30e JAARGANG
DONDERDAG 5 OCTOBER 1939
No. 116
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
ËB
ALS HET GEWETEN
SPREEKT.
N.V. WACO AUTOBUSDIENSTEN
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden f 1.25.
r
BUREAU
ADVERTENTIëN
UITGEVER
n
Hlppolytushoel Wielingen
Van 1 5 regels
f 0.50
CORN J BOSKER WIERINGEN
Telefoon Intercomm. No. 19.
Iedere regel me*r
fO.XO
URK GEEN EILAND MEER.
Historisch oogenblik op de wateren
van het IJsselmeer.
De dijk van De Lemmer naar Urk werd
gesloten. Burgemeesters van de twee nu
verbonden gemeenten reikten elkaar de hand.
Einde van een duizendjarig isolement.
WIL HET EILAND BIJ FRIESLAND?
Het was een indrukwekkend oogenblik toen
Dinsdagmiddag om zestien minuten voor drie
ën de laatste kluit keileem het laatste gat in
den 24 kilometer langen dijk dichtgooide, ten
gevolge waarvan Urk na een bestaan als
zoodanig van omstreeks duizend jaren op
hield een eiland te zijn. De burgemeesters
van twee gemeenten, die gedurende die tien
eeuwen door het breede water gescheiden
waren geweest, traden op dat oogenblik op
elkaar toe om elkander de hand te drukken.
Zij maakten daarmede een symbolisch ge
baar van diepe historische beteekenis en het
gezelschap, dat daarbij tegenwoordig was,
bleek zich dat welbewust te zijn.
Groot was dat gezelschap niet. Groot kon
het ook niet zijn, want voor gewone sterve
lingen was de plaats dezer gebeurtenis wel
haast onbereikbaar. De dijk van De Lemmer
naar het Zuiden en die van Urk naar het
Noorden ontmoetten elkaar ongeveer tien
kilometer benoorden dit eiland en dus veertien
kilometer van het stadje op de kust. Van den
eenen kant was het dus ruim anderhalf uur
en van de andere zijde bijna drie uur gaans.
De aanwezigen bestonden dan ook louter uit
personen, die uit hoofde van hun werkzaam
heden daar aanwezig waren, en een aantal
genoodigden. Uit De Lemmer was de burge
meester van Lemsterland, mr. M. Krijger, met
een klein aantal andere belangstellenden ge
komen in versierde vaartuigen. Van Urk was
de groote salonboot „Directeur-Generaal jhr.
Von Geusau" uitgevaren met gasten van het
Hollandsch Aannemingsbedrijf Zanen Ver
stoep, onder wie zich de burgemeester van
het eiland, de heer G. Keijzer, met eenige no
tabelen bevond, benevens vertegenwoordigers
van den Dienst der Zuiderzewerken.
De wijde wateren geleken wijder dan ooit
onder het gulle najaarszonlicht, dat den ge
zichtseinder naar drie kanten tot over de
kusten van het meer had doen verschuiven.
In het Westen doemden de torens van Enk
huizen, in het Noorden priemde de schoor
steen van het Tacozij lgemaal en in hét Oos
ten was het geboomte van Zwartsluis en Vol
lenhoven waar te nemen. Het was een onge
meen schoone dag
Verdwijnende opening.
Had het Syndicaat N.O.P. het veertien kilo
meter lange dijksvak van De Lemmer naar
het Zuiden kort tevoren voltooid, De Haag-
sche firma Zanen Verstoep, die van Urk af
in Noordelijke richting had opgewerkt, zou
nu het laatste gat in den dijk dichten. Nog
zeven meter lang was het om twee uur in
den middag, toen de kranen met de grijpers
FEUILLETON.
even stil waren gezetzeven meter, op het
oog geschat. Ter weerskanten strekte zich het
dijklichaam uit, keileem vooraan, gladafge
werkte glooiing met zinkstukken en basalt
verderop.
Om kwart over twee vatte de stoommachi
ne van een groote kraan knerpend en sissend
haar onderbroken arbeid weer.
De Sliedrechtsche polderjongens op den dijk
aan beide zijden keken toe. En de Urksche
bakschippers waren vol aandacht. Zij besef
ten wat het beteekende een 25 kilometer
langen dijk te voltooien Weer draaide de
kraan heen en weer en opnieuw viel er kei
leem in het gat.
