30e JAARGANG DINSDAG 21 NOVEMBER 1939 No. 136 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN ALS HET GEWETEN SPREEKT. WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden f 1.25. uitgever: CORN. J. BOSKER WIERINGEN. BUREAU Hlppolytushoef Wieringen Telefoon Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN Van 1 5 regels Iedere regel meer 10.50 f 0.10 S.S. SIMON BOLIVAR OP EEN MIJN GELOOPEN EN GEZONKEN. Van de 400 opvarenden Vijftig zwaar en vijftig licht gewond. NEGENTIG VERMISTEN. 310 geredden te Harwich aan land gebracht. Zaterdagmorgen om half twaalf is de „Simon Bolivar" van de Kon. Ned. Stoomboot Maatschappij nabij de Engelsche kust op een mijn geloopen. Er weerklonken plotseing twee expoisies. Een hevige schok voer door het schip. Daarna begon het snel te zinken. Omtrent het aantal opvarenden van de „Simon Bolivar" wordt gemeld, dat er zich onder de passagiers ongeveer 90 van Engel sche en 50 van andere buitenlandsche natio naliteit bevonden, vooral uit Duitschland en andere Centraal-Europeesehe landen. Er waren veel vrouwen en kinderen aan boord. Onder de Nederlandsche passagiers waren verscheidene employé's van de Bataafsche Petroleum Maatschapapij en ook eenige re ligieuzen. De „Simon Boivar" is vermoedelijk gezon ken zonder dat iets van de lading geborgen kon worden. Het stoomschip „Simon Bolivar", dat kort geleden na een vrij lang oponthoud in de Engelsche wateren in de haven van Amster dam was aangekomen, vertrok Vrijdag j.1. weer naar West-Indië. Het was zoo goed als volgeboekt. Het staat vast dat er zich 400 per- nsoen aan boord bevonden. De „Simon Bolivar" toch werd in 1927 ge bouw op de werf van de Rotterdamsche Droog- clokmaatschappij Dat het ongeluk onder Harwich is ge beurd, is niet zoo vreemd als het lijkt. De gebruikelijke route van IJmuiden naar het Engelsch Kanaal is nl. niet bevaarbaar. Alle scheepvaart, zoowel van het Noorden als van het Zuiden wordt voor het meerendeel tus- schen de Engelsche kust en de Goodwin Sands doorgeleid. Van de gevaarlijke gebieden worden kaar tjes verstrekt aan zeevarenden. Ook de kapi tein van de „Simon Bolivar" heeft natuurlijk nauwkeurig geweten welke gebieden hij heeft moeten vermijden. Dat hij dit inderdaad heeft gedaan blijkt uit het feit, dat hij dichtbij Har wich is gepasseerd. Hoe het ongeluk is ge beurd is dan ook niet recht duidelijk. Naar United Press nog verneemt, stonden artsen en ambulance-auto's aan de kust te v/achten, toen de eerste geredden aan land werden gebracht. Er waren vele vrouwen en kinderen onder. Vele gewonden werden met spoed naar de ziekenhuizen vervoerd. Onder de gewonden bevond zich ook een kindje van elf maanden, dat schreide en om zijn moeder riep N Een der eerste geredden was de heer F. Vaz Dias, em Amsterdamseh journalist, ver bonden aan het A. N. P. Hij was in een wit matrozenpak gestoken. Zijn gelaat was zwart van de olie. Hij vertelde een dramatisch ver haal van het gebeurde. FEUILLETON. Historische roman. V 40.) „Wie dat waagde," riep Johan De Witt uit, „wie dat waagde Niemand anders dan Wil lem Tigchelaar, de barbier van Piershil, uw vader." „Mijn vader riep Frans ontsteld uit en viel als door den bliksem getroffen op een stoel neer, „en wat mag hem bewogen hebben, zulk eene valsche beschuldiging tegen den Ruwaard uit te brengen Want dat die be schuldiging valsch is, daarvan houd ik mij stellig overtuigd," riep Frans Tigchelaar, van zijne