NI
Deposito's
3 Procent
30e JAARGANG
ZATERDAG 18 NOVEMBER 1939
No. 135
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
L. GOYARTS.
ALS HET GEWETEN
SPREEKT.
ALKMAAR
HOORN
(HOTEL SMIT)
ELKEN WOENSDAG
VAN 91/2 - 1 UUR.
fcWlERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden f 1.25.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER WIERINGEN.
Pd
f
X
BUREAU
EQppolytushoef Wlerlngen
Telefoon Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN
Van 1—5 regels
Iedere regel meer
f 0.50
fOAO
TANDHEELKUNDIGE1
HIPPOLYTUSHOEF
IEDEREN DINSDAG 10—2.30 UUR.
HOTEL CENTRAAL S. KAAN Pz.
LAGE VASTE TARIEVEN.
Vlussolini
DE STAND VAN ZAKEN.
De Romeinsche balconscène.
Woensdagavond is de Duce op het balcon
van het Palazzo Venezia verschenen. Hij is
echter niet de plechtige belofte nagekomen,
die hij op 24 September jl. heeft afgelegd.
„In dien en wanneer ik op het bal
con van mijn paleis verschijn," heeft hij
toen gezegd, „dan zal dat zijn tot het
bekend maaken van besluiten van historisch
belang." Van zijn lippen is niet anders ge
komen dan een aansporing tot de jonge stu
denten Europa beleeft zeer moeilijke oogen-
blikken houdt, volgens goed fascistisch ge
bruik en bij wijze van voorzorgmaatregel,
naast het boek het geweer gereed
De tienduizenden Italianen, die zich voor
het paleis van den Duce hadden saamge-
pakt, moeten zich teleurgesteld hebben ge
voeld.
Nochtlians heeft deze korte balconscène
haar bedoeling gehad. Misschien ook haar
werking. Benito Mussolini is een veel te ge
routineerde politieke rot, dan dat hij niets
zeggende balconscènes arrangeert. Hij heeft
stellig ook niet zonder voorafgaande bereke
ning van 28 Mei tot 24 September het abso
lute stilzwijgen bewaard. Wellicht ligt de be-
teekenis van Mussolini's verschijning in het
openbaar in de hernieuwde herinnering, dat
de vrede, dien Italië betracht, nog altijd eenj
gewapende vrede is, en in de hernieuwe
manifestaties uit het publiek „Tunis!",
„Corsica het waren dezelfde kreten, die
omstreeks Kerstmis 1.1. in de Kamer en in
de straten van Rome weerklonken. Wat Tu
nis betreft maakte de Duce het gebaar laat
dat maar gerust aan mij over wat Corsica
betreft, dat ging misschien iets te ver
blijkens de sussende interventie van de au
toriteiten, die in Mussolini's buurt vertoefden.
Uit commentaar van de officieuze „Informa-
zione del Giorno" op de manifestatie blijkt
echter, dat Mussolini nog altijd bepaalde
„aspiraties" koestert zoowel wat betreft
Afrika als de Middellandsche Zee, „die in
weerwil van den internationalen toestand
verwezenlijkt moeten worden." Zij vormen
nog altijd „een deel van Italië's verlangen."
Wat wil Mussolini precies Staat hem een
duidelijke politieke koers voor oogen in het
duistere e m b r o g 1 i o der Europeesche poli
tiek Naar het schijnt is voor geen mogend
heid van Europa de weg zoo moeilijk en on
duidelijk als voor Italië. Het heeft voor de
verwezenlijking van zijn Middellandsche Zee-
en Afrikaansche politiek op de Duitsche kaart
gezet, toen de Fransche staatslieden Rome te
verstaan gaven wij staan geen duimbreed
gronds van ons legitieme bezit af. Mussolini
heeft echter nooit officieel of formeel bij
Frankrijk onderhandelingen ingeleid, maar
verlangd dat dit vanzelf met concessies
voor den dag zou komen. De Duitsche poli
tiek is ten slotte een weg gegaan, dien Mus
solini niet wilde, dien van den oorlog. Hij
zag in de verdragen met het Derde Rijk slechts
een instrument, dat goede diensten kon be
wijzen voor diplomatiek manoeuvreeren en
politieken druk. De politieke entente tusschen
Hitier en Stalin heeft Mussolini bovendien in
een lastig parket gebracht de positie van
Italië zoowel op den Balkan als in de Mid
dellandsche Zee werd er door verzwakt en in
gevaar gebracht. Italië kon niet tegelijkertijd
zoowel het Pan-Germaansche als Pan-Slavi-
sche imperialisme in zijn belangensfeer ver
dragen. Spanje, waar Italië het bolsjewisme
had bestreden en hetwelk het reeds als toe
komstig bondgenoot beschouwde, heeft se
dertdien duidelijk zijn sympathieën naar het
Westen gekeerd. Het is voor Mussolini niet
gemakkelijk een definitieve plaats te kiezen
in deze onklare situatie. Hij zoekt hoe lan
ger hoe duidelijker naar een nieuw even
wicht voor zijn politiek.
