30e JAARGANG
DINSDAG 21 NOVEMBER 1939
No. 136
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
ALS HET GEWETEN
SPREEKT.
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden f 1.25.
uitgever:
CORN. J. BOSKER WIERINGEN.
BUREAU
Hlppolytushoef Wieringen
Telefoon Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN
Van 1 5 regels
Iedere regel meer
10.50
f 0.10
S.S. SIMON BOLIVAR OP
EEN MIJN GELOOPEN EN
GEZONKEN.
Van de 400 opvarenden Vijftig
zwaar en vijftig licht gewond.
NEGENTIG VERMISTEN.
310 geredden te Harwich aan land
gebracht.
Zaterdagmorgen om half twaalf is de
„Simon Bolivar" van de Kon. Ned. Stoomboot
Maatschappij nabij de Engelsche kust op een
mijn geloopen. Er weerklonken plotseing twee
expoisies. Een hevige schok voer door het
schip. Daarna begon het snel te zinken.
Omtrent het aantal opvarenden van de
„Simon Bolivar" wordt gemeld, dat er zich
onder de passagiers ongeveer 90 van Engel
sche en 50 van andere buitenlandsche natio
naliteit bevonden, vooral uit Duitschland en
andere Centraal-Europeesehe landen.
Er waren veel vrouwen en kinderen aan
boord.
Onder de Nederlandsche passagiers waren
verscheidene employé's van de Bataafsche
Petroleum Maatschapapij en ook eenige re
ligieuzen.
De „Simon Boivar" is vermoedelijk gezon
ken zonder dat iets van de lading geborgen
kon worden.
Het stoomschip „Simon Bolivar", dat kort
geleden na een vrij lang oponthoud in de
Engelsche wateren in de haven van Amster
dam was aangekomen, vertrok Vrijdag j.1.
weer naar West-Indië. Het was zoo goed als
volgeboekt. Het staat vast dat er zich 400 per-
nsoen aan boord bevonden.
De „Simon Bolivar" toch werd in 1927 ge
bouw op de werf van de Rotterdamsche Droog-
clokmaatschappij
Dat het ongeluk onder Harwich is ge
beurd, is niet zoo vreemd als het lijkt. De
gebruikelijke route van IJmuiden naar het
Engelsch Kanaal is nl. niet bevaarbaar. Alle
scheepvaart, zoowel van het Noorden als van
het Zuiden wordt voor het meerendeel tus-
schen de Engelsche kust en de Goodwin Sands
doorgeleid.
Van de gevaarlijke gebieden worden kaar
tjes verstrekt aan zeevarenden. Ook de kapi
tein van de „Simon Bolivar" heeft natuurlijk
nauwkeurig geweten welke gebieden hij heeft
moeten vermijden. Dat hij dit inderdaad heeft
gedaan blijkt uit het feit, dat hij dichtbij Har
wich is gepasseerd. Hoe het ongeluk is ge
beurd is dan ook niet recht duidelijk.
Naar United Press nog verneemt, stonden
artsen en ambulance-auto's aan de kust te
v/achten, toen de eerste geredden aan land
werden gebracht. Er waren vele vrouwen en
kinderen onder. Vele gewonden werden met
spoed naar de ziekenhuizen vervoerd.
Onder de gewonden bevond zich ook een
kindje van elf maanden, dat schreide en om
zijn moeder riep
N
Een der eerste geredden was de heer F.
Vaz Dias, em Amsterdamseh journalist, ver
bonden aan het A. N. P. Hij was in een wit
matrozenpak gestoken. Zijn gelaat was zwart
van de olie. Hij vertelde een dramatisch ver
haal van het gebeurde.
FEUILLETON.
Historische roman.
V
40.)
„Wie dat waagde," riep Johan De Witt uit,
„wie dat waagde Niemand anders dan Wil
lem Tigchelaar, de barbier van Piershil, uw
vader."
„Mijn vader riep Frans ontsteld uit en
viel als door den bliksem getroffen op een
stoel neer, „en wat mag hem bewogen hebben,
zulk eene valsche beschuldiging tegen den
Ruwaard uit te brengen Want dat die be
schuldiging valsch is, daarvan houd ik mij
stellig overtuigd," riep Frans Tigchelaar, van
zijne ontzetting eenigszins tot zich zelf geko
men.
