GEMEENTERAAD WIERINGERMEER. KOFFERS en TASSCHEN. BOSKER's BOEKHANDEL H.-hoef Middenmeer. Vergadering van den Raad der gemeente Wieringermeer op Dinsdag 27 Februari 1940. nam. half twee. Voorzitter, Ir. S. Smeding, burgemeester. Secretaris, de heer R. Blaauboer. De voorzitter opent de vergadering met de mededeeling dat dezer dagen het Voorloopig Verslag is verschenen van de Tweede Kamer op de Wet tot instelling van een zelfstandige gemeente Wieringermeer en dat naar het zich laat aanzien er geen verzet zal komen. Dit is dus het laatste jaar van de bestuurs commissie. Veel werk staat ons nog te wach ten in dit jaar. doch we zijn vol goeden moed. dat als per 1 Januari een nieuw bestuurscol lege onze taak over neemt, wij kunnen te rugzien op drie jaar van productie ven ar- heid. Spr. besluit met de beste wenschen aan de bevolking van de Wieringermeer. De notulen worden hierop onveranderd vastgesteld nadat Mr. Backer hulde heeft gebracht aan de samensteller hiervan. Naar aanleiding van de notulen stelt de heer Mr. Backer aan de voorzitter enkele vra gen. In de notulen staat dat B. en W. een lijst zullen overleggen van de materialen voor de luchtbescherming. Spr. vraagt of de raad deze lijst kan tegemoet zien. De voorzitter antwoordt bevestigend. Vervolgens vraagt Mr. Backer hoe of het staat met het rapport over het zwembad, wat voor 1 Jan. 1940 is toegezegd. De voorzitter antwoordt als volgt Er is een zwembad-comité, en uit dit comi té is een werkcommissie benoemd. Deze werkcommissie heeft aan mij als bur gemeester een rapport, overlegd. Op dit rap port heb ik een aantal vragen gesteld, die het werk-comité zoo mogelijk zal moeten beant woorden. Dan wordt dit rapport in het zwem bad-comité behandeld, daarna komt het bij Burgemeester en wethouders. Mr. Backer dankt voor deze mededeeling Ingekomen stukken en mededeelingen. Mededeeling van Ged. Staten, d.d. 10 16 Jan. 1940, dat bij Koninklijk Besluit van 27 Dec. 1939, no. 24 goedkeuring is verleend aan de verordening tot heffing van staangeld voor woonwagens. Voor kennisgeving aangenomen. Procesverbaal van opneming van kas en boeken van den gemeente-ontvanger in het vierde kwartaal 1939. Als voren. Schrijven van den Minister van Binnenl. Zaken, dd. 13 Februari 1940. houdende toe zending van het ontwerp van wet tot instel ling van een gemeente Wieringermeer. Als voren. Verzoek van J. Liefhebber, dd. 2 Jan. 1940, om toekenning van steun ingevolge art. 13 dei Lager Onderwijswet 1920. Te behandelen bij punt 3 der agenda. Verzoeken van het bestuur der Wieringer- meerscholen en van het bestuur der Christe lijk Nationale Schoolvereeniging, dd. 25 Jan. 1940, om toekenning van een voorschot, als «bedoeld in art. 103, zesde lid, der Lager onder wijswet 1920. Te behandelen bij punt 4 der agenda. Verzoeken van F. Aukema en veertig ande ren om verlenging .van steun ingevolge art. 13 der Lager onderwijswet 1920. Te behandelen bij punt 6 der agenda. Verzoek van het Christelijk Nationaal schoolbestuur, gevestigd te Slootdorp, d.d. 1 Febr. 1940, om medewerking aan de stichting van een bijzondere school voor g.l.o. te Wie- ringerwerf. Te behandelen bij punt 11 der agenda. De Voorzitter deelt vervolgens mede. dat door den Minister van Sociale Zaken mede werking is verleend voor het verstrekken van goedkoope levensmiddelen. Spr. is verheugd dat dit na eindelooze telefonades eindelijk bereikt is, want de nood was bij sommigen hoog. B. en W. hebben hebben eenmaal dezen winter gratis verstrekt een half pond boter en een half pond vet per gezinslid. Spr. meent dat