30e JAARGANG
DONDERDAG 28 DECEMBER 1939
No. 151
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
DE VROUW
UIT
VLAANDEREN.
W. A. C. O. - AUTOBUSDIENST,
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
BUREAU
ADVERTENTIëN:
DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG
UITGEVER
Hlppoiytusüoel Wlerlngen
Van l 5 regels
10.50
ABONNEMENTSPRIJS
CORN. J. E
OSKER WIERINGEN.
V.
Telefoon Intercomm. No. 19.
Iedere regel meer
10.10
per 3 maanden f 1.25.
KERSTWOORD VAN EEN PRINSES.
KERSTVIERING OP HET PALEIS
NOORDEINDE
Een kinderstem klinkt door den
aether een Prins uit den vreem
de tot ons gekomen, is, ook in
taal en uitspraak, geheel een
der onzen.
Een Prinses sprak tot Haar volk,
maar de achter droeg haar woorden
verder uit, de wereld in tot diep in de
harten van allen binnen en buiten on
ze grenzen die naar de heerlijke Kerst
boodschap van Prinses Juliana heb
ben geluisterd, die gehoord hebben de
sonore stem waarmee Prins Bernhard
het blijde Kerstevangelie uït Lucas II
voorlas.
Stilte is het gebod als de microfoon
is ingeschakeld, als de menschelijke
stem zal worden uitgezonden. Twee
waren er die in het Koninklijk Paleis
aan het Noordeinde dit gebod hebben
overtreden, twee kinderen, die de
mooie namen bezitten van Beatrix - zij
die geluk brengt - en Irene, het vredes-
kind.
Daar in het Paleis gloort de Kerst
boom het Prinselijk Gezin,, en al
len, die dagelijks in het oude gebouw
aan het Noordeinde hun werk vinden,
FEUILLETON
7.)
„Goed gesproken, Robert," zei de koning
want de man, die zich met den jachthond
vermaakte, was Karei II, de vorst, die vroe
ger geruimen tijd in ballingschap rondge
zworven had en langs dien moeilijken weg tot
den troon gekomen was. „Weet ge, Maxwell,
dat ge voor mij onmisbaar zij t geworden
Met staatszaken zijt ge schier beter bekend
dan ik, de koning zelf,, maar ik bezit geen ge
heimen voor uAls ik bedenk, dat de
verkoop van een paar jachthonden de eerste
aanleiding tot onze kennismaking was
„Ja, Sire, toen ik mij aan Uwe Majesteit
bekend maakte als een man, die voor de zaak
uws vaders veel geleden en zijn vermogen
verloren had en gedwongen was geweest, in
den vreemde rond te zwervenen als ik
aan de hoogte denk, waarop Uwe Majesteit
mij wel heeft willen plaatsen
„Neen, Maxwell" viel de koning zijn gun
steling in de rede, „gij zelf hebt u tot die
hoogte weten te verheffen uw kundigheden,
uw ervaring en uw onafgebroken werkzaam
heid, maar ook uw gehechtheid aan onzen
persoon zijn de oorzaken, dat ge aan het hof
een betrekking bekleedt, die door velen be
nijd wordt.
„Ja, Sire, en die Uwe Majesteit benijdens
waardiger zou kunnen maken, indien
„Ja, ja, ik weet reeds, wat ge zeggen wilt,
Maxwell," hernam Karei II. „Waarlijk, uw
grenzenlooze eerzucht is uw eenig gebrek
Maar wij zullen later gelegenheid hebben,
hierover te spreken,uw duistere afkomst,
mijn goede Maxwell, legt vele hinderpalen in
den weg
„Maar ik heb aan Uwe Majesteit immers uit
zijn er om heen geschaard, de luiste
raars, die te vier uur op den Kerstdag
bij den luidspreker zitten, zien 't niet.
Maar dat behoeft immers ook niet,
die klanken die tot ons komen zijn vol
doende om allen één te doen zijn bij
dit Kerstfeest.
De stem van Prins Bernhard klinkt,
eenvoudige woorden. Nog slc-chts een
luttel aantal jaren geleden is Hij uit
een vreemd land tot ons gekomen, nu
is Hij ook in zijn taal en uitspraak ge
heel een dei* onzen ook dit Mas een
blijde verrassing.
