.1 Mijnhardtjes 31e JAARGANG No. 34 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN DE VROUW UIT VLAANDEREN. WACO - AÜTOBUSDIENST. WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden f 1.25. UITGEVER CORN. J. BOSKER WIERINGEN BUREAU Hïppolytushoef Wleringen Telefoon Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN Van 1 5 regels Iedere regel meer f 0.50 f 0.10 ZUIDERZEE VISSCHERS BIJEEN. TEXEL TOT HET COMITÉ TOEGELATEN. Zaterdag werd in „Krasnapolsky" te Am sterdam een gecombineerde algemecne verga dering gehouden, uitgeschreven door het Cen traal Comité van Zuiderzeevisschers en den R. K. „Sint Petrus" Bond, welke zich, ondanks het feit, dat de gesloten tijd voor de snoek- baarsvisscherij juist dezer dagen tot 1 April werd uitgesteld, in een zeer talrijk bezoek mocht verheugen. Negentien organisaties rond het IJselmeer waren vertegenwoordigd, ter wijl 2 organisaties benoorden den Afsluitdijk als gast aanwezig waren. Nadat de voorzitter, de heer J. Spit Jbz. de vergadering met een kort welkomstwoord had geopend, gaf de secretaris, de heer K. Keuris Azn., een uiteenzetting over den toestand der visscherij in 1939 en van de handelingen van het bestuur sinds de per 1 April 1939 gehou den algemeene vergadering. O.m. kwam hier ter uiting, het verdwijnen van de haring op de Waddenzee en de noodlottige gevolgen welke, dit voor de betrokken visschers met zich heeft gebracht, de bedrijfstoeslagregeling der IJselmeervisschers, die volgens het be stuur op een onjuisten basis berustte en de moeilijkheden tijdens de kabinetscrisis onder vonden, waardoor het seizoen reeds ver gevor derd was, eer hierover een bespreking met den minister kon worden gehouden. Verder werd medegedeeling gedaan van de begroo- tingscijfer voor 1940 terwijl het standpunt van den minister van Waterstaat werd weergege ven met enkele grepen uit de debatten tijdens de behandeling van het Zuiderzee-fonds in de Tweede Kamer. Hieruit en uit herhaalde besprekingen persoonlijk met den minister gevoerd, meent het bestuur te mogen aanne men. dat de minister met volle belangstelling de zaak der betrokken visschers volgt en in deze een juiste oplossing hiervan zooveel mo gelijk zal bevorderen. Voorts werden de vis scherij-resultaten, op het IJselmeer behaald, gedurende 1939 (aangevuld met cijfers over ,de gemiddelde verhooging of verlaging van de besomming per vaartuig' voor elke plaats afzonderlijk weergegeven) en het resultaat medegedeeld van een onder de afdeelingen r gehouden rondvraag over verschuiving van c»<;n datum van sluiting der zoetwatervissche- rij, waarvan het gevolg was geweest, dat de meerderheid der afdeelingen zich had ver klaard voor behoud van den sluitingsdatum op 16 Maart (de minister van Economische Zaken bepaalde deze echter op 1 April). Ten slotte werd nog gewezen op het belang van samenwerking tusschen de belanghebbenden van Waddenzee en IJselmeer visscherij waarvoor door het bestuur alle pogingen in het werk zullen worden gesteld. Aangezien door geen afdeelingen op deze uiteenzetting critiek werd geleverd, was hier mede het bestuursbeleid over het afgeloopen jaar goedgekeurd. Bij de behandeling der ingediende voor stellen werd geprotesteerd tegen de overheve ling van de Vollenhoofsche visschers vanuit de bedrijfstoeslagregeling A naar regeling (voor de jongeren) en naar artikel 13 (voor de ouderen). Men wenschte nu Vollenhove