„Mijnheer Tigchelaar het goud heeft een
groot vermogen," zeide Johan De Witt, „en de
barbier van Piershil zou de eerste niet zijn,
die om eenige blanke dukaten of om een voor-
deelig ambt zijn evenmensch in het verderf
stortte, Tigchelaar mijn angstig voorgevoel
wordt al meer en meer bewaarheid de hin
derpalen, die den weg tot het Stadhouders
schap versperren, moeten ten koste van al
les uit den weg worden geruimd."
„En zou mijn vader zich zoozeer verlaagd
hebben, het middel te zijn om zulk een el
lendig doel te bevorderen riep Frans Tig
chelaar, terwijl elke zijner gelaatstrekken van
zijne innige verontwaardiging getuigde.
„Het grieft mij innig," zeide Johan De Witt,
„in den redder mijns levens, den zoon van
den valschen beschuldiger, wellicht van den
moordenaar mijns onschuldigen broeders, te
moeten zien."
„Maar die beschuldiging zal niet geloofd
worden, en men zal Cornelis De Witt, Ruw
aard van Putten, niet veroordeelen op de
beschuldiging van een man, die ik moet het
met innige beschaming bekennen, van ver
scheidene misdrijven beticht wordt."
„Men gelooft zoo gaarne, waarnaar men
verlangt," zeide Johan De Witt, „en het .Hof
ZWARE EXPLOSIE.
„Het was ongeveer halfwaalf", zoo vertelde
hij, „toen de „Simon Bolivar" door een ont
zettende ontploffing werd getroffen. Ik zat
in den rooksalon eerste klasse, een der plaat
sen, waar de slag het ergste aankwam. Het
was of ik plotseling een hevigen klap tegen
de borst kreeg. Ik werd van mijn stoel ge
slingerd. Een verschrikkelijke verwoesting
werd aangericht. Houtsplinters en glasscher
ven lagen overal rond mij, bij de deuren la
gen gewonde en gedoode slachtoffers. Er wa
ren gisteravond vóór het uitvaren geen boot
oefeningen gehouden en ook vanmorgen was
dat nog niet gebeurd. Wij wisten dus niet bij
welke booten wij behoorden en er heerschte
een vrij groote verwarring. Luide kreten weer
klonken, bevelen werden gegeven. „Haalt al
len de zwemvesten", werd er geroepen.
Van een ernstige paniek was intusschen
geen sprake, Ik trachtte naar mijn hut te
gaan, om mijn zwemvest te halen, doch be
neden stond het vol rook, en andere passa
giers vertelden mij, dat het water reeds in
hun hutten steeg. Onverrichterzake keerde ik
terug,, doch vond ten slotte in een leege hut
een zwemvest. De booten waren als gevolg-
van de ontploffing deels ontredderd. Ik
wachtte mijn beurt af, en toen een boot van
het bovendek naar, beneden werd gelaten,
bleek deze al zoo goed als vol te zijn. Met
moeite kreeg ik nog een plaatsje. Ik dacht
gered te zijn.
Toen volgde mijn ergste ervaring. Terwijl
de boot naast het schip aan de davits hing
en verder naar beneden werd gelaten, had
een tweede ontploffing plaats, die blijkbaar
het middenschip trof. Mijn boot en naar ik
later hoorde nog een andere reddingsboot
werden tot splinters uiteen geslagen. Alle in
zittenden vielen in zee. Ik dook meters onder.
Je bent er geweest, dacht ik, doch ik kwam
weer boven en wist mij al zwemmende drij
vende te houden tot ik een stuk hout kon
grijpen. Zoo bleef ik minutenlang ronddob
beren. In de dikke olielaag bleef ik, vastge
klemd aan het stuk hout, drijven. Al zwem
mende trachtte ik mij van het zinkende
schip te verwijderen. Gelukkig was de zee
niet erg ruw. Het was toen ongeveer twaalf
uur.
HULP DAAGT OP.
