30e JAARGANG DINSDAG 14 NOVEMBER 1939 No. 133 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN ALS HET GEWETEN SPREEKT. WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden f 1.25. BUREAU ADVERTENTIëN UITGEVER: V Hlppolytushoef Wlerlngen Van 1 5 regels 10.50 CORN. J. B OSKER WIERINGEN. Telefoon Intercomm. No. 19. Iedere regel meer fo.io NEDERLANDS POSITIE TUSSCHEN DE GROOTE MOGENDHEDEN. Grensschending onwaarschijnlijk. Bij gebrek aan oorlogsnieuws van het eigenlijke front houden de mili taire medewerkers van buitenland- sche bladen zich bezig met de positie van Nederland. De militaire medewer ker van de Londensche Times behan delt o.a. veronderstellenderwijs, dus zonder ee.nige aanleiding daarvoor, de vo.ordeelen en nadeelen van 'n Duit- schen militairen inval in Nederland. Hij meent, dat zulks eenmaal overwo gen zou kunnen worden omdat de Duitschers de klaarblijkelijke voordee len kunnen overwegen van luchtbases op Nederlandsch grondgebied. Opper vlakkig beschouwd lijken die voordee- len te bestaan. De Duitsche vliegtui gen, die Engeland komen aanvallen, zouden op den afstand heen en terug meer dan 300 Km. sparen, d.w.z. onge veer 'n half uur vliegen. Hun lucht aanvallen op Engeland zouden verras sender kunnen zijn, en wellicht zou het practisch mogelijk worden de bom bardeermachines door jachttoestellen te doen vergezellen. Als het daarom alléén te doen was, zouden de Duit schers niet tevens België binnenval len en zouden zij er op rekenen, dat Bel gië zich afzijdig zou houden, niet alleen door geen hulp aan Nederland te ge ven, maar ook door Frankrijk en En geland te beletten over Belgisch ge bied Nederland te hulp te gaan. Als België op deze wijze zou handelen, ooi- deelt de schrijver, zou het zich aan de genade van Duitschla.nd overleveren. Tegenover de mogelijke voordeelen staan echter nadeelen. Een Duitsche schending van Nederlandsch gebied zou ook aan de Britsche luchtmacht gewichtige aanvalspunten geven, die thans in aanzienlijke mate beschermd liggen achter de Nederlandsch-Duit- sche en de Belgisch-Duitsche grenzen. Doitschland zou het 'n slechte zaak vinden als het, in ruil voor vooruitge schoven vliegkampen, voor de voeding- zou moeien zorgen van vele millioenen, die dan mede door de Engelsche blok kade volledig getroffen zouden worden Bij een beschrijving van ons verdedi- gingsstelsel er. het belangrijke aandeel del het water er in heeft, oordeelt de schrijver, dat de nieuwe waterlinie als onneembaar moet worden beschouwd dat achter dit; linie wel is waar maar 'n klein stuk van het Nederlandsche grondgebied ligt, maar dat dit gebied de belangrijkste nijverheid bevat. Het verdedigiugsstelsel laat volgens den schrijver echter 'n groot deel van het land ten Noorden van den Rijn en ten Oosten van den IJssel en de Zuiderzee FEUILLETON. nagenoeg onverdedigbaar, en een Duitsche indringing daar zou den Duischers terrein verschaffen voor vliegbases, wel is waar verder verwij derd van de Britsche kusten dan West Nederland, maar toch aanmerkelijk dichter bij die kusten dan thans, zoo dat dit aanzienlijke besparing zou ge ven in afstand, tijd en brandstof. Er is echter 'ai groot verschil tusschen de verovering van terrein, dat geschikt is voor vliegkampen en de stichting van die vliegkampen zelf. De vlakten van Friesland en Gronin gen zouden komen bloot te staan aan Britsche luchtaanvallen, en de taak van de Duitsche bestuursdiensten zou den uiterst onbenijdbaar staan. Duitsch land zou niet alleen moreel veroor deeld staan, maar ook blootstaan aan zware verliezen en rampspoeden. Het