30e JAARGANG
DINSDAG 19 DECEMBER 1939
No. 148
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
DE VROUW
UIT
VLAANDEREN.
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
BUREAU
ADVERTENTIëN
DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG
UITGEVER
Hlppolytushoef Wlerlngen
Van 1—5 regels
f 0.50
ABONNEMENTSPRIJS
CORN. J. BOSKER
WIERINGEN.
hi.'
Telefoon Intercomm. No. 19.
Iedere regel meer
f o.xo
per 3 maanden f 1.25.
Loonen en prijzen. Het leven is
5.7 duurder dan in Augustus.
De nationale eenheid en het Neder
landsche volkskarakter.
Herinneringen uit den O. W.-tijd.
Volgens een publicatie van het Amsterdam-
sche Bureau voor Statistiek, waren aan het
eind van November de totale kosten van
levensonderhoud van een arbeidersgezin 5.7%
gestegen in vergelijking met Augustus, de
maand vóór het uitbreken van den oorlog.
Dit percentage komt sommigen onjuist voor,
omdat er vele artikelen in veel sterker mate
zijn gestegen. Men voert dan o.a. aan, dat de
Bond van Verbruikscoöperaties tot een stij
ging van de prijzen van levensmiddelen kwam
van 9.7%. Daarbij vergeet men dan echter,
dat de kosten voor voedingsmiddelen slechts
10% van de totale uitgaven van een gezin
uitmaken, want het zijn de vaste lasten, zoo
als huren, verzekeringspremies, gas en elec-
triciteit, welke nog een rem vormen voor een
grootere stijging van de kosten van levens
onderhoud.
Het is niet zoo eenvoudig een antwoord te
geven op de vraag in hoeverre nu ook de
loonen zullen gaan stijgen, want er is wel de
ervaring van 1914—1918, maar de omstandig
heden zijn nu toch weer anders. Van 1914 tot
1918 stegen de kosten van levensonderhoud
met 75%, doch de loonen slechts 39%. En
toen was in zeker opzicht de financieele toe
stand van ons land gunstiger dan thans, om
dat er toen nog oorlogswinst kon worden ge
maakt, waarvan het door de belasting achter
haalde bedrag in de jaren 1914—1918 niet
minder dan f 2500 millioen heeft bedragen.
Thans verwacht minister De Geer zeer weinig
van een oorlogswinstbelasting, een teeken,
dat er niet zooveel zal worden verdiend als in
19141918 en er dus niet, zooveel ruimte za
zijn voor loonsverhooging. Anderzijds betee-
kent het echter ook, dat de verwachting
heerscht, dat door de van stond af aan be-
heerschte goederendistributie en uitvoerbeper-
kingen, de prijzen niet zóóveel zullen oploo-
pen, waardoor de winstmarge grooter zou
kunnen worden.
Daling van ons levenspeil zal echter onver-
mijdelijk zijn, al was het alleen maar ons
nationaal inkomen vermindert. De invoer
wordt immers nog maar voor ongeveer 41%
door den uitvoer gedekt, hetgeen beteekent,
dat er minder geld in Nederland binnen
komt, waarvan in het algemeen de loonen
moeten worden betaald. En dit minder nati
onaal inkomen werkt op alle gebied, meer of
minder door, al zijn natuurlijk voor alle be
drijven de gevolgen van den oorlogstoestand
verschillend.
Daarbij komen de hoogere eischen, die het
Rijk stelt voor de Defensie. De kosten der
mobilisatie, bedragen thans f 1.700.000 per
dag. Dat is meer dan f 600 millioen per jaar.
Practisch beteekent dit een verdubbe
ling van onze staatsbegrooting. Die defensie
uitgaven kunnen niet worden betaald met de
opbrengst van de gewone belastingen. Er
moet voor worden geleend. De eerste
Rijksleening daarvoor van f 300 millioen
is afgeloopen week reeds aangekondigd. Het
lijkt een heel groot bedrag f 300 millioen,
maar het is maar precies voldoende om de
vlottende schuld van het Rijk te dekken, die
in de drie maanden na het uitbreken van den
oorlog is ontstaan, voornamelijk als gevolg
van de mobilisatie. Er zal dus in de toekomst
nog meer moeten worden geleend.