Wij zijn hier .bijeengekomen,, zegt
Hij, om het Kerstfeest te vieren. En
vooral wil Hij zich richten, tot de ge-
mobiliseerden van zee- en landmacht,
die niet in den huiselijken kring kun
nen zijn op den dag van de blijde ge
boorte. De Prins leest voor, het won-
derschoone verhaal, zooals Lucas het
heeft neergeschreven in zijn Evange
lie. Wij hooren de oude woorden,, die
eeuwig nieuw blijven
En eensklaps, als een kostelijko ver
rassing, een jubelend kinderstemme
tje „Kerstboom, mooie Kerstboom."
Het stoort niet, dat zilveren geluid, liet
verhoogt de wijding.
onbetwistbare oorkonden bewezen, wie ik was
't is waar, ik ben niet van adel, maar mijn
vroegere betrekking als advocaat
„Nu ja, ja," viel de koning Robert Maxwell
ongeduldig in de rede, „ik ben voornemens,
heden in het park te jagen, en heb dus geen
tijd om u aan te hooren, als ge met uw onuit
puttelijk onderwerp begint. Zeg mij liever,
wat de verzoekschriften bevatten, die voor u
liggen."
„Alle, zooals gewoonlijk, eenige weinige uit
gezonderd, verzoekschriften om onderstand
van hen, die onder het protectorschap van
den ouden Olivier geleden hebben."
„Inderdaad, Cromwell heeft vele slachtof
fers gemaakt, maar ik behoor immers ook tot
dat getal, en waarlijk, onze schatkist is niet
in staat om aan al die verzoeken gehoor te
geven
„Ziehier de korte inhoud van de overige,"
zeide Maxwell, den koning een papier over
handigende, dat deze vluchtig doorliep. „Bo-1
vendien is er één, Sire," vervolgde Maxwell,
„dat te ongerijmd is om het ter kennis van
Uwe Majesteit te brengen
„Juist eene om te weten, wat het behelst,
Sir," antwoordde de koning „de verzoek
schriften zijn zóó eentonig en meest alle zóó
vervelend, dat het een aangename afleiding
verschaft, er eens een te lezen, dat van de
gewone regelen afwijktVan wien is het
„Van niemand anders dan van den Vla
ming Hieronymus Dirks," zeide Maxwell en
voegde er in stilte bij „Als ik er niet van
overtuigd was, dat de gek den koning met zijn
request zou bekend maken, dan zou ik het
verzoekschrift verduisterd hebben maar nu
is dit niet mogelijk."
„Van Mus, van onzen zonderling riep de
koning lachende uit„én wat verlangt hij
van ons
„Weder het verzoek, dat het aan Uwe Ma
jesteit moge behagen, door een wet het dra
gen van pruiken aan uw hovelingen te ver
bieden. Dit verzoek is zóó ongerijmd, dat het
niet verdient, er eenige aandacht aan te
wij den."
,,'t Is waar," hernam de koning, „ik heb
Ontroerend is het, dit kinderstem
metje en de kleine Beatrix, die nog te
jong is om de hooge wijding van liet
Kerstevangelie te begrijpen, maar die
wel onder den indruk komt van liet
wonder van' de fonkelende Kerstboom.
Een nieuw geluid, het Vredes
kindje is heusch nog een echt kindje,
een baby het protesteert met een
teer huil stemmetje, dat Vader nu geen
aandacht voor Haar heeft, omdat Hij
spreekt tegen 'n vreemd vierkant kas
tje. En Moeder luistert naar Vader.
Irene is dat oogenblik niet nummer
één in het Paleis en daarom duet Zij
zich gelden. Stil maar Prinsesje ol
neen, niet stil, dwing de wereld maar
naar Uw stem te luisteren, Vredeskind
Maar - laat nu eerst even rustig uw
Moeder spreken.
Veel Kerstboodschappen hebben in
deze dagen, in alle talen, door den
aether gekonken, maar weinigen zijn
er zóó mooi geweest, als die van Prin
ses Juliana. Dat waren woorden, dade
lijk van menscli tot mensch, van hart
tot hart. Zij sprak van 't vele leed in de
wereld, van de groote zorgeu in ons
land en elders in de wereld. Zij stelde
daartegenover de Kerstboodschap die
het Licht brengt in een donkere
wereld juist in deze sombere dagen
laat Zij Kerstlicht schijnen over de
wereld.
Een lief kinderstemmetje roept
Mama".
De verzamelden om den Kerstboom
zongen „Stille nacht, heilige nacht."
Lanzaam stierven de klanken weg
zacht, als uit de verte, hoorden wij nog
„Mama."
