23e JAARGANG DONDERDAG 26 OCTOBER 1939 No. 125 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN DUITSCHLAND NEEMT ENGELANDS OORLOGS VERKLARING AAN. ALS HET GEWETEN SPREEKT. W. A. C. O. - AUTOBUSDIENST, WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1 1.25. UITGEVER CORN. J. BOSKER WIERINGEN. v\ BUREAU Hlppolytushoef Wlerlngen Telefoon Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN Van 1 5 regels Iedere regel meer 10.50 fOAO WAT MOET IK WETEN VAN LUCHTBESCHERMING ut. Bij de bescherming tegen luchtaanvallen kan men twee soorten onderscheiden Ten eerste de zelfbescherming, ten tweede de bescherming door de Over heid. De zelfbeheersching, het terrein van de Nederlandsche Vereeniging voor Luchtbe scherming, zal in het laatste artikel behan deld worden. Gaan wij nu over tot de bespreking van de luchtbescherming door de Overheid, dan blijkt dat ingevolge de Wet van 23 April 1936 iedere burgemeester belast is met de zorg voor de bescherming der bevolking tegen luchtgevaar in zijn gemeente. De verschil lende gemeenten des lands zijn verdeeld in 3 gevarenklassen, waarbij de derde gevaren- klasse, als de minst gevaarlijke wordt be schouwd. De maatregelen, die deze categorie van gemeenten dient te treffen, zijn in deze wet omschreven en verplichtend gesteld. De gemeenten van hoogere gevarenklasse heb ben extra maatregelen noodig, welke door deze gemeenten zelf worden bepaald. Het hoofd van den beschermingsdienst heeft een zeer veelomvattende en verantwoordelijke taak. Bij hem berust de volledige leiding en organisatie van den dienst, zoowel in vredes- als in oorlogstijd. Onder zijn bevelen staan de politie en hulppolitie, de brandweer, de geneeskundige dienst, de ontsmettingsploe- gen, de hérstellings- en opruimingsploegen, de uitkijk- en luisterposten, en tenslotte de waarschuwings- en alarmeeringsdienst. Al deze diensten zullen moeten worden gerecruteerd uit diegenen, die in tijden van oorlog niet in militaire dienst zullen zijn. Vanzelfsprekend moeten zij daarom wor den aangevuld door vrijwilligers, die echter wederom van tevoren moeten worden geoe fend. Als men bedenkt, dat alleen in een stad als Groningen volgens den burgemees ter daarvoor een legertje van 6000 man noo dig zal zijn, dan kan men zich licht voorstel len, met welke schier onoverkomelijke moei lijkheden de overheidsdienst in groote steden te kampen heeft, temeer daar nog steeds niet voldoende gelden aanwezig zijn. De leden van de Nederlandsche Vereeniging voor Luchtbescherming stellen zich echter dikwijls ter beschikking om hulpdiensten bij oefeningen te verrichten. De Duitsche minister van buitenlandsche zaken, von Ribbentrop, heeft Dinsdagavond de aangekondigde rede gehouden. De minister deed talrijke mededeelingen over de diplomatieke voorgeschiedenis van den oorlog, en zei vervolgens De Engelsche regeering heeft haar ware gezicht en haar verlangen tot vernietiging FEUILLETON. Historische roman. i.) In het midden van dit vertrek stond eene zware eikenhouten tafel op een van beren huiden samengesteld vloerkleed, welks groot te bijna de helft van het vertrek innam de tafel was met een groen kleed bedekt, waar van de vier nederhangende punten kunstig met wapenschilden geborduurd waren. Aan deze tafel zaten Amalia en haar broeder, terwijl een man van meer gevorderden leef tijd, tegen een der marmeren pilaren, welke den schoorsteen ondersteunden, leunende, zijne oogen onafgewend op de koperen licht kroon, die boven de tafel hing, gevestigd hield. „En heeft Gijs Gijsbertszoon de pachtgel den al betaald vroeg Amalia aan den man, van wien wij zooeven melding hebben ge maakt en die niemand anders dan haar rent meester was. „Slechts de helfthij verzoekt nog eenigen tijd uitstel, daar hij het ongeluk gehad heeft, vier van zijne beste koeien te verliezen." „Die man