De volle reddingbooten het waren er
drie of vier waren intusschen weggeroeid,
zoo vervolgde de heer Vaz Dias. In de verte
zagen wij andere schepen aankomen, die ons
blijkbaar te hulp wilden komen. Een dier
schepen, het was een treiler, kwam in onze
buurt. Ik klampte mij er aan vast en werd
met de negerin binnenboord gehaald.
Nog vertelde de heer Vaz Dias, dat vanmor
gen (Zaterdag) om negen uur twee Duitsche
watervliegtuigen boven de „Simon Bolivar"
hadden gevlogen.
VIER NONNEN GERED.
Vier nonnen van Huize Bijdorp te Voor
schoten zijn alle vier gered. Drie harer droe
gen nog de witte nonnenkleeren, doch de
vierde zuster was uit de reddingsboot over
boord geslagen en had van kleeren moeten
verwisselen. Zij had een gewonen mantel aan
en een doekje om het hoofd gewonden. Dui
zal zoo nauwlettend niet toezien, als het
slechts het doel bereiktmijn ondergang en
dien van mijn onschuldigen broeder. Bewijst
de straffeloosheid ten opzichte van mijne
nachtelijke aanvallers niet reeds ge
noeg, hoe aangenaam het den vrienden
geweest zou zijn, als hunne slagen
doodelijk geweest waren, en hoezeer deze
schanddaad door velen als eene loffelijke daad
aangemerkt wordt Van de vier aanvallers
is er slechts een, en dat nog wel de onschul
digste, Jaca'b Van der Graaf, gestraft, terwijl
men de anderen daar zocht, waar men zeker
was, hen niet te zullen vinden. Ge hebt voor
zeker evenals ik de geschriften gelezen, die
men na de terechtstelling van den jongen Van
der Graaf in het licht gegeven heeft, en waar
in hij als een onschuldige, als een martelaar
beklaagd wordt, als een offer. Nog
geen twee maanden zijn er sedert den aan
slag op mijn persoon verloopen, en reeds wor
den de vervolgingen gestaaktde misdadi
gers vertoonen zich weder openlijk, alsof er
niets gebeurd ware, terwijl Adolf Borreboch
het ambt van Postmeester is blijven behou
den. En toch handel ik," vervolgde De Witt,
„en mijn broeder, zooals eed en plicht van
cns vorderen ik acht den Prins van Oranje
meer dan iemand dat doen kan, maar ik be
min mijn Vaderland bovenal, en getrouw aan
den eenmaal gezworen eed, zal ik nimmer het
welzijn van mijn Vaderland opofferen.
Ja, ik bemin dat Vaderland", ging hij met
verheffing van stem voort, „ofschoon het mij
en mijn broeder met ondank, haat en ver
guizing beloont. Met raad en daad stond ik
den Staat ten allen tijde ten dienste, terwijl
mijn broeder, de Ruwaard van Putten, zijn
leven daarvoor veil had, toen hij en De
Ruyter te Chattham de Engelschen deden
sidderen. En ge kent den dank, dien wij hier
voor inoogstten lasteringen, zelfs van allen
schijn van waarheid ontbloot, worden van
alle kanten tegen mij uitgebraakt, en, helaas
maar al te gretig geloofd hoever de haat
tegen mij geklommen is, bewijst de aanslag
tegen mijn leven, die zonder uwe tusschen-
komst allernoodlottigst voor mij had kunnen
zijn. En wat gebeurde er met mijn broeder,
toen hij tot herstel van zijne in den- laat-
Sten veldtocht zoozeer geschokte gezondheid
met verlof van den Staat, den 2lsten van
delijk waren nog de sporen der vette olie aan
haar te zien.
De oudste der vier, Zuster Emilia,, vertelde
mij
„Wij waren met ons vieren op weg naar
West-Indië. De eerste ontploffing, die het
schip trof, weerklonk om half twaalf. Zij
v/as zoo hevig, dat de geheele brug werd
versplinterd. De kapitein werd tegen het
plafond geslagen en was onmiddellijk dood.
Na deze ontploffing was ook de radio-instal
latie direct in het ongereede geraakt. Er
konden dus geen seinen worden gegeven.