In vroegere normalen jaren werden be
sparingen hier te lande berekend op ruim
f 500 millioen per jaar. Maar wanneer het
nationaal inkomen vermindert zullen
ook de vrijwillige besparingen verminderen,
hetgeen beteekent, dat ons land zelfs uitlee-
ningesgelden de mobilisatielasten niet meer
zou kunnen opbrengen zonder in te t e e -
ren op zijn kapitaal.
Het lijkt dus waarschijnlijk, aldus het Han
delsblad, dat wij gedwongen zullen worden
ons opofferingen te getroosten in den vorm
van een verlaging van het tegenwoordige
levenspeil, teneinde de lasten te dragen,
welke de oorlogsomstandigheden ons opleg
gen. Wij zullen gedwongen door omstandig
heden buiten onze controle nu eenmaal
afstand moeten doen van sommige dingen,
die het leven veraangenamen, maar die niet
strikt noodzakelijk zijn. Dat geldt voor
alle kringen.
Wanneer ons totale volksinkomen daalt,
wanneer wij desondanks zware, noodzakelijke
oorlogscrisisuitgaven hebben te doen, dan
hebben wij slechts te kiezen tusschen ordelij
ke en „geordende" wijze van opbrengen van
lasten, of een w a n-ordelijke, welke dan ge
woonlijk beteekent een wedloop tusschen loo
nen en prijzen met een vermindering van de
beschikbare hoeveelheid goederen. Dat in
het laatst geval juist de breede massa des
volks daarbij dan aan het kortste eind trekt,
is uit vele voorbeelden uit de practljk geble
ken. Slechts een weldoordachte verdeeling
van lastendruk en versoberingsnoodzaak zal
grove onbillijkheden kunnen voorkomen.
Ook de Nederlander, het blad van de poli
tieke richting van onzen minister-president,
waarschuwt, dat in het belang van de een
heid der Nederlandsche natie, de nood, welke
bij het aanhouden van den oorlogstoestand
aan ons volk niet zal voorbijgaan, niet op
bepaalde deelen der natie sterker mag komen
te drukken dan op andere, zooals in 1914-
1918, waarvan tal van arbeidersconflicten het
geval waren, omdat de stijging van de loo
nen achterbleef bij die van de kosten van
levensonderhoud, terwijl eenerzijds in som
mige gevallen grooten rijkdom werd verkre
gen door oorlogswinst. Het blad heeft echter
in dit opzicht vertrouwen, omdat de regeering
thans èn het apparaat èn de gezindheid be
zit, welke noodig zijn voor de doorvoering van
een rechtvaardige economische politiek, op
dat ook in de dagen, die komen, vrij baan
blijve voor de gerechtigheid, welke het fun
dament is der nationale eenheid.
Onze nationale eenheid. Hoe staat
FEUILLETON
4.)
„En wordt het kasteel uw eigendom niet,
dan valt er, luidens het testament van Lady
Ericdale, aan geen huwelijk met Lucie te
denken
„Drommels zeide Arthur bij zich zelf,
„ik ben te opennartig geweestde slimme
vrouw, wetende van hoeveel belang het voor
mij is, het kasteel te bezitten, zal den prijs
zeker verdubbelen."
„Ik verkoop het kasteel met zijne aanhoo-
righeden, en niet afzonderlijk," zeide Bertha,
een zakboekje te voorschijn halende en zich
tot schrijven gereed makende het kasteel
om met de zaak een begin te maken
drie duizend pond sterling
„Inderdaad, deze eisch is niet meer dan bil
lijkik stem er in toe, drie duizend pond
voor het kasteel."
„Ziet ge" vervolgde Bertha, terwijl zij de
som in haar zakboekje aanteekende, op deze
wijze zal de zaak spoedig geklonken zijn
Uw geluk hangt van uw huwelijk af
„De pachthoeve, die-bij het kasteel behoort",
zeide Bertha haastig, „vijf duizend pond."