heeft altijd eene uitvlucht bij de hand om niet te betalen nu eens heeft een hagelslag zijn koren vernield, dan weder heeft hij zware ziekten in zijn gezin gehad ge moet zorgen, meester Dragman dat hij binnen acht dagen betaald heeft." „Zet eens een vuist, als men geen hand heeft, en zing eens zonder tong, edele Jonk vrouw gaf Dragman ten antwoord. „De man heeft mij gezegd, dat hij zelfs nog van zijne buren heeft moeten leenen om de helft van de pachtpenningen bijeen te krijgen." „Praatjes," hernam Amalia, „binnen acht dagen moet er geld zijn, of ge laat zijn boel verkoopen en zorgt, dat hij de pachthoeve verlaat van het Duitsche volk getoond, toen zij het edelmoedige vredesaanbod, dat de Führer op 6 October in den Rijksdag aan Engeland deed, afwees en door Chamberlain heeft la ten beantwoorden met scheldwoorden, die bij het geheele Duitsche volk groote veront waardiging hebben teweeggebracht. De Führer, aldus von Ribbentrop, heeft de zeer begrensde doeleinden der Duitsche bui tenlandsche politiek herhaaldelijk duidelijk uiteengezetbeveiliging van het leven en van de toekomst van het Duitsche volk in zijn natuurlijke levensruimten, die den Duitschers een behoorlijken levensstandaard verzekert en hun cultureele ontwikkeling mogelijk maakt. Het proces der consolidatie van het Duit sche Rijk in Europa is voltooid. Duitschland heeft door de nieuwe regeling in het Oosten gedurende generaties ruimte voor kolonisatie en streeft er op het oogenblik naar de ver spreide groepen Duitschers, die van woon plaats kunnen veranderen, in dit gebied bij een te brengen. Daarmede ruimt het de mo gelijkheid voor conflicten uit den weg. De grenzen van het Duitsche Rijk in het Noorden, het Oosten, het Zuiden en het Westen zijn thans definitief. Duitschland heeft tegenover Frankrijk en Engeland geen eischen te stellen, met uitzon dering v£n de restitutie van het vroegere koloniale bezit, d.w.z. van de natuurlijke ko loniale werkzaamheid, zooals die een groote mogendheid toekomt. In Europa zijn stabiele verhoudingen ge schapen. Dat is alleen de verdienste van den Führer. Doch juist bij het tot stand brengen van dezen toestand, die alle voorwaarden voor een blij venden Europeeschen vrede in houdt, ontketent de Britsche regeering tus- schen het Duitsche en het Engelsche volk een strijd op leven en dood. Als de Britsche regeering met deze politiek voortgaat, zal zij eens in de geschiedenis te boek staan als de doodgraafster van het Britsche Imperium. Chamberlain heeft gezegd, dat Duitschland en zijn Führer hun woord hebben gebroken, doch, indien van woordbreuk kan worden ge sproken, is het de eensgezinde opvatting van het Duitsche volk, dat de grootste woord breuk van alle tijden bij den wapenstilstand van 1918 tegenover het Duitsche volk is ge pleegd. Aanstichter tot deze woordbreuk was Engeland. De minister gaf vervolgens verschillende voorbeelden, waarom, naar hij zeide, een Engelsch staatsman het woord „woordbreuk" behoort te vermijden. Zoo heeft, aldus von Ribbentrop, de Britsche regeering in 1915 den Arabieren de verzekering gegeven, dat een Arabische staat zal worden gesticht, waartoe ook Palestina zal behooren. Dit is niet ge schied, doch nog tijdens den oorlog werd den Joden het Arabische Palestina toegezegd. Britsch-Indië werd in 1917 de dominion- status toegezegd, doch nog thans is het een Britsche kolonie. De oorlogsschulden aan Amerika zijn niet betaald. Tenslotte heeft Chamberlain op 30 Septem ber 1938 met den Führer een' overeenkomst gesloten, waarin de wil van het Duitsche en het Engelsche volk met elkander nooit meer oorlog te voeren, werd geuit. Deze overeen komst heeft Chamberlain gebroken. Reeds enkele dagen na het tot stand komen van „Maar hij heeft vrouw en kinderen." „Wat gaat ons dat aan riep de Jonker uit, „ge hebt gehoord, wat mijne