch een be- staansbron ook voor de Wieringer visschers, kan worden. BUITENLANSCH NIEUWS. tot alles in staat zijn „Niemand tergt u, Lena hernam de Ba ron op een trotschen toon. „wat ik u zoo even zeide, diende slechts om u te doen in zien, dat ik van u niets meer te vreezen heb. en dat het alleen uit milddadigheid en uit medelijden met uwe klimmende jaren is, dat ik u van tijd tot tijd eenig geld zend, om uwe zaken te kunnen voortzetten en u op die wijze te helpen, aan een eerlijk stukje brood te komen." „Gij medelijdend, -gij milddadig, ha ha riep het wijf lachende uit, „dan moest ik u iet kennen, Baron Van Reigenhorstik weet maar al te goed, dat elke gulden, dien ge mij geeft, u menigen zucht kosten wat mijne klimmende jaren betreft, ik ben nog niet; oud genoeg om van ouderdom te sterven ik weet wel, dat dit u in de ziel leed doetmaar toch wil ik het u zeggen ge zoudt gaarne zien, dat Lena in plaats van twee en vijftig twee en tachtig jaren telde." „Laat ons dezen noodeloozen woordenstrijd staken," hernam de Baron, „ik heb tijd noch lust om er langer bij stil te staan zeg mij daarom kortaf en in weinige woorden, waarin het onrecht bestaat, dat men den student Frans aandoet." „Ge weet," zeide Lena, „dat Tigchelaar mij van tijd tot tijd bezoekt. Hij wil mij zoodoen de te vriend houden want al noemt men hem ook den slimmen vos, toch doorziet Lena zijne streken zeer goed. Als hij zijn zoon bij zich ontbiedt, dan is „Het Brandewijnvat" altijd de plaats der bijeenkomst. De. zoon heeft hier wel veel tegen in te brengen want Het Brandewijnvat is geen groote herberg,! waar aanzienlijke lieden komen, en de zoon! is student, en daarbij niet weinig trotsch nu dat mag ik gaarne zien van een jong- mensch. Maar wat de knaap er ook tegen moge hebben om bij mij te komen, ge weet,! dat de oude barbier geen kat zonder hand- schoenen is, als hij begint, en altijd komt hij dan ook met zijn vader „Het Brandewijnvat", bezoeken. Ik weet wel, waarom dat alles ge- j schiedtwant Lena is misschien slimmer dan menigeen wel denkthet is om mij de oogen te verblinden. De oude barbier snijdt dan tel kenmale hoog op van de schatten, die de student hem kost, en denkt daarbij, dat ik dat alles maar zoo gereedelijk geloof Maar ik van mijn kant geef dan bij zulke gelegen heden aan mijne ooren den kost en hoor dan misschien meer dan den ouden vrek lief is." „Uw verhaal is wat langgerekt, Lena zei dc Baron wrevelig. „En mijn weg hier naar toe was nog veel langer," hernam Lena „maar mijn verhaal is spoedig ten einde. Gisteren kwam de oude barbier opnieuw bij mij om, volgens gewoon te, zijn zoon op te wachten, en het duurde dan ook niet lang, of de student trad bin nen. Daar het juist de tijd van den dag was, waarop de ambachtslieden, de gewone klan ten mijner herberg, aan hun werk waren, werd mijne tegenwoordigheid geenszins in de gelagkamer vereischtik begaf mij alzoo naar de achterkamer, om schijnbaar het een en ander te verrichten, maar eigenlijk om alles te hooren, wat er in de gelagkamer zelve gesproken werd. De barbier en de student, meenende, dat zij alleen waren, begonnen luider te spreken daii anders hunne gewoonte is, en toen vernam ik, dat de oude vrek zijn zoon weigerde, hem het noodige geld te ge ven om advocaat te worden, ofschoon de goe de jongen aanbood, den vrek dat geld terug te geven, zoodra hij als advocaat iets ver diend zou hebben." „Inderdaad Weigerde hij het hem vroeg Baron Lodewijk, niet zonder eenige belang stelling in zijne stem te verraden. „Ik ben een ronde vrouw, die van