„Wat?" riep Arthur verbleekende. „Vijf
duizend pond voor de pachthoeve,- terwijl ge
voor het kasteel slechts drie duizend eischt
„Geen shilling minder," zeide Bertha
„vijf duizend pond."
„Welnu, het zij zoo riep Arthur, „maar ik
waarschuw u, dat, indien ge den prijs van
het overige ook zoo hoog stelt, er van den
ganschen koop nieets komen zal."
„Ge spreekt op zulk een onverschilligen
toon, alsof van den verkoop uw huwelijks
geluk niet afhing," zeide vrouw Bertha, den
jongen graaf met een ontevreden blik aan
het daarmee Op Leiasche Academiedagen
heeft de afgeloopen week prof. mr. A. C. Jose-
phus Jitta het karakter van het Nederland
sche volk als volgt geestig geschetst wij zijn
nuchter, maar te weinig enthousiastgods
dienstig, maar geneigd de godsdienstige te
genstellingen op de spits te drijven vrijheids
lievend, maar soms ontaardend in tuchteloos
heid vredelievend tot een graad, waardoor
wij in den regel onze nationale verdediging
hebben verwaarloosdinternationaal voe
lend, maar geneigd alles in het buitenland
beter te vinden.
Voor ons volk is noodig nuchtere bezieling,
vroomheid, die niet ontaard in femelachtig-
heid, het besef, dat een krachtig gezag de
voorwaarde is van vrijheid, vredelievendheid
met de bereidheid voor ons goed recht goed
bloed te offeren, de overtuiging, dat een duur
zame internationale organisatie slechts kan
worden gebouwd op een gezond nationalisme.
De volkseenheid moet niet gevonden worden
cloor de verschillen met een sentimenteel
praatje te verdoezelen. Evenmin door ze met
geweld gelijk te schakelen. Maar door oprecht
er naar te streven de werkelijke tegenstellin
gen te vinden, te begrijpen en zelfs eeniger-
mate te waardeeren. Waar die goede wil aan
wezig is, zal men de eenheid in verscheiden
heid vinden en zal de synthese uit de anti
these voor den dag komen.
In verband met de bovenstaande beschou
wing over prijsstijging is het nog interessant
te lezen, wat „Nesburger" schrijft in De Ta
bakskoerier
In den wereldoorlog van 19141918 betaal
de men fantastische prijzen. Tabak, die om
10 uur 's morgens nog duur heette, was na
de lunch een spotkoopje geworden en de
markt liep soms in een zoo snel tempo op,
dat iemand, die ter hoogte van de toenmalige
Stadsdrukkerij te Amsterdam een merk ta
bak gekocht had, het honderd meter verder
op de stoep van den.kapper met een kwartje
winst kon verkoopen. Een tocht door de Nes
(de tabaksbuurt) van het eene eind naar het
andere, beteekende voor een merk tabak ten
minste drie maal veranderen van eigenaar.
Bij de Nes bleef het echter niet. De koffiehuis
terrassen op het Rembrands- en Leidscheplein
waren 's avonds een tabaksmarkt gelijk. En
wanneer men thuis kwam en zich naar zijn
slaapvertrek wilde begeven, dan nog was de
tabaksdag niet om en werd men om een bie
ding aan de telefoon geroepen
Zal de geschiedenis zich herhalen Laat
ons hopen van niet, want die dolzinnige dagen
hebben niets dan ellende ten gevolge gehad.
Zeker, tonnen werden verdiend en niets be
zittende scharrelaars zag men millionnair
ziende.
„In 's hemels naam," hernam Arthur onver
schillig, „ik zal, indien ge het onmogelijke
eischt, van dat geluk moeten afzien."
„En zult ge er u in getroosten
„Het zal wel moeten. Laat zien, wat
blijft er over Het vischwater en het bosch,
beide beteekenen niet veel."
„Mogelijk in uw oogen," zeide vrouw Ber
tha, vooi het vischwater vraag ik tien dui
zend pond."