zuster te gen u gezegd heeft." „Tegen een oven valt niet te gapen, en buig u voor degenen, die u te machtig zijn," mompelde Dragman, terwijl Amalia voort ging „En heeft Klaas Meeuwiszoon (I) (I) In de 17e eeuw droegen de burgers bijna uitsluitend geene andere namen dan den voornaam van hun vader, welken zij achter hun eigen naam plaatsen, of wel dien van de provincie, vanwaar zij geboortig wa ren somtijds voegden zij den naam van beroep achter hun voornaam vandaar waar schijnlijk de namen Willems, Jansen, De Vries, Van Egmond, Van Hoorn, Brouwer, Mulder (oud woord voor molenaar), Visser, enz. welke men nog heden ten dagen zoo menig vuldig aantreft.) de hem voorgeschotene gelden al terugge bracht „Gisteravond," gaf Dragman ten antwoord, „er ontbreken echter tien goudguldens aan maar een half ei is beter dan een leege dop, zooals de edele Jonkvrouw wel weten zal." „Ik weet, dat ge een gek zijt, dien ik al lang zou hebben wegezonden, als ik slechts een ander in de plaats had kunnen krijgen," gaf Amalia ten antwoord, waarop de rent meester zich verwijderde, bij zich zeiven mompelende „Ondank is 'swerelds loon!" Toen Amalia zich met haar broeder alleen bevond, begon zij „Ge kent nu mijn verlangen, Adolf ik wil, dat ge zorg draagt, zijn vriend te wor den en hem overhaalt, eenigen tijd op Naald wijk door te brengen." „Maar, Amalia ge weet, wie hij is de zoon van een "barbier viel de Jonker haar in de rede. „Al was hij de zoon van een mijner ge ringste boeren," hernam de jonkvrouw, „dan wil ik nochtans aan mijn wensch voldaan zien dit accoord tolereerde hij, dat in Londen .de felste ooriogsophitsing tegen Duitschland werd bedreven. Ernstiger is, zoo zeide von Ribbentrop, dat elk woord, dat Chamberlain op 12 October heeft gesproken, bewijst, dat een afgrond gaapt tusschen de edelmoedige en traditio- neele opvatting van den Führer en de mate rialistische koppigheid van Chamberlain. De vrede van Chamberlain beteekentterug naar Versailles, vernietiging van het natio- naal-socialisme. Dit is een Don Quichotte waardig. Chamberlain heeft het historische vredesaanbod van den Führer niet alleen niet begrepen, doch ook de fout gemaakt, waarvoor de Führer uitdrukkelijk waarschuw de hij heeft het aanbod van den Führer uitgelegd als een teeken van Duitsche zwak heid, hij heeft de Duitsche vredeshand defi nitief afgewezen en daarmede opnieuw be wezen, dat Engeland dezen oorlog wil voeren, wat Duitschland ook doen zou. Duitschland neemt de Britsche oor logsverklaring aan. Het Duitsche volk is thans vastbesloten, den opgedrongen oorlog te voeren en de wapens niet neer te leggen, alvorens de veiligheid van het Rijk in Europa is gewaarborgd en de garantie bestaat, dat een dergelijke aan val op het Duitsche volk voor alle tijden is uitgesloten. Chamberlain proclameert de verwijdering der Duitsche regeering. Von Ribbentrop zeide er van af te zien de opruiming der Britsche regeering en harer handlangers af te kondi gen. Hij verklaarde er van overtuigd te zijn, dat de gebeurtenissen daarvoor zelf zouden zorgen. In het volkomen bewustzijn, dat het recht aan onze zijde is en dat Duitsch land" tot het laatste oogenblik alles heeft gedaan om dezen volkomen zinneloozen en opgedrongen oorlog te vermijden, zal het den strijd met met enorme gewicht van zijn geheele volkskracht tot het ein de toe voeren, aldus besloot von Ribben trop. Dat dit einde slechts, een groote Duitsche zege zal zijn, daarvoor staan ons borg onze eigen kracht en ons geloof, in den man, die voor ons het hoogste op aarde beteekent den Fahrer. BINNENLANDSCH NIEUWS. DRUKTE AAN STATION TE ROOSENDAAL. Invoer uit België en Frankrijk verdubbeld. Uitvoer ligt bijna stil. Hoewel alom stagnatie optreedt als gevolg van de internationale toestand, de vissers niet uitvaren, de kranen en elevators in onze