Onmiddellijk nadat bevel was gegeven om
de reddingsgordels om te doen, zoo vertelde
zuster Emilia verder, waren de jongste drie
naar beneden gegaan en kwamen terug met
vier gordels. Wij deden de zwemvesten om en
wachtten onze beurt af om in de booten te
kunnen plaats nemen. Inmiddels golfde het
water over het dek. De reddingsbooten wa
ren heel snel uitgerust en hingen spoedig in
de davits, kort daarna werden zij gestreken.
Op het oogenblik van de tweede ontploffing
bevonden wij ons nog aan dek. Wij zagen
hoe twee booten volkomen versplinterd wer
den en de passagiers er uit werden geslingerd.
Het v/as een vreeselijk gezicht.
De stemming onder de passagiers bleef, ge
zien de omstandigheden, tamelijk kalm. Er
werd niet geduwd of gedrongen.
Tot zoover zuster Emilia. Van de andere
passagiers vernam ik echter nog hoe voor
beeldig de vier zusters zich hadden gedragen.
Zij bewaarden volkomen haar kalmte en
stonden den vrouwen en kinderen met raad
en daad bij. Zoodra zij in Harwich waren aan
gekomen belastten zij zich met het uitdeelen
van droge kleeren aan de vrouwen en kinde
ren en dachten geen oogenblik aan zichzelf
Zij bleven op haar post om iedereen te hel
pen. De andere passagiers konden geen woor
den genoeg vinden om het gedrag der non
nen te prijzen.
RINNENLANDSCH NIEUWS.
HELDENMOED BELOOND.
Korporaal Van Dijk tot wachtmeester
bevorderd.
Bij den brand Vrijdag in een munitiewagen
in het centrum des lands heeft de dienstplich
tige korporaal Van Dijk, met gevaar voor ei
gen leven de paarden, die als gevolg van de
explosie op hol waren geslagen tegengehou
den. Hij heeft daarmee een ramp voorkomen.
Thans is zijn heldhaftig gedrag op militaire
wijze beloond.
Zaterdagmiddag te ruim twee uur heeft
voor het front van den troep waarbij Van
Dijk is ingedeeld, de regimentscommandant
namens den Minister van Defensie aan Van
VOOR ZAKEN OF FAMILIEBEZOEK
NAAR AMSTERDAM
WACO AUTOBUSDIENST is dan Uw aange
wezen vervoermiddel.
RETOUR WIERINGEN - AMSTERDAM
14 DAGEN GELDIG fl. 2.50.
Dijk medegedeeld dat de Minister zijn moe
dig gedrag bewondert en hem als blijk van
waardeering een gratificatie van f 50.— toe
kent, zoomede twee dagen uitzonderings
verlof op 19 en 20 November.
Daarna heeft de regiments-commandant
een order van den commandant van het
veldleger, lt. generaal J. J. G. baron van
Voorts tot Voorst, voorgelezen, blijkens wel
ke korporaal Van Dijk wordt bevorderd tot
dienstplichtig wachtmeester.
STÉLENDE MILITAIREN.
Acht arrestaties te Schiedam.
Dezer dagen is de politie te Schiedam op
het spoor gekomen van een serie diefstallen
van lood, koper en ijzer, gepleegd door aldaar
gelegerde militairen. Vermoedelijk zijn acht
man hierbij betrokken.
Vier zijn er Vrijdag reeds gearresteerd. Vrij
dagmiddag verscheen voor het politiebureau te
Schiedam een militaire auto, geladen met een
flinke partij lood, koper en ijzer. Deze partij
van ongeveer 500 kg is het resultaat van een
reeks strooptochten, welke eenige militairen
hadden verricht in de onmiddellijke omge
ving van een voormalig fabrieksgebouw, waar
zij zijn ondergebracht.
Zij deden hun partijen van de hand bij
een opkooper en de veelvuldigee bezoeken aan
dezen man zijn oorzaak geworden dat de po
litie opmerkzaam werd gemaakt op deze
zaak. Een onderzoek werd ingesteld en al
gauw bleek,, dat van een groote partij lood,
kooper en ijzer, welke zich in het pakhuis
van den opkooper bevond, de herkomst zeer
twijfelachtig was. De koopman is daarop ge
arresteerd en spoedig hierop werden ook vier
militairen in het politiebureau opgesloten.