„Zijt ge krankzinnig riep Arthur uit, „ge
schat het vischwater hooger, dan het kas
teel en de pachthoeve,tien duizend voor
een water, dat geen honderdste gedeelte van
uw eisch waard is
„Welnu, gesteld, dat het water zooveel niet
waard is, de hand van Lucie is aan den koop
verbonden
„En omdat ge dit weet, vrouw Bertha, durft
gc zulke schandelijk hooge eisch doen maar
ik zeg u, dat ik, ofschoon ik Lucie Erickdale
bernin, tevens mijn geld liefheb en het niet
zal wegwerpen, om de echtgenoot van Lucie
te wordenAls men den naam van Ro-
chester draagt, behoeft men zich in zijn keu
ze niet te beperken."
„Die onverschillige toonzeide Bertha.
„Bewijst, dat ik mij niet wil laten ruïnee
ren om Lucie's bezit.
„Zeer koel zeide Bertha, Arthur met haar
doordringende blikken aanstarende, „en men
had mij gezegd, dat uw liefde voor Lucie
Erickdale grenzenloos was, en dat voor haar
bezit geen opofferingen u te zwaar zouden
zijn."
„Vrouw Bertha," zeide Arthur, die, de on
gehoorde eischen van Bertha hoorende, wre
velig van zijn stoel was opgesprongen, maar
nu weder met schijnbare bedaardheid plaats
nam, „vrouw Bertha, laat ons verstandig met
elkaar spreken ik weet, dat ge een vrouw
zijt van rijpe ondervinding, die de jaren te
boven zijt, waarin men meent, dat liefde al
leen genoeg is om te kunnen leven ge zijt
verstandig en rijk in ondervinding, ik meen,
dat ge bescheiden genoeg zijt om op uwe stil
zwijgendheid te mogen rekenen. Luister.
Ik bemin Lucie Erickdale, zij is schoon en
bevallig, maar schoonheid en bevalligheid is
MET DE KERSTDAGEN OP REIS
DAN PER WACO
14-DAAGSE RETOURS.
HAUKES - MEDEMBLIK f 0.60
HAUKES HOORN f 1.25
HAUKES ENKHUIZEN f 1.55
HAUKES AMSTERDAM f 2.50
worden, maar toen de reactie kwam waren de
verliezen des te grooter alles bleek slechts
een schijnrijkdom te zijn geweest en Croesus
sen, die hun kantoren in de Nes (Amsterdam)
als paleizen hadden ingericht, tuimelden van
hun nooge standplaats met een harden smak
op den beganen grond. De naweeën van dien
O.W.-tijd hebben zich nog lange jaren doen
gevoelen. Bijna scheen het, dat wij ze te boven
waren, dat de economische wereldcrisis einde
lijk overwonnen was, toen een nieuwe oorlog
de geheele samenleving op losse schroeven
zette. Maar laat men zich de ervaringen, op
gedaan tijdens den vorigen oorlog, als ver
standige menschen thans ten nutte maken.
BELGIË's GOEDKOOPERE
MOBILISATIE.
Verschil in soldij en verzorging.
Zestien centen voor een luxe
hotelkamer.
Men heeft in Nederland onlangs met ver
wondering, en een beetje of zelfs veel af
gunst opgekeken toen men ineens vernam,
dat het op de been houden van het gemobi
liseerde leger in België, een leger dat toch,
en terecht, de reputatie heeft uitstekend
uitgerust te zijn, per dag „maar" elf millioen
frank kostterwijl dat bij ons, in dezelfde
munteenheid uitgedrukt, 27 millioenj vergt,
haast 27-2 maal zoo veel Velen, die daarover
gingen filosofeeren, bleken te vergeten, dat
België slechts een landleger en geen vloot te
onderhouden heeft en dat het zeer veel van
zijn oorlogsmateriaal zelf maken kan, Maar
daar zit het groote verschil niet alleen in.