B. en W'. in de geest van den raad ge handeld hebben door dit te doen. Deze mededeelingen worden voor kennisge ving aangenomen. Voorstel tot beslissing op een ingeko men aanvrage om steun ingevolge art. 13 der lager onderwijswet 1920. Op een aanvrage van J. Liefhebber om ver goeding in de vervoerkosten voor zijn kinde ren wordt gunstig beslist, overeenkomstig het voorstel van B. en W. Voorstel tot het verlcenen van een voorschot, als bedoeld in art. 103, zes de lid, der lager onderwijswet 1920, aan de besturen van bijz. 1. scholen. B. en W. schrijven aan den Raad Van de besturen van de stichting „de Wie- ringermeerscholen" en van de Christelijk na tionale schoolvereeniging hebben wij verzoe ken ontvangen om hun, overeenkomstig het bepaalde in het zesde lid van art. 103 der Lager onderwijswet 1920, ten behoeve hunner scholen een voorschot te verleenen op de vergoeding van de kosten, als bedoeld in art. 101 der wet. Blijkens de verstrekte gegevens kan aan spraak worden gemaakt op de volgende be dragen I. door het bestuur der stichting .,de Wie- ringermeerscholen" a. voor de school te Slootdorp op 122 x f 9.50 f 1159.b. voor de school te Middenmeer op 128 x f 9.50 f 1216.c. voor de school te Wieringer- werf op 84 1/3 x f 9.50 - f 801.17. II. door het bestuur der Christel, nationale schoolvereeniging a. voor de school te Sloot dorp op 118 13 x f 9.50 f 1124.16; b. voor de school te Middenmeer op 105 2 3 x f 9.50 f 1003.84. Overeenkomstig, het voorstel van B. en W. wordt conform besloten. Voorstel tot vaststelling van een aardappeltecltverordening Wieringer meer c.a. Het praeadvies luidt als volgt In een gebied, waar veel aardappelen wor de verbouwd, dreigt steeds 't gevaar, dat als slechts één kweeker door virus-ziekten aan getaste aardappelen teelt, deze ziekte zich in wijden omtrek kan verbreiden, zoodat de aardappelteelt in 't algemeen daarvan ernstig nadeel ondervindt. In de Wieringermeer is tot dusverre van virus-ziekten op groote schaal onder de aard appelen nog geen sprake. De Voorlichtings dienst van de Wieringermeerdirectie heeft! evenwel evenwel onder onze aandacht ge bracht. dat deze gunstige situatie alleen be houden kan blijven, wanneer van overheids wege maatregelen worden getroffen om de verbreiding van besmettelijke aardappelziek ten zooveel mogelijk tegen te gaan. Dit doel kan worden bereikt, indien a. wordt verboden de teelt van aardappe len, welke in het algemeen belang beter niet kunnen worden verbouwd b. de teelt van andere aardappelen slechts wordt toegestaan bij gebruik van volwaardig pootgoed. In een „Verordening tot regeling van het verbouwen van aardappelen in de Wieringer meer,in overleg met den Voorlichtingsdienst ontworpen, zijn deze denkbeelden uitgewerkt. In artikel i wordt verboden het verbouwen van aardappelen van rassen, niet voorkomen de op een lijst, welke jaarlijks door den ge meenteraad wordt vastgesteld. Op deze lijst zullen niet worden geplaatst de rassen, welke in het algemeen belang beter niet kunnen worden verbouwd, zoodat in het jaar, waar voor de lijst geldt, de teelt van deze aardap pelen niet zal zijn toegestaan. Artikel 2 stelt den eisch, dat voor den teelt van aardappelen, waarvan de verbouw mag plaats vinden, uitsluitend volwaardig poot goed moet worden gebruikt. Door de bepaling van artikel 1, dat de lijst van toegelaten ras sen jaarlijks wordt- vastgesteld tenminste ze ven maanden vóór den aanvang van het jaar, waarvoor zij moet dienen, zullen de aardap peltelers in de gelegenheid zijn hun pootgoed aan te koopen in de periode, gedurende