ontzetting eenigszins tot zich zelf geko men. „Mijnheer Tigchelaar het goud heeft een groot vermogen," zeide Johan De Witt, „en de barbier van Piershil zou de eerste niet zijn, die om eenige blanke dukaten of om een voor- deelig ambt zijn evenmensch in het verderf stortte, Tigchelaar mijn angstig voorgevoel wordt al meer en meer bewaarheid de hin derpalen, die den weg tot het Stadhouders schap versperren, moeten ten koste van al les uit den weg worden geruimd." „En zou mijn vader zich zoozeer verlaagd hebben, het middel te zijn om zulk een el lendig doel te bevorderen riep Frans Tig chelaar, terwijl elke zijner gelaatstrekken van zijne innige verontwaardiging getuigde. „Het grieft mij innig," zeide Johan De Witt, „in den redder mijns levens, den zoon van den valschen beschuldiger, wellicht van den moordenaar mijns onschuldigen broeders, te moeten zien." „Maar die beschuldiging zal niet geloofd worden, en men zal Cornelis De Witt, Ruw aard van Putten, niet veroordeelen op de beschuldiging van een man, die ik moet het met innige beschaming bekennen, van ver scheidene misdrijven beticht wordt." „Men gelooft zoo gaarne, waarnaar men verlangt," zeide Johan De Witt, „en het .Hof ZWARE EXPLOSIE. „Het was ongeveer halfwaalf", zoo vertelde hij, „toen de „Simon Bolivar" door een ont zettende ontploffing werd getroffen. Ik zat in den rooksalon eerste klasse, een der plaat sen, waar de slag het ergste aankwam. Het was of ik plotseling een hevigen klap tegen de borst kreeg. Ik werd van mijn stoel ge slingerd. Een verschrikkelijke verwoesting werd aangericht. Houtsplinters en glasscher ven lagen overal rond mij, bij de deuren la gen gewonde en gedoode slachtoffers. Er wa ren gisteravond vóór het uitvaren geen boot oefeningen gehouden en ook vanmorgen was dat nog niet gebeurd. Wij wisten dus niet bij welke booten wij behoorden en er heerschte een vrij groote verwarring. Luide kreten weer klonken, bevelen werden gegeven. „Haalt al len de zwemvesten", werd er geroepen. Van een ernstige paniek was intusschen geen sprake, Ik trachtte naar mijn hut te gaan, om mijn zwemvest te halen, doch be neden stond het vol rook, en andere passa giers vertelden mij, dat het water reeds in hun hutten steeg. Onverrichterzake keerde ik terug,, doch vond ten slotte in een leege hut een zwemvest. De booten waren als gevolg- van de ontploffing deels ontredderd. Ik wachtte mijn beurt af, en toen een boot van het bovendek naar, beneden werd gelaten, bleek deze al zoo goed als vol te zijn. Met moeite kreeg ik nog een plaatsje. Ik dacht gered te zijn. Toen volgde mijn ergste ervaring. Terwijl de boot naast het schip aan de davits hing en verder naar beneden werd gelaten, had een tweede ontploffing plaats, die blijkbaar het middenschip trof. Mijn boot en naar ik later hoorde nog een andere reddingsboot werden tot splinters uiteen geslagen. Alle in zittenden vielen in zee. Ik dook meters onder. Je bent er geweest, dacht ik, doch ik kwam weer boven en wist mij al zwemmende drij vende te houden tot ik een stuk hout kon grijpen. Zoo bleef ik minutenlang ronddob beren. In de dikke olielaag bleef ik, vastge klemd aan het stuk hout, drijven. Al zwem mende trachtte ik mij van het zinkende schip te verwijderen. Gelukkig was de zee niet erg ruw. Het was toen ongeveer twaalf uur. HULP DAAGT OP. De volle reddingbooten het waren er drie of vier waren intusschen weggeroeid, zoo vervolgde de heer Vaz