TRIUMPH VOOR SLECHTS I CENT 100% KWALITEIT EN 'n TRIUMPH VAN SMAAK DE BESTE lc SIGARET 30e JAARGANG ZATERDAG 11 NOVEMBER 1939 No. 132 NIEUWS- £N ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN 1 ALS HET GEWETEN SPREEKT. W. A. C. O. - AUTOBUSDIENST, WIERINGER COURANT verschijnt el ken dinsdag, d;:ïderdag en zaterdag 'ITOSVER ABONNEMENTSPRIJS l.'OKN .1 BOKKER WIERINGEN "f" Telefoon per 3 maanden f 1.25. BUREAU Hlppolytushoef WlerlngeD •comm. No. 19. ADVERTENTIëN: Van 1 5 regels 0.50 Iedere regel meer f O.JO MINISTER VAN KLEFFENS SPREEKT IN DE TWEEDE KAMER. VERTROUWEN, DAT NIEMAND ONZE ZELFSTANDIGHEID ZAL SCHENDEN. Tijdens de besprekingen op het Noordeinde zijn geen andere onderwerpen dan het vredesinitiatief ter sprake gekomen. In de vergadering der Tweede Kamer heeft Minister VAN KLEFFENS, de minister van Buitenlandsche Zaken, zijn eerste parlemen taire rede gehouden. De heer Van Kleffens dankt voor de wel willende ontvangst van zijn optreden. Het verheugt spr. niet minder dan de le den, dat de betrekkingen met België zoo hartelijk zijn. Intensiveering van het verkeer is inderdaad gewenscht. Het is verheugend, dat de gevolgde politiek zoo algemeene instemming vindt. Slechts de heer Wijnkoop maakt daarop een uitzondering. Dit is een tijdperk van geweldige verschui vingen. Na betrekkelijke stabiliteit is groote onrust gekomen de wereldoorlog, de snelle opstanding van Duitschland en het vervallen van oude regelingen. Niemand kan zeggen, of een nieuwe rechts orde in het leven kan worden geroepen. Ne derland kan daarin slechts een bescheiden rol spelen. Het zal echter zijn geheele prestige er achter zetten. Het werkt daarin samen met België en de andere Oslo-staten. Voorzichtig heid tempert voortvarendheid niet. Het vredesinitiatief. Het is spr. een voldoening zijn waardeering FEUILLETON. Historische roman. „Zou mijn huis niet openstaan voor den redder mijn levens nep Johan De Witt uit. „Ik verzoek u, ja, ik smeek u, mij dik wijls, zeer dikwijls te komen bezoeken, en geloof mij, dat het 't gelukkigste oogenblik van mijn leven zal zijn, u door daden mijne dankbaarheid te kunnen bewijzen." Toen allen zich verwijderd hadden, wenkte De Witt den jongen Tigchelaar om nader te komen. „Studeert ge niet in de rechten vroeg De Witt hem. „Ik ben thans advocaat" gaf Frans ten ant woord, „en dat nog maar sedert weinige uren want eerst hedenmorgen werd ik tot doctor in de rechten bevorderd." „Ik wensch u dan geluk, mijn vriend zei- de Johan De Witt, „de loopbaan van den rechtsgeleerde is schoon en roem vol, maar gevaarlijk tevens. Onthoud den raad, dien ik tevens geef prent dien diep in uw geheu gen vergenoeg u met uwe praktijk, maar meng u in geene staatszaken. Voor weinige oogenblikken nog waart ge getuige van de gevaren, die een staatsman bedreigen, maar," vervolgde hij op een innemenden toon, ten einde, hetgeen hij thans wilde zeggen, zoo min mogelijk beledigend te maken, „als rechtsgeleerde zijt ge verplicht, op een eenigs- zins grooten voet te leven, en uwe praktijk zal in den beginne zooveel niet opbrengen, om de kosten uwer leefwijze te bestrijden, en naar ik vernomen heb, bezit ge weinig middelen. De redder van mijn leven echter mag zich in geene ongelegenheid bevindenveroorloof mij dus, u eene kleine som ter hand te stel len, die ge mij later, als u dat gelegen komt, tc- kunnen uitspreken voor de woorden ge wijd aan den nieuwen vredesstap. De minis