wel ke de te velde staande gewassen worden ge keurd. In artikel 3 is voor bijzondere gevallen de mogelijkheid van ontheffing van de bepalin gen der artikelen 1 en 2 neergelegd, teneinde b.v. het nemen van door den Voorlichtings dienst wenschelijk geachte proeven te kunnen toelaten. De Commissie van advies bedoeld in arti kel 5. zal goede diensten kunnen bewijzen bij het toezicht op de naleving van de verordening en bij de samenstelling van de lijst van toe gelaten rassen. Het ligt in het voornemen in deze commissie o.m. zitting te verleenen aan een ambtenaar van den Voorlichtingsdienst en aan een vertegenwoordiger van elk der drie landbouworganisaties. Intusschen kan voor het beoogde doel met een aardappelteeltverordening niet worden volstaan. De aardappelluis, die virus-ziekten overbrengt, overwintert op perzikboom en en plant zich in het voorjaar op de aardappels over. Teneinde ook de verbreiding van be smettelijke aardappelziekten langs dezen weg zooveel mogelijk tegen te gaan, is het nood zakelijk perzikboomen in de Wieringermeer bij plaatselijke verordening te verbieden. Bij het door ons gepleegde overleg met den rijkstuinbouwconsulent te Hoorn en vertegen woordigers van den tuinbouw, de landbouwor ganisaties en de landarbeidersorganisaties is gebleken, dat de ontworpen maatregelen tot bevordering van een gezonde aardappelencul tuur algemeene instemming konden vinden. Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging vast te stellen de aardappel teeltverordening en de verordening, houdende het verbod van perzikboomen, welke U hier bij in ontwerp worden aangeboden. De heer Mr. Backerkan zich met eerste ge deelte van de verordening vereenigen. Spr, vraagt zich af of de wensch om een regeling te treffen voor de aardappelteelt uit sluitend is gekomen uit de boeren van de voorlichtingsdienst, of dat de bevolking zelf heeft getoond belangstelling hiervoor te heb ben. Niet heelemaal instemmen kan spr. met het verbod om perzikboomen te houden. Spr. vraagt of een algeheel verbod zonder de mogelijkheid van ontheffing niet te ver gaatwordt de particuliere vrijheid met dit verbod niet te veel aan .banden gelegd. Het is zeer de vraag of men in hoogere in stanties er even gemakkelijk overheen zal stappen als B. en W. dit doen. Spr. heeft ernstige principieele bezwaren tegen het tweede gedeelte der verordening. De heer Mr. Kamp vraagt om ruime publi catie van de lijst van verbodc-n rassen. Overigens deelt spr. de meening van Mr. Backer inzake het tweede gedeelte der veror dening. De heer Venhuizen juicht het voorstel toe, hoewel hij nog wel eens moeilijkheden ver wacht, vooral voor de kleine verbouwer. De heer Leijten, vraagt of de houders van de volkstuintjes niet in het gedrang zullen komen,zij hebben in den regel maar kleine hoeveelheden noodig. De voorzitter, zegt in antwoord op de ge stelde vraag van Mr. Kamp, dat 'n jaarlijk sche lijst van verboden rassen een zoo ruim mogelijke publicatie zal krijgen. Spr. wil het vraagstuk der meerdere kosten in zijn algemeenheid niet ontkennen. De directe kosten zullen er zijn, doch de baten zullen niet uitblijven. Met deze verordening worden de voorwaar den geschapen om van de Wieringermeer te maken een gebied waar uitsluitend gezond pootgoed wordt geteeld. Het overleg is uit de practijk genomen, onze voorlichtingsdienst heeft er bij herhaling op gewezen. Speciaal het overleg met de plantenkundigen-ziekten- dienst, landbouworganisaties Rijkstuinbouw consulent heeft tot gevolg gehad, dat de maat regelen die we thans voorstellen de sympathie