REIST PER DOOR GEHEEL WEST-FRIESLAND, NAAR AMSTERDAM en DEN HELDER. VLUG VEILIG VOORDELIG. „Maar schaamt ge u dan niet over dien wensch, Amalia Inderdaad, als onze vaderen uit hunne graven konden oprijzen, dan zou den zij zich schamen, dat een Van Naaldwijk zich zoover kon vernederen, om den zoon van een gemeenen barbier te beminnen." „Mijne vaderen zijn dood en begraven en hadden evengoed hunne dwaasheden als wij als liefde namelijk een dwaasheid genoemd kan worden. En van u althans verwacht ik niet de minste aanmerkingen „Maar ik zal mij dan moeten vernederen,' riep de Jonker Van Naaldwijk woedend, „hem mijne hand toe te steken en hem mijn vriend te noemen en dat alleen om aan het dwaze verlangen eener zuster te voldoen „Laat mijn verlangen zoo dwaas zijn als het wil, Adolf het zal nochtans mijn ver derf niet ten gevolge hebben, zooals uwe speelzucht en uwe verkwisting maar ik wil u niet dwingen, ge hebt volkomen vrijheid, mij mijn verzoek te weigeren." „Volkomen vrijheid van handelen," riep de Jonker knarsetandend uit, „volkomen vrij heid van handelen, zegt ge, Amalia ei waarin bestaat die vrijheid dan Ik zou u mijne hulp weigeren maar dat zou dan ook uwe weigering, om mijne schulden te betalen, ten gevolge hebben, en ge weet, dat het speelschulden zijn, en dat deze voldaan moeten worden." „Welnu, ik weiger ook niet, u te helpen zoodra ge den student op Naaldwijk brengt, zal meester Dragman, mijn rentmeester, u de gevraagde som ter hand stellen." „Maar als hij eens weigerde vroeg Jon ker Adolf. „Dat zal hij niet doen," hernam Amalia „de burgerzoon zal zich te hoog door uwe kennismaking vereerd achten, dan dat hij uwe uitnoodiging zou durven weigeren." Op dit oogenblik reed er eene koets, met twee fraaie paarden bespannen, de ophaal brug over en de poort binnen. „Wie zou dat zijn?" vroegen broeder en zuster te gelijk, terwijl beiden nieuwsgierig uit het venster naar het slotplein keken. Hunne nieuwsgierigheid werd spoedig be vredigd want nauwelijks had het rijtuig havens werkeloos blijven, de handel stag neert en het verkeer met het buitenland ten' deele stopstaat, werkt men op het station te Roosendaal onder hoogspanning. De uitvoer naar België staat feitelijk stop, maar de invoer in Nederland is bijna verdubbeld, uit België zoowel als uit Frankrijk. De spoorwe gen hebben hier tal van losse krachten in dienst moeten stellen om alles tijdig te kun nen verwerken, meldt het Rott. Nwsbl. De oorzaken van deze abnormale drukte liggen ten deele ook elders. De aanvoer van landbouwproducten uit Zeeland is in deze tijd van het jaar altijd groot. Voor Bergen op Zoom is het de tijd, dat de industrie daar ter stede haar kachels en haarden aflevert Naar deze artikelen overtreft de vraag op het oogenblik verre die van andere jaren. Maar voorloopig heeft men te Roosendaal toch het hoofd te bieden aan de sterk toe genomen invoer uit België. In de eerste weken van September voerde België vooral veel bedrijfsauto's in. Heele karavanen trucs passeerden bij Nispen de grens. In het verloop van twee, drie weken zijn naar schatting langs deze weg 500 auto's ingevoerd. Goedkoop garen. Vooral wollen stoffen, garens en modearti kelen komen over het Roosendaalsche station ons land binnen. De Nederlandsche huismoe der betaalt op het oogenblik wat zij op dit gebied noodig heeft,, vele procenten duurder dan anderhalve maand geleden en zij be taalt dat graag, omdat het straks nog veel duurder zal worden. Doch de prijzen, waar voor wol en garens uit België hier binnen komen, zijn op het oogenbliklager dan voorheen De Belgische en Fransche modehuizen heb ben over hun afzet naar het lage land aan de zee evenmin te klagen. In weerwil van oorlog en stijgende duurte blijven zij hun creaties in even groote hoeveelheden als voorheen invoeren. Wat dat betreft behoeft er