FEUILLETON
Historische roman.
XVIII.
Twee maanden waren er weder verstreken
Frans Tigchelaar had zich in dien tussehen-
tijd te 'sGravenhage gevestigd en deelde in
het lot van meest alle jonge advocaten, na
melijk, dat hem bijkans geen zaken toever
trouwd werden, terwijl hij dat weinige nog
pro deo moest waarhemen. Zijne bezoeken ten
huize van den Raad-pensionaris Johan De
Witt waren eer vermeerderd dan verminderd
want de verzekering zijn vaders, hem bij
hunne laatste bijeenkomst gedaan, dat hij
niet moest wanhopen aan het bezit van de
hand van Ida, had zijne ziel natuurlijk met
hoop vervuld en men gelooft zoo gaarne
wat men hoopt.
Intusschen was ook de haat van het volk
tegen De Witt en eenige anderen, die zich
krachtdadig tegen de uitbreiding van de
macht van den Prins van Oranje verzetten
en met den naam van Loevesteinschen be
stempeld werden, al meer en meer aange
groeid.
Was de haat tegen de gebroeders De Witt
reeds zeer hevig bij het opgeruide gemeen,
deze werd nog meer aangewakkerd door het
geen er den 29sten Juni 1672 te Dordrecht
voorviel en hetwelk wij hier kortelijk willen
raededeelen.
Nadat de Prins van Oranje te Veere, in
Zeeland, tot Stadhouder was verklaard, sloeg
de beweging van daar naar Dordrecht over,
v/aar Cornelis De Witt burgemeester was.
Eenige burgers, in den waan gebracht, dat
de magazijnen der stad zich in een slechten
toestand bevonden, eischten met geweld de
sleutels, die de wethouders onder hunne be
rusting hadden, ten einde zich te overtuigen,
ENGELSCH HOOGERHUIS JUICHT
VREDESINITIATIEF TOE.
Lord Snell, leider der Labour-oppositie, be
toogt, dat Engeland Koningin Wilhelmina
en Koning Leopcld dankbaar behoort te
zijn voor hun initiatief. Hij verwacht
veel van tegemoetkomende houding jegens
Duitschland.
BILLIJKE VOORWAARDEN BEPLEIT.
Bij het debat in het Hoogerhuis van Don
derdag over het wekelijksche oorlogsoverzicht
heeft Snell, de leider van de Labour-oppositie,
den raad gegeven het Duitsche volk billijke
voorwaarden aan te bieden. Wij moeten het
Duitsche volk kunnen verzekeren, dat zijn
gebied zal worden geëerbiedigd, dat de blok
kade zoo spoedig mogelijk zal worden opge
heven, en dat wij, zoodra het den weg des
vredes in plaats van dien van oorlog kiest,
onze volledige medewerking zullen verleenen
om zijn ontredderd leven te herstellen en
weer op te bouwen. Persoonlijk geloof ik, dat
indien dit aan het Duitsche volk duidelijk
kan worden gemaakt, het antwoord onmid
dellijk zou volgen en verrassend zou zijn.
Het geheele land, zoo vervolgde Snell, dient
dankbaar te zijn jegens Koningin Wilhelmina
en Koning Leopold, voor hun initiatief. Zij
hebben onzen hartgrondigen dank voor hun
voorstellen.