Wat zijn de oorzaken van dit zooveel goed-
kooper zijn der Belgische mobilisatie
Sommigen waren al wel algemeen bekend
dë Belgische soldaat krijgt bijvoorbeeld, se
dert onlangs zijn soldij haast verdubbeld
werd, nog maar een enkele frank, ruim zes
van onze centen per dag, een vijfde van wat
zijn Nederlandsche college ontvangt. Zoo is
het over de heele linie de vergoeding voor
de vrouw van den gehuwden gemobiliseerde
bedraagt 8 of 10 frank per dag een reserve
onderofficier krijgt nog geen 3 frank een
reserve-luitenant, na aftrek van de verplich
te bijdrage voor weduwe- en weezenfonds,
nog geen 44 franken, die iets minder dan
f 2.75 per dag.
In het anders toch, heftig franskiljonsche
Brusselsche weekblad „Pourquoi Pas heeft
een in Nederland gemobiliseerde verleden
week verteld, hoe goed er verzorgd wordt
voor wat men hier den „plouc" heet „in het
land van den gulden.
Hij begint daarbij er op te wijzen, dat de
tijden voorbij zijn, dat België, vergelijkend
bij Nederland, een goedkoop, land genoemd
kon worden dat thans het leven, vooral wat
betreft huishuur, kleeren en voeding, in Ne
derland goedkooper is, terwijl de verdiensten
van den gemiddelden burger in beide landen
gelijk zijn. Hij zegt dat alleen koffiehuizen,
bioscoopen, theaters en hotels, om redenen,
die hij thans niet nader uitleggen wil^ duur
der zijn dan in België. Hetgeen wij overigens,
voor wat de hotels betreft, niet kunnen be
amen, daar de prijzen der hotelkamers in
België, wanneer men er ontbijt dat nooit
in dien prijs begrepen is bijrekent, en
zeker een zooals de Nederlandsche hotels ple
gen te bieden, meestal hooger zijn dan in
e. ereenkomstige hotels in Nederland.
Dan geeft hij het volledige menu van wat
de Nederlandsche soldaat, zoo keurig verpakt
en afgewogen per dag voorgezet krijgt, en de
soldij van alle rangen van soldaat tot kapi
tein waarbij hij al bij dat van den onderof
ficier zijnen lezers vraagt „zich goed vast te
houden" voor ze gaan lezen dat dit 1450 frank
per maand, met stijging tot 2000 frank be
draagt Het eenige, dat de Nederlandsche
gemobiliseerde, volgens hem, mist, zijn de
cantines van het Belgische Roode Kruis in
de groote stations, waar de soldaten op weg
van of naar huis gratis broodjes, koffie, bouil
lon en zelfs sigaretten krijgen. Maar hij ver
meldt ook, dat de Nederlandsche verlofgan
ger, die zijn avondmaal op den dag van ver
trek mist, daarvoor een krentenbrood van
300 gram uitgereikt krijgt. Hij eindigt zijn
verhaal in ieder geval met de verzuchting
„Men neemt het er goed van bij den buur
man, is het niet
Men hoeft de Belgische dagbladen maar £e
lezen om te merken hoeveel eenvoudiger de
Belgische soldaat het ook verder heeft. Het
regent klachten over gebrekkige kleeding,
onvoldoende schoeisel en bedekking. De mi
nister van oorlog doet wat hij kan, maar moet
steeds rekening houden met 'slands finan
ciën, die, nu eenmaal uiterste zuinigheid ei
schen.
Klachten over het tegen te lage vergoeding
overnemen van opgeëischte goederen, paar
den, wagens, automobielen en vrachtwagens,
kan men ook overal lezen. Eerst werden paar
den en voertuig op huurconditie opgeëischt.
Daarna kwam de legerleiding er op, dat over
nemen tegen taxatiewaarde voordeeliger was.
Menschen, welken men hun eenige broodwin
ning afnam, krijgen op het oogenblik soms
nog een bevel tot betaling thuisgestuurd van
wat ze als huursom reeds meer kregen dan
de waarde van het hun afgenomene die na
derhand geschat werd
RINNENLANDSCH NIEUWS.
SOLDATEN VERSLIJTEN VEEL SCHOENEN.