Dat was het einde van een kwartier,
dat het mooiste is geweest van Kerst
mis 1939
BINNENLANDSCH NIEUWS.
AUTO IN EEN SLOOT GEREDEN
Moeder en dochter om hot leven
gekomen. - Echtpaar zwaar
gewond.
Ten gevolge van de gladheid van den
weg is Maandagmiddag op den Kort-
steekterweg bij Alphen aan den Rijn
'n auto waarin zeven personen waren
gezeten, in 'n sloot gereden. Twee in
zittenden, de 31-jarige Mw. De Kooker
uit Lisse en haar zes-jarig dochtertje
zijn verdronken. Twee andere inzitten
den werden zwaar gewond.
REIST PER
DOOR GEHEEL WEST-FRIESLAND, NAAR
AMSTERDAM en DEN HELDER.
VLUG VEILIG VOORDELIG.
hem aangeraden, zich door middel van een
verzoekschrift tot ons te wenden, alleen om
van hem af te komen. Onophoudelijk plaagt
de kerel ons met zijn verzoek, totdat ik hem
eindelijk zelf heb aangeraden, het schriftelijk
in te dienen, daar de beslissing in dezen niet
van mij alleen afhing.Maar zijn verzoek
is minder ongerijmd dan zulks bij den eersten
oogopslag schijntmen moet er de aanlei
ding van kennen. Hij is vroeger te Nieuw -
poort bestolen geworden, door zekeren Ha
verman of Haverbrand, wat weet ik het
ennu meent hij, dat de dief de wijk naar
Londen heeft genomen, en zich aan ons
hof...."
„Waarlijk, deze vooronderstelling is niet zeer
vleiend voor Uwer Majesteits hovelingen."
„De man, die hem bestal," vervolgde de
koning, heeft een teeken op zijn voorhoofd,
en daar de pruiken bijna het geheele voor
hoofd bedekken, wenscht hij ze alleen daarom
afgeschaft te zien, ten einde daardoor tot de
oontdekking van den dief te komen."
„Och," zeide Maxwell, „die Mus Dirks is een
kerel, die alles voor goede munt aanneemt,
wat men hem wijs maakt. Om den spot met
hem te drijven heeft deze of gene dit ver
dichtsel verzonnen, en de dwaas is van dit
eenmaal aangenomen denkbeeld niet terug te
brengen. Waarlijk, Sire, indien ik het mij
niet tot een heiligen plicht rekende, Uwe
Majesteit met alle verzoekschriften zonder
uitzondering bekend te maken, zou ik mij
vel gewacht hebben, van dit verzoek, alleen
om zijn ongerijmdheid, melding te maken.
Ook neemt de kerel in het paleis een toon
aan, die waarlijk aan zijn geringen stand niet
past."
„O ge kunt niet begrijpen, Robert, hoe de
kerel mij met zijne zonderlingheden vermaak,t
en als ik aan de vertooning denk, die Wilson
maakte, toen hij hem de pruik van het hoofd
trok, kan ik met moeite mijn lachlust bedwin
gen."
„Het zijn echter vrijheden, die men zich
niet in tegenwoordigheid van Uwe Majesteit
veroorlooven moest."
„Och de kerel weet niet van hofetiquette
AAN VERDRINKIGSDOOD
ONTSNAPT.
Omwonenden van de Loosdrechtsche
Plassen werden in den morgen van
den Tweeden Kerstdag opgeschrikt
door een onheilspellend gegil, dat ang
stig klonk over de plassen. Door den
dichten mist kon men niet zien of zicli
menschen in nood bevonden. Veicn
groepten samen en allen waren het er
over eens, dat hier op een of andere
manier hulp moest worden geboden.
Tengevolge van de ingetreden dooi
verkeerde het ijs in slechte conditie.
Toch waren er enkele moedigen, die
besloten eens een onderzoek in te
stellen naar de oorzaak van het ge
gil, dat bij korte tusschenpoozen her
haald werd.
Een 2-tal broodvisschers begaf zich
op 't ijs, gewapend met lange stokken
en 'n ladder. Spoedig waren zij in den
dichten mist verdwenen. Men hoorde
echter steeds het geroep van de vis-
schers en even later vernam men
weer het gegil. Hierdoor konden de
redders zich eenigszins oriënteeren.