Dias. In de verte zagen wij andere schepen aankomen, die ons blijkbaar te hulp wilden komen. Een dier schepen, het was een treiler, kwam in onze buurt. Ik klampte mij er aan vast en werd met de negerin binnenboord gehaald. Nog vertelde de heer Vaz Dias, dat vanmor gen (Zaterdag) om negen uur twee Duitsche watervliegtuigen boven de „Simon Bolivar" hadden gevlogen. VIER NONNEN GERED. Vier nonnen van Huize Bijdorp te Voor schoten zijn alle vier gered. Drie harer droe gen nog de witte nonnenkleeren, doch de vierde zuster was uit de reddingsboot over boord geslagen en had van kleeren moeten verwisselen. Zij had een gewonen mantel aan en een doekje om het hoofd gewonden. Dui zal zoo nauwlettend niet toezien, als het slechts het doel bereiktmijn ondergang en dien van mijn onschuldigen broeder. Bewijst de straffeloosheid ten opzichte van mijne nachtelijke aanvallers niet reeds ge noeg, hoe aangenaam het den vrienden geweest zou zijn, als hunne slagen doodelijk geweest waren, en hoezeer deze schanddaad door velen als eene loffelijke daad aangemerkt wordt Van de vier aanvallers is er slechts een, en dat nog wel de onschul digste, Jaca'b Van der Graaf, gestraft, terwijl men de anderen daar zocht, waar men zeker was, hen niet te zullen vinden. Ge hebt voor zeker evenals ik de geschriften gelezen, die men na de terechtstelling van den jongen Van der Graaf in het licht gegeven heeft, en waar in hij als een onschuldige, als een martelaar beklaagd wordt, als een offer. Nog geen twee maanden zijn er sedert den aan slag op mijn persoon verloopen, en reeds wor den de vervolgingen gestaaktde misdadi gers vertoonen zich weder openlijk, alsof er niets gebeurd ware, terwijl Adolf Borreboch het ambt van Postmeester is blijven behou den. En toch handel ik," vervolgde De Witt, „en mijn broeder, zooals eed en plicht van cns vorderen ik acht den Prins van Oranje meer dan iemand dat doen kan, maar ik be min mijn Vaderland bovenal, en getrouw aan den eenmaal gezworen eed, zal ik nimmer het welzijn van mijn Vaderland opofferen. Ja, ik bemin dat Vaderland", ging hij met verheffing van stem voort, „ofschoon het mij en mijn broeder met ondank, haat en ver guizing beloont. Met raad en daad stond ik den Staat ten allen tijde ten dienste, terwijl mijn broeder, de Ruwaard van Putten, zijn leven daarvoor veil had, toen hij en De Ruyter te Chattham de Engelschen deden sidderen. En ge kent den dank, dien wij hier voor inoogstten lasteringen, zelfs van allen schijn van waarheid ontbloot, worden van alle kanten tegen mij uitgebraakt, en, helaas maar al te gretig geloofd hoever de haat tegen mij geklommen is, bewijst de aanslag tegen mijn leven, die zonder uwe tusschen- komst allernoodlottigst voor mij had kunnen zijn. En wat gebeurde er met mijn broeder, toen hij tot herstel van zijne in den- laat- Sten veldtocht zoozeer geschokte gezondheid met verlof van den Staat, den 2lsten van delijk waren nog de sporen der vette olie aan haar te zien. De oudste der vier, Zuster Emilia,, vertelde mij „Wij waren met ons vieren op weg naar West-Indië. De eerste ontploffing, die het schip trof, weerklonk om half twaalf. Zij v/as zoo hevig, dat de geheele brug werd versplinterd. De kapitein werd tegen het plafond geslagen en was onmiddellijk dood. Na deze ontploffing was ook de radio-instal latie direct in het ongereede geraakt. Er konden dus geen seinen worden gegeven. Onmiddellijk nadat bevel was gegeven