ter dekt dien volkomen, evenals dien van Augustus. Andere onderwerpen zijn bij -de besprekin gen op het Noordeinde niet ter sprake geko men. Het spijt spr., dat in het buitenland dit gebaar als een manoeuvre moet worden ge zien. Immers men heeft verzekerd onze neu traliteit te eerbiedigen. Spr. is overtuigd, dat de goede wenschen van talloozen den stap vergezellen, spr. wijst op de adhaesie van de Noordelijke Staatshoof den. De souvereinen hadden het oog gericht op den oorlog in West-Europa. Men concludeere niet, dat Nederland de Poolsche regeering negeert. Vele werkzaamheden heeft het Departement verricht. Men heeft zich ook bezig gehouden met de onderscheiding tusschen contrabande en andere goederen. Ons protest was eerder in zee dan dat van de regeering in Moskou. Het is onjuist, dat Nederland den Engel- schen hulp verleent bij hun maatregelen. Wij wenschen geen verlengstuk te zijn van deze maatregelen. Ook in de Middellandsche Zee, bij Gibral tar en Haifa, wordt door de Engelschen con trole geoefend. Spr. had nog een aantal protesten in het Oranjeboek kunnen weergeven, doch deze waren niet van belang. Slechts eenmaal is door een der belligerenten een protest bij spr. ingediend, dat niet eens houdbaar bleek te zijn. Belang van Volkenbond. Wat de internationale samenwerking be treft, men mag erkennen, dat de Volkenbond heeft gefaald, doch toch de samenleving op een grooter plan heeft gebracht. De vorm is inderdaad van ondergeschikt belang. Nederland zal bij een nieuwe organisatie een rol kunnen spelen. Men werpe echter nog niet dat weinige weg, dat ons van de anar chie scheidt. Geenszins brengt de Bond onze neutraliteit in gevaar. Spr. ontkent, dat de Volkenbond in strijd met Gods woord is. Spr. brengt een saluut aan de Nederland- sche pers voor het begrip, dat zij toont voor wat past. Spr. kent geen neutraal land, dat ons daarin overtreft. Er zijn wel uitzonde ringen, doch daarover is bij de algemeene be schouwingen reeds gesproken. De staat van beleg zal slechts, indien dit noodig is, worden afgekondigd. De Fichtebund heeft weer groote activiteit hier te lande ontplooid. De regeering wenscht geen politieke activiteit, vooral niet als druk werken worden verspreid, die onder de straf wet vallen. Politie en justitie zijn diligent. Bewuste zelfstandigheid. Als men de zelfstandigheid bezit, dan waar terug kunt geven. Ik hoop niet, dat mijn voorstel u beleedigt." „Geenszins," gaf Frans Tigchelaar, ten ant woord, „daar het mij een blijk geeft van uwe genegenheid jegens mij maar ik mag uw voorstel toch niet aannemen, en," voegde hij er blozende bij, „ik behoef geen geld. Toch zou uw veelvermogende invloed mij voordee- lig kunnen zijn, en ik beveel mij dus in uwe bescherming aan." „Mijn invloed was vroeger grooter dan thans," zeide Johan De Witt met een diepen zucht, „en die invloed zou nog even groot kun nen zijn, als ik tegen mijn plicht en mijn geweten wilde handelen. Tigchelaar een zwaar en dreigend onweder pakt zich boven mijn hoofd en dat mijns broeders, den Ruwaard van Putten, samen en God alleen weet, wat het einde daarvan zijn zal Jonge ling, wacht u voor den haat van de machti gen dezer aarde die haat is doodelijk. Ik mag u niet beschermen, ik sta op den rand des afgronds en als ik val, zou die val ook noodlottig voor hen kunnen zijn, die met mij in betrekking stonden ik zou hen immers in mijn val medesleepen en ik wil niemands verderf, vooral