NEDERLANDSCHE ARBEIDERS IN
DUITSCHLAND ZONDER WERK.
De Directie van de in Nederlandsch bezit
zijnde, maar even over de grens bij Glaner-
brug op Duitsch gebied gelegen fabriek Eiler-
mark heeft aan de arbeiders medegedeeld, dat
wegens het niet meer beschikbaar zijn van
grondstoffen de fabriek met ingang van 1
Februari a.s. zal moeten worden stopgezet,
tenzij alsnog een wijziging ten goede intreedt.
Tal van Nederlandsche arbeiders uit Glaner-
brug zijn nog op deze fabriek werkzaam.
REGEERING VERHOOGT LIJNZAAD -
PRIJS.
Van 10 op 12 gulden per honderd kilo.
Met terugwerkende kracht.
Ondanks de vele klachten over den prijs,
waarvoor de regeering lijnzaad van de boe
ren overneemt, was nog steeds geen verhoo-
ging toegepast.
Thans vernemen wij, dat de prijs met „te
rugwerkende kracht" is verhoogd van 10 op
12 gulden.
De boeren mogen hun product echter óók
verkoopen aan handelaren, die in het bezit
zijn van bestelbons en vervoervergunning van
de Meelcentrale.
PROF. DR. W. MENGELBERG DOOR DEN
PAUS ONDERSCHEIDEN.
De paus heeft aan prof. dr. Willem Mengel
berg een schrijven doen toekomen, waarin
hij zijn waardeering uitspreekt voor het vele,
dat door hem voor de muziek is verricht.
Prof. dr. Willem Mengelberg is daarom op
genomen in de Orde van St. Gregorius den
Zomermaand, van de vloot te Dordrecht aan
kwam Hij vernam, hoe het gemeen zijn
hoofd uit het schilderstuk, dat het verbran
den van de Engelsche schepen van Chatham
voorstelde en op het Stadhuis te Dordrecht
ten toon hing, uitgesneden en aan de galg
vastgespijkerd haddaarna waagden vier
onbekende personen, die met geweld zijn huis
binnengedrongen waren, een aanslag op zijn
leven, die echter door tusschenkomst van den
Burgemeester werd afgeweerd ja zelfs ging
de haat tegen mijn broeder zóó ver, dat men
zich niet ontzag, een gerucht uit te strooien,
alsof hij niet wegens ziekte, maar omdat hij
door De Ruyter in den arm gekwetst was,
van de vloot was teruggezonden dat hij ge
weigerd had, met de Franschen te strijden,
en dat hij daags na den slag voor Soulsbaai
het hervatten van den strijd had belet. Deze
laatste laster echter werd mannelijk genoeg
door De Ruyter in zijn brief aan de Staten
van Holland tegengesproken en thans, thans
heeft men de vermetelheid gehad, hem in
hechtenis te nemen op de beschuldiging van
een nietswaardigevergeef mij Mijnheer
Tigchelaardat ik uw vader aldus noem,"
zeide Johan 'De Witt, „de verontwaardiging,
cie zich op dit oogenblik van mij meester
maakt, deed mij vergeten, dat ik tegen den
zoon van Willem Tigchelaar sprak."
„Ik wil alles doen, wat in mijn vermogen
is." riep de jonge advocaat, „om uw broeder
van dienst te zijn oogenblikkelijk zal ik mij
naar mijn vader begeven, die zich thans, na
hetgeen er voorgevallen is, voorzeker in
deze stad bevinden moet," zeide Frans,
„en wees verzekerd, dat ik alles zal aanwen
den om het dreigend onweder, dat zich bo
ven het hoofd van uw broeder heeft samen
gepakt, af te wenden."
„Uw wil is goed, mijn vriend zei de
Raad-pensionaris, terwijl Frans vertrok,
„maar ik vrees, dat het u aan de macht ont
breken zal."
Eer Frans Tigchelaar de woning van Jo
han De Witt verliet, legde hij nog een kort
bezoek bij Ida af. Hij vond haar weenende in
een leuningstoel zitten, het lieve hoofdje met
beide handen ondersteunende.