Uit den mist kwamen toen vier ge
stalten opdoemen. Twee hunner waren
broodvisschers, de anderen waren een
2-tal Hilversummers. De laatsten ble
ken doornat te zijnlen hadden hun
schaatsen onder den arm. Zonder zich
om de waarschuwingen te bekomme
ren, hadden zij zich toch op het ijs ge
waagd. Op 'n gegeven moment zakte
een hunne]* er door, waarop zijn
vriend hem hulp wilde verleenen. Het
ijs brokkelde echter af en ook de vriend
kwam in het water terecht. Zij wisten
zich echter, door zich aan liet ijs vast
te klampen, boven te houden. Meer
dan 'n uur hadden zij in het water gele
gen en om hulp geroepen.
Het had echter niet lang meer moe
ten duren, aldus een hunner, want on
ze krachten waren uitgeput. Wij kon
den de stokken van onzer redders
zelfs niet meer vasthouden. Men heeft
tóen over het wak 'n ladder gelegd,
waarna een der redders.ons uit hei
water haalde.
BUITENLANDSCH NIEUWS.
TIJDENS KERSTMAAL
GETORPEDEERD.
Zweden lijden tweemaal schip
breuk.
Op den Eersten Kerstdag,, terwijl het
grootste deel der bemanning in de ver
blijven het Kerstfeest vierde, is op de
Noordzee het Britsche s.s. „Stanhol-
me" (2473 ton) door 'n Duitschen on
derzeeër tot zinken gebracht. Veertien
van de 24 opvarenden zijn verdronken;
de tien geredden werden allen ge-wond.
De „Stanholme" had nauwelijks de
haven verlaten, toen een der weinige
leden, die zich aan dek bevonden, den
onderzeeëer opmerkte doch toeh was
af.... en bovendien, ik heb groote verplich
ting aan zijn vader hij is bovendien in
dienst van zekere koopvrouw van Nieuwpoort,
en mijn genegenheid voor iedere koopvrouw
van Nieuwpoort is grenzenloos, om redenen,
die ik u meer dan eens gezegd hebMaar
thans over iets anders gesproken is het u
nog niet gelukt te ontdekken, wie de ama
zone is, die ons steeds op onze jachtpartijen
volgt een schoone gestalte, een vlugge
rijdster, handen en voeten, die men niet schoo
ner gevormd en kleiner wenschen kan
Als haar gelaat aan dat alles geëvenredigd is,
dan waarlijk, moet zij een toonbeeld van
vrouwelijke schoonheid zijn."
„Ja, als men haar zien kon, dan zou alle
geheimzinnigheid ophouden," gaf de gunste
ling ten antwoord, „en men zou al spoedig
weten, wie zij is, maar wijl zij haar gelaat
steeds zorgvuldig met een zwart fluweelen
masker bedekt houdt, kan men de gewenschte
ontdekking als onmogelijk beschouwen."
„Thans is er mij weinig aan gelegen, te
weten, wie zij is," zei de koning, „hoe vurig
ik zulks ook wenschte de onbekende heeft
voor mij allebelang verloren sedert er, he
laas een nieuwe hartstocht bij mij is ont
staan, heviger dan ik er ooit een koesterde."
„Helaas zegt Uwe Majesteit. „Gevoelt ge
dan berouw over dien hartstocht
„Ja, Maxwell, omdat hij ongeoorloofd is
en een schanddaad zijn zou, indien ik er ge
hoor aan gaf hij is hevig en verteert mij,
hij ontroofd mij alle rust en maakt mij on
verschillig voor alles, wat mij omringt.Ik
moet echter trachten, dien hartstocht met
geweld te overwinnen en in mijn hart te
smoren ziedaar wat eer en plicht mij gebie
den."
„Het kan zijn, dat dit aan Uwe Majesteit
zal gelukken, waaraan ik echter twijfel.
't Is echter zeker, dat Uwe Majesteit dien niet
voor mijn oogen heeft kunnen verbergen."
„Hoe Sir Maxwell," riep de koning uit,
„ge zoudt gissen
„Dat Miss Lucie Erickdale dien hartstocht
bij Uwe Majesteit opgewekt heeft."
„Ge hebt het geraden, Robert, en ge zult
het reeds te laat. Naar de bemanning
mededeelde, had men van den onder
zeeër af niet gewaarschuwd en zoo
kwam de explosie,, die het schip een
groot lek bezorgde, voor allen, die zich
tusschendeks bevonden, onverwacht.
De man aan dek had geen gelegen
heid meer om ook zijn kameraden, die
aan een Kerstmaal zaten, te waarschu
wen. In vier minuten was alles ge
beurd.