lijkt niet waarchijnlijk - aldus besluit de medewerker van de Times - dat het in zulk een onderneming 'n oplossing zou vinden voor zijn moeilijkheden. Belangstelling voor Nederland en België in de Italiaansche pers. Meer nog dan voor eenige dagen wij den de Italiaansche bladen hun plaats ruimte aan de voorzorgsmaatregelen welke in Nederland worden genomen en aan de gevaren, die de neutraliteit van Nederland en België zouden bedrei gen. In alle couranten wordt de inhoud weergeven van de rede van Minister Van K-leffens. De correspondenten uit Londen en Parijs schrijven bijna uit sluitend over Nederland en België en geven daarbij vaak te kennen, dat zij de alarmeerendc berichten in de Fran sche en Britsche pers als sterk overdre ven beschouwen. In sommige bladen wordt zelfs een lichte twijfel tot uiting gebracht, of men te Londen niet wacht op eenige belangrijke Duitsche daad, hetzij aan de Maginotlinie of elders, om van Engelsche zijde thans iets be slissends tegen Duitschland te kunnen ondernemen. Engeland zelf zou het initiatief liever aan Duitschland willen overlaten. Uit Amsterdam en uit Den Daag schrijven de correspondenten der Italiaansche bladen allerlei bijzonder heden over de maatregelen te onzent, waaruit blijkt, dat zij aangaande de waterlinie nu niet bijzonder goed inge licht zijn. Zoo kan men in de „Giornale d'Italië" lezen, dat Nederland gelukkig zijn laag ste territorium heeft langs de Duitsch- Nederlandsche grens, waar het land gelegen is op 20 tot 100 Cm. onder de zeespiegel, zoodat het gemakkelijk was binnen weinige dagen een defen sieve linie te vormen, waar het water tot een hoogte van één meter boven de velden staat. Deze wat vreemde mede- deeling, waartussclien ook weer opmer kingen staan, die de waarheid beter be naderen, zijn intusschen 'n teeken van de groote en uiterst sympathieke be langstelling, die men in deze dagen in Italië voor ons land aan den dag legt. Het is opvallend, hoe sterk liet Itali aansche volk met ons land meeleeft. Nederland en vooral onze Koningin hebben in Italië steeds 'n zeer groote populairiteit genoten. Wij zijn ervan overtuigd, dat de schending der Ne derlandsche neutraliteit door een der oorlogvoerende partijen in Italië onder het volk stellig de eventueel bestaande sympathieën voor de aanvallende par tij geen goed zouden doen. Het pause lijk orgaan de „Osservatore Romano" geeft in zijn geheel de toespraak weer welke kardinaal van Roey in de Sinte Goedele Kerk te Brussel in het bijzijn van Koning Leopold heeft gehouden. Het blad wijdt ook verder zeer veel aandacht aan Nederland en aan België KONING GEORGE EN PRESIDENT LEBRUN. ANTWOORDEN KONINGIN WILHEL- MINA EN KONING LEOPOLD. De antwoorden van den President der Fransche Republiek en van den Koning van Engeland op het aanbod van goede diensten van H.II. M.M. de Koningin van Nederland en den Ko ning der Belgen werden heden dooi de Koningin en den Koning ontvan gen. Deze antwoorden zijn aan Hr. Ms. Regeering voorgelegd en worden thans nauwkeurig onderzocht. Het antwoord van President Lebrun zegt ondermeer De Regeering der Republiek en het Fransche volk brengen eensgezind hul de aan de gevoelens, waardoor de bood schap, welke Uwe Majesteit tot mij richtte, is bezield. Zij waardeeren er ten volle de hoogheid en den adel van. Geen natie ter wereld is vreedzamer dan de Fransche. Geen enkele natie heeft meer offers voor den Europee- schen vrede gebracht. Een vrede, ge grondvest op recht, is inderdaad al leen duurzaam. Frankrijk heeft de wapenep opgeno men om eens voor al 'n eind te maken aan daden van geweld en macht, wel ke sedert twee jaren ten spijt van alle plechtige verbintenissen e.n met schen ding van het gegeven woord reeds drie Europeesche naties tot dienstbaarheid Historische roman. 