31e JAARGANG DINSDAG 28 MEI 1940 No. 60 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN TERUG NAAR HET VREDESWERK. TWEE WERELDEN. WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden f 1.25. UITGEVER CORN. J. BOSKER WIERINGEN. BUREAU Hippolytushoef Wieringen Telefoon Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN Van 1 5 regels f °-50 Iedere regel meer f 0.10 Na negen maanden onder de wapenen te zijn geweest, ter bescherming aanvankelijk van onze neutraliteit en daarna van ons ge bied, in den korte maar hevigen oorlog, die over Nederland woedde, wordt nu de helft van de Nederlandsche weermacht met groot verlof naar huis gezonden. De andere helft zal later geleidelijk volgen, zoodat ten slotte alleen het beroepsleger zal overblijven. Naar gelang het bedrijfseven onze gedemobiiseerde soldaten sneller zal kunnen opnemen, zal dit proces van terugkeer tot de burgermaatschap pij zich ook sneller kunnen voltrekken, en zal Nederland spoediger tot zijn normale, vreedzame bedrijvigheid kunnen terugkeer en. De lange periode van vier jaar, gedurende welke onze soldaten in den vorigen wereld oorlog aan hun burgerlijken arbeid werden onttrokken, herhaalt zich dus niet. Bij alle smartelijkheid, die over ons volk ditmaal ge stort is, mag dat een lichtpunt heeten. Ons krijgsgevangen leger wordt niet tot demorali seerenden lediggang gedoemd, maar zal over eenkomstig het absorbtie-vermogen der bur germaatschappij, worden teruggeleid naar en ingeschakeld in het productieproces, in het normale, gezonde leven van den dagelij kschen arbeid. Aan hen die dit mogelijk hebben wil len maken, komt onze erkentelijkheid toe. Terug naar het werk is een primair Neder- landsch volksbelang. Dat voor het groot verlof in de eerste plaats zij in aanmerking komen die dadelijk weer het werk kunnen opnemen, dat zij negen maanden geleden in den steek moesten la ten, spreekt vanzelf. Het zou geen zin heb ben om thans als het ware werkloozen te v o.r men door honderdduizenden uit den militairen dienst los te maken, alleen maar om hen daarna als burgers aan lediggang prijs te geven. Ook is het logisch, dat men in eersten aanleg werkkrachten wil vrijmaken voor d i e bedrijven die thans voor onze volks huishouding van het allergrootste en meest onmiddellijke belang zijn landbouw, tuin bouw, mijnbedrijven, die, alle drie, als het ware de brandstof en „beweeg kracht" voor menschen en machines twee onmisbare pijlers in het productie-proces moeten leveren. Ook het bouwbedrijf (we deropbouw en vernieuwing of uitbreiding) behoort tot een der belangrijkste categorieën. De voedselvoorzieningsbedrijven (bakkerijen enz.) die als tusschenschakel tusschen produ cent en consument optreden, natuurlijk even eens. En openbare bedrijven en diensten die ten algemeenen nutte werken, dienen, zooals een ieder duidelijk zal zijn, ook zoo spoedig mogelijk weer over hun volledige personeelen te kunnen beschikken. Waarna dan de rest van het particuliere bedrijfsleven volgt, dat tenslotte, met de Bedrijfstakken die reeds hierboven werden genoemd, de voornaamste bron is waaruit de volkswelvaart in haar ge heel moet worden geput. Hoe dit bedrijfsleven, na een korte maar lievige periode van stagnatie, weer op gan; zal komen, is een vraagstuk dat aan alle be- trokkenen overheid, ondernemers en arbei ders de hoogste eischen van vernuft, durf en aanpassingsvermogen zal stellen. De korte oorlog heeft Nederland voor een geheel nieu- j wen toestand geplaatst, die althans voorloo- pig, bepaalde economische mogelijkheden en wegen heeft afgesneden, en andere wellicht heeft verruimd. Wij staan voor nieuwe feiten, voor nieuwe realiteiten, die de levensmogelijkheden van ons volk bepalen. Wij moeten daarmede wer ken, want stilstand zou ondergang beteeke- nen. De thans ingeleide demobilisatie is een stap in de richting van de hervatting van