heeft van allen. Het bezwaar voor de volks tuintjes zal worden opgelost. Er zal voldoende pcotmateriaal beschikbaar zijn. Men zal het pootgoed coöperatief moeten inkoopen om een lagere prijs te bedingen. Spr. heeft het idee dat deze verordening school zal maken. Wat de perzikboomen betreft, spr. kan zich zekere bezwaren indenken. De perzikboom is een gewild artikel voor bladluis, die de aardappelziekte verwekt. De schimmel is nog wel te bestrijden, doch de luis zelf is met spuiten niet weg te krijgen. Een andere methode dan een verbod is er niet. Spr. beroept zich op Prof. Quanjer, die geen principieele bezwaren had. Wanneer Mr. Backer aan kan toonen, dat de verordening in hoogere instanties geen kans op goedkeuring heeft, dan pas zou spr. een ontheffingsbepaling willen opnemen, maar dan nog onder voorwaarden. Mr. Backer wijst er nogmaals op dat zijn bezwaren zijn van Staatsrechtelijke aard. Bij de voorzitter rijst de vraag wat zullen Ged. Staten er van zeggen, doch bij spr. wat zal de rechter er van zeggen. Spr. is bang dat de rechter deze verordening niet verbindend zal veklaren. Bovendien kan spr. zich niet voor stellen dat de wetenschap niet zoover komt, dat geen afdoende bestrijding gevonden zal worden voor de besmetting van de luis van de perzikboom. De voorzitter zegt, dat een algemeen belang en particuliere belangen gediend worden met deze verordening. De aardappelcultuur is groeiende, geeft bovendien veel arbeid; voor al in den winter. Wethouder Peters ziet niet in, waarom de rechter het wel goed zou vinden om een be paalde aardappel te verbieden, terwijl hij wel bezwaar zal maken tegen een bepaalde boom. Dit is toch maar een gradueel verschil. Mr. Backer, antwoordt, dat de heer Peters een te groot kenner is van het gemeenterecht, dat hij niet zou weten, dat het nu juist om gradueele verschillen gaat bij wat recht en onrecht is. Er is een grens, en deze grens is juist gra dueel. Weth. de Graaf verbod van perzik boomen niet zoo erg. Er staan hoogop vijf boomen in den polder, het is geen winstob ject, doch meer sieraad. Wanneer een bepaling voor ontheffing wordt aangebracht, zou spr. hieraan voor waarden willen verbinden. Het voorstel wordt hierop aangenomen, met de toevoeging dat ontheffing mogelijk is. welke ontheffing aan voorwaarden gebonden is. Voorstel tot beslissing' op ingekomen aanvragen om verlenging van steun ingevolge art. 13 der lager onderwijs wet 1920. Conform het voorstel van B. en W. wordt aan een aantal ouders verlenging van vergoe ding toegestaan en de vervoerkosten hunner kinderen. Voorstel tot wijziging van de verorde ning vervoerkosten schoolbezoek Wieringermeer. Aangezien B. en W. van oordeel zijn dat de huidige vergoeding in de vervoerkosten der schoolkinderen te laag is, stellen zij voor om het bedrag der rijwielvergoeding te verhoogen van f 0.0035 tot f 0.005 per km. In de praktijk komt deze verhooging neer op een verbooging van f 7.56 tot f 10.80 en van f 10.72 tot f 15.36 per kind. Het voorstel wordt aangenomen- Voorstel betreffende de huur c.a. van eenige bij den gemeentedienst in ge bruik zijnde gebouwen. Het voorstel behelst eenige perceelen welke garantie behoeven van de gemeente aan het bouwbureau. Het voorstel wordt aangenomen. Voorstel betreffende liet aangaan van kasgeldleeningen. Voorgesteld wordt om een kasgeldleening aan te gaan voor het loopende dienstjaar tot eer* maximum van f 100.000. Voorstel tot beschikbaarstelling van een crediet van f 2600.voor de in richting van twee vuilnis-stortplaat sen. Aangezien de stortplaats die thans