Bij den achtsten keer was het gat reeds tot
de helft verkleind. Nu werd het keileem ech
ter boven op de vorige worpen neergevlijd.
De kraandrijver bespeelde zijn instrument op
een meesterlijke wijze. Hij wist hoe hij een
goed sloteffect moest bereiken. Van weerskan
ten wierp hij den keileemdam tot zeker twee
meter boven den waterspiegel op en telkens
liet hij weer opnieuw leem op dezelfde plaat
sen vallen, zoodat het steeds kleiner worden
de gat langzaam maar zeker dichtgeschoven
werd door de zichzelf voortdurend opduwende
vette substantie. Het was spannend
Men telde de grepen 26 nog niet, 27
nog niet, 28 nog niet, 29 nog niet
Bij 30 een wankele zuil van keileem, die
omviel, maar nog het gat niet dichtte
Bij 31 een worp in het gat, maar zonder
het water te scheiden.
Bij 32 een worp bovenop den dam, die
geen zichtbare verschuiving deed ontstaan
Bij 33 de laatste beslissende worp in de
tot enkele decimeters dichtgeschoven ope
ning
Nu was de spanning gebroken Hoeden
gingen af. Hoerageroep weerklonk. Stoomflui
ten werden opengetrokken. Sirenes hieven een
oorverdoovend lawaai aan. Een volle minuut
lang klonk het luide geloei over de wijde
wateren. Tot in verren omtrek moet het te
hoor en zijn geweest. Op Urk, tien kilometer
afstand dus, had men het inderdaad gehoord.
En een actieve geest had van daar af de
meest-belangstellenden op den vasten wal in
kennis gesteld van de groote gebeurtenis. Men
keek op zijn horloge zestien minuten voor
drieën op den derden October van het jaar
1939, bleek de dijk te zijn gesloten.
Er sneed iets door het hart van de Urkers,
die dit zagen. Zij wisten', dat hun duizendja
rig eiland nu geen eiland meer was. En zij
waren er stil van.
Het geloei stierf af. Van weerszijden werden
werkplanken uitgelegd over de vette keileem
en aan beide zijden stonden twee gelaarsde
heeren gereed om elkander te voet tegemoet
te tredenhet waren ten Noorden mr. M.
Krijger, burgemeester van Lemsterland waar
toe De Lemmer behoort), en ten Zuiden de
heer G. Keijzer, burgemeester van Urk. Zoo
dra de planken gereed lagen waagden zij de
hachelijke wandeling boven de glibberige
massa. Het dient gezegd, dat zij haar beiden
tot een voortreffelijk einde brachten.
Boven het nu gedichte sluitgat drukten zij
elkander hartelijk de hand en zeeden elkan
der iets vriendelijks. Zij waren buren gewor
Historische roman.
1»)
Onderweg ontmoette hij Luitenant
Walraven, die vergezeld van zijn
vriend, den student, hem tegemoet
reed.
Eene onaangename uitdrukking ver
spreidde zich over het gelaat van den
Baron, toen hij den student gewaar
werd want deze was immers getuige
geweest van de vreeselijke gemoeds
gesteldheid, waarin hij zich geduren
de den nacht, dien de student op het
kasteel doorbracht, bevonden had.
Hij groette de beide ruiters met zijne
gewone koele hoffelijkheid, toen hij
hen voorbijreed, maar, alsof hij zich
eensklaps bedacht, wendde hij zijn
paard en zeide
„Rijden de heeren naar Valken-
stein en toen hij op deze vraag een
bevestigend antwoord kreeg, werd de
ontevredene uitdrukking van zijn ge
laat nog duidelijker. Evenwel liet hij
er op 'n vriendelijken toon op volgen
„Inderdaad, mijne Heeren, het doet
mij leed, dat ik niet vooraf van uwe
komst onderricht was ik had het
kasteel dan zeker niet verlaten want
het genoegen u daar te zien, zou
mij teruggehouden hebben, en waren
de redenen, waarom ik mij thans op
weg bevind, niet zoo gewichtig, ik zou
nog terstond met u terugkeeren
„Wij houden ons van uwe welwil
lendheid overtuigd, Baronzeide
Jonker Walraven en vroeg toen, of de
Overste zich op Valkenstein bevond,
welke vraag toestemmend door den Ba
ron beantwoord werd, die daarop zijn
weg naar de woning van den barbier
vervolgde.