mijn hart geen moordkuil maak," ging Lena voort, „en daarom riep ik Tigchelaar ter zijde tegen hem, dat het zonde en schande was, dat hij zijn zoon niet wilde helpen, en toen dreigde ik hem, dat ik u van zijn gedrag zou onder richten. „Dan moet hij doen wat ik hebben wil," riep de barbier, die wat te veel brande wijn gedronken had want ge moet weten, dat de student altijd een halve flesch brande wijn voor zich en zijn vader bestelt, en of schoon hij slechts even zijne lippen bevoch - tigt, toch alles betaalt, terwijl de oude bar bier altijd zorg draagt, dat er geen enkele droppel in de kan overblijft, Nu, om op mijn HOE GENERAAL VON FRITSCH SNEUVELDE Ook het artillerieregiment van gene raal Von Fritsch moest den 22sten Sep tember j.1. aan de doorbraak van de laatste Poolsche verdedigingslinies deelnemen en de generaal volgde van de voorste linies uit de voorbereidingen van het Duitsche offensief. Hijzelf leidde de beschieting van een boerde rij, omgeven door hooge hoornen, waar de Polen 'n zwaar machinegeweer had den geposteerd, dat 'n groote opper vlakte van het tamelijk vlakke en open terrein bestreek. Nadat dit steunpunt van den vijand in brand was geschoten, begaf de gene raai, begeleid door een paar officieren en soldaten, zich naar een andere waarnemingspost van het front. De generaal en 'n eerste luitenant liepen voorop en bereikten als eersten den top van 'n heuvetje. Plotseling ra telde een machinegeweer. Het vuur verhaal terug te komen, Tigchelaar ant woordde „Dan moet hij maar doen wat ik hebben wil, ik wil immers niets anders dan zijn eigen geluk bevorderen ik wil hem rijk maken, maar de stijfkop wil niet„Hoezoo vroeg ik weder, „op welke wijze wilt ge.hem rijk maken „Ik wil hem uithuwelijken aan een meisje, dat schoon en rijk is," zeide Tig chelaar, en nauwelijks had hij mij dit gezegd, of ik begon hem uit te schelden van wat ben je me, zooals het een rechtschapen vrouw be taamt, en dreigde hem, alles aan u te zullen zeggen, als hij niet dadelijk aan het verzoek van den student voldeed maar hij gaf mij ten antwoord, dat ik mij maar met mijne eigene zaken moest bemoeien, en ziedaar al les, wat ik u mee te deelen heb. Ik weet, wat ge hem jaarlijks geeft, en dat hij daarvan zeer goed de kosten van zijns zoons studiën bestrijden kan, en dat ge niet zult gedoogen, dat hij den student aan een meisje koppelen zal, ik zeg koppelen, omdat Ik er veel van houd, de dingen bij hun rechten naam te noe men, waarvoor hij geen greintje liefde gevoelt. Ik zeg u dat alles, omdat ik geen onrecht dulden kan, al ben ik dan ook nog zoo slecht." „Ik zal zorg dragen, dat er geen onrecht geschiedde," zei de Baron, „intusschen dank ik u wel, beste Lena voor de moeite, die ge u getroost hebt, om mij dit alles te komen zeggen." „Beste Lena mompelde de waardin uit „Het Brandewijnvat", terwijl zij den Baron alleen liet, „beste Lena Lena zou nog beter zijn, als zij dood en dus zoo stom als een visch was," en zich daarop tot den ouden Jacob wendende, zeide zij „Ge ziet nu, vergulde aap dat ik beter bij den Baron ontvangen ben dan ge u voorgesteld hadt. Komaan, knechtopen mij de deur," en met deftige schreden verliet Lena Valkensteijn, terwijl de oude Jacob met nauw verkropte woede de deur zoo hard mogelijk achter haar toewierp. Nauwelijks echter was Lena vertrokken, of de Baron beval, zijn paard te zadelen, en reed, zoodra aan dit bevel voldaan was, spoorslags naar de woning van den barbier. (Wordt vervolgd.),

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1939 | | pagina 1