het uwe niet." „Welke sombere gedachten, edele Heer riep Frans Tigchelaar geroerd uit, „Gewis, ge schept u zelf een dreigend spook, dat in de werkelijkheid niet bestaatwie zou zich ver meten, de hand aan u te slaan, aan u, aan wien het Vaderland zoovele en groote ver plichtingen heeft, of aan uw edelen broeder, den Ruwaard van Putten, die op de vloot van Admiraal de Ruyter bij Chatham zoovele blij ken van moed en beleid gegeven heeftin één woord, wie zou de hand durven slaan aan mannen, die in de hooge gunst van Wil lem van Oranje deelen „Juist van deze zijde verwacht ik den slag," fluisterde Johan De Witt, maar zóó zacht, dat de advocaat er niets van verstaan kon. „God geve, dat ik mij bedrieg vervolgde hij lui de, „maar ik vrees ik vrees „En zou ik dan, van hoe weinig beteekenis ook, u niet van eenigen dienst kunnen zijn, om dat dreigende onweder te helpen verdrij ven 7" „Gij Uwe bedoeling is goed, Tigchelaar c'eert men haar niet genoeg. Nederland is zich gelukkig meer bewust van zijn zelfstan digheid dan vroeger. Sinds de afscheiding' van België maakten wij een crisis door op dit punt. Groen van Pinsterer en Thorbeeke kwa men toen voor onze zelfstandigheid op. Ne derland voelt zijn zelfstandigheid en vervult als'zoodanig een Europeesche functie. Vandaar dat onze zelfstandigheidspolitiek steeds is gevoerd, meer en meer bewust. Die politiek verdraagt zich volkomen met oen vredelievenden aard van ons volk. Spr. vertrouwt, dat niemand het plan zal koesteren om onze zelfstandigheid te schen den. Ons vol kheeft geassimileerd, steeds zich zelf blijvende. Die zelfstandigheid wordt als het hoogste goed beschouwd. Geen land zal zich aan onze zelfstandigheid kunnen vergrij pen zonder dat het daarbij schade ondervindt. Men maakt een onuitwischbaren indruk op de wereld. Na den vorigen oorlog wezen wij gebieds uitbreiding af, landaanwinning is onze eer. „In dezen tijd behoort ons volksbestaan haast God in zichzelf zijn hechsten steun te zoeken," aldus Koning Willem III in de troon rede van 1866. (Van alle kanten luid applaus, de minister heeft tal van gelukwenschen in ontvangst te nemen.) NEDERLAND MET GUNSTIGE VOORRAADPOSITIE MAAND SEPTEMBER INGEGAAN. Naar verdere zelfvoorziening, zoowel op agrarisch als industrieel gebied wordt gestreefd. Economische gevolgen in ternationaal conflict op bevredigende wijze opgevangen. GEEN GEDWONGEN AFSLACHTING VEESTAPEL. Voorloopig geen benzinedistributie. Aan de Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer betreffende de begrooting van het Landbouw-Crisisfonds voor 1940 ontlee- nen wij het volgende Naar de overtuiging van den Minister van Economische Zaken zijn Handel, Nijverheid, Scheepvaart, Landbouw en Visscherij, door de getroffen voorbereidingen over het alge meen in een zoodanig stadium, dat de eco nomische gevolgen van het uitbreken van het REIST PER DOOR GEHEEL WEST-FRIESLAND, NAAR AMSTERDAM en DEN HELDER. VLUG VEILIG VOORDELIG. zei De Witt, „maar.spreken wij daarover niet verder, Vaarwel, mijn vriend tot .mor gen, Tigchelaar Terwijl Frans het vertrek verliet, ontmoet te hij, hetzij dit toevallig geschiedde, dan wel voorbedachtelijk geschied was, hetgeen ik aan mijne schoone lezeressen ter beslissing overlaat, Ida in het voorvertrek. „Hoe verheug ik mij, u weder te zien," riep Tigchelaar „ik zegen het toeval, dat mij u deed ontmoeten inderdaad, deze dag is mij hoogst gelukkig mijne bevordering