normalen opbouwenden arbeid. Er is geen beter middel om onzen geest te bevrijden uit de neerslachtigheid en te stalen voor de toekomst van ons volk. FEUILLETON WIJ MOETEN ONZE EENDRACHT BEWAREN. Prof. Mr. V. Rutgers schrijft aan de „Stan daard" het volgende ..Er wordt in deze dagen veel gedacht en veel gesproken. Wij zijn geschokt en verbijs terd door den snellen loop der gebeurtenissen. In onze harten schrijnt de vernedering, niet omdat voor een overmachtigcn tegenstander de wapens zijn gestreken, maar omdat ons volk in zijn grootsten nood niet vrij is ge weest van innerlijke verdeeldheid. In welke vormen die verdeeldheid zich heeft geopen baard en in welke mate zij onzen weerstand heeft verzwakt, daarover zal eerst later het volle licht kunnen schijnen. Daarnaast is er -de teleurstelling over de houding onzer Overheid. Ook daarover moet de historie oordeelen. Ik geloof dat haar oor deel milder zal zijn dan dat, hetwelk velen thans uiten. Ik ben overtuigd, dat veel meer de wijze waarop de besluiten werden uitge voerd en toegelicht dan die besluiten zelf de gevoelens hebben gekrenkt. Het zou echter in hooge mate verontrus tend zijn, indien wij ons zouden begeven in een stemming van moedeloozè en thans vruch telooze critiek. Van wege de bezettende macht is te kennen gegeven, dal wij worden vrij gelaten ons eigen huis te bestieren, natuur lijk met inachtneming van de beperkingen, en 't zou een schande zijn, indien wij van deze vrijheid p/.en ander gebruik wisten te maken dan tot ontevredenheid en murmureering. Uit onze nationale vernedering en teleur stelling moet ons opheffen de moed, dien on ze soldaten aan den dag hebben gelegd. Zij zijn niet gevallen opdat wij burgers bij de pakken zouden blijven neerzitten en het hoofd zouden laten hangen. En voorts onze beginselen gelden niet alleen in tijden van voorspoed. Die beginselen hebben ons in on zen tegenspoed niet verlaten. Onze voorman nen zijn gespaard. Zij er dan bij ons geen verwarring, maar bewaren wij onze eendracht, niet ziende op wat achter ons ligt, maar zien de op wat vóór ons is. ORANJEHUIS BLIJFT HOEKSTEEN VAN ONS VOLKSGEBOUW. Bij de opening van een Christelijk Militair 20.) Onwillekeurig kwamen deze woorden over Dorris lippen. Ze werd bleek onder het spre ken en keek naar den grond. „Wat voelt U innerlijk „Moedeloosheid." Ik voel, dat mijn eigen ik hier verandert en tegelijker tijd, dat ik er niets tegen kan doen. Vroeger werkte ik, nu zit ik te droo-' men. Ik ben omgeven door menschen en toe standen, die me een afkeer inboezemen en toch bestudeer ik ze, boeien ze me. Ik denk na over dingen, die 't niet waard zijn, dat men er een oogenblik zijn tijd mee verspilt. Ik begin belangstelling te voelen voor deze menschen en die toestanden, welke ik met verachting voorbij moest gaan. De verkeerde humaniteit van het moderne leven, wil mij onder haar invloed brengen." „En mij." „Bij U is 't een zaak van groot gewicht. Ik ga nog bijtijds naar huis om de gezon de vaderlandsche lucht in te ademen, en mijn plichten ernstig onder 't oog te zien, die mij gezond zullen maken. Maar U Voor U kan elke dag een keerpunt in uw leven beteekenen, zoolang er niet ie mand hier is, tot wien U kunt opzien. Maar dat is zeker, iemand als een Alfland verdwaalt hierheen niet." „Neen. En zoolang ik hier ben, is het 't huis in de Elendstraat voor mij gesloten. Alfand is een groot man, maar iemand die geèn mede lijden kent." „Dat is een eigenschap van alle krachtige menschen, van menschen uit één stuk." „En ik ben zwak Ik ben in zijn oogen ie mand die alleen hooger op wil, die geen ern stig overtuigd strijder is." Conrad steunde het hoofd in de handen. Een diep moedelooze, uitdrukking verbreid de zich over zijn trekken. Haar blik rustte met zoo groote deelneming, met zoo innige goedheid op hem. dat 't hem lichter te moede werd. Nooit had iemand