37.) Maar Lena liet hem niet met rust. „De slimme vos, ik meen uw vader, schijnt u nu goed van geld te hebben voorzien," zei- dc zij, „daar ge zoo zonder eenige tegen spraak den wijn, dien ik u voorzet, wilt be talen, ofschoon hij tweemaal zoo duur is als die, welken ge gevraagd hebt." Frans Tigchelaar bleef doorlezen, zonder zich te verwaardigen, op de onbescheidene vragen van Lena te antwoorden. Maar deze liet zich zoo spoedig niet uit het veld slaan en zette zich aan de andere zijde van de tafel, waaraan Frans gezeten was, neer, en volgens hare gewoonte het hoofd met hare ellebogen ondersteunende, begon zij weder „En zijt ge nu al advocaat, Mijnheer Tig chelaar of nog student Heeft uw vader u eindelijk het geld, dat ge daartoe noodig hadt, gegeven of weigert hij u dat nog „Ik kan niet begrijpen, wat u het recht geeft, u met mijne zaken te bemoeien," zeide Frans, een gramstorigen blik op Lena wer pende maar deze vervolgde „Ik wilde maar zeggen, dat ik, als hij u het geld nog niet gegeven heeft, wel zal zor gen, dat hij zulks doetwant ik wil niet, dat ge langer zoo zult rondloopen. Foei ge moet advocaat wezen, Jonker en Lena kan niet zien, dat de oude u den voet dwars zet „Ge schijnt dan nog al veel vermogen op mijn vader te hebben zeide Frans in de hoop, iets naders te vernemen omtrent de betrekking, waarin de Barbier van Piershil tot de waardin uit „Het Brandewijnvat" stond. „Ge schijnt dan nog al veel vermogen op mijn vader te hebben, daar ge u voorstelt, dat ge van hem meer kunt gedaan krijgen dan zijn eigen zoon „Dat vermogen is niet bijzonder groot, hij vreest mij, en daarom durft hij mij niets weigeren, maar antwoord mij nu ook eens op mijne vraag zijt ge al advocaat Hoewel met eenigen tegenzin, beantwoord de Frans Tigchelaar deze vraag bevestigend. „Welzoo, zijt gij advocaatWelnu, dat doet mij genoegen, Mijnheer Tigchelaar ik wensch u hartelijk geluk advocaten zijn groote hee- ren, en nu ge advocaat zijt, zijt ge ook een groot heer." Frans Tigchelaar kon zich niet weerhouden, over deze zonderlinge redeneering der waardin te glimlachen, toen Walraven bin nentrad en aan het gesprek een einde maak te. „Ge ziet, Frans dat ik woord houd, daar ik u gisteravond beloofde, u den tijd, dien ge hier moet doorbrengen met op vader te wach ten, te helpen korten. Trouwens," voegde hij er zoo zacht sprekende bij, dat Lena hem niet kon verstaan, „ik zou liever gewenscht heb ben, dat dit op een andere plaats geweest was want ik zou niet gaarne in deze her berg gezien worden, en gij, denk ik, evenmin als ik." „Zooals ge weet, is het geenszins uit vrije keuze, dat ik mij hier bevind," zeide Frans, „het is mijn vader, die mij hier ontboden heeft." „En weet ge het groote nieuws al, waarvan geheel 's Gravenhage vol is vroeg Walra ven. „Mijn zegt namelijk, dat de Raad-pensi onaris Johan de Witt vannacht vermoord is." „Dat is eene onwaarheid," zeide Frans, en daarop verhaalde hij den Luitenant alles, wat er in den afgeloopen nacht voorgevallen v/as, en tevens, dat hij zijne Ida teruggevon den had. „En toch", zeide hij, „zou het mis schien beter zijn, als ik haar nimmer had wedergezien." Hier zweeg de advocaat eensklaps en keek naar den kant, waar Lena stond, om te zien, of deze hem ook beluisterde maar de waardin was bezig met op een ruwe plank met krijt iets uit te rekenen, in welke bezigheid zij zoozeer