om de reddingsgordels om te doen, zoo vertelde zuster Emilia verder, waren de jongste drie naar beneden gegaan en kwamen terug met vier gordels. Wij deden de zwemvesten om en wachtten onze beurt af om in de booten te kunnen plaats nemen. Inmiddels golfde het water over het dek. De reddingsbooten wa ren heel snel uitgerust en hingen spoedig in de davits, kort daarna werden zij gestreken. Op het oogenblik van de tweede ontploffing bevonden wij ons nog aan dek. Wij zagen hoe twee booten volkomen versplinterd wer den en de passagiers er uit werden geslingerd. Het v/as een vreeselijk gezicht. De stemming onder de passagiers bleef, ge zien de omstandigheden, tamelijk kalm. Er werd niet geduwd of gedrongen. Tot zoover zuster Emilia. Van de andere passagiers vernam ik echter nog hoe voor beeldig de vier zusters zich hadden gedragen. Zij bewaarden volkomen haar kalmte en stonden den vrouwen en kinderen met raad en daad bij. Zoodra zij in Harwich waren aan gekomen belastten zij zich met het uitdeelen van droge kleeren aan de vrouwen en kinde ren en dachten geen oogenblik aan zichzelf Zij bleven op haar post om iedereen te hel pen. De andere passagiers konden geen woor den genoeg vinden om het gedrag der non nen te prijzen. RINNENLANDSCH NIEUWS. HELDENMOED BELOOND. Korporaal Van Dijk tot wachtmeester bevorderd. Bij den brand Vrijdag in een munitiewagen in het centrum des lands heeft de dienstplich tige korporaal Van Dijk, met gevaar voor ei gen leven de paarden, die als gevolg van de explosie op hol waren geslagen tegengehou den. Hij heeft daarmee een ramp voorkomen. Thans is zijn heldhaftig gedrag op militaire wijze beloond. Zaterdagmiddag te ruim twee uur heeft voor het front van den troep waarbij Van Dijk is ingedeeld, de regimentscommandant namens den Minister van Defensie aan Van VOOR ZAKEN OF FAMILIEBEZOEK NAAR AMSTERDAM WACO AUTOBUSDIENST is dan Uw aange wezen vervoermiddel. RETOUR WIERINGEN - AMSTERDAM 14 DAGEN GELDIG fl. 2.50. Dijk medegedeeld dat de Minister zijn moe dig gedrag bewondert en hem als blijk van waardeering een gratificatie van f 50.— toe kent, zoomede twee dagen uitzonderings verlof op 19 en 20 November. Daarna heeft de regiments-commandant een order van den commandant van het veldleger, lt. generaal J. J. G. baron van Voorts tot Voorst, voorgelezen, blijkens wel ke korporaal Van Dijk wordt bevorderd tot dienstplichtig wachtmeester. STÉLENDE MILITAIREN. Acht arrestaties te Schiedam. Dezer dagen is de politie te Schiedam op het spoor gekomen van een serie diefstallen van lood, koper en ijzer, gepleegd door aldaar gelegerde militairen. Vermoedelijk zijn acht man hierbij betrokken. Vier zijn er Vrijdag reeds gearresteerd. Vrij dagmiddag verscheen voor het politiebureau te Schiedam een militaire auto, geladen met een flinke partij lood, koper en ijzer. Deze partij van ongeveer 500 kg is het resultaat van een reeks strooptochten, welke eenige militairen hadden verricht in de onmiddellijke omge ving van een voormalig fabrieksgebouw, waar zij zijn ondergebracht. Zij deden hun partijen van de hand bij een opkooper en de veelvuldigee bezoeken aan dezen man zijn oorzaak geworden dat de po litie opmerkzaam werd gemaakt op deze zaak. Een onderzoek werd ingesteld en al gauw bleek,, dat van een groote partij lood, kooper en ijzer, welke zich in het pakhuis van den opkooper bevond, de herkomst zeer twijfelachtig was. De koopman is daarop ge arresteerd