hem in St. André, al had hij nog zoo hard gewerkt, of nog zooveel ontbeerd, zóó aangezien. Er lag iets onbe schrijfelijks weldoends in zulk mede-leven. Maar dat het ook tegelijker tijd verweekelijk- te, voelde hij nog niet. „Grootcndeels sloeg ik uit liefde voor mijn zuster een anderen levensweg in," zei hij, diep ademhalend. En hij vertelde haar de tragedie in Noraês leven, waardoor zij met St. André in aanra king was gekomen. Ze luisterde oplettend naar hem. Uw zuster moet ook op een keerpunt in haar leven hebben gestaan. Ze ziet er nu zoo ge lukkig uit en schijnt ook flink in de Elend straat aan 't werk te zijn." Een plotseling opkomende woede joeg hem 't bloed naar de wangen. „Oogenblikkelijk, jaMet echt vrouwelijk logica, maar ik weet 't, hoe zulke vuurtjes opflikkeren en uitdooven. Spoedig zal ze er naar verlangen, dat ik haar uit dit leven kom verlossen." „Zoudt U dan samen met haar willen gaan wonen „Ja. Wanneer ik met mijn boek naam heb gemaakt en een tijdlang als assistent aan een van de groote ziekenhuizen heb gewerkt, wil ik alles doen om directeur van zoo'n onder neming te worden, en wil ik ze, volgens een nieuw systeem, zelfstandig besturen. Ik wil een voorbeeld geven, dat navolging vindt. Op een post als die van Nötlich, met de middelen die hem ten dienste staan, kan het honderd voudige van wat hij doet tot stand komen, wanneer hij die hulpmiddelen niet grooten- deels voor zich en zijn gunstelingen besteed de. Vele misbruiken kan men met energie te gengaan, ja, ze worden zelfs niet geboren Tehuis te Zaandam heeft de burgemeester dezer gemeente, Mr. J. in Veld, een toespraak gehouden, in welke hij o.m. zeide Het heeft mij pijn gedaan, dat in de laat ste dagen gesproken is over onze Koningin op een wijze, welke zeer valt te betreuren. Oranje en Nederland behooren bij elkander. Wanneer men den hoeksteen van ons volks gebouw die hoeksteen is het Oranjehuis aantast valt het geheele gebouw in puin. Het is merkwaardig, dat ik als sociaal-de mocraat de Koningin in bescherming moet nemen tegen de trouwste aanhangers van het Oranjehuis. Wanneer men de zaken rustig bekijkt, zal men moeten begrijpen, dat er toch zeer ernstige redenen zijn geweest voor onze Koningin om ons land te verlaten. Hier spre ken staatsrechtelijke- en volksrechtelijke be langen een woord mee. Met lafheid heeft dit vertrek niets, maar dan ook niets te maken. Geen enkel staatshoofd zou in dergelijke om standigheden in het vaderland gebleven zijn. De historie bewijst dit trouwens ook duide lijk. Spr. kan zich niet indenken, dat men de Koningin van lafheid wil betichten. Spr. zou twee redenen willen noemen, welke het ver trek van de regeering en de Koningin recht vaardigen. 1. Mag Ned.-Indië niet aan zijn lot wor den overgelaten. 2. Moet onze regeering en onze Vorstin er persoonlijk bij zijn, wanneer er eventueel over vredesvoorwaarden zal worden gesproken, b.v. wanneer tusschen de mogendheden een compromis tot stand zou kunnen komen. „Trouw moet blijken" is een bekend gezeg de. Meer dan ooit zal thans dit betracht moe ten worden ten aanzien van ons Vorstenhuis, de hoeksteen van ons volksbestaan. De hoek steen waarop de naam van Oranje staat. BINNENLANDSCH NIEUWS. HAMSTERAAR GEVAT. Vrijdag heeft de politie beslag gelegd op 200 pond boter, welke een neringdoende uit Noordscharwoude wilde afleveren bij een in gezetene te Zuidscharwoude. Voor leverancier en afnemer zal dit muisje wel een staartje hebben, daar tegen beiden procesverbaal werd opgemaakt ingevolge de hamsterwet. JONGEN GEDOOD BIJ SPELEN MET HANDGRANAAT. Zaterdagmiddag waren drie Haagsche jon gens van 9 tot 12 jaar naar het vliegveld Ypenburg getrokken. In een onbewaakt oo genblik waren zij over het hek van het vlieg veld geklommen en bij hun speurtocht von den zij een handgranaat. Tijdens het onder zoek van dit gevonden voorwerp ontplofte