In vele bedrijven der Brabantsche schoen
industrie heerscht nog steeds een zeer groote
drukte. Het zijn met name de fabrieken, waar
schoeisel voor het leger en in het algemeen
het ruwere schoenwerk wordt gemaakt, waar
de bedrijfsdrukte onverminderd voortduurt en
zelfs hier en daar nog toeneemt, meldt een
Bossche correspondent.
In de fabrieken, waar het betere werk wordt
vervaardigd, zijn teekenen van groote verslap
ping waar te nemen, zoodat men tot ontslag
aan een gedeelte van het personeel is moeten
overgaan.
LAATSTE BANKBILJETTEN VAN
f 200 EN f 300 INGETROKKEN.
Vervangen door f 500.
De Nederlandsche Bank heeft volgens een
bericht in de Staatscourant bepaald, dat som
mige bankbiljetten van f 200 en f 300 zullen
worden ingetrokken. Het betreft hier de bank
biljetten, waarop een zittende vrouwenfiguur
is afgebeeld.
Binnen een jaar kunnen deze bankbiljetten
bij de hoofdbank, de bijbank, de agent- en
kasteel en zijne aanhoorigheden uw eigen
dom kunt noemen."
„Onmogelijk riep de graaf uit. „Ge eischt
meer dan ik bezit."
Vrouw Bertha haalde de schouders op,
sloeg den grooten bruinlakenschen mantel
weder om de schouders en zeide op een onver
schilligen toon, terwijl zij zich gereedmaakte
om te vertrekken „Dan kan er van den ge-
heelen verkoop niets komen."
„Ga heen zei de jonge graaf, eensklaps
woedend opspringende, terwijl hij op de koop
vrouw van Nieuwpoort een blik sloeg, waaruit
verachting en wanhoop spraken, „ga heen,
vrouw zonder hart, zonder gevoel, den naam
van vrouw zijt ge onwaardig.Ga heen,
keer naar Nieuwpoort terug, waar ge schat
ten bezit, en neem de bewustheid mede, dat
ge niet alleen mij diep rampzalig hebt ge
maakt, maar ook haar, Lucie Erickdale
die mij evenzeer bemint als ik haar."
„Kom kom zeide vrouw Bertha, „ge zult
zoo ongelukkig niet zijn, als ge wel zegtge-
behoeft immers slechts een keuze te doen
onder de dochters der voornaamste en rijk
ste edellieden, en ge zult Miss Lucie weldra
vergeten hebben, en ook zij zal zoo onge
lukkig niet zijn, omdat haar huwelijk mislukt
is met een man, die haar niet uit liefde, maar
grootendeels uit eigenbelang zijn hand aan
bood."
„Neen neen riep Arthur, „neenik
wil niet langer veinzen, ik wil, dat ge het
kwaad, dat ge sticht, in zijn geheelen omvang
kent, opdat, telkens als ge aan mij en Miss
Lucie denken zult, wroeging en berouw u bij
al uwe rijkdommen folteren mogenVoor
dat ge vertrekt wil ik, dat ge de waarheid
vernemen zult. Luister
„Welnu!" zei de koopvrouw, weder plaats
nemende, „spreek Mylord. ik luister."
„Welnu," begon de graaf, „ik ben met Miss
Lucie opgevoed reeds in onze vroegste jeugd
verbond de innigste band der vriendschap
ons aan elkander, en toen zij tot een schoone
maagd was opgegroeid, maakte de vriendschap
voor een andere, meer teedere genegenheid
plaats, en de stem der liefde sprak in ons
hart. Die liefde, ik zal haar niet beschrij
niet alles, waarop wij edellieden het oog ves
tigen bij het aangaan eener echtverbintenis
in dergelijke gevallen zijn wij gewoon, ons
zelf af te vragen welk voordeel zulk een hu
welijk kan aanbrengen."
,Zoo, zoo," zeide Bertha.... „ik begrijp u,
ga voort, graaf Rochester."
„Haar vader," vervolgde Arthur, „stierf den
marteldood op het schavot voor zijn trouw en
gehechtheid aan den vader van Karei IIde
koning heeft zulks geenszins vergeten, en een
huwelijk met Miss Lucie opent mij mitsdien
eene schitterende loopbaan aan het hof
Vooral om die reden is een huwelijk met haar
mij meer dan wenschelijk."