en spoedig hierop werden ook vier militairen in het politiebureau opgesloten. NEDERLANDSCHE ARBEIDERS IN DUITSCHLAND ZONDER WERK. De Directie van de in Nederlandsch bezit zijnde, maar even over de grens bij Glaner- brug op Duitsch gebied gelegen fabriek Eiler- mark heeft aan de arbeiders medegedeeld, dat wegens het niet meer beschikbaar zijn van grondstoffen de fabriek met ingang van 1 Februari a.s. zal moeten worden stopgezet, tenzij alsnog een wijziging ten goede intreedt. Tal van Nederlandsche arbeiders uit Glaner- brug zijn nog op deze fabriek werkzaam. REGEERING VERHOOGT LIJNZAAD - PRIJS. Van 10 op 12 gulden per honderd kilo. Met terugwerkende kracht. Ondanks de vele klachten over den prijs, waarvoor de regeering lijnzaad van de boe ren overneemt, was nog steeds geen verhoo- ging toegepast. Thans vernemen wij, dat de prijs met „te rugwerkende kracht" is verhoogd van 10 op 12 gulden. De boeren mogen hun product echter óók verkoopen aan handelaren, die in het bezit zijn van bestelbons en vervoervergunning van de Meelcentrale. PROF. DR. W. MENGELBERG DOOR DEN PAUS ONDERSCHEIDEN. De paus heeft aan prof. dr. Willem Mengel berg een schrijven doen toekomen, waarin hij zijn waardeering uitspreekt voor het vele, dat door hem voor de muziek is verricht. Prof. dr. Willem Mengelberg is daarom op genomen in de Orde van St. Gregorius den Zomermaand, van de vloot te Dordrecht aan kwam Hij vernam, hoe het gemeen zijn hoofd uit het schilderstuk, dat het verbran den van de Engelsche schepen van Chatham voorstelde en op het Stadhuis te Dordrecht ten toon hing, uitgesneden en aan de galg vastgespijkerd haddaarna waagden vier onbekende personen, die met geweld zijn huis binnengedrongen waren, een aanslag op zijn leven, die echter door tusschenkomst van den Burgemeester werd afgeweerd ja zelfs ging de haat tegen mijn broeder zóó ver, dat men zich niet ontzag, een gerucht uit te strooien, alsof hij niet wegens ziekte, maar omdat hij door De Ruyter in den arm gekwetst was, van de vloot was teruggezonden dat hij ge weigerd had, met de Franschen te strijden, en dat hij daags na den slag voor Soulsbaai het hervatten van den strijd had belet. Deze laatste laster echter werd mannelijk genoeg door De Ruyter in zijn brief aan de Staten van Holland tegengesproken en thans, thans heeft men de vermetelheid gehad, hem in hechtenis te nemen op de beschuldiging van een nietswaardigevergeef mij Mijnheer Tigchelaardat ik uw vader aldus noem," zeide Johan 'De Witt, „de verontwaardiging, cie zich op dit oogenblik van mij meester maakt, deed mij vergeten, dat ik tegen den zoon van Willem Tigchelaar sprak." „Ik wil alles doen, wat in mijn vermogen is." riep de jonge advocaat, „om uw broeder van dienst te zijn oogenblikkelijk zal ik mij naar mijn vader begeven, die zich thans, na hetgeen er voorgevallen is, voorzeker in deze stad bevinden moet," zeide Frans, „en wees verzekerd, dat ik alles zal aanwen den om het dreigend onweder, dat zich bo ven het hoofd van uw broeder heeft samen gepakt, af te wenden." „Uw wil is goed, mijn vriend zei de Raad-pensionaris, terwijl Frans vertrok, „maar ik vrees, dat het u aan de macht ont breken zal." Eer Frans Tigchelaar de woning van Jo han De Witt verliet, legde hij nog een kort bezoek bij Ida af. Hij vond haar weenende in een leuningstoel zitten, het lieve hoofdje met beide handen ondersteunende. „Frans Frans riep zij uit, „uw vader heeft dit