De kleine landen hebben altijd een aan
zienlijke bijdrage geleverd aan het interna
tionale welzijn.
Indien door de goede diensten der souve-
reinën van Nederland en België deze
oorlog zou worden verkort of beëindigd, zou
den de kleine landen der menschheid op
nieuw een zeer grooten dienst hebben bewe
zen (toejuichingen.)
De hooge positie en de persoonlijke eigen
schappen van deze twee doorluchtige monar
chen verdienden, dat hun voorstellen op de
meest ernstige wijze werden beschouwd. Het
antwoord van Z. M. den Koning ging mis
schien zoover als hij in een formeele mede-
deeling van dezen aard kon gaan. De begin
selen werden vermeld, waarop naar zijn oor
deel de vrede tot stand zou kunnen komen.
In wezen en in beginsel waren zij duidelijk.
Indien Duitschland deze beginselen had kun
nen aanvaarden, zou het pad naar den vrede
zijn geëffend.
Ten slotte zeide Snell, dat de definitie van
de vredesdoeleinden in de eerste plaats de
taak is van het Duitsche volk, en in de
tweede plaats van de mannen van Engeland
en het Britsche Rijk, die thans strijden voor
de beschaving.
Samuel, van de liberale oppositie, zeide,
dat allen zich het initiatief herinneren van
Koningin Wilhelmina en Koning Leopold
voordat de oorlog begon en waarop Duitsch
land niet heeft geantwoord. Ook op het nieu
we initiatief heeft Duitschlaancl niet geant
woord. Engeland en Frankrijk hebben het
eenig antwoord gegeven door te herinneren
aan de doeleinden waarvoor zij oorlog voeren.
II: geloof, dat deze doeleinden door Z.M.'s
regeering zoo nauwkeurig zijn uiteengezet als
in de bestaande omstandigheden mogelijk is.
Laat de openbare meening zelf zich uitspre
ken over de oorlogsdoeleinden, maar ik twij
fel of Engeland, Frankrijk of de Dominions
deze in bijzonderheden kunnen formuleeren.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
in hoeverre dit gerucht waar was alles werd
echter in de beste orde bevonden. Deze daad
ging echter met veel beweging gepaard, en
oaarvan trokken eenigen partij om het volk
op te ruien, den Prins van Oranje tot Stad
houder te verklaren, voorgevende, dat dan
de zaken veel beter zouden gaan.
Op die wijze opgehitst, begon het volk wel
dra de stad van het geroep „Leve de Prins
van Oranje te doen weergalmen, er bij
voegende, daar het wel wist, dat de De Wit
ten zich krachtdadig tegen de verheffing van
den Prins zouden verzetten „De duivel hale
I de De Witten De Burgemeester en Wet-
i houders werden met veel geweld uit hunne
huizen gehaald en gedwongen, het Eeuwig
Edict af te zweren, de burgemeester Johan
Hallingk werd zelfs genoodzaakt om, verge
zeld van eenige andere leden der regeering,
den Prins te verzoeken, zich naar Dordrecht
te begeven, opdat Zijne Hoogheid zich zelf
van den staat der zaken aldaar mocht ko
men overtuigen. Na eenige aarzeling gaf de
Prins, die zich juist in het leger bevond, aan
dit verzoek toe en deed den 29sten Juni zijn
intocht binnen Dordrecht, waar hij door de
burgerij met de uitbundigste vreugde ont
vangen werd. Nadat de Prins alles in oogen-
schouw genomen en in orde bevonden had,
cn na den maaltijd de stad weder wilde ver
laten, hielden eenigen 's Prinsen koets staan
de en vroegen hem, of hij Stadhouder was.
„Neen, mijne vrienden gaf de Prins ten
antwoord, „maar ik ben volkomen tevreden
zooals het thans is."