gebruikt wordt een geringe bergingscapaciteit heeft en deze steeds geruimd moet worden, terwijl hooge kosten gemaakt zullen moeten worden om de stortplaats zoo te maken, dat deze doelmatig is. hebben B. en W. voor de toekomst naar andere stortplaatsen gezocht, waar voor zij het oog hebben laten vallen op de meest practisch gelegen eindvakken van de Praamtocht en de Lange Zeugtocht. Voor de inrichting van deze stortplaatsen vragen B. en W. een crediet van f 2600. Conform het voorstel wordt besloten. Voorstel tot het verleenen van mede werking aan de stichting van een bijz. school voor g.l.o. te Wieringèrwerf. In het praeadvies komt ondermeer voor Bij het verzoekschrift zijn door het bestuur overlegd de stukken, gevorderd in art. 73 der lager onderwijswet 1920. Tot de leerlingen, die door de ouders zijn opgegeven, behooren a. 4 kinderen, die bij den aanvang van het nieuwe schooljaar (1 April) voor het eerst naar school zullen gaan b. 41 kinderen, die de op meer dan vier kilometer van hunne woningen gelegen Chris telijk nationale school voor g.l.o. te Slootdorp reeds gedurende meer dan zes maanden heb ben bezocht c. 8 kinderen, die thans de op minder dan vier kilometer van hunne woningen gelegen Christelijk nationale school voor g..o. te Mid denmeer bezoeken d. 3 kinderen, die thans de op minder dan vier kilometer van hunne woningen gelegen Wieringermeerschool voor g.l.o. te Wieringer- werf bezoeken. De sub a en b bedoelde kinderen kunnen ingevolge de wettelijke voorschriften worden medegeteld. Met de tot de groepen c en d behoorende kinderen mag alleen rekening ge houden worden, wanneer aanzienlijke toene ming of belangrijke verplaatsing der bevol king in eenig deel der gemeente of andere gewichtige omstandigheden tot schoolstich ting aanleiding geven. In dit verband merken wij op, dat zich bin nen enkele maanden, als gevolg van de laat ste uitgifte van boerderijen, in den omtrek van Wieringerwerf4 en Slootdorp een aantal nieuwe pachters zullen vestigen. Op grond van de ons ter beschikking staande gegevens omtrent de ligging van de boerderijen en de gezinnen, etc. van de nieuwe pachters, kan met aan zekerheid grenzende waarschijnlijk heid worden aangenomen, dat voor tenminste een tiental leerplichtige kinderen bij voorkeur plaatsing op een bijzondere school van posi- tief-Christelijke richting te Wieringerwerf zal worden gezocht. Bij een aanvrage om mede werking voor den bouw van een Christelijk nationale school te Wieringerwerf, ingediend in April a.s„ zou derhalve ongetwijfeld een opgave van tenminste 50 in aanmerking ko mende leerlingen kunnen worden overgelegd. Met het oog op de steeds stijgende prijzen van materialen verdient het evenwel in het finan cieel belang der gemeente aanbeveling zoo spoedig mogelijk tot den bouw van de bedoel de school over te gaan. Om deze redenen kan dan ook naar ons oordeel worden gezegd, dat gewichtige omstandigheden tot schoolstich ting aanleiding geven. Hoewel blijkens het opgegeven aantal leer lingen de salarissen van slechts twee onder wijzers door het rijk zullen worden vergoed, ligt het in de bedoeling van het schoolbestuur de beschikking over een drieklassige school te verkrijgen. Omdat aanwas van de schoolbe volking als gevolg van vestiging van nieuwe gezinnen in den omtrek van Wieringerwerf, waar nog een groot aantal boerderijen in pacht uitgegeven moet worden, eerlang kan worden tegemoet gezien, behoeven tegen den bouw van een drieklassige school geen bezwa ren te bestaan. Het ligt in de bedoeling van het schoolbestuur aanvankelijk voor eigen