hier te lande „uiterlijk" niets te verande ren. Het is wel merkwaardig, dat terwijl de import aldus aanmerkelijk gestegen is de export, voorzoover te Roosendaal is waar te nemen, zoo goed als stop staat. Het meest springt dit wel in het oog wat de metalen betreft. Terwijl geen colli metaal zonder consent ons land verlaten mag (zelfs de lege vaten en kisten, waarin de ingevoer de artikelen verpakt zijn, mogen er niet zon der consent uit), voert België zelfs heele staalconstructies in. Nog onlangs passeeTde te Roosendaal een speciale trein die een com plete brug bevatte. Een ander artikel, dat België aan Nederland levert, is rubber. Groote stroo-uitvoer. Tot de weinige artikelen, welke thans ons land uitgaan, behooren kaas, boter, poot- aardappelen, vlas en stroo. Vooral stroo wordt in groote hoeveelheden naar België uitgevoerd, zelfs in zulk een sterke mate, dat de Veenkolonie haar gehee le overschot van de laatste vier jaar, dat zij vreesde nimmer kwijt te raken, in een maand tijds heeft kunnen verkoopen. Dat deze stroo-transporten de spoorwegen heel wat meer werk hebben gegeven, komt stilgehouden, of er sprong een man uit, dien Adolf en Amalia terstond voor Baron Lode- wijk herkenden. De Baron bleef aan het portier staan en hielp de douairière Van Harmeien uitstap pen, die, volgens oude gewoonten haar lieve lingshondje Zaïde op den arm droeg. De Jonker en zijne zuster snelden hunne gasten te gemoet en geleidden hen in de groote zaal, waar een geurig glas wijn hen van de vermoeienis der reis deed bekomen. „Eene onaangename zaak, beste Jonk vrouw! voert mij naar Naaldwijk," begon de douairière „de eer van ons oud geslacht wordt bedreigd." „Inderdaad, Mevrouw riep de Jonker Van Naaldwijk uit, „maar het doet ons innig leed, de douairière Van Harmeien alleen dan te zien, als gewichtige omstandigheden haar naar Naaldwijk voeren." „Ik word oud, Jonker en het reizen past mij niet meer op mijne jaren," zei de dou airière, „maar om op de zaak terug te ko men de eer van ons geslacht wordt be dreigd, heb ik gezegd, en om te voorkomen, dat deze geschandvlekt worde, hebben wij Baron Lodewijk en ik, het noodig geoordeeld, uwe hulp in te roepen." „Deze onderscheiding vereert ons ten hoog ste," luidde het eenparig antwoord van broe der en zuster, „en wij hopen ons het ver trouwen, dat ge in ons gelieft te stellen, waardig te maken." De douarière zette zich op een stoel neder en vervolgde aldus „Wij wenden ons des te gereeder tot u, omdat wij weten, dat ge tot die edellieden behoort, die hun oud gezag weten te bewa- er tusschen den adel en den burgerstand ren en den afstand in het oog te houden, die moet bestaan. Gij beschouwt het zoowel als ik als een gruwel, als een edelman met een meisje uit den burgerstand in het huwelijk treedt, en nog gruwelijker, als een adellijk meisje zich zooverre vergeet, dat zij aan een burger hare hand reikt." Adolf keek zijne zuster veelbeteekenend aan, en deze beet zich wrevelig op de lippen, terwijl de Barones voortging bovendien nog door het feit, dat een groot deel van de vrachtauto's welke anders voor dit vervoer zorgden, door de regeering zijn gevorderd of om andere redenen niet meer rijden. Het aantal vrachtautodiensten is sterk ingekrompen. RADIO IN OORLOGSTIJD RADIO-OMROEP VOORKOMT LEUGENCAMPAGNES. Hoor en wederhoor. De heer W. Vogt, directeur van de A.V.R.O. heeft Dinsdagavond te Amsterdam een voor dracht gehouden over Radio in oorlogstijd. In zijn rede vestigde de heer Vogt de aan dacht op de beteekenis van den omroep als beïnvloeder van de publieke opinie. In iede- ren oorlog is het van het grootste belang, de publieke opinie te winnen voor de zaak, die de partijen door middel van het zwaard willen oplossen. Indien president Wilson in 1919 bij zijn terugkeer uit Europa de beschikking had ge had over den