verdiept scheen, dat Frans, zich ver REIST PER W.A.C.O. - AUTOBUSDIENST, DOOR GEHEEL WEST-FRIESLAND, NAAR AMSTERDAM en DEN HELDER. VLUG VEILIG VOORDELIG. zekerd houdende, dat hij niet beluisterd werd, aldus vervolgde „Hoe meer ik over mijne toekomst nadenk, Walraven des te donkerder schijnt die mij toe. Ik bevind mij in een verschrikkelijken toestand ik zie den hemel, een hemel vol geluk, voor mij geopend, en het is mij onmo gelijk, dien hemel binnen te treden." „En die hemel is vroeg Walraven, glim lachende over de dichterlijke welsprekend heid van den verliefden advocaat. „Ida, en Ida alleen riep Frans. „Waarom deed het noodlot mij niet uit adellijke ouders geboren worden, of waarom waren Ida's ou ders geene lieden uit den burgerstand O, Walraven, als een van beide het geval was, met welk eene hoop zou ik dan de toekomst te gemoet gaan Maar nu wend ik vrij alle moeite aan om mij een grooten naam te ver werven, om mij beroemd, geacht en geëerd te maken maar dit alles zal toch niet in staat kunnen zijn om ooit te doen vergeten, dat mijn vader een dorpschirurgijn is» En daar enboven bemin ik Ida te zeer, dan dat ik, al was het ook, dat hare genegenheid jegens mij haar kon doen besluiten, mij den jongeling uit den burgerstand, hare hand te schenken, zou toestaan, dat zij die hand aannam. Want, Walraven ik weet het, er komt voor gehuwden een tijd, waarin de too- verbeelden der jeugd verdwenen zijn, waarin de rede, in de eerste jaren door de liefde te ruggedrongen, met vernieuwde kracht haar invloed doet gevoelen, en dan ziet men te laat in, dat men eene dwaasheid heeft be gaan. Die tijd kon ook voor ons komen een huwelijk met mij zou Ida voor den omgang met den adel berooven en haar uit die kringen verbannen, waarin zij gewoon is zich te be wegen. Dan zou zijberouw kunnen gevoelen, niet meer gelukkig zijn, en zou ik haar zien lijden, haar ongelukkig zien, die ik zoo tee- der bemin. O, sedert de Overste Van Reigen- horst mij zijne geschiedenis en die van zijne echtgenoote verhaald heeft, zijn mij de oo- gen geopend geworden. Ida mag de mijne niet zijn „Inderdaad, Frans sedert ge opgehouden hebt student te zijn, bevallen mij uwe ge hebben gebracht of vernietigd en wel ke thans de veiligheid van alle volke ren bedreigen. Een duurzame vrede kan dus slechts tot stand worden gebracht door het herstel der onrechtvaardigheden, wel ke het geweld aan Oostenrijk, Ceclio- Slowakije en Polen heeft aangedaan. Het staat thans aan Duitschland en niet aan Frankrijk zich uit te spreken voor of tegen dien vrede, waarnaar al le bedreigde landen haken, wier veilig heid en onafhankelijkheid door zijn toedoen bdreigd worden. Het antwoord van den Koning van Engeland luidt „Ik heb met mijn regeeringen van het Vereenigd Koninkrijk, Canada, het ge- meenebest van Australië, Nieuw Zee land en de Unie van Zuid-Afrika liet beroep, hetwelk Uwe Majesteit en Zij ne Majesteit den Koning der Belgen op 7 November tot mij gericht hebben, aan een zorgvuldig onderzoek onder worpen. Ik breng in herinnering den op roep, door Z.M. den Ko.ning der Belgen op 23 Augustus, uit naam der staats hoofden van de Oslogroep gedaan, waarin Zijne Majesteit gepleit heeft voor de onderwerping van geschillen en eischen aan open onderhandeling, ten uitvoer gelegd in 'n geest van broe derlijke samenwerkin. Zoowel mijn re geering van het Vereenigd Koninkrijk als de Fransche Regeering, heeft gun stige antwoorden op dezen oproep ge zonden. Ik breng evenzeer in herinnering het gezamenlijk aanbod van goede diensten door Uwe Majesteit en Z. M. den Koning der