re kening een „kweekeling met akte" aan te stellen. Ingevolge het bepaalde bij art. 75, derde lid, der lager onderwijswet 1920 dient bij het besluit omtrent de aanvrage van het Chris telijk nationaal schoolbestuur te worden be slist, of thans tot oprichting van een open bare school voor g.l.o. zal worden overgegaan. Aangezien de vertegenwoordigers van open baar onderwijs en van R.K. bijzonder onder wijs zijn overeengekomen voor den duur van de huidige bestuursperiode te zullen medewer ken aan het voortbestaan van de Wieringer- meerscholen voor g.l.o. bestaat voor het oogenblik geen aanleiding een openbare school voor g.l.o. te stichten. Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging a. de door het Christelijk nationaal school bestuur gevraagde medewerking te verleenen b. niet over te gaan tot de stichting van een openbare school voor g.l.o. Mr. Backer zegt dat B. en W. gelijk hebben als zij zeggen dat de stichting van deze school niet tegen te houden is. Doch spr. betreurt het dat de gang van zaken thans zoo is, dat het openbaar onder wijs in het gedrang raakt. Mr. Backer vervolgend zegt dat B. en W. wel schrijven dat er van de huidige bestuurs periode samenwerking bestaat tusschen de Roomsch-Katholieken, doch wanneer deze groepen uit elkaar gaan is het beste afge graasd door de Chr. groepen. Weth. Peters die samenwerking kan nog wel vijf jaar duren Mi-, Backer zegt dat het niet juist is om via alle richtingen scholen te gaan bouwen en niet voor het openbaar onderwijs. Spr. heeft er geen bezwaar tegen dat de raad thans be sluit om per 1 Jan. 1941 openbare scholen te stichten. De gemeente heeft niets te maken met een afspraak van groepen. Spr. maakt zich ernstig ongerust over de belangen van het openbaar onderwijs. De voorzitter waardeert de beaming om de openbare school veilig te stellen, er is een accoord. Ook al zou een aanvraag komen om een R. K. school dan nog blijven voldoende kinderen voor een openbare school over. Mr. Backer merkt op dat de gemeente zoo goed als geen invloed heeft op de Wieringer- meerscholen, terwijl zij dit op het openbaar onderwijs wel heeft. Weth. Peters zegt dat we een poosje de ge- wenschte samenwerking hebben gehad op onderwijsgebied in de Wieringermeer. Spr. relefeert hierbij de geschiedenis van de Wieringermeerscholen, waar door het terug trekken van een groep de scheiding is geko men. Twee belangrijke groepen werken nog samen, een samenwerking die zeker niet op 1 Januari behoeft te eindigen. Scheiding wordt in den regel door enkele personen bewerkt. Spr. durft wel te voorspellen dat de scheiding niet van katholieke zijde zal komen. Men pleegt met de scheiding de vorming van wat men in onderwijskringen noemt pae- dagogische jammergestalten. Mr. Kamp zegt dat het wel zoo zou kunnen zijn dat de nieuwe raad geen medewerking zou willen verleenen tot het stichten van openbare scholen. Weth. Peters het is een plicht om het openbaar onderwijs te behartigen. De heer de Bruijn acht het niet noodig om de nieuwe raad vliegen af te vangen, laten zij dat maar regelen. Mr. Backer als dat vliegen afvangen is, dan hebben wij niets anders gedaan dan vlie gen afvangen. Dat zijn geen argumenten. Weth. de Graaf zegt dat hij later de Wie ringermeerscholen openbaar ziet worden, de R. K. in een nieuwe kleine school. Mr. Backer zegt dat het normaal is dat de gemeente zich bemoeit met openbaar onder wijs, meer zeg ik er niet meer van. Weth. Peters ontkent dat een gemeente het openbaar onderwijs moet bevorderen. Het wordt bevorderd naar behoefte zooals het bijzonder