huis in diepen rouw gedompeld, en wee en ramp over dat van den broeder van Groote, onder gelijktijdige benoeming tot Groot-officier in deze Orde. De Apostolische Internuntius te 's-Graven- hage, monseigneur Giobbe, heeft prof. dr. Willem Mengelberg, kort na diens terugkeer uit Kopenahgen, bezocht, hem het Pauselijk schrijven overhandigd en hem de versierselen van deze onderscheiding uitgereikt. BUITENLANDSCH NIEUWS. HET DUITSCHE RIJK. OPROEP VAN LEY TOT DE DUITSCHE ARBEIDERS. „Duitschland stond er nog nooit zoo goed, Engeland nog nooit zoo slecht voor." Het D. N. B. meldt uit Berlijn De leider van het Duitsche Arbeidsfront, dr. Ley, heeft „tot de arbeiders van Groot-Duitsghland" een oproep gericht, waarin hij o.a. zegt Ons onveranderlijke doel is de overwinning de overwinning en nogmaals de overwinning en daarmede de definitieve vernietiging van Engeland en van de heerschappij van zijn geldzak over de overige volkeren van den aardbol. Na tien weken oorlog constateeren wij met genoegen, dat onze porties vleesch, vet, brood enz. verhoogd zijn. In 19141918 was het jammer genoeg omgekeerd. De Engelsche blokkade schrikt ons niet meer af. Reeds he den loopt het bedrijfsleven weer normaal. De achturige werkdag zal veranderd wor den in een maximum arbeidstijd van tien uren per dag. Hierbij zullen de bedrijven in staat worden gesteld, warme maaltijden te verschaffen, waarvoor het ministerie van voedselvoorziening aanvullende voedingsmid delen beschikbaart stelt. In alle bedrijven met tienurigen werkdag komen verplegingsinrich- tingen. Daar de bijslagen voor het negende en tien uur vervallen zal zijn een vereffening der belastingen plaats vinden, opdat de over- verdiensten niet weggaan aan belastingen. De bijslagen voor arbeid op rustdagen en 's nachts zullen weer betaald worden vrouwen zullen geen nachtelijken arbeid meer mogen verrich ten. Met ingang van het volgend jaar wordt weer verlof gegeven. Ook zullen kerstgratifi caties worden verstrekt. De voor sommige bedrijven ontstane oorlogsschade zal gedra gen worden-door de opgerichte „Notgemein- schai't" van het bedrijfsleven. Duitschland, aldus Ley ten slotte, stond er nog nooit zoo goed voor en Engeland nog nooit zoo slecht. GEMEENTE WIERINGEN. VERGADERING R.K. STAATSPARTIJ. Dezer dagen hield de R.K. Staatspartij afd. Wieringen een ledenvergadering in het Pa rochiehuis. Voorzitter de heer C. Boersen heet de aan wezigen van harte welkom en memoreert in een enkel woord de gehouden gemeenteraads verkiezingen van dezen zomer. Spr. vindt het jammer dat verschillende personen in deze hun Katholieken pücht niet hebben begre pen, zoodat de uitslag niet is geweest zooals wij hadden mogen verwachten en opent dan met den Christelijken groet. De notulen werden goedgekeurd. Hierna volgde voorlezing der agenda's van mijn voogd gebracht." „En toch ben ik onschuldig," riep Frans, en gij, Ida, zijt te rechtvaardig om de mis daad des vaders den zoon te wijten." „En toch beef ik voor de toekomst. Frans voor u en mij. Zal niet deze daad van uw va-* der nieuwe hinderpalen voor ons opwerpen Als de Ruwaard veroordeeld wordt, en dat is immers niet onwaarschijnlijk in een tijd als dezen, waarin haat én partijzucht recht en billijkheid verdringen, zal ik dan mijne hand kunnen schenken aan u, wiens vader met het bloed van mijn oom bevlekt zal zijn „Ida Ida riep Frans uit, „wat heb ik dan toch misdreven, dat de Voorzienigheid zich