tot ad vocaat, het geluk aan Mijnheer Johan een dienst te hebben kunnen bewijzen, en het ge lukkigste van alles, u weder te vinden, lieve Jonkvrouw „Het laatste zal wel het onbelangrijkste zijn," zeide Ida koel, terwijl zij zich hield, alsof zij het vertrek wilde verlaten. „Het is reeds laat, Mijnheer Tigchelaar en ik wil u niet langer van den slaap terughouden, die u gewis na al dat geluk welkom zijn moet." „Maar, Ida zeide Frans, „is dat de toon, dien ge bezigen moet bij de wederontmoeting van mij, die uw afzijn zoolang betreurde „Inderdaad, ik bewonder uwe gevatheid, Mijnheer de advocaat ge zijt dadelijk gereed met uwe betuigingen van vreugde inderdaad, ge moest lid van eene rederijkerskamer wor den, ge zoudt daar schitteren met uw aanleg om eene blijdschap te veinzen, die ge in gee- nen deele gevoelt." „Wat zegt ge, Ida dat mijne vreugde, u weder te zien, niet oprecht is Maanden lang heb ik uw afzijn betreurd maar dit zalige oogenblik vergoedt ruimschoots de pijnlijke onzekerheid, waarin ik al dien tijd verkeerde." „Den Haag is immers zoo ver niet van Lei den verwijderd," hernam Ida, zonder den jongen Tigchelaar aan te zien, „en mijn voogd, met wien ge op Valkenstein kennis maaktet, zou de deur zijner woning niet voor u gesloten hebben. Het stond dus slechts aan u, deze onzekerheid, die, naar ge voorgeeft, voor u zoo pijnlijk geweest is, spoedig te doen ophouden door hier te komen maar als men student is, heeft men geen tijd, geene gele genheid om een meisje te komen bezoeken, dat eenmaal de dwaasheid beging, aan uwe internationale conflict op bevredigende wijze konden worden opgevangen. Zoo lang Europa in oorlogstoestand is moet men echter er zich op instellen, dat de wer king van ons economisch mechanisme ernsti ge haperingen zal vertoonen. Thans kan nog geenszins verklaard worden, dat het ernstig ste reeds achter den rug is, integendeel, het is niet uitgesloten, dat ons nieuwe veel groote- re beproevingen te wachten staan. Wat in het bijzonder de maatregelen met betrekking tot de voorraadvorming van ver schillende artikelen betreft, kan de minis ter verklaren dat op dit terrein zeer veel was verricht, zoodat Nederland met een in het algemeen gunstige vooraadpositie de maand September is ingegaan. Het was niet anders dan een eisch van wijs beleid, dat van deze voorraden geen uitver koop wordt gehouden in de eerste maanden van den oorlog, doch dat men bij het ter be schikking stellen rekening houdt met de vooruitzichten ten aanzien van den aanvoer in de naaste toekomst. Doordat de regeering doeltreffende maatregelen heeft genomen om dc voedselvoorzieningen van den mensch in de naaste toekomst te waarborgen, is tegelij kertijd de voorziening met dierlijk voedsel uit eigen bodem voor dit tijdperk beter mogelijk geworden. De minister is volledig doordrongen van de noodzaak, dat in- en uitvoer niettegen staande den oorlogstoestand zooveel moge lijk moeten gehandhaafd en hij zal met alle ter beschikking staande middelen er naar streven dat de buitenlandsche handel van Nederland op het onder de bestaande inter nationale omstandigheden hoogst mogelijke niveau zal worden in stand gehouden. Hij is bereid, te zijner tijd inlichtingen te verstrek ken omtrent het resultaat van de onderhan delingen, die thans te Londen worden gevoerd. In tegenstelling tot den toestand in 1914 beschikt thans de regeering over de wettelijke bevoegdheden, alsmede over het