„Frans Frans riep zij uit, „uw vader
heeft dit huis in diepen rouw gedompeld, en
wee en ramp over dat van den broeder van
Groote, onder gelijktijdige benoeming tot
Groot-officier in deze Orde.
De Apostolische Internuntius te 's-Graven-
hage, monseigneur Giobbe, heeft prof. dr.
Willem Mengelberg, kort na diens terugkeer
uit Kopenahgen, bezocht, hem het Pauselijk
schrijven overhandigd en hem de versierselen
van deze onderscheiding uitgereikt.
BUITENLANDSCH NIEUWS.
HET DUITSCHE RIJK.
OPROEP VAN LEY TOT DE DUITSCHE
ARBEIDERS.
„Duitschland stond er nog nooit zoo goed,
Engeland nog nooit zoo slecht voor."
Het D. N. B. meldt uit Berlijn De leider
van het Duitsche Arbeidsfront, dr. Ley, heeft
„tot de arbeiders van Groot-Duitsghland" een
oproep gericht, waarin hij o.a. zegt
Ons onveranderlijke doel is de overwinning
de overwinning en nogmaals de overwinning
en daarmede de definitieve vernietiging van
Engeland en van de heerschappij van zijn
geldzak over de overige volkeren van den
aardbol.
Na tien weken oorlog constateeren wij met
genoegen, dat onze porties vleesch, vet, brood
enz. verhoogd zijn. In 19141918 was het
jammer genoeg omgekeerd. De Engelsche
blokkade schrikt ons niet meer af. Reeds he
den loopt het bedrijfsleven weer normaal.
De achturige werkdag zal veranderd wor
den in een maximum arbeidstijd van tien
uren per dag. Hierbij zullen de bedrijven in
staat worden gesteld, warme maaltijden te
verschaffen, waarvoor het ministerie van
voedselvoorziening aanvullende voedingsmid
delen beschikbaart stelt. In alle bedrijven met
tienurigen werkdag komen verplegingsinrich-
tingen. Daar de bijslagen voor het negende
en tien uur vervallen zal zijn een vereffening
der belastingen plaats vinden, opdat de over-
verdiensten niet weggaan aan belastingen. De
bijslagen voor arbeid op rustdagen en 's nachts
zullen weer betaald worden vrouwen zullen
geen nachtelijken arbeid meer mogen verrich
ten. Met ingang van het volgend jaar wordt
weer verlof gegeven. Ook zullen kerstgratifi
caties worden verstrekt. De voor sommige
bedrijven ontstane oorlogsschade zal gedra
gen worden-door de opgerichte „Notgemein-
schai't" van het bedrijfsleven. Duitschland,
aldus Ley ten slotte, stond er nog nooit zoo
goed voor en Engeland nog nooit zoo slecht.
GEMEENTE WIERINGEN.
VERGADERING R.K. STAATSPARTIJ.
Dezer dagen hield de R.K. Staatspartij afd.
Wieringen een ledenvergadering in het Pa
rochiehuis.
Voorzitter de heer C. Boersen heet de aan
wezigen van harte welkom en memoreert in
een enkel woord de gehouden gemeenteraads
verkiezingen van dezen zomer. Spr. vindt het
jammer dat verschillende personen in deze
hun Katholieken pücht niet hebben begre
pen, zoodat de uitslag niet is geweest zooals
wij hadden mogen verwachten en opent dan
met den Christelijken groet.
De notulen werden goedgekeurd.
Hierna volgde voorlezing der agenda's van
mijn voogd gebracht."
„En toch ben ik onschuldig," riep Frans,
en gij, Ida, zijt te rechtvaardig om de mis
daad des vaders den zoon te wijten."
„En toch beef ik voor de toekomst. Frans
voor u en mij. Zal niet deze daad van uw va-*
der nieuwe hinderpalen voor ons opwerpen
Als de Ruwaard veroordeeld wordt, en dat
is immers niet onwaarschijnlijk in een tijd als
dezen, waarin haat én partijzucht recht en
billijkheid verdringen, zal ik dan mijne
hand kunnen schenken aan u, wiens vader
met het bloed van mijn oom bevlekt zal
zijn
„Ida Ida riep Frans uit, „wat heb ik
dan toch misdreven, dat de Voorzienigheid
zich dus tegen mijn geluk verzet
„Frans hernam Ida, spreek zoo niet,
laster of beschuldig niet Hem, wiens daden
boven onze beoordeeling moeten vereheven
zijn vertrouw, evenals ik, op Hem, die mach
tig is, uit een nacht van jammeren en ellen
de een dag van vreugde en geluk te doen
geboren worden, en immers die op Hem
vertrouwt wordt nimmer beschaamd."