door de Noordoostelijke inpoldering in een afzonderlijke positie is komen te verkeeren, hiervoor een bijzondere regeling te zien vast gesteld. Nadat over deze kwestie zich tal van afgevaardigden hadden geuit werd deze zaak aan het bestuur ter afwikkeling overgedra gen. Een voorstel, om aandrang uit te oefenen, dat het percentage der bruto-besomming, het welk op de uitkeering volgens art. 13 der Zui- derzeesteunwet wordt ingehouden, zal worden verlaagd, waarbij het bestuur adviseerde, dit voorstel aldus te wijzigen, dat een bepaald gedeelte der brutobesomming geheel buiten beschouwing zal blijven en van het overblij vende deel de aftrek ongewijzigd gelaten zal worden, werd in laatstgenoemden zin aange nomen. Een voorstel, beoogende het uitoefenen van aandrang tot beperking van den invoer van Deensche aal, werd door het bestuur overge nomen en vond hierop algemeene goedkeu ring. Een voorstel, beoogende de mogelijkheid te scheppen, dat personen, opgenomen in arti kel 13 (steun), indien deze behulpzaam zijn in een bedrijf, waarop artikel 6 (toeslag),' van toepassing is. tijdelijk volgens de bepa- lingen van artikel 6 kunnen worden behan- deld, werd aangenomen Eveneens werd aan- J genomen een voorstel, dat beoogt vrijstelling i te verkrijgen voor gemobiliseerde visschers- knechts. Bij een voorstel, bedoelende ruimere ver strekking van credieten te verkrijgen, kon het j bestuur, hoewel niet in alle, toch in tal van' gevallen meegaan, daar verstrekking van credieten meermalen noodeloos al te zeer wordt beperkt. Het bestuur zal trachten, hier voor een juiste oplossing te vinden. Ook een voorstel, beoogende aan te drin gen op doorbetaling van kindertoeslag, indien de verzorger-belanghebbende den 60-jarigen leeftijd is gepasseerd en nog kinderen bene den 14-jarigen leeftijd bezit, vond algemeene instemming. Over enkele voorstellen, waarbij de bedoe ling en grondslag lag om op beperking van verschillende vormen van visscherij aan te dringen, waren de meeningen zeer verdeeld. Op grond hiervan adviseerde het bestuur tot intrekking van deze voorstellen, waaraan door de voorstellers gevolg werd gegeven. Besloten werd nog, dat zal worden aange drongen op gelijkstelling van uitkeering, te verleenen aan die visschershoofden van be drijven, die het bedrijf verlaten, ongeacht of deze vóór of na 1 Januari 1880 zijn geboren. Hierop verkreeg de heer Henkes (Texel) het woord, die een uiteenzetting gaf van de po gingen, van Texel uitgegaan, om de Zuider- zeesteunwet ook voor de. Waddenzee geldend te krijgen. Dit is tot zoover gelukt, dat van 1 Mei 1938 af Texel in de Zuiderzeesteunwet is opgenomen, echter nog niet in die mate, als mocht worden gewenscht. Texel heeft heeft hierbij echter van de overige vereeni- gingen op de Waddenzee weinig medewerking' ondervonden. Spr. verklaarde hierop,, dat, in dien het centraal comité ook de belangen van de Wadenzeevisschers wenscht te behartigen, Texel van heden af bij het centraal comité toetreedt. Bij monde van den heer Keuris deed het bestuur een toezegging, zoodat Texel zich als organisatie aansloot. Nadat uit de vergadering nog was verzocht, dat, indien de sleepnetvisschers aan hun net- nen mogelijk staand want zouden hebben op gehaald, dit niet overboord zou worden ge worpen, doch aan den wal zou wordeh ge bracht, met welk verzoek de geheele vergade ring instemming betuigde en waartoe de aanwezige sleepnetvisschers verklaarden te willen medewerken, sloot de voorzitter de vergadering. FEUILLETON. 