de DE WACO - AUTOBUSDIENSTEN LOPEN NORMAAL. Vertrektijden Slootdorp Richting Medemblik West Friesland Hoorn Amsterdam 7.05 10.05 13.05 15.05 17.05 19.05 (niet op Zondag) 22.05 (alleen Zaterdags en Zondags) 22.05 (tot Medemblik) 23.35 (tot Hoorn, alleen Zondags). Behalve de laatste dienst op Zondag hebben alle diensten hetzij te Medemblik, hetzij te Hoorn aansluiting naar Enkhuizen. granaat met het gevolg, dat een 12-jarige jongen op slag werd gedood De beide andere jongens werden zwaar gewond en respectie velijk naar het ziekenhuis St. Antoniushove te Voorburg en het Gem. Ziekenhuis aan den Zuidwal te 's-Gravenhage overgebracht. Een van hen had scherfwonden in zijn been. MIERENPLAAG. In verschillende huizen te Enkhuizen on dervindt men last van mieren. Als men jam in de kast heeft of andere zoetigheden, dan krioelen de diertjes in de omgeving en in de eetwaren. Bij een gezin in de Venuslaan heeft men de mieren van het dressoir weten te ver drijven, nadat men de provisiekast van deze diertjes had gezuiverd. Doch de volgende dag rukte een nieuwe mierencolonne op in de keuken en bezette het aanrecht. Het eenig afdoende middel schijnt te zijn in het op sporen van de nesten en deze te begieten met kokend water of een scherpe vloeistof. De moeilijkheid is echter juist ze te vinden MEDEMBLIK „VOCHT" OM DE GASTEN. Aan een onderhoud, dat het Volksbl. met Jhr. de Bordes, burgemeester van Bussum had, ontleenen wij het volgende Een typeerend voorbeeld In Medemblik werd de bevolking verrast door een spontane evacuatie van menschen, die uit een geëva cueerd gebied kwamen. Er was niet op hen gerekend. Toen deed zich het merkwaardige beeld voor, dat de Medembliksche bevolking zich verdrong om toch maar iemand te mo gen herbergen. Het leek wel, of de gasten bij opbod werden gekocht Van deze hartelijke gezondheid zijn meer verrassende staaltjes te noemen. Bij het vertrek der gasten kwam dit ook tot uiting. Ir. vele plaatsen deden burgemees ters en wethouders de geëvacueerden uitge leide. En dan was het een gezwaai en gewuif, een afscheidsgeroep of men elkander al we ken kende. De plaatselijke kranten zijn ook vol lof over de genoten behandeling. BRAND TE BERGEN. Doordat een in de vensterbank liggende scheerspiegel als brandglas fungeerde, ge raakten ten huize van den heer Berken, Ei kenlaan de gordijnen in brand. Hoewel ook het plafond door het vuur werd aangetast, slaagden de bewoners er in het brandje mees ter te worden, zoodat de brandweer, die spoe dig ter plaatse verscheen, niet behoefde op te ti eden. Nu de zonnestralen steeds sterker worden, is het wenschelijk, dat men er aan dacht aan schenkt, dat glazen voorwerpen riet als brandglazen optrëden. Ook glazen bollen, gevuld met water voor bloemen kun nen in dit opzicht gevaar opleveren. IN EEN BOON GESTIKT. Woensdag had het 5-jarig zoontje van den heer Louwerink te N.-Beemster een boon in den mond gestopt, welke in de luchtpijp is tex-echt gekomen, met het tragische gevolg, dat het ventje is gestikt. Geneeskundige hulp was direct ingeroepen, doch deze mocht niet meer baten. WAT DOEN DE LAMMEREN 7 Op initiatief van de plaatselijke Landbouw organisaties zijn Vrijdag door eenige Texel- sche veehouders te Leiden bij wijze van proef 600 lammeren gemarkt. Hiermee hebben de heeren J. C. Kager, A. J. Keijser, H. Keesom en S. Koning zich belast. Helaas kwamen zij met slecht nieuws thuis. De kooplust was heel gering. Ondanks het geringe aanbod was het al laat in de middag toen de 600 lammeren van de hand waren gedaan. Er kon slechts 6—10 gld. (zes tot tien» voor ge maakt worden. Dat is ver beneden de kostprijs. En dan moeten de onkosten er nog af. Moge spoedig verbetering intreden. wanneer een waakzaam oog toezicht houdt. Wat Alfland op een klein ondankbaar veld is begonnen, zou ik op groote schaal ten uit voer willen brengen. Daarom wil ik deze