„Om u van Lucie als een middel ter uwer
verheffing te bedienen, zoudt ge dus gaarne
de dochter van den baron van Ericdale de
uwe noemenIk begrijp u, ga voort
„Het vermogen van mijn vader heeft veel
geleden onder de vorige regeering en bijge
volg ook het mijne de graven van Roches
ter zijn niet meer, wat zij vroeger waren de
rijkste edellieden van Engeland, en daarom
ben ik genoodzaakt, mij door een schitteren
de betrekking weder eenigszins schadeloos te
stellen voor de geleden verliezen.De hand
van Lucie zal hiertoe het middel geven. --
Maakt ge het mij echter onmogelijk, die hand
te verwerven, welnu, dan zal ik er afstand
van doen, ten einde onder de dochters van
de eerste en vermogendste edellieden van dit
land een keuze te doen.het is waar, dit
zou mij grieven, maar niet zoo hevig als ge
wel denktwant, zooals ik u gezegd heb, is
het niet alleen liefde, maar ook eigenbelang,
dat mij noopt om aan Miss Lucie den naam
van Rochester te schenken."
Vrouw Bertha stond op en liep driftig door
het vertrek.
„Ik zal u voor het vischwater tien duizend
pond betalen," vervolgde Arthur, „maar on
der deze voorwaarde, dat ge, wat ge er te veel
voor eischt, van den prijs van het bosch zult
aftrekken.hoeveel voor het bosch?"
„Twintigduizend pond," zei de koopvrouw
van Nieuwpoort.
„Twintig duizend pond, vrouw Bertha
„Twintig duizend pond, graaf Arthur, zoo
dat ge voor acht en dertig duizend pond het ven, want koud en gevoelloos als ge zijt.
zoudt ge mij toch niet begrpijpen ik zal u
alleen zeggen, dat zij niet het gevolg is van
een voorbijgaande opwelling, zij steunt op
achting en vriendschap, vandaar dat de
band, die ons aan elkander verbindt, zoo
hecht en sterk is. Ik bemin haar met ge
heel mijn hart en met geheel mijn zielzij
is altijd in mijn gedachten haar de mijne
te noemen, ziedaar het grootste geluk, dat ik
mij kon voorstellen eenmaal alle krachten
in te spannen om haar zóó gelukkig te ma
ken, als zij verdient, ziedaar de taak, die ik
mij stelde. Alleen om u door mijn onverschil
ligheid te nopen, den prijs voor Erickdale niet
te hoog te stellen, heb ik gezegd wat ik zei
de. maar ik loog, want geen andere zal ik
ooit de mijne noemen, aan geen andere ooit
mijne liefde kunnen schenken, daar zij die
uitsluitend bezit. Thans kent ge het ge
luk, dat ge verwoest hebt, thans kent ge de
ramp, die ge over mij en Lucie Erickdale hebt
gebracht. Geluk er mede, rijke koopvrouw van
Nieuwpoortmoge de gedachte hieraan u op
uw sterfbed verontrustenga heen
De graaf verborg zijn gelaat in beide han
den, hij wilde niet, dat die gevoellooze vrouw
zijn tranen zou zien.
Maar Bertha ging niet heenzij bleef
eenige oogenblikken in gepeins op haar
stoel zitten en toen eensklaps opstaande, tik
te zij den graaf op den schouder.
„Mylord zeide zij, „ge spreekt van ramp
en verderf, alsof het niets ware, ge stuift op
als buskruit, zonder mij te laten uitspreken
want ik heb nog niet geëindigd ik heb u
nog veel te zeggen, dat u wellicht belang zal
inboezemenwilt ge mij aanhooren
„Spreek," zei de graaf, zonder juist bijzon
der veel acht te geven op hetgeen Bertha
zeide, „spreek
(Wordt vervolgd.)
IN VIER BLADEN ADVERTEEREN VOOR
EENMAAL BETALEN
Wieringermeerbode.
Wieringer Courant.
De Polderbode.
Zijper Courant.