42.) „Ik zeg, dat zij mij wel volgen zal, Mylord", zeide Bertlia want de wil van een voogd moet bukken voor den wil eener moeder,en ik ben de hare „Moeder moeder riep Lucie, zich aan de borst van de koopvrouw van Nieuwpoort werpende. „O God zij ge dankt, mijn voorgevoel heeft mij niet bedrogen Nu ben ik gelukkig moeder aan uwe borst vergeet ik al het leed, mij aangedaan, dat ik voor altijd vervlogen waande...." „Zal Uwe Majesteit, of gij, graaf van Itochester, de jonkvrouw van Erick- dale nu nog beletten, mij te volgen vroeg Bert'ha op een toon vol waardig heid. „Hare moederriepen Karei en graaf van Rochester als om strijd.... „Zijt ge dan...." "De weduwe van Edward van Erick- dale", ga f Bert ha ten antwoord. „Ka- rel II, thans zal het u geen raadsel meer zijn, waarom eene koopvrouw van Nieuwpoort l'we Majesteit te hulp kwam. Haar echtgenoot verloor voor uw vader het leven, zij, de weduwe, wilde het leven van den zoon redden, voor wiens vader haar echtgenoot het leven verloor „Mevrouw de barones van Erick dale", zeide Karei II, zich eerbiedig voor Bert'ha buigende, „de verplich ting, die ons geslacht aan het. uwe heeft, is te groot om ze te kunnen uiten „Wat ik gezegd heb", vervolgde de barones van Erickdale, had ik voor eeuwig willen verzwijgen en als een geheim met mij in liet graf meene men,maar toen ik van alle kanten gedwongen werd, mijn geheim te open baren, ten einde mijn kind niet aan mij ontrukt en prijsgegeven te zien aan den haat van Rochester, kon ik niet langer zwijgen.... Lucie Erickdale is mijn dochter, daarom, Sire, kniel de ik voor uwe voeten neder en bad „Geef aan de jonkvrouw van Erick dale hare eer terug", daarom trad ik als hare verdedigster op, toen aller blikken met smaad en verachting op haar gevestigd waren dat had geen vreemde, geen vriendin gedaan, dat kon alleen een moeder doen, voor haar kind.... voor de dochter, die zij onder het harte gedragen en met smart gebaard heeft.... hiertoe was alleen de weduwe der vaderloozc wee- ze in staat „Maar, Mevrouw", zei de koning, „waartoe li zool ang aan mijne erken te lijkhcid onttrokken, waarom u ver laagd tot een stand, geheel ongepast aan uw rang „Verlaagd riep de barones uit, den koning in de rede vallende, „nooit heeft een, die zicli Erickdale noemde, zicli aan een laagheid schuldig ge maakt De stand, dien ik mij koos, heeft mij niet vernederd want even min als er een vlek rust op de weduwe van den baron van Erickdale, evenmin kleeft er een smet of schande op Ber tlia, de koopvrouw van Nieuwpoort." „Toen het hoofd van mijn echtge noot", zeide vrouw Bertha met ver heffing van stem, „als een offer zijner trouw en gehechtheid,aan den koning, op liet schavot gevallen was, werden onze goederen verbeurd verklaard, en alles, wat ik uit de klauwen der roof dieren wist te redden, was ternauwer- CRISI5 BUREAU OFFICIEELE PUBLICATIE VAN HET DEP. VAN ECON. ZAKEN KRACHTVOER PLUIMVEE De Minister van Economische Zaken maakt het volgende hekend Alle houders van minder dan 25 stuks kippen, eenden, ganzen of kal koenen, die dus van ieder van deze diersoorten minder dan 25 stuks be zitten en behalve deze geen landbouw huisdieren houden of gewoon zijn ie houden, kunnen, ook indien zij georga niseerd zijn, na 29 April 1940 uitslui tend krachtvoeder ontvangen via de