school hier door maken. Wanneer ik ooit iets groots tot stand zal brengen, moet ik alles hebben gezien en bestudeerd, moet ik de moderne geneeskunde in al hare phasen en vormen hebben gade geslagen. De dag zal ko men dat Alfland me begrijpt en me zijn steun niet langer onthoudt. Zegt U mij mevrouw, dat U gelooft aan 't komen van dien dag." Onstuimig vroeg hij het haar. Er ging een gloed en overtuiging van hem uit, die zich op zijn gezicht weerspiegelde. Dorris lachte. „Wanneer u den reine'n mensch, die Alfland uit u maakte, den onomkoopbaren edelen man, die alleen zulk een daad ten uitvoer kan brengen, hoog kunt houden, ja, dan wil ik er in gelooven," zei ze. „Maar ik vrees voor dezen man." Hij boog zich naar voren en zag haar met stralende oogen aan. „U heeft een groot, rijk hart. Wilt u zoo lang u hier is. samaritanenplichten doen, een trouwen Eckhart voor den wandelaar zijn Wilt u, wanneer u merkt, dat ik mij zelf niet getrouw blijf, er met mij over spreken „Ja." zei ze eerlijk. Hij boog zich over haar smalle hand heen, die ze hem toestak. ,Une idylle tout bonnement voyez-donc, professeur," zei Dolschinska, die juist met Schrotmajr voorbij ging. „De paartjes vinden elkaar, vos affaires marchent mon bon homme." Boosaardig zag ze hem van terzijde aan. Op zijn rustig gezicht vertrok geen spier. Hij glimlachte vriendelijk. De Newa Oostenrijk- sche was woedend. Conrad gaf hem de gevraagde verklaring en ging. Onder 't naar huis gaan gleed zijn blik bij na schuw over de losse bladen, die hij in de hand hield. Dat alles had hij in St. André geschreven. Daar had hij zich kunnen voor bereiden en zijn gedachten op zijn werk kun nen concentrccren. „Petit oiseau, ik verwonder er me over, dat u hier zit en nog wel in tegenwoordigheid van uw dokter. De veranda's zijn zoo vochtig, dat men er bijna paddestoelen in kan plukken," riep Dolschinska onbescheiden op hen toe gaand. Haar blik gleed met een beleedigende uitdrukking van Dorris naar Conrad. ,De veranda is droog." zei Dorris koeltjes. Ze gaf Schrotmajr de hand. die hij liefdevol in de zijne hield. „Hoe gaat het, mevrouwtje 't Gaat goed, 't gaat goed. Nog zes a acht weken en we zijn heelemaal gezond." 't Was een gewoonte van Schrotmajr, altijd hoopvolle, altijd datzelfde belooven. „In drie weken bent u gezond .Binnen twee maan den volkomen genezen. Ik sta er borg voor Hij had patiënten met meestal hopelooze, cngenees'lijke ziekten, die hij op die manier jaren lang aan 't lijntje hield en waardoor hij op aardig vast inkomen kon rekenen. ,Ik zou liever vroeger naar huis willen gaan zei Dorris. Conrad zag haar verschikt, treu rig aan. Dolschinska merkte het. „Bah Daarom gaat u toch niet. Blijft u maar hier, geniet van uw verlof, comtesse wie weet, wanneer u 't weer zoo krijgtHeb ik geen gelijk, dokter Nietwaar, ze moet hier blijven Spotachtig onderzoekend keek ze Conrad met haar glinsterende oogen aan. Ze ging in een luien stoel liggen en zag naar hem op. „Wilt u alsjeblieft dien shawl over m'n voe ten leggen Zoo dank u. U bent nog niet erg handig, mijnheer Wille. Heb maar geduld, tot u lijfarts bij prinses Clo wordt, dan komt zooiets vanzelf in orde. Ja. kijk me maar niet met zulke schooljongensoogen aan, jeune homme. C'est la pure véritè, u bent erg in den smaak van onze lieve Clo gevallen. Wees blij, en probeer om er een slaatje uit te slaan. Ze is wel een beetje aan lager wal geraakt. MILITAIRE STELLINGEN EN VERWOESTE GEBIEDEN VERBODEN TERREIN. Vei ordening: van den Opperbevelhebber. De Staatscourant van Zaterdagavond bevat een algemeene bekendmaking van den opper bevelhebber van land- en zeemacht, inhou dende de volgende verordening Artikel 1. De toegang tot en het verkeer binnen de volgende gebieden is verboden a. die. waarop door de Nederlandsche Weer macht stellingen, in welken vorm ook, zijn aangelegd b. die. waarin als gevolg