apparaat, noodig om de uitvoering van de noodige maat regelen op het stuk van den internationalen handel zelve ter hand te nemen. Slechts in enkele gevallen zal de overheid zelve als importeur optreden. Dit zal bijvoor beeld het geval zijn, indien de regeering over gaat tot aankoop van goederen, die hier te lande onder de distributie vallen. Overigens zal uiteraard het particuliere invoerapparaat met zijn relaties in stand worden gehouden. UITREIKING VAN MARGARINE EN VET ALS KERSTGAVE. Van officieele zijde wordt bekend gemaakt, Koker 12 stuks 50 et Proefdoosje 2 stuks ci dat evenals vorige jaren dit jaar wederom zal worden bevorderd, dat ter gelegenheid van hel; Kerstfeest ten behoeve van armen, bak en braadvet of plantenvet en/of margarine vrij van heffing verstrekt zal kunnen worden, mits deze producten geheel gratis worden liefdesbetuigingen geloof te slaan." „Maar bij den hemel, Ida kunt ge er aan twijfelen, dat ik, ais ik geweten had, dat ge u hier bevondt, niet terstond. „O geene verschooning gezocht, Mijnheer Tigchelaar ge zijt meester van uwe hande lingen," zeide Ida, „ik wil graag gelooven, dat het u onbekend was, dat ik mij ten huize van mijn voogd bevond, ofschoon ik meen, dat ik het u duidelijk genoeg gemeld heb in den brief, dien ik al weder de dwaasheid had, u te schrijven." „Een brief riep Frans, „Ida het is Gode bekend, dat ik nooit een brief van u ontving, evenmin als ik wist, dat ge u hier bevondt „Heeft Amalia Van Naaldwijk u dan mijn brief niet overhandigd vroeg Ida, den jon gen Tigchelaar tersluiks aanziende. „Inderdaad nietgaf deze ten antwoord, en deze eenvoudige verklaring deed meer af dan duizend eeden zouden hebben kunnen doen. „Spreekt ge de waarheid, Frans hernam Ida, en zij keek hem trouwhartig aan, „heeft Amalia u mijn brief niet ter hand gesteld, en waart ge geheel onkundig van mijne ver blijfplaats Ten einde in geene herhalingen te verval len, zullen wij den lezer de ophelderingen, die beiden elkander nu gaven, niet mededeelen. Zij doorzagen echter nu duidelijk het plan van Amalia, en Ida gevoelde diep berouw, dat zij haar vertrouwen zoo lichtvaardig aan de Jonkvrouw Van Naaldwijk geschonken had. Minnenden vergeven elkander spoedig, dit werd opnieuw door Ida en Frans Tigchelaar bevestigd want toen Frans eindelijk, na nog eenigen tijd met zijne Ida over zijne plan nen en vooruitzichten gesproken en vele prachtige luchtkasteelen gebouwd te hebben, de woning van den Raad-pensionaris verliet, en naar zijn logement terugkeerde, nam hij zich ten stelligste voor, den volgenden morgen niet te verzuimen, een bezoek bij Johan de Witt af te leggen, en dat dit bezoek den ge wonden Raad-pensionaris niet alleen gold, zal iedereen lichtelijk kunnen begrijpen. XVII. Den volgenden morgen begaf Frans Tig- gegeven door vereenigingen of instellingen van weldadigheid. Berekening van kosten in eenigen vorm aan de bedeelden is derhalve niet toegestaan. Evenmin is het geoorloofd, dezen door een z.g. spaarregeling, contributie of dergelijke, uiteindelijk toch zelf de kosten van de aan hen uitgereikte producten gebeel of gedeeltelijk te doen dragen. Voorts zullen de producten vóór 1 Januari 1940 aan de behoeftigen moeten zijn verstrekt. De merken (banderolles) voor het gesmol ten vet, benevens de wikkelpapieren voor de margarine, bestemd voor de Kerstgaven 1939, zullen slechts geldig zijn tot 1 Februari 1940, zoodat degenen, aan wie deze