Sectie Bijzondere Diergroepen van hei Rijksbureau Voedselvoorziening in Oorlogstijd, te Beekbergen. Zij zullen dan dus geen krachtvoeder toewijzing meer ontvangen van den plaatsclijkcn bureauhouder in hun dis trict, doch dienen zich VOOR 15 APRIL 1940 op een klantenlijst hij een hande laar of winkelier in pluimveevoeder te laten boeken, waarna zij hij dezen met ingang van 29 April 1940 hun krachtvoeder kunnen betrekken. BJNNENLANDSCH NIEUWS. ZOMERTIJD BEGINT OP 15 MEI Bij Kon. Besluit van 9 Maart 1940 is bepaald, dat de vervroeging met één r van den wettel ijken tijd dit jaar zal beginnen den 19den Mei en zal indigen den Oen October. GEVOLG STOPZETTING KOLENUITVOER NAAR ITALIË Meer dan duizend man perso neel moet ontslagen worden. De stopzetting van het koh'iivervoer over zee van Rotterdam naar Italië heeft voor het Rijnvaart bedrijf onder DE VLUGSTE EN GOEDKOOPSTE VERBINDING NAAK WEST-FRIESLAND en AMSTERDAM IS NOG STEEDS DE Nederlandsche vlag ru-ineuze gevolgen De Nederlandsche Rijnvaartvereeni- ging, die behoort tot de groep Rijnsch- i W'estfaalsch Kolensyndicaat, Stecrrko- lenhandelsvereeniging en Ned. Ha venbedrijf, van welke de laatste in de Waalhaven te Rotterdam do overlading van üuitsche kolen verzorgt, en waar van de eerste oen belangrijk deel van het vervoer van Duitsche kolen en voor den oorlog ook van erts van Rot terdam naar Duitschland verzorgt, moeten een groot deel van hun perso neel, zoowel varend personeel als men monschon die op den wal werken, ont slaan. Het aantal kan op duizend, mis schien zelfs op enkele honderden meer gesteld worden. Voor de ontslagenen wordt een wachtgeldregeling - aange gaan. Voor Rijnschepen van het groo- tero type zooals de schepen die erts en kolen vervoeren zijn, is er thans nu na het ortsvervoer ook het overgeble ven deel van het kolenvervoer van den export is stilgelegd, niet voldoende werkgelegenheid meer op den Rijn. Duitschland heeft Rijnscfeépen onder eigen vlag genoeg om in het vervoer te voorzien. Het heeft alleen een te kort aan kanaalschepen, vaartuigen van 400 tot 900 ton ongeveer, van wel ke laatste er ook vele uit Nederland worden gebracht. De stopzetting van het kolenvervoer naar Italië is derhalve voor den Rijn zoowel als voor Rotterdam een geduch te slag. Het vervoer, dat nu nog de ba sis van het havenverkeer en van het scheepvaartverkeer op den Rijn vormde, is weggenomen. Een groot doel van de schepen moet nu worden opgelegd. DOOR STROOM GEDOOD Dinsdagmiddag ongeveer half vier droegen op de scheepswerf „Waterhui zen" aan 't Winschoterdiep onder de gemeente Haren (Gr.) twee arbeiders een acetylecntoestel uit een loods, waarhij liet toestel bleef haken aan oen onder electrischen stroom staandon ka hel. Het gevolg was, dat ook hot ace tylecntoestel onder stroom geraakte. Do heide arbeiders werden getroffen. Eén van hen zakte onmiddellijk bewus teloos in elkaar, de tweede begon te schreeuwen. Een derde arbeider schakelde onmid del lijk den stroom uit. De man, die het bewustzijn had verloren, de 20-jarige J. Nijburg, overleed kort na hot ge beurde. Do pogingen om door middel van kunstmatige ademhaling de le vensgeesten op te wekken, hadden geen resultaat. De andere arbeider kwam met de schrik vrij. KLIPPER IN NOOD OP HET IJSSELMEER Bemanning is gered. nood voldoende om mij en mijn kind tegen het nijpendste gebrek te bewa ren. Ik weet, hoe men aan het hof over armoede