Belgen aan mijne re geering van het Vereenigd Koninkrijk en de Fransche, Duitsche, Italiaansche en Poolsche regeeringen op 28 Augus tus gedaan. Dit aanbod werd welkom geheeten door mijne regeering en dooi de Fransche, Italiaansche en Poolsche regeeringen. Enkele dagen later heeft de Duit sche regeering 'n tniet uitgelokten aan val op Polen gedaan, hetwelk op de meest ruwe wijze onder den voet is geloopen. Mijne regeeringen waardeeren hooge lijk den geest van Uwe Majcsteits aan bod en zij zullen altijd bereid zijn een redelijken en vasten groaidslag voor 'n billijken vrede aan een onderzoek te onderwerpen. Dc essentieele voor waarden, waarop wij besloten zijn, dat een eervolle vrede verzekerd zal moe ten worden, zijn reeds duidelijk bekend gemaakt. De documenten, welke se dert het uitbreken van. den oorlog open baar zijn gemaakt, verklaren daarvan duidelijk den oorsprong en stellen de verantwoordelijkheid voor het uitbre ken er van vast. Mijne volkeren hebben de wapenen eerst opgenomen, nadat alle pogingen gedaan waren om den vrede te behou den. De onmiddellijke aanleiding tot ons besluit om oorlog te voeren is Duitschlands aanval op Polen geweest Doch deze aanval was slechts 'n nieuw voorbeeld van de Duitsche politiek te genover zijne naburen. Mocht Uwe Majesteit in staat zij.n mij mededeeling te doen van eenigerlei voorstellen van Duitschland, van een zoodanigen aard, dat zij werkelijk voor uitzicht bieden op verwezelijking van het door mij boven omschreven doel, zoo kan ik reeds aanstonds verklaren, dat mijne regeeringen daaraan de meest ernstige aandacht zullen schen ken." BINNENLANDSCH NIEUWS. AFGEDANKTE UNIFORMEN NAAR HET BUITENLAND VERKOCHT BIJ TIENDUIZENDEN. Het Centraal Magazijn van Militaire kleeding en uitrusting te Woerden verkoopt periodiek z.g. buiten dienst gestelde uniformen bij inschrijving. Deze buiten dienst gestelde, deels versleten, uniformen tunieken, over jassen, pantalons, puttees en' mutsen) worden, wanneer zij dus voor mili taire doeleinden ongeschikt zijn be vonden (motgaten, vlekken) in groote partijen (kavels) verkocht. Verschillen de groothandelaren in gedragen klee ding en lompen schrijven op deze aan bestedingen in. in Juli j.1. is de laatste inschrijving gehouden, waarbij de gemiddelde prijs van tunieken - door Nederland sche koopers ingeschreven - althans voor de minst slechte 30 cent per stuk bedroeg. De geheele partij uniformen is toen toegewezen aan een commissionnair te Amsterdam,, tegen 'n prijs, die onge veer 50 'pCt. hooger was dan die, wel ken de andere inschrijvers wilden be talen. Deze commissionnair heeft sedert jaren dergelijke afgedankte uniformen naar Duitschland verkocht. Hij heeft toegegeven, in den loop der jaren tien duizenden Nedjerlandsche uniformen inderdaad te hebben verhandeld. Hij legde er echter den nadruk op, dat het Departement van Defensie niet wist, dat deze uniformen naar het bui tenland gingen. Tot de gekochte goederen in Juli j.1 behoorden 25.000 stellen jassen en broeken, *die voor de vervaardiging van kunstwol of voor werkkleeding nog geschikt waren. Toen de aandacht van het Departe ment van Defensie gevestigd werd op het feit, dat het toch niet gewenscht was, in een toen reeds zoo spannenden tijd Nederlandsche uniformen naar het buitenland te laten gaan, kreeg sprekken minder," antwoordde Walraven. „Vroeger dacht ge over alles luchtig en be- schouwdet ge, evenals ik, alles in een helder daglicht. Inderdaad, als de toga u zoo zwaar tillend gemaakt heeft, dan zou ik wel ge wenscht hebben, dat men u deze nog wat onthouden