VIII.
den hun gemeenten grensden nu aan elkaar.
Op dat oogenblik riep een Urker luidkeels
Fryslan boppe
Zoo werd op plechtige en op minder cere-
monieele wijze de verbroedering van de ei
landers met de kust tezelfdertijd onder woor
den gebracht. Het was een oogenblik, waarin
iets ontastbaars verloren ging voor de Urkers,
maar waarin ook iets gewonnen werd. En
blijkbaar wist men, zich schikkende in het
onvermijdelijk gewordende, den blik toch
ook wel op de hoopvolle toekomst te richten.
Vooral de jeugd van Urk gaf daarvan blijk
namens haar plantte een Urksche schoone in
de schilderachtige historische kleedij van het
eiland een vlaggemast met de Nederlandsche
driekleur en het Urksche blauw-wit.
Vreugde op Urk.
Urk heesch de vlag
Urk wist zich dus toch ook wel te verheu
gen in dit feit. Dit was misschien wel het
merkwaardigste accent van de even sobere
als zinrijke plechtigheid, die overigens hier
mede nog niet ten einde was. De beide burge
meesters klommen op den grooten bok en
staande naast elkaar op een verhooging wis
selden zij daar vriendelijke woorden uit.
Dit was het oogenblik, aldus de heer Keij
zer, waarop Urk na duizend jaar een eiland
te zijn geweest, een schiereiland is geworden.
De veranderingen voltrekken zich nu snel.
Binnen twee jaar zal het naar twee kanten
met den vasten wal verbonden zijn. Sommigen
hadden liever gehad, dat dit niet was ge
beurd het is begrijpelijk. Het isolement
heeft echter naast een lichtzijde een gevaar
lijken kant. De lichtzijde vertoont gemoede
lijkheid, tevredenheid met een sobere leef
wijze, religieuze inslag, liefde voor de oude
kleederdracht en handhaving van het vrije
beroep in de ruimte. De gevaarlijke kant is
de afwezigheid van correctie op de volksge
breken. Mogen de Urkers hun goede eigen
schappen bewaren, moge de kwade afnemen
door den invloed van buiten.
De overgang van visscherseiland naar pol
derdorp, zoo ging hij voort, is moeilijk geweest,
maar de regeering heeft Urk niet in den
steek gelaten. Dat moeten wij dankbaar er
kennen. Dank zij den drukken werkzaamhe
den bij den aanleg van de dijken was er in de
laatste jaren van April tot December geen
werkloosheid op Urk. Ja, de jongste jaarre
kening der gemeente vertoonde zelfs een
voordeelig saldo
Als de vrede in Europe weerkeert en er
weer normale toestanden ontstaan, zullen de
Urkers straks ook in den polder hun brood
kunnen verdienen als middenstanders, als
landbouwers of als ambachtslieden. Het on
derwijs zal daartoe siu reeds aangepast moe-
Met ingang van Maandag 11 Sept. op
alle lijnen gewijzigde dienstregeling.
Dienstregeling verkrijgbaar a 2 cent.
„Klopt u het hart niet van vreugde,
Frans hij de gedachte, dat elke stap
onzer paarden u nader brengt aan het
paleis uwer toovernimf, die u door
hare bekoorlijkheden gekluisterd
heeft Waarlijk, ge zijt gelukkig, bes
te vriend want het is u vergund, vrij
en ongedwongen het voorwerp uwer
teedere liefde te mogen aanschou
wen, terwijl de draak, - neem mij niet
kwalijk, dat ik uw vader schertsen
derwijs zoo noem, - mij belet, mijn
schat te naderen."
,Maar ge weet, dat ge bemind wordt,
en die gedachte moet u troosten over
het gemis, uwe lieve Julia te zien.
Maar bemint men mij Zou Jonk
vrouw Ida den zoon van 'n dorpsbar
bier beminnen Zeker zou ik er beter
aan doen, u niet naar Valkenstein te
volgen want waartoe dient het, een
schat, waarnaar men reikhalst, te be
wonderen, en te weten, dat men dien
nimmer de zijne noemen kan O, ik
ben in den toestand van een Tantalus
gebracht, die de schoonste vruchten,
het helderste water vóór zich ziet, en
en toch zijn honger niet stillen, zijn
dorst niet lesschen mag."