„We hadden geen tijd om een red
dingsboot te strijken", zoo vertelde
een der opvarenden na de redding,
„maar er lag op bet dek een klein
vlot, dat ik in 't water schoof. Ik klom
er op en langzamerhand wisten nog
tien andere leden van de bemanning
die allen in het water waren gespron
gen, op het vlot te klimmen.
Tenslotte kwam ook de reddings
boot van een Noorsch schip te hulp.
Men had de explosie gehoord en kwam
zien of assistentie kon worden ter-
leend. Wij hebben het vlot in den
steek gelaten."
De eenige vrouw, die aan boord ver
toefde, de vrouw van den eersten ma
chinist, mi's. Mabel Jenvy, behoorde
tot de geredden. „De kapitein kwam
juist met een flesch wijn de kajuit
binnen, toen de explosie gebeurde. Al
le lichten gingen uit. Wij hoorden bo
ven ons de masten en de staaldraden
op dek neerstorten. Mijn man wierp 'n
jas om mij heen, bond mijn reddings
gordel vast en gooide mij in het wa
ter. Achter mij sprong hij. Hij kwam
niet meer boven. Niets heb ik voor
hem kunnen doen."
Mrs. Jenvy had een kwartier in het
water gelegen, voordat ook zij aan
boord van het vlot getrokken werd. De
reeders hadden bevel gegeven, dat
geen passagiers mochten worden mee
genomen, doch den avond voor Kerst
mis kwamen er dringende orders
binnen om onmiddellijk te vertrekken.
Voordat zij van boord kon worden ge
zet, had de „Stanholme" zee gekozen.
BIJNA 100 DOODEN.
Bi} het spoorwegongeluk j.1. Vrijdag
in Duitschland hebben 99 personen
den dood gevonden. Een 2-tal arresta
ties zijn geschiedt.
DE PAUS SCHENKT EEN BEDRAG
Z. H. de Paus heeft een belangrijk
bedrag beschikbaar gesteld voor be
hoeftige Finsche Katholieken.
WEER VERLIEZEN DER RUSSEN
Een Finsch legerbericht meldt, dat
op den lsten Kerstdag Russische aan
vallen in Karelië zijn afgeslagen.
5 stukken geschut en 60 machinege
weren zijn buitgemaakt, tevens werden
50 man gevangen genomen en telden de
Russen zeker 700 dooden.
In de Finsche Golf werden 5 vlieg
tuigen omlaag geschoten.
moeten toestemmen, dat die liefde onge
rijmd is."
„Zou de jonge, schoone Lucie Erickdale voor
zulk een liefde ooren hebben, zij, opgevoed
door de streng zedelijke Lady Belmore, onder
het oog van den niet minder strengen graaf
van Rochester en bovendien de verloofde van
Lord Arthur
„De verloofde.ja, namelijk als het den
graaf gelukt, aan de voorwaarden van het
testament der moeder van Lucie Erickdale te
voldoen, waarbij bepaald wordt, dat hij, die
de hand van Lucie verwerven wil, haar als
huwelijksgift het kasteel moet schenken,
vroeger het eigendom van haar geslacht, la
ter door verbeurdverklaring in het bezit van
zekere koopvrouw van Nieuwpoort gekomen,
die het kasteel zeker op prijs zal weten te
houden, nu de kooplust zoo groot is
„Ik kan u verzekeren, dat ik een oogenblik
geleden van graaf William Rochester verno
men heb, dat de koop van het kasteel geslo
ten is de oude graaf is in zulk een opge
ruimde stemming, als waarin ik hem ooit
heb aangetroffen."
,,'t Is mogelijk, Sire, dat Miss Lucieof
Lady Rochester, welke naam spoedig de hare
zijn zal, zich tegenover anderen de strenge
zedenlessen van Lady Belmore en den ouden
graaf herinneren zalmaar Uwe Majesteit
vergeet, wie zij isen wat men aan ande
ren weigert, schenkt men gewoonlijk aan den
koning. Er is geen vrouw, Sire, hoe braaf en
deugdzaam zij ook wezen moge, die zonder
ij delheid is en wat kan de ij delheid meer
voeden, dan de bewustheid, bij den koning
liefde opgewekt te hebben
„Maar, Sir Maxwell, ge vergeet, wie zij is,
die ik bemin."
(Wordt vervolgd.)
IN VIER BLADEN ADVERTEEREN VOOR
EENMAAL BETALEN!
Wieringermeerbode.
De Polderbode.
Wieringer Courant.
Zijper Courant.