„Wij niet," luidde de algemeene kreet, „wij
niet, ^tenzij wij Uwe Hoogheid Stadhouder
zien en het volk dwong den Prins en de
leden van den Raad, die hem uitgeleide de
den, weder naar de herberg De Pauw, waar
Zijne Hoogheid het middagmaal gebruikt
had, terug te keeren, alwaar de Predikant
Dibbits het volk opruide om zich onder eede
te verbinden, niemand der Burgemeesters of
Wethouders levend de herberg te laten ver
laten, tenzij zij de verheffing van den Prins
tot Stadhouder als zoodanig bezworen en
onderteekend hadden. De Regeering, geen
EEN DOODE, DRIE GEWONDEN
BIJ AUTO-ONGELUK
Donderdagavond is te Lirnmen een
auto, waarin 4 personen waren geze
ten, die van Alkmaar op weg waren
naar Beverwijk, tegenover het Raad
huis op 'n stilstaande hout-auto ge
botst. Deze aanrijding was zoo hevig,
dat de inzittende J. Klaver uit Bever
wijk werd gedood. De drie anderen
moesten zwaar gewond naar het Zie
kenhuis te Alkmaar worden vervoerd.
REIST PER
W. A. C. O. - AUTOBUSDIENST,
DOOR GEHEEL WEST-FRIESLAND, NAAR
AMSTERDAM en DEN HELDER.
VLUG VEILIG VOORDELIG.
VOORZITTER VAN DEN Z.-ZEERAAD
Jlir. ir. O. C. A. van Litli de
Jeude aangewezen.
Bij K. B. is aangewezen als voorzit
ter van den Zuiderzeeraad jhr. ir. O.
C. A. van Lirh de Jeude, oud-minister
van Waterstaat, thans lid en onder
voorzitter van dien Raad.
RIJKSMIDDELEN IN OCTOBER.
Opbrengst ruim f 10 millioen boven
de raming - In 10 maanden f 28 mill-
oen meer dan was geraamd.
EVACUATIE NAAR DE DUINEN
Bloemendaal krijgt 12000 en
Zandvoort 7000 inwoners
meer.
In Kennemerland worden uitgebrei
de voorzorgsmaatregelen genomen
voor het onderbrengen van de bewo
ners uit de streken van ons land, die
door een eventueele onderwaterzetting
hun huizen zullen moeten verlaten.
Het departement van Defensie
heeft reeds eenigen tijd geleden het be
vel gegeven alles gereed te maken
voor de ontvangst van hen, clie door
het in gebruik stellen van de water
linie verplaatst moeten worden. In
Bloemendaal zullen 12000 personen
worden ondergebracht, in Zandvoort
7000 en ook in andere plaatse.ii zullen
velen worden gehuisvest.
Er zou voor sommigen iets veront
rustends in deze voorbereidingen zijn
te bespeuren, indien men niet wist, dat
cle autoriteiten reeds langen tijd hier
mede bezig waren. Geenszins mag men
dus concludceren, dat de toestand ern
stiger is geworden.
Om alles in Bloc-mcndaal te laten
slagen is 'n commissie gevormd, welke
is onderverdeeld in vier kleinere co.mi-
té's, onder wie de blokleiders ressor
teeren met de blok commissies. Deze
blokleiders hebben in de laatste weken
de ingezetenen bezocht en hun meclc-
deciing gedaan hoeveel personen elke
bewoner in zijn huis zal ontvangen. Zij
die naar Bloemendaal worden overge
bracht, zijn voornamelijk afkomstig
uit de Grebbelinie.
De kosten aan de opneming verbon
den, zullen worden vergoed door de
ondei'gebrachten, voor zoover zij daar
toe tenminste financieel in staat zijn.
Voor hen, die deze kosten niet zul
len kunnen betalen, wordt van Rijks
wege 'n vergoeding gegeven, vermoede
lijk op grond van de bepalingen der
I.nkwartieringswet. liet Rijk verstrekt
voorts los stroo voor de ligging, doch
het verdient natuurlijk aanbeveling-
dat de Bloemendalers zorgen voor ma
trassen voor hun gasten. Voor een klein
bedrag stelt het comité de matrassen
beschikbaar.