„Ik weet niet, wie Tantalus was",
zeide Walraven, „maar ik had gedacht,
dat de studenten moediger mannen wa
ren. Van het voorwerp hunner liefde
verwijderd, brieschen zij als moedige
leeuwen maar bij elke schrede, die
èen nader aan de plaats brengt, waar
die schoonheid het vuur harer oogen
uitstraalt, daalt die snoevende moed
met reuzenschreden."
„O als ik in rang met haar gelijk
stond, Walraven maar ge weet, wie
ik ben. Zou mijne liefde haar niet be-
leedigen
Men beleedigt eene vrouw nooit, door
tegen haar te zeggen „Ik bemin u."
Liefde op te wekken is de grootste zelf
ten worden. Overdreven voorstellingen zullen
wij ons niet maken maar wij zullen wakker
en werkzaam blijven. Zoo behoeft de toekomst
voor Urk niet somber te worden ingezien. Wij
heffen de vlag vandaag, zoo besloot spr.,
want wij hebben reden tot blijdschap
Mr. Krijger antwoordde hierop met de
beste wenschen te uiten voor de ontwikkeling
van de vriendschapsbanden tusschen Urk en
Lemsterland, welke beide gemeenten het eerst
profijt trekken van den in aanleg zijnden
polder. Mocht gij niet bij Noord-Holland in
gedeeld blijven, zoo zeide hij nog, dan doet
het mij een groot genoegen te hebben gelezen,
dat gij het liefst aangesloten zoudt willen
worden bij Friesland. Wij zuilen u dan als
Friezen met open armen ontvangen, en gij
zult van die verandering nooit spijt hebben
Er volgde hartelijke instemming met beider
toespraken. Toen ging men uiteen.
Een uur later lagen de wateren van het
IJsselmeer weer wijd onder de dalende na
middagzon. Het beeld was er slechts weinig
veranderd. Maar de beteekenis van die ge
ringe verandering was heel, heel groot
Alg. Handelsbl.
CRISIS - BUREAU.
DENATURATIE VAN AARDAPPELEN DOOR
MIDDEL VAN STOOMEN.
De Minister van Economische Zaken maakt
bekend, dat in afwachting van een definitieve
regeling ten aanzien van denaturatie van
aardappelen een tijdelijke voorziening zal
worden getroffen. Of een denaturatie toeslag
zal worden verleend staat thans nog niet'
vastbinnenkort zal hierover een beslissing
worden genomen. In afwachting daarvan is,
om eventueel voor steun in aanmerking te
komen denaturatie door middel van steken
of prikken voorshands niet toegestaan. Wel
zal met ingang van 3 October 1939 de gele
genheid tot denaturatie van aardappelen door
middel van stoomen onder toezicht voor
iedereen bij een provinciale landbouw-crisis-
organisatie of bij de Nederlandsche Akker-
bouwcentrale aangesloten georganiseerde
openstaan. De denaturatie dient te geschie
den met inachtneming van de bepalingen van
de dezer dagen te publiceeren Crisis-Steunbe-
schikking 1939, Aardappelen I (Oogst 1939)
en het daarbij behoorende Reglement Steun
Aardappelen Oogst 1939. De aanvrage kan
worden ingediend bij de betreffende provin
ciale landbouw-crisis-organisatie. Voor de
aanvraag der daturatie zal de toezichthou
dende ambtenaar beslissen, hoe groot het
gedeelte tarra is, waarop in geen geval steun
zal kunnen worden verleend. Mede komen
nimmer voor steun in aanmerking die par
tijen, welke zoodanig door ziekte zijn aange
tast, dat zij niet meer voor veevoeder kunnen
dienen of niet voldoen aan nader door de
Nederlandsche Akkerbouwcentrale ten aan
zien van de bepaling der tarra te stellen
eisehen. Als tarra zullen onder meer worden
beschouwd aardappelen, welke kunnen vallen
door een opening van 1225 mm2.
Indien de georganiseerde zich niet kan
vereenigen met de beslissing van den toezicht-
houdenden ambtenaar, bestaat de mogelijk
heid van beroep op de Nederlandsche Akker
bouwcentrale.