radio-omroep, dan zou hij er wellicht in zijn geslaagd het Amerikaansche volk voor zijn Volkenbondsplannen te win nen. De president miste een machtig overtui gingsmiddel op het psychologisch gunstigst oogenblik. Door het beschikbaar zijn van veel en authentiek nieuws uit beide kampen kan ons eigen oordeel dank zij de radio zooveel beter gefundeerd zijn. De radio-om roep de kansen van den leugen verkleind. Als gevolg daarvan wordt de oorlog nuch terder gevoerd wij worden niet zoo sterk bedolven onder leuzen en adressen als in 1914. Wij hebben ons eigen voordeel uit de beste bronnen, dank zij de radio. Het tweede gedeelte van zijn voordracht wijdde spr. aan maatregelen, die de radio-om roep in Nederland en elders had genomen om ook onder oorlogsdreiging in staat te blijven het werk voort te zetten. Voorts be sprak hij de commercieele radio, die de kabelverbindingen verving, waarbij hij er aan herinnerde, dat in een of twee dagen tijd de Nederlandsche P.T.T. een ultra-kortegolfver- binding met Noord-Amerika tot stand bracht. Bij leger en vloot. Als laatste punt besprak de heer Vogt de toepassing van radio en televisie bij legers en vloten. Eerste en voornaamste parool is Z w ij g e n, zoolang ge kunt, want de radio verraad veel aan den vijand. Spr. noemde als voorbeeld de verklapte geheimen uit den slag bij Jutland. Radiogolven planten zich onder water niet voort, zoodat onder water varende onderzee booten niet met elkaar in contact kunnen komen. De bemanning van de groote bommenwer pers moet de handen vrij houden en ge bruikt dus geen microfoon, maar een koordje om den hals om verbinding te houden. Dit instrument heet laringafoon. In pantserwa gens heeft men het probleem van den anten- ne-invoerdraad op te lossen, want de geschut- toren moet kunnen draaien, zoodat men lastige glij contacten moet maken of de radio in den toch al vollen en warmen toren on derdak moet brengen. Geen reportage van het slagveld. De heer Vogt eindigde met de vraag Moet „Helaas, reed^ eenmaal hebben wij zulk een betreurenswaardig voorval in onze fa milie zien gebeuren toen mijn neef de O- verste namelijk zijne hand aan eene koop mansdochter reikte, en een tweede voorval van dien aard zal thans weder plaats heb ben, als wij niet trachtten, dit bijtijds te voorkomen. Ge zijt bekend met het ongeluk, dat mij eenigen tijd geleden overkwam," ver volgde de douairière, „en het gevaar, waarin ik toen verkeerde." „Doordat uwe paarden op hol gingen?" viel de Jonker haar in de rede. „Juist zoo. Zeker zou het toen met mij gedaan geweest zijn, indien er niet spoedig iemand ter mijner hulpe toegeschoten was, die de paarden tot staan brachtdie dat deed was een burgerjongen, de zoon van ze keren barbier, Tigchelaar genaamd. Mijn neef de Overste had den knaap vroeger al leeren kennen want, helaas het grieft mij dat ik het zeggen moet, maar hij houdt zich te veel met den burgerstand op, en het voor val van mijne redding was voor hem een uitmuntend voorwendsel om den student op Valkenstein binnen te leiden, hetgeen ik trouwens goedwillig moest aanzien, daar ik mij toch altijd moest herinneren, dat ik aan dien burgerjongen mijn leven te danken had. Ge hebt dezen reeds verscheidene malen bij ons ontmoet, Jonker en ook gij, lieve Jonk vrouw, hebt den student bij gelegenheid van de valkenjacht op Valkenstein leeren ken nen. Zijn uiterlijk, zijne woorden en zijne manieren zijn verre boven die van zijn stand verheven maar toch blijft hij altijd slechts de zoon van een barbier, en het burgerlijke straalt altijd min of meer in hem door. Is u dat ook niet zoo voorgekomen, Jonkvrouw (Wordt vervolgd.) IN VIER BLADEN AD VERTEEREN VOOR EENMAAL BETALEN! Wieringermeerbode. Wieringer Courant. De Polderbode. Zij per Courant

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1939 | | pagina 1