„Engelriep Frans uit, *,ge zijt even
vroom als ge schoon zijtwaarom moest ik
uw lot aan het mijne verbinden
Toen omhelsden beiden elkander, en Frans
Tigcheaar drukte een kus op de lippen der
schoone jonkvrouw het was eene omhelzing
en een kus, waarbij de stem der hartstochten
zich niet liet hooren, het was een verbond
cm in lief en leed elkander getrouw te zullen
blijven.
Het zal den lezer zeker niet ongevallig zijn,
dat wij, eer wij dit hoofdstuk eindigen, hier
in weinige woorden, zoo beknoopt het onder
werp zulks gedoogt, mededeelen, hoe zich de
gevangenneming van Mr. Cornelis De Witt,
Ruwaard van Putten, Burgemeester van
Dordrecht, enz., toegedragen had.
Op den 24sten Juni, zijnde een Zondag,
kwam de Advocaat-Fiskaal Mr. Johan Ruisch
met een jacht te Dordrecht aan en begaf
zich, zonder voorkennis van de Burgemees
ters of Wethouders, naar het huis van den
Ruwaard, dien hij op aanklacht van Willem
Tigchelaar in hechtenis nam. Niettegenstaan-
de zijne ongesteldheid werd aan Cornelis De
Witt gelast, terstond den Advokaat Fiskaal
te volgen, en steeg hij dientengevolge in het
rijtuig, dat voor de deur in gereedheid stond
en waarmede hij naar het jacht reed, dat
hem naar 'sGravenhage moest overbrengen.
Dit alles geschiedde des morgens, terwijl
de meeste inwoners zich in de kerk bevon
den, en met zulk eene overhaasting, dat,
toen zij de kerk verlieten, het jacht, aan
boord waarvan Corneis De Witt zich bevond,
reeds lang van Dordrecht vertrokken was.
Deze handelwijze trok zich de regeering van
Dordrecht aan, die zich beleedigd achtte, dat
Cornelis De Witt zonder hunne voorkennis
binnen de muren der stad in hechtenis was
genomen. Zij beklaagden zich dus hierover
bij de Staten in dier voege „Het streed,"
zeiden zij, „met de privilegiën der stad, dat
men een burger van daar haalde, om - hem
elders te recht te stellen. Ook wisten zij geen
reden, waarom de Ruwaard aldus behandeld
werd, of het moest zijn om hem rekenschap
te vorderen van het buskruit, hetwelk hij
haar, der regeering namelijk, op haar verzoek
uit de vloot had toegezonden. Maar dit ge
schiedde te dikwijls, dan dat men hem zulks
als een misdaad kon aanrekenen. Ook was de
voorraad kruit op de vloot er niet door ver
minderd, daar men om die reden de gebrui
kelijke saluutschoten had achterwege gela
ten daarenboven was men bereid, het bus
kruit te betalen. Dat hetgeen Tigchelaar van
den Ruwaard gezegd had, weinig of geen
schijn van waarheid had, en in allen gevalle
niet aan het Hof ter beoordeeling stond. Dat
deze Tigchelaar nog een vonnis ten zijnen
laste had, en men derhalve verzocht, dat
Tigchelaar in hechtenis zou worden geno
men, en dat de Ruwaard aan de rechtbank
van Dordrecht zou worden uitgeleverd."
Doch aan deze eischen werd geen gehoor
gegeven, een bewijs, dat Ida de waarheid
sprak, dat haat en partijzucht over recht én
gerechtigheid zegepraalden.
(Wordt vervolgd.)
IN VIER BLADEN ADVERTEEREN VOOR
EENMAAL BETALEN
Wieringermeerbode.
Wieringer Courant.
De Polderbode.
Zijper Courant.