Vroege aardappelen kunnen ook worden
gedenatureerd. Fabrieksaardappelen echter
niet vóór i Januari 1940. Voor elke aanvrage
tot denaturaatie is de aanvrager, evenals vo
rig jaar, een bedrag van f 1.verschuldigd,
welk bedrag evenwel alleen voldaan behoeft
te worden, indien besloten wordt tot steun-
verleening over te gaan. Indien bij een teler
minder dan 2500 kg en bij een handelaar
minder dan 5000 kg tegelijk worden gestoomd,
zullen bovendien kosten voor toezicht ver
schuldigd zijn.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
SCHEEPSRAMP OP
HET IJSSELMEER
Zondagavond bevondt zicli tusschen
Marken en Enkhuizen een sleepboot de
„Maria", die twee Rijnaken sleepte,
welke met grint waren beladen, en op
weg naar Delfzijl. Plotseling werden ze
overvallen door noodweer. De tros,
die de beide booten onderling en aan
de sleepboot verbond, sloeg stuk. Door
de overspoelende golven zonk één dei-
schepen, de „Arbe", waarvan de opva
renden nog gelukkig op de sleepboot
konden overgaan. Het andere schip,
de „Kraja", dat 'n hulpmotor bezat,
kon 's nachts 1 uur de haven van Hoorn
bereiken. Het was lek geslagen, doch
kon drijvende worden gehouden, waar
bij militairen hulp verleenden.
De directie van het Loodswezen hoeft
van Enkhuizen uit een betonnings-
vaartuig uitgestuurd, dat het gezon
ken schip voor de scheepvaart zal sig-
naleeren.
ZEER GROOTE MARKTAANVOER
VAN SCHAPEN
Te Purmerend 3400 stuks
Te Purmerend werden Dinsdag ter
veemarkt 3364 schapen aangevoerd.
Men moet meer dan een eeuw
in de geschiedenis teruggaan, om aan
voerein van meer dan 3000 stuks tegen
te komen De prijzen varieerden er
thans van 20 tot 26 gulden.
Hierbij zij aangeteekend, dat liet aan
tal schapen dit jaar in ons land uit
zonderlijk groot is. In Mei-Juni j.1. wei
den er namelijk officieel 690.000 stuks
geteld, waarvan 351.000 lammeren.
Twee jaar geleden ware,n er 608.000,
waarvan 327.000 lammeren. (Vier jaar
geleden echter stond men op 680.000,
waarvan 381.000 lammeren.)
In de laatste jaren worden ongeveer
280.000 schapen per jaar geslacht, ople
verende 6.3 millioen Kg. schapen-
vleesch, waarvan 20 pCt. wordt geëx
porteerd.
voldoening voor eene vrouw, onver
schillig dan ook in welk hart", riep
Walraven uit. „Welnu, ge kent onze
overeenkomst, ik geef u de gelegen
heid om uwe Ida te spreken en haar
het geheim uwer liefde te openbaren,
terwijl gij mij een onderhoud met mijne
Julia zult verschaffen. Gedraag u
dus moedig, bedenk, dat ge een welge
maakt, knap jonkman zijt, en dat de
meisjes gaarne het oor aan een weïge-
maakten jonkman leenen, vooral als
deze haar van liefde spreekt."
Onder dergelijke geprekken hadden
zij Valkenstein bereikt en reden het
hek binnen, dat aan het begin van de
laan, die naar het kasteel voerde,
stond, en nauwelijks daar gekomen en
afgestegen zijnde, ontmoette hen reeds
in de gang de Overste, die hen al be
speurd had en beiden hartelijk welkom
heette.
„Ferm zoo, dat is goed van u gedaan,
dat ge Valkenstein niet vergeten hebt,
Mijnheer de student", zeide Van Rei-
genhorst, terwijl hij Frans de hand
schudde, „ontdoet u van uwe rijjas
sen, Mijnheeren ik ben vanmorgen op
de jacht zeer gelukkig geweest, en ge
zult hedenmiddag mijne gasten zijn
en uw oordeel eens zeggen over het
wildbraad, dat in deze bosschen ge
schoten is."
„Wij hebben, ronduit gezegd, reeds
op uwe gastvrijheid gerekend, Baron!"
zeide de Luitenant, „als wij uwe nicht,
Mevrouw de douairrére Van I-Iarme-
len, maar niet hinderlijk zijn."
„Laat mijne nicht naar den duivel
ioopen wilde de Overste zeggen,
maar hij bedacht zich nog intijds en
zeide „Daar hebt ge goed aan ge
daan, Walraven en wat mijne nicht
aanbelangt, wij zullen alleen eten
want zooals ge weet, is zij reeds eene
bejaarde dame, en bejaarde lieden heb
ben soms zonderlinge grillen."