I In Zandvoort, waar zevenduizend
personen onder dak gebracht worden,
is eveneens 'n commissie van voorbe-
jreiding opgericht, en in Heemstede is
men hiermede bezig.
anderen uitweg ziende, gaf eindelijk aan de
begeerte van het meerendeel der burgerij toe
en besloot derhalve, het Eeuwig Edict te ver
nietigen en den Prins tot Stadhouder van
Holland te verklaren. Men zegt, dat de Prins
op het oogenblik. waarop de akte geschreven
werd, zeide „Mijnheeren ik beklaag u,"
hoewel dit niet verhinderd heeft, dat hij het
stadhouderschap, voor zooverre dit hem door
de stad kon aangeboden worden, aanvaardde.
De akte werd vervolgens door de Wethou
ders en zoo voorts onderteekend in tegen
woordigheid van twee Predikanten, toen men
zich herinnerde, dat, indien de gemelde akte
van kracht zou zijn. deze mede door Mr. Cor
nelis De Witt, Burgemeester van Dordrecht,
Ruwaard van Putten, enz. moest ondertee
kend worden. De Ruwaard lag echter, ee-
rigszins ongesteld, zijnde, te bed, toen men
hem tot het onderteekenen der akte dwong,
hetgeen hij echter volstandig weigerde men
hield hem voor, dat zijne woning door ge
wapende burgers omringd was en dat zijn
leven gevaar liep, indien hij bij zijne weige
ring bleef volharden.
Het antwoord, dat de Ruwaard gaf, was
manlijk en een De Witt waardig. „Ik vrees
den dood niet," zeide hij, „en liever wil ik
sterven, dan dat ik dit voor mijn Vaderland
zoo noodnoodlottig geschrift teeken."
Maar wat geweld niet vermocht, dat ver
mochten de tranen van zijne echtgenoote, die
met haar jongste kind aan de hand hem bad,
om harentwil en ter wille van zijn kroost
van den nood een deugd te maken en toe te
geven aan hetgeen niet meer te stuiten was.
Cornelis De Witt nam de pen en teekende de
akte, de beide letters eene verkorting van de
Latijnsche woorden Vi coactus waren, die
overgezet zijnde „door geweld gedwongen"
beteekenen maar het volk, van de beteeke-
nis dezer beide letters door een der Predi
kanten onderricht, hield niet op, voordat De
Witt eigenhandig de beide letters had door
gehaald.
Ziedaar in weinige woorden medegedeeld,
wat voornamelijk de oorzaak was, waarom
de haat tegen de gebroeders De Witt, en
voornamelijk tegen Mr. Cornelis De Witt,
Ruwaard van Putten, meer en meer aan
groeide, in welken haat allen deelden, die
zich de verheffing van den Prins tot Stad
houder ten doel stelden.
Na deze uitweiding, die wij wel moesten
maken, ten einde den lezer hetgeen thans
volgen zal, verstaanbaar te maken, -vatten
wij den draad van ons verhaal weder op,
dien wij misschien naar den zin van eenige
lezers reeds veel te lang hebben laten rus
ten.
Het was dan op den 25sten Juli van het
met bloedige letteren in onze geschiedrollen
geschreven jaar 1672, dat Frans Tigchelaar
zich volgens gewoonte naar de woning van
den Raad-pensionaris begaf, waar Ida nog
steeds woonachtig was.
Joan De Witt was in zooverre van zijne
wonde hersteld, dat hij het bed kon verlaten
en zich met eenige bezigheden onledig hou
den.
Het kwam Frans vreemd voor, dat hij
Ida, die hij altijd in het woonvertrek placht
te ontmoeten, thans niet zag en dat de wijze
waarop hij door den Raad-pensionaris ont
vangen werd, koel en achterhoudend was.
„Ik hoop niet, dat ik u stoor, Mijnheer De
Witt, zeide Frans Tigchelaar, die wel be
merkte, dat hij geenszins welkom was zoo
als vroeger.
„In geenen deele, Mijnheer Tigchelaar
mijne nog zwakke gezondheid laat mij niet
toe, mij met gewichtige zaken bezig te hou
den maar ge zult waarschijnlijk niet on
bekend zijn met hetgeen er met mijn broe
der, den Ruwaard van Putten, is voorgeval
len, en als een liefhebbend broeder zulk
eene tijding ontvangt, kan men het hem niet
ten kwacle duiden, als hij de eenzaamheid
verlangt."