producten zijn uitgereikt, deze vóór genoemden datum zul len moeten hebben opgebruikt. Vereenigingen en instellingen van welda digheid, welke in aanmerking wenschen te komen voor vrijstelling van heffing op dooi. haar onder de genoemde voorwaarden uit te reiken gesmolten vet en/of margarine, worden uitgenoodigd, zoo spoedig mogelijk een aan vraag bij de Afdeeling Margarine, Vetten en Oliën der Nederlandsche Zuiveicentrale, Nas- saulaan 6 te 's-Gravenhage in te dienen op daartoe bij deze afdeeling te verkrijgen for mulieren. Alleen volledig ingevulde en onderteekende aanvraagformulieren, welke uiterlijk 2 Dec. 1939 in het bezit zijn van de genoemde af deeling, kunnen in behandeling genomen wor den. Aan dezen datum zal strikt de hand wor den gehouden aanvragen, na genoemden datum ontvangen, zullen worden terzijde ge legd. Het heeft geen zin, aanvragen in te zen den, indien het de bedoeling is de producten te bestemmen voor verwerking in spijzen ten gebruike door de inwonenden van gestichten inrichtingen e.d. of voor verstrekking van maaltijden aan behoeftigen (spijskokerijen). Voor dergelijke doeleinden kan n.1. geen vrij stelling van heffing worden verleend, ook niet aan die vereenigingen, welke in vorige jaren de vrij van heffing ontvangen producten voor deze doeleinden hebben aangewend. De prijzen waartegen de leveranciers de genoemde producten, bestemd voor „Kerstga ven," vrij van heffing aan de vereenigingen en instellingen van weldadigheid zullen mo gen leveren, zijn vastgesteld op ten hoogste f 0.36 per kg. voor bak- en braadvet of plantenvet, ten hoogste f 0.40 per kg voor margarine. chelaar zich reeds vroegtijdig naar „Het Brandewijn vat", om zijn vader te spreken, die hem, zooals wij reeds gezegd hebben, volgens oude gewoonte aldaar ontboden had. Lena ontving hem met meer dan gewone vriendelijkheid en zette hem een kruik voor van den besten wijn, 'dien zij in hare her berg had, ofschoon Frans Tigchelaar slechts gewonen wijn had besteld. „Ge hebt u zeker vergistzeide Frans na eenige teugen gedronken te hebben, „ik had slechts een lichten Franschen wijn gevraagd, en gij geeft mij Spaanschen, die waarlijk niet van de slechtste is." „Lena vergist zich nooit, als zij iemand wijn of drank geeft," zei de waardin, „maar Fran- sche wijn, foeidat is immers geen drank voor iemand, zooals gij, Jonker Toch," voeg de zij er met een vertrouwelijken blik bij, „behoeft ge mij voor dezen wijn niets meer te betalen, dan als wanneer ik u gewonen Franschen gegeven had." „Maar ik begeer hoegenaamd geene gunst van u," zeide Frans wrevelig, „en ik zal dus den wijn betalen, dien ik drink." Daarop zette hij zich neder, haalde een boekje, dat hij onderweg gekocht had, te voor schijn, hetwelk ten titel voerde „Waarschou- v/inge aan alle edelmoedige en getrouwe In woners van Nederland," en begon te lezen. Zijne verontwaardiging steeg ten top, toen hij zag, dat dit boekje niets anders was dan ten vuilaardig schimpschrift tegen den Raad pensionaris van Holland. „In dit geschrift," aldus zegt Wagenaar, „werd hem ten laste gelegd, dat hij ontrouwelijk gehandeld had met zekere penningen, hem, zeide men, jaar lijks tot geheime diensten en verstandhou dingen toegelegd." (Wordt vervolgd.) IN VIER BLADEN ADVERTEEREN VOOR EENMAAL BETALEN Wieringermeerbode. Wieringer Courant. De Polderbode. Zij per Courant.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1939 | | pagina 1