denkt, hoe men er ge woon is, haar ais een schande te be schouwen, hoe laag er op armoede wordt neergezien, onverschillig, waar door zij veroorzaakt wordt. Ik voelde mij sterk genoeg, mij hoven dit voor oordeel te verhellen, maar ik was moe der, en ik wilde mijn kind niet aan het onrechtvaardig vooroordeel bloot stellen, dat den druk der armoede zoozeer verzwaart. - Gewis, het zou mij noch haar aan ondersteuning ont broken hebben, maar ik was te rrotscli om ze aan te nemen, ik droeg het hart te hoog om er de overtuiging in rond te dragen, door liefdegiften van ande ren te bestaan." „Mijn besluit was genomen, ik ver trouwde mijn kind, mijn». Lucie, aan de zorg van mijn brave bloedverwan te, Lady Belmore, toe en verliet mijn vaderland om elders mijn fortuin te beproeven of, zoo mij dit niet gelukte, onder de rampen, die mijgetroffen hadden te bezwijken, zonder dat ooit iemand zou weten, hoe groot de ellen de was, die de barones van Erickdale op haar sterfbed had omringd. „Met het weinige, dat ik bezat, be gon ik een kleinen handel de hemel had medelijden met eem ongelukkige moeder en zegende mijn onderne ming, ik breidde mijn handel uit en werd eindelijk, wat ik thans hen, de rijkste vrouw van Vlaanderen, ja de bezitster van onnoemelijke schatten." „En keerdet ge niet naar Engeland terug om uw kind weder te zien vroeg de koning. „Ik was dood voor haar, dood, gelijk ik zulks voor de geheele wereld was", gaf Bertha ten antw oord„De baro nes van Erickdale had opgehouden te bestaan, toen Bertha de koopvrouw van Nieuwpoort te voorschijn trad." „Ik kende den adel te goed, dan dat ik niet zou weten, hoeveel nijd en wan gunst de schatten, die ik bezat, zou den opwekken, hoe men mij bespotten zou mij, lasteren, mij als 't ware ver bannen uit den kring, waarin de baro nes van Erickdale het recht hce.it zich te bewegen, en alles onder liet voorwendsel, dat ik mijn adel geschon den had, dat ik verkoos, als een een voudige burgervrouw in mijn ondei- houd en in dat van mijn kind te voor zien, liever dan als barones van Erick dale genadebrood te eten.... Die on rechtvaardige hoon zou niet alleen mij, maar ook mijn dochter getroffen hebben, en dat. wilde ik niet, daartoe beminde ik haar te innig. Daarom was de weduw e van Edward van Erick dale dood voor iedereen, zelfs voor haar eenig kind. „Ik had stellig besloten, mijn kind nimmer weder te zien, daar ik vrees de, haar niet meer te zullen kunnen verlaten, maar toen het haar geluk gold, toen graaf Arthur van Rochester haar zijne hand aanbood, toen bracht de begeerte om hem te loeren kennen, aan wien het lot van mijn kind zoo nauw zou verbonden worden, mijn voornemen aan het wankelen ik wa pende mij met moed, ik zag haar we der. - O niemand weet. welk een strijd ik in mijn binnenste gevoerd heb, hoe veel geweld ik mij heb aangedaan om mij te weerhouden, haar aan mijn hart te drukken en tegen haar te zeg gen „Ik ben uwe moeder, gij zijt mijn kind hoe onnoemelijk veel het mij kostte, als zij mij vroeg naar hare moeder, en ik haar altijd liet harde antwoord „Zij is dood", moest doen hooren, hoe mijn hart als ineen kromp, toen zij aan mijn voeten ge knield de handen smeekend naar mij opgeheven hield en mij biddend toe- Dinsdagnamiddag tegen zes uur be merkte men aan de haven van Lem mer, dat een 260 ton melend geladen klipperschip, schipper Zeylstra, op 8 Km. buiten Lemmer in nood ver