„Ik ben met alles onbekend," zeide Frans
Tigchelaar, „maar wil u met mijne tegenwoor
digheid niet langer lastig vallen vergun mij
echter, dat ik u vooraf vraag, wat er eigen
lijk met uw broeder, den Burgemeester van
Dordrecht, voorgevallen is Ik hoop toch, dat
de tijding, die ge van hem ontvangen hebt,
Voor tijdelijk geplaatste gelden
vergoeden wij thans
PRACHTIGE REIZEN VAN
HARINGLOGGERS
Besommingen van f 10.000
De haring-loggers uit Vlaardingen,
Scheveningen of Katwijk, die hun vang-
ste.n in IJmuiden lossen en - wat de
versclie haring betreft ook verkoo-
pen - maken zulke prachtige reizen,
dat de meeste schepen, die de vissche-
rjj eenige weken geleden weer zijn
gaan beoefenen, de teelt nog goed kun
nen maken.
Niet alle schepen zijn even gelukkig,
maar de besommingen steken toch ver
boven die van voor dc-n oorlog uit.
Een Katwijksche logger, die verle
den week in IJmuiden binnen was,
maakte in drie weken twee reizen en
besomde f 20.000. Reizen van f 10.000
komen trouwens meer dan eens voor.
De SC1I 130 was Donderdag- binnen
met 17 last steurharing en 850 kisten
versche haring. De kisten brachten
f 9000 op, terwijl het schip voor zijn-
stem haring zeker nog op f 5000 a
f 6000 kan rekenen. Dit wordt dus een
recordreis van f 14.000 a f 15.000. Nog
zoo'n reis en deze logger kan in weer
wil van de stagnatie in het bedrijf, op
een gu.nstige teelt terugzien.
GEVAARLIJKE DAMESMODE.
De directie van een groote corsetten-
fabriek hier te lande, heeft in een con
ferentie verklaard, hardnekkig den
strijd te zullen aanbinden tegen de in
geregen taille, die de .nieuwe queue
mode weer schijnt te zullen vergezel
len. Deze mode is zeer ongezond voor
u geen reden tot ongerustheid gegeven
heeft
„Inderdaad, spreekt ge de zuivere waar
heid, dat ge geheel onbekend zijt met alles,
wat er gisteren te Dordrecht voorgevallen
is vroeg De Witt, terwijl hij den jongeling
strak aankeek.
„Ik weet van niets," hernam deze, „en ben
verlangende, als het geene onbescheidenheid
is, tijding te horen, die u op zoodanige wijze
verontrust."
„Ge weet van niets," riep De Witt ver
wonderd uit, „en ge zijt de zoon van Willem
Tigchelaar, den barbier van Piershil
„Zoo heet mijn vader," zeide Frans Tig
chelaar, „en ik schaam mij noch zijn naam,
noch den stand, dien hij in de maatschappij
bekleedt maar ik begrijp niet, in welke be
trekking mijn vader tot de tijding kan staan,
die ge van uw broeder ontvangen hebt."
„Herinnert ge u nog wel," riep de Raad
pensionaris uit, terwijl elke trek van koel
heid van zijn gelaat verdween, „herinnert ge
u nog wel, dat ik u eens zeide, dat zich een
dreigend onweder boven mijn hoofd en dat
van mijn broeder samenpakte, voor welks
losbarsting ik sidderde Welnu, daf onweder
is losgebarsten, en mijn broeder Cornelis is
gisteren door den Advocaat-Fiskaal Johan
Ruitsch te Dordrecht in hechtenis genomen
en gevankelijk herwaarts overgebracht."
„Uw broeder, de Ruwaard van Putten, ge
vangen binnen deze stad riep de jonge ad
vocaat uit. „En om welke reden
„Hij wordt beschuldigd, een aanslag tegen
het leven van den Prins van Oranje gesmeed
te hebben," gaf Johan De Witt ten antwoord.
„En wie waagde het, zulk een laster te ver
zinnen en den Ruwaard te beschuldigen
(Wordt vervolgd.)
IN VIER BLADEN ADVERTEEREN VOOR
EENMAAL BETALEN!
Wieringermeerbode.
Wieringer Courant.
De Polderbode.
Zij per Courant.