van oorlogshandelingen verwoestingen zijn aange richt. Artikel 2. Onder stellingen, bedoeld in ar tikel 1, wordt onder meer verstaan de strook grond, gelegen binnen een afstand van 300 m rondom a. gevechtsopstellingen voor alle wapens, b. schuilplaatsen, hindernissen waaronder begrepen mijnenvelden c. mu- nitieberg- en opslagplaatsen, alsmede de bij- hehoorende d. legeringsruimten, e. barakken, f. naderingsloopgraven. Het gedeelte van het verwoeste gebied, dat als verboden geldt, wordt door den burgemeester van de betrok ken gemeente aangeduid. Artikel 3. Van het verbod, bedoeld in arti kel 1, kan door den opperbevelhebber van land- en zeemacht of, namens dezen, door den militairen commandant, belast met de oprui ming in eenig gebied, op daartoe gedaan ver zoek schriftelijk ontheffing worden verleend aan een ontheffing kunnen voorwaarden wor den verbonden Een verleende ontheffng kan zonder opga ve van redenen worden ingetrokken. Artikel 4 Ontheffing, bedoeld in artikel 3, wordt geacht van rechtswege te zijn verleend aan a. personen, die zich uit hoofde van hun ambt, beroep of bedrijf in meerbedoelde ge bieden moeten ophouden of zich moeten be geven naar de sub, b. bedoelde personen b. personen, die hun woonplaats hebben in de gebieden, bedoeld in artkel 1 en nader om schreven in artikel 2. Artkel 5. Overtreding van eenige bepaling dezer verordening waaronder mede te verstaan eenig handelen of nalaten in strijd met eenige aan een eventueele ontheffing ver bonden voorwaarde wordt overeenkomstig het bepaalde in artikel 49 van de Wet van 23 Mei 1899, Staatsblad no. 128, gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden. Artikel 6. Met de handhaving en met de zorg voor de naleving van deze verordening, alsmede met de opsporing van de strafbare feiten, bedoeld in artikel 5. zijn belasta. de ambtenaren, genoemd en bedoeld in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering b. het personeel der Koninklijke marechaussee c. het personeel der politietroepen d. het personeel der rijks- en gemeentepolitie e. de met wacht- en patrouilledienst belaste mili tairen. Artkel 7. Deze verordening zal worden afge kondigd per radio, alsmede door plaatsing in de Staatscourant. Artikel 8. Deze verordening treedt in wer king onmiddellijk na haar afkondiging. onze beste Clo. Maar ondanks dat Ze lach te en draaide Conrad haar rug toe, voor hij kon antwoorden. „Bent U 't niet met me eens, comtesse, zoo n jonge man moet er intijds aan denken, waar hij goed onder dak kan komen. Men moet hem dat voor oogen houden," riep ze te gen Dorris, die haar gesprek met Schrotmajr afbrak. „Ik begrijp u niet, vorstin." „Niet, petit oiseau En u rookt ook nog niet Maar mij wilt u het toch zeker wel toestaan. Prenez. monsieur." Met een meng sel van impertinentie en koketterie bood ze Conrad een cigaret aan. Hij be dankte beleefd en stond op om weg te gaan. Schrotmajr die hem en Dorris scherp, maar welwillend gadesloeg, haalde een pakket schriften uit zijn borstzak, j „Nog een oogenblikje, beste Wille." zei hij vriendelijk. ..Hier heb je je brochures, waar je me kort geleden naar vroeg, terug. De dames permitteeren een oogenblik. Wil je even nazien Wille, of de aanteekeningen er alle 'zijn. Goed. Het is alleen ter wille van orde jen regel. Ik ben met zulke zaken zeer nauw gezet. I Wil je 't mij even schriftelijk bevestigen, [dat je alles wat je me ter inzage gaaft, hebt terug gekregen Goed. Dank je wel. Werk maar vlijtig door, dan hebben we dit gedeel te spoedig in zijn geheel af. Ik las weliswaar niet alles maar toch de hoofdzaken. Héélgoed. veel beloovend, ga zoo door, je bent op den goeden weg.' (Wordt vervolgd.) IN VIER BLADEN ADVERTEEREN VOOR EENMAAL BETALEN Wieringer Courant. Wleringermeerbode. De Polderbode. ZUper Coulant. j

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1940 | | pagina 1