dus tegen mijn geluk verzet „Frans hernam Ida, spreek zoo niet, laster of beschuldig niet Hem, wiens daden boven onze beoordeeling moeten vereheven zijn vertrouw, evenals ik, op Hem, die mach tig is, uit een nacht van jammeren en ellen de een dag van vreugde en geluk te doen geboren worden, en immers die op Hem vertrouwt wordt nimmer beschaamd." „Engelriep Frans uit, *,ge zijt even vroom als ge schoon zijtwaarom moest ik uw lot aan het mijne verbinden Toen omhelsden beiden elkander, en Frans Tigcheaar drukte een kus op de lippen der schoone jonkvrouw het was eene omhelzing en een kus, waarbij de stem der hartstochten zich niet liet hooren, het was een verbond cm in lief en leed elkander getrouw te zullen blijven. Het zal den lezer zeker niet ongevallig zijn, dat wij, eer wij dit hoofdstuk eindigen, hier in weinige woorden, zoo beknoopt het onder werp zulks gedoogt, mededeelen, hoe zich de gevangenneming van Mr. Cornelis De Witt, Ruwaard van Putten, Burgemeester van Dordrecht, enz., toegedragen had. Op den 24sten Juni, zijnde een Zondag, kwam de Advocaat-Fiskaal Mr. Johan Ruisch met een jacht te Dordrecht aan en begaf zich, zonder voorkennis van de Burgemees ters of Wethouders, naar het huis van den Ruwaard, dien hij op aanklacht van Willem Tigchelaar in hechtenis nam. Niettegenstaan- de zijne ongesteldheid werd aan Cornelis De Witt gelast, terstond den Advokaat Fiskaal te volgen, en steeg hij dientengevolge in het rijtuig, dat voor de deur in gereedheid stond en waarmede hij naar het jacht reed, dat hem naar 'sGravenhage moest overbrengen. Dit alles geschiedde des morgens, terwijl de meeste inwoners zich in de kerk bevon den, en met zulk eene overhaasting, dat, toen zij de kerk verlieten, het jacht, aan boord waarvan Corneis De Witt zich bevond, reeds lang van Dordrecht vertrokken was. Deze handelwijze trok zich de regeering van Dordrecht aan, die zich beleedigd achtte, dat Cornelis De Witt zonder hunne voorkennis binnen de muren der stad in hechtenis was genomen. Zij beklaagden zich dus hierover bij de Staten in dier voege „Het streed," zeiden zij, „met de privilegiën der stad, dat men een burger van daar haalde, om - hem elders te recht te stellen. Ook wisten zij geen reden, waarom de Ruwaard aldus behandeld werd, of het moest zijn om hem rekenschap te vorderen van het buskruit, hetwelk hij haar, der regeering namelijk, op haar verzoek uit de vloot had toegezonden. Maar dit ge schiedde te dikwijls, dan dat men hem zulks als een misdaad kon aanrekenen. Ook was de voorraad kruit op de vloot er niet door ver minderd, daar men om die reden de gebrui kelijke saluutschoten had achterwege gela ten daarenboven was men bereid, het bus kruit te betalen. Dat hetgeen Tigchelaar van den Ruwaard gezegd had, weinig of geen schijn van waarheid had, en in allen gevalle niet aan het Hof ter beoordeeling stond. Dat deze Tigchelaar nog een vonnis ten zijnen laste had, en men derhalve verzocht, dat Tigchelaar in hechtenis zou worden geno men, en dat de Ruwaard aan de rechtbank van Dordrecht zou worden uitgeleverd." Doch aan deze eischen werd geen gehoor gegeven, een bewijs, dat Ida de waarheid sprak, dat haat en partijzucht over recht én gerechtigheid zegepraalden. (Wordt vervolgd.) IN VIER BLADEN ADVERTEEREN VOOR EENMAAL BETALEN Wieringermeerbode. Wieringer Courant. De Polderbode. Zijper Courant.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1939 | | pagina 1