had. Komaan, Frans moed ge houden, en alles zal wel gaan. Op het welzijn van uwe Ida, en dat uwe wijsgeerige beschou wingen een einde mogen nemen in het hu welijk van u beiden en met deze woorden dronk de vroolijke krijgsman zijn beker ledig. „Ik wenschte wel, dat ik was zooals gij, Walraven," riep Frans uit, „maar ik gevoel te zeer, hoe ongelukkig ik ben, want zonder Ida kan het leven voor mij geene rozen ba ren, en al treffen mij dan ook geene door nen, toch kan ik niet gelukkig zijn want hij is niet altijd gelukkig, die niet met rampen te worstelen heeft." „Komaan, tracht Ida te vergeten geloof mij, Frans eene eerste liefde moge hevig zijn, maar zij verflauwt spoedigik kan u op mijn woord van eer verzekeren, dat ik wel twintigmaal verhefd was, voordat Julia's schoone oogen mijn hart krijgsgevangen maak ten. O, den Haag is rijk aan schoone meisjes, en als ge u eenmaal hier als advocaat hebt gevestigd, zult ge er spoedig eene vinden, die u uwe Ida zal doen vergeten en wier bezit u gemakkelijker gelukken zal." „Ida vergeten Dat nimmer Nog heden wil ik haar spreken en tegen haar zeggen, wat ik zooeven tegen u gezegd heb, al zou mij dat ook het leven kosten haar voor het laatst te zien en de gedachte, haar voor be rouw behoed te hebben, zal mij in mijn onge luk troosten. Maar als ik mij niet bedrieg, zie ik daar mijn vader aankomen. Laat ons ons gesprek dus afbreken „Uw vader riep de luitenant uit. „Ge weet, dat ik niet graag den draak ontmoet, die mijn schat bewaartvaarwel, Frans, voordat ge naar Leiden vertrekt, moet ge mij nog eens komen bezoeken." En juist had Walaven de herberg verlaten, toen Tigchelaar deze binnentrad. Hij groette Lena gemeenzaam, stak zijn zoon de hand toe en begon, intusschen zoo luid sprekende, dat Lena elk woord verstaan kon, het gesprek in dezer voege „Zoo zijt ge dan eindelijk advocaat, Frans Nu, dat heeft geld, veel geld gekostmaar nu zijt ge ook in staat ruimschoots in uwe be hoeften te voorzien. Ja, Lenna als ge eens wist, hoeveel geld dat studeeren kost, dan zoudt ge er de handen van in elkaar slaan", riep de barbier van Piershil uit, en zich nu weder tot zijn zoon wendende, vervolgde hij „Ge denkt u dus hier in Den Haag te vesti gen, maar wees voorzichtig in het huren van eene woning huur overal niet op eene def tige gracht of in eene deftige straat, want de woningen zijn daar verschrikkelijk duur, en" zeide hij, zijne stem zooveel mogelijk verzach tende, opdat Lena niet zou kunnen hooren, wat er nu volgde, „ge begrijpt, dat ik na al les, wat ik aan u ten koste gelegd heb, nu niets meer voor u doen kan, en dat ge voortaan voor u zelf moet zorgen. Ik heb u hier ontboden om u dit alles te zeggen en nu, Frans veel geluk, en verdien veel geld, opdat ge spoedig in de gelegenheid moogt zijn, uw vader iets van het geld, dat ge hem gekost hebt, terug te geven." .Meester Tigchelaar zeide Lena, toen zij zag, dat Frans zich gereedmaakte om te ver- tiekken, „ik wilde u wel eens even spreken, zeg uw zoon, dat hij tot zoolang moet wach ten." Nieuwsgierig, wat Lena hem te zeggen had, volgde de oude Tigchelaar de waardin naar het binnenvertrek, dat zich, zooals wij reeds gezien hebben, achter de zoogenaamde gelag kamer bevond. „De Jonker wil naar het huis van den Raad-pensionaris De Witt," zeide Lena, „be veel hem, dat hij daar niet heen ga, voordat hij u nog eens gesproken heeft." (Wordt vervolgd.) IN VIER BLADEN ADVERTEEREN VOOR EENMAAL BETALEN Wieringermeerbode. Wieringer Courant. De Polderbode. Zij per Courant.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1939 | | pagina 1