keerde. Stortzeeën sloegen over het dek, waardoor het schip water maak te. Do te Lemmer gestationncerde red dingboot „Hilda" van de Noord- en Zuid-Holl. Redding Maatschappij voet- uit en slaagde er in de vrouw en het dochtertje van den kapitein van boord halen en te Lemmer aan den wal te brengen. Een sleepboot en het m.s. „Amstel" hebben de klipper, waarop zich de ka pitein nog bevond, de haven van Lem mer binnengesleept. tegen Hoofdpijn, Kiespijn, Migraine TWEE SCHEPEN OP IJSSELMEER GEZONKEN. Door hevige storm overvallen en bij Urk vergaan. De voorjaarsstorm, welke Dinsdag ge woed heeft, maakte het IJsselmeer tot zeer ruw vaarwater, dat zijn slachtolfers heeft geëischt. Twee sche pen zijn nabij Urk gezonken. Het zijn het sleepschip Ekama en hei motor schip Risico. Het laatste schip meet 270 ton en was met een lading grint en zand van Urk op weg naar Lemmet. De stortzeeën sloegen over het schip heen, waardoor de lading ging wer ken en het schip water maakte. Het motorschip JohannaJ_dat in de onmid dellijke nabijheid van de Risico was, heeft schipper Oppemeer en zijn knecht die het zinkende schip met een roei bootje hadden verlaten, opgepikt eu veilig naar Lemmer gebracht. SPIONNEN VERDIENEN DEN KOGEL Politiek intermezzo in Tielsche Kamer van Koophandel. Als leider van de N.S.B- verklaar ik nadrukkelijk, dat iedere spionnage - welke dan ook - in ons oog verachte lijk is en met den kogel dient te wor den bestraft. Deze woorden sprak de heer Koster- uit Buurmalsen Maandagmiddag in de vergadering van den Kamer van Koop handel te Tiel, in antwoord op een ver klaring van dhr. Philips uit Zaltbom- mel, die bezwaren had geopperd tegen de verkiezing van den heer Koster als voorzittei' van de afdeeling Grootbe drijf, omdat de heer Koster, die perio diek aftredend was, uit hoofde van de ze functie inzage kon nemen van aller han.de geheime papieren, o.a. van certi riep „Mijn gevoel zegt mij, dat ge mij ne moeder zijt. spreek, antwoord mij?" En ik zeide „Neen neen, ik ben uw moeder niet „Ik kwam in Engeland", vervolgde de barones na eenigc oogenblikken, „en vond mijn kind weder als een gelukkige verloofde ik had ge wenscht, haar als een. gelukkige echt- genoote voor altijd te verlaten, ik had gewild, dat zij eerst,na mijn dood zou geweten hebben, dat zij, die als Ber tha van Nieuwpoort haar huwelijks contract mede onderteekende, hare moeder was. - Ik zag haar de gelukki ge cchtgeuoote van een man, dien zij beminde,-ik meende, dat zij het top punt van hare wenschen en van haar geluk bereikt had.... ik stond op het punt om te vertrekken, toen eensklaps dat geluk in duigen viel, toen een be schuldiging onverdiend op het schulde loos hoofd van mijn kind nederdaalde, toen zij ongelukkiger werd, dan zij eenmaal gelukkig was geweest. - Ik zag haar eerst vergood, bemind en aan gebeden, nu gehoond, gesmaad en be schimpt, terwijl er niemand was om haar te beschermen toen zeide ik bij mij zelve Ik zal blijven.... ik ga niet.... En ik ben gebleven.... Ge zult kunnen begrijpen, wat er in mijn hart omgaatdaar ik, die nooit van eenig plan ben afgeweken, mijn voornemen heb geschonden, door hef stilzw ijgen te verbreken en mijn ge heim te openbaren." Wordt vervolgd. IN VIER BLADEN ADVERTEEREN VOOR EENMAAL BETALEN Wieringer Courant. Wieringermeerbode. De Polderbode. Zij per Courant.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1940 | | pagina 1