„Daarom juist zijn wij inschikkelijk
om dit te verdragen", zei Frans, „ik
verzoek u derhalve, om onzentwille
geen verandering in uw leefregel te
maken."
„Om u de waarheid te zeggen, beste
vriend zei de Overste lachende, „staat
ge bij mijne nicht niet zeer hoog aange
schreven; Jonker van Naaldwijk heeft
haar tegen u opgehitst, omdat ge hem
eens duchtig de ooren hebt gewas-
schen, zooals ge u trouwens wel herin
neren zult, hetgeen mij intusschen bij
zonder veel plezier gedaan heeft
want de Jonker is een snoever, en ik
mag hem alles behalve lijden, maar
mijne nicht denkt niet evenals ik, en
het grieft haar, dat zij verplichtingen
jegens u heeft.
Welnu", zeide Frans, „dan zullen
wij wel in de een of andere herberg.
Maar de Overste liet hem den tijd
niet om zijn volzin te voltooien.
,Wat In eene herberg Dat zal
niet gebeuren riep hij uit, „denkt
ge, dat ik gewoon ben, mijne gasten
naar eene herberg te zenden terwille j
van de een of andere dwaze luim eener
oude vrouw Neen, Mijnheeren ge
blijft vanmiddag mijne gasten. Kom
aan, ik zal u aan mijne nicht voorstel
len, en vervolgens zullen wij, om onzen
eetlust wat op te wekken, met uw goed
vinden eenige oogenblikken in de ke
gelbaan doorbrengen."
Karei van Reigenhorst geleidde nu
Walraven en den student naar het ver
trek, waarin Mevrouw de douairière
Van Harmeien en Jonkvrouw Ida ge
zeten waren.
Een blos bedekte de wangen van
den student, toen hij zijne blikken op
het schoone meisje vestigde, dat van
hare zijde de gasten met neergeslagen
oogen welkom heette.
De douairière gedroeg zich hoffelijk,
maar koel, vooral ten opzichte van
Frans want de tegenwoordigheid van
den zoon eens dorpsbarbiers hinderde
haar, en toch drong de verplichting,
die zij aan hem had, haar, hem met
onderscheiding te behandelen.
„Komaan, Mijnheeren riep de Over
ste uit, „nu naar de kegelbaan", en of
schoon de student ook liever in het ge
zelschap van Jonkvrouw Ida gebleven
zou zijn, moest hij den Overste toch
wel volgen.
Achter elk kasteel bevond zich in
den tijd, waarin dit verhaal ons ver
plaatst, eene kegelbaan. Het kegelen
was eene uitspanning, waaraan onze
voorvaderen zich hartstochtelijk over
gaven. Het was een spel, geheel met
den aard der mannen van dien tijd
overeenstemmende, en bovendien
slechts datgene, wat het wezen moest,
eene uitspanning namelijk, eene on
schuldige bezigheid, waarbij lichaams
kracht en vlugheid geoefend werden en
de zege moesten doen behalen. Hoe
zeer is echter het spel in onzen tijd
ontaard Het heeft opgehouden, eene
uitspanning te zijn, het is 'n bezigheid
geworden, die soms ernstiger behar
tigd wordt dan onze gewone handelin
gen. Aan een met groen laken bekleed
tafeltje wordt de avond in 'n bedompt
vertrek doorgebracht, men tuurt zich
blind op de speelkaarten, berekent
angstvallig de kansen van het spel
geen woord, geen scherts is geoor
loofd alle aandacht moet onverdeeld
aan het spel gewijd worden, en de ge
ringste misslag, die men begaat, zelfs
ten koste van zijne eigene beurs, wordt
streng berispt en dat noemt men
spel, dat heet men uitspanning
De gezonde beweging had den eet
lust van het drietal spelers niet weinig
gescherpt, en toen de kasteelklok be
gon te luiden, wierpen zij schielijk de
ballen weg, om deze aangename roep
stem te volgen.
Wordt vervolgd.
IN VIER BLADEN AD VERTEEREN VOOR
EENMAAL BETALEN!
Wieringermeerböde.
Wieringer Courant.
De Polderbode.
Zijper Courant. 4