onderwijs. Mr. Backer Wat is behoefte De voorzitter brengt hierop het voorstel in stemming, wat wordt aangenomen met de stemmen van Mr. Backer en de heer J. Ven huizen tegen. Voorstel van B. en W. betreffende de regeling van de arbeidsbemiddeling. B. en W. stellen voor a. voor den tijd van twee jaren in te stel len een arbeidsbeurs in den zin van de Ar- beidsbemiddelingswet 1930 b. de arbeidsbemiddeling in de gemeente Medemblik te doen verzorgen door de arbeids beurs „Wieringermeer", tegen een vergoeding van f 150.per jaar c. tot tijdelijk directeur van de arbeidsbeurs „Wieringermeer" te benoemen den heer L. Geuzenbroek, agent der arbeidsbemiddeling Medemblik, op een wedde van f 1500.met vijf jaarlijksche verhoogingen opklimmende tot f 1900.en overigens op den grondslag van de door den Directeur van den Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbe middeling voorgestelde regeling. Mr. Kamp vindt de titel directeur nog al groot. Deze komt meer voor in gemeenten met meer dan 15000 zielen, waar we hier nog niet aan toe zijn. De heer Leijten had beter gevonden dat men een oproep geplaatst had voor sollici tanten. Er waren in den polder zeker ook wel menschen geweest die de arbeidsbemiddeling hadden kunnen verrichten. Mr. Backer vindt het niet juist dat men een tijdelijke regeling weer door een tijdelijke re geling gaat vervangen. De voorzitter zegt, dat de heer Geuzebroek binnenkort in den polder komt wonen en dus dan polderbewoner wordt. Bovendien hij doet hier reeds lang zijn werk. B. en W. hebben een wenk gekregen op een al eerder ontvangen wenk van den Rijksdienst, dat deze zaak nu eindelijk geregeld moet worden. Wat de titel betreft hebben B. en W. ook al gezocht naar een andere Wij hebben al leen gemeend met een lagere salarieering te kunnen volstaan dan de door de Rijksdienst voorgestelde. Het voorstel wordt hierna aangenomen. VERBOUW RAADHUIS. Aan de agenda wordt toegevoegd het voor stel om het raadhuis een verbouw te doen ondergaan, waardoor de verschillende dien sten niet in aparte gebouwen behoeven te wor den ondergebracht. In westelijke richting wordt een stuk aangebouwd met vereeniging, waardoor het gebouw in de eerste jaren vol doende ruimte zal bieden. Het plan moet nog met het bouwbureau worden besproken, om de bouw te financieren. De huur zal dan van f 720.op f 1080. worden gebracht. Mr. Bavker zegt de oplossing gelukkig ge vonden te hebben. B. en W. krijgen machtiging het plan uit te voeren. Vervolgens krijgen B. en W. machtiging om een verplaatsbare muziektent aan te schaf fen waarvoor een bedrag van f 2500.— noo dig is. Tevens zal deel worden genomen in het ga rantiefonds voor het a.s. concours van Soli Deo Gloria tot een maximum van f 250. GRATIFICATIËN. Teneinde eenige gratificaties te bespreken van ambtenaren, gaat de raad in comité Na heropening deelt de voorzitter mede dat de raad heeft besloten een bedrag van f 285.- te verdeelen onder 6 ambtenaren als gratifi catie. Hierna sluiting. Vereeniging „Huisverzorging." Dinsdagmiddag hield de Vereeniging Huis verzorging een ledenvergadering in Hotel Smit te Middenmeer. Weinig leden waren aanwezig. Daar de presidente Mw. Tamsma niet aan wezig kon zijn, had de secretaresse Mw. Van Vegten haar taak overgenomen en opende de vergadering. Door de slechte wegen, had deze vergadering op de eerst vastgestelde datum geen doorgang kunnen vinden, en wordt zoodoende nu ge houden. De Secretaresse leest vervolgens de notulen voor van de vorige vergadering welke onver anderd worden goedgekeurd. Nu volgen eenige ingekomen stukken. Mw. Bronner heeft wegens drukke werk zaamheden bedankt als bestuurslid en Mw. Louwerse door vertrek uit de gemeente. Hierna volgen eenige mededeelingen om- trent de werkzaamheden in het afgeloopen jaar. Dt Voorz. wijst er op dat uit het jaarverslag zal blijken dat er soms heel wat doorzettings vermogen voor noodig is om in alle gevallen zoo goed mogelijk te voorzien. Soms heeft men met groote moeilijkheden te kampen. In hoofdzaak is de oorzaak hiervan wel de onregelmatigheid der aanvragen om hulp in verschillende periodes. Men hoopt in de toekomst wel over meerde re goede krachten te beschikken, zoodat geen stagnatie meer mogelijk is. Toch waren velen heel tevreden over de ondervonden behulpzaamheid. Het heeft soms groote invloed hoe de ge zinnen tegenover de behulpzaamheid staan. Men kan niet het uiterste van de meisjes verlangen. Groote afstanden moeten soms worden af gelegd, waar met een beetje goede wil, wel een slaapplaats zou zijn. Worden de meisjes vriendelijk behandeld, dan werkt het zooveel prettiger. Over het algemeen is dit wel zoo. Doch er zijn ook gevallen waar dit veel te wenschen overlaat. In gevallen waar men een meisje niet in 't gezin opneemt, behoort in den winter de keu kan goed verwarmd te zijn. Ook zijn er gevallen waar zoolang er hulp van Huishouding is, de werkster afgezegd wordt. Het meisje moet zooveel mogelijk de huis vrouw vervangen, en heeft deze een werkster noodig, dan heeft het meisje dit ook. Soms komt het voor, dat er achterstallig werk, b.v. een wasch van eenige weken ge daan moet worden. Het mag voor de meisjes geen bezwaar zijn als er flink aangepakt moet worden doch dit kan ook overdreven worden. Even wil de voorz. nog opmerken dat Mw. de Haan van Wieringen steeds bereid is ge weest in geval van nood te helpen en voor hulp zorgde, waarvoor wij zeer dankbaar zijn. Uit het jaarverslag stippen wij het volgen de aan In 1939 is hulp verleend in 48 gezinnen, met een totaal van 1019 werkdagen. Dat is gemiddeld 3 weken per gezin. In Januari ontving het bestuur een gift van f 2.50 van iemand die onbekend wenscht te blijven. Op den Polderdag werd een speldjesdag ge houden, waarvan de opbrengst f 97.17 bedroeg. Van de gemeente ontving men een subsidie van f 100. Een tweede vaste hulp is benoemd. Een rooster, voor jaarlijksche aftreding van bestuursleden is vastgelegd. Het jaarlijks bestuur had geregeld contact met elkaar. Het aantal leden bedroeg 31 Dec. 304 met 2 donatrices en 3 begunstigers. Daarna doet de pennïngmeesteresse Mw. van Vegten rekening en verantwoording aan de vergadering. De controle-commissie bestaande uit de dames JansenBroos en Smid—Polderman, hebben de boeken en bescheiden nagezien en in keurige orde bevonden. De penningmeesteresse word hierop gede chargeerd. Nu volgt de bestuursverkiezing wegens pe riodieke aftreding van de dames van Vegten. Bronner en Jaspers De aftredenden zijn niet herkiesbaar. Gekozen worden de dames Rotgans, Crie- lard en van Zunderen welke de benoeming aannemen. In de vacature Mw. Louwerse, wordt geko zen Mw. Bosker te Slootdorp, welke niet aan- wezig is en hiervan in kennis zal worden ge steld. Bij de rondvraag kwamen nog eenige huis houdelijke zaken aan de orde. Bij monde van Mw. de Visser dankt het bestuur Mw. v. Vegten voor het werk wat zij als Secr. voor de vereeniging gedaan heeft. Mw. van Vegten sluit hierna de vergade ring en dankt het bestuur voor de prettige samenwerking en hoopt niets dan goeds te hooren van Huisverzorging.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1940 | | pagina 4