31e JAARGANG DINSDAG 9 JULI 1940 No. 78 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden f 1.25. AANPASSEN. Ik pas aan. Gij past aan. Hij past aan. Alle menschen moeten aanpassen Deze aanpassing geeft aanleiding tot typi sche tafereeltjesmen kent door de foto pagina's reeds het bruidspaar, dat zich per tram naar het stadhuis begaf. We zagen de zer dagen een echte bruidstram, een hiotor- tram, speciaal voor dit feestvervoer gechar terd en versierd. Hij was in afwachting van het einde der plechtigheid ergens op een zij lijn geparkeerd en de conducteur stond er bij met een feestbouquet op de borst. Het was de eerste maal in zijn loopbaan zoo vertrouw de hij de omstanders toe, dat hij een re tourtje had verkocht naar de zevende hemel. De aanpassing brengt ons ook terug tot de romantiek. In de schouwburgzalen zien wij de Camera O'oscura weer op de planken gebracht en de toeschouwers vervelen zich niet bij dit ouderwetsehe gedoe, doch genieten van de oer-Hollandsche sfeer, die het ademt. Maar diezelfde Camera Obscura herleeft in werke lijkheid tusschen Volendam en Edam, want tusschen die plaatsjes wordt de verbinding sinds kort onderhouden door detrek schuit. De aanpassing maakt ook vindingrijk. In een onzer groote bladen zagen we het voorstel gedaan, dat onze dames diverse on derdeden hunner garderobe zullen ruilen. Wat de eene niet meer of misschien slechts met weinig animo draagt, zou de ander mis schien juist voortreffelijk kunnen gebruiken, en omgekeerd, Daar zit wat in, zou Buziau zeggen. De vindingrijkheid openbaart zich ook hoe zou het anders kunnen in de techniek. Wij lezen van vernuftelingen, die hun tot werkloosheid gedoemde auto's voor zien van houtgasgeneratoren of op lichtgas laten loopen waartoe zij op het dak van hun wagen een soort luchtballon hebben gemon teerd. Jeugd op tijd naar bed. Staaltjes van niet-aanpassing zijn er ook. Wij willen er een noemen, dat ons van be lang lijkt voor de jeugd. In verschillende plaatsen wordt geklaagd over de slaperigheid der leerlingen tijdens de lesuren. Dat wordt toegeschreven aan het feit, dat de kinderen te laat naar bed gaan, omdat het zoo lang licht blijft. Het komt ons voor, dat verstandi ge ouders goed zullen doen, hierop te letten. Dank zij het verduisteringspapier zijn de slaapkamers gemakkelijk genoeg in donkere kamers te veranderen. r* - UITGEVER CORN. J. BOSKER WIERINGEN. BUREAU Hippolytushoef Wieringen Telefoon Intercomm. No. 79. ADVERTENTIëN Van 1 5 regels Iedere regel meer f 0.50 f 0.10 BINNENLANDSCH NIEUWS. DEN HAAG BRACHT BIJNA i 100.000 BIJEEN. Over hel resultaat van de nationale inzameling, voor wat Den Haag be treft, bestaat alle reden tot tevreden heid. De opbrengst van de straat huizencollecte was f (12,107 en per giro werd f 37.110 ontvangen. In het geheel is de opbrengst in Den Haag derhalve f 99,223. De collecte-commissie hoopt, dat door nog een aantal nakomende stortingen op haar postgironummer 388900 de f 100.000 als totale opbrengst zal wor den bereikt of overschreden. - REGISTRATIE VRACHTAUTO'S, TRACTORS, EN DERGELIJKE Houders moeten binnen drie dagen aangifte doen. Het thans uitgegeven Verordeningen blad (no. 9) bevat, de volgende verorde ning van den secretaris-generaal van het Departement van Waterstaat, be treffende de registratie van vrachtau to's, tractoren en landbouw! rar*oren. Art. 1. Als vervoermiddelen, waar op deze verordening betrekking heeft, worden aangewezen: 1. Motorrijtuigen, opleggers en aanhangwagens, geheel of gedeeltelijk ingericht tot vracht- of vee vervoer 2. motorrijtuigen, uitslui tend bestemd tot het voortbewegen van opleggers, aanhangwagens of andere voertuigen (tractoren) 3. landbouw- tractoren. Art. 2. Houders van in art. 1 genoem de vervoermiddelen zijn verplicht van dat houderschap binnen drie dagen na het in werking treden van deze beschik king aangifte te doen, ongacht of de vervoermiddelen al dan niet voor on middellijk gebruik gereed zijn. Art. 3. Het doen inschrijven ge schiedt door invulling en onderteeke- ning van een inschrijvingsformulier (dat kosteloos verkrijgbaar is hij do distributiediensten) en door opzending van dat formulier aan het Centraal Bureau voor de statistiek, bureel ver keer Oost duinlaan 2, te 's-Gravenhage. Art. 4. Met betrekking tot overtre ding van de voorschriften van dit be sluit. is van toepassing het bepaalde in do artikelen 3, 4, 5 en fi van de wet ge bruik vervoermiddelen 1939. MEISJE REDDE TWEE MATROZEN! Bronzen medaille de belooning. „Johanna, je hebt je buitengewoon kranig gehouden en voor je heldenmoed bij deze marine-ramp betoond, heeft de hel bestuur besloten om je de bronzen medaille toe te kennen van het Carne- gie-Heldenfonds", aldus besloot de heer P. S. van 't Ilaaff, inspecteur-ge neraal dei- Scheepvaart zijn lofwoord aan de 18-jarige Johanna Duker uit IJmuiden. FEUILLETON. DE FURIE VAN DE VENDÉE. 4.) Zij zou van meening zijn, dat ik haar van een gemeenen schurk gered had. Wie is hier echter de gemeene schurk liep ik uit. Ik zou zoo denken, dat gij het zijt, mijnheer de graaf. Gij, die geheime brief wisseling houdt met het Comité van Openbaar Welzijn. Gij, die daaraan mededeelde, dat ik uit de gevangenis was ontvlucht en onder den naam van Uerelle dienst deed in het leger van Biron. Wat kunt ge daar tegen inbren gen Ontken het, als ge durft. Maar dat durft ge nietGe staat me daar bleek en bevend aan te staren. Gij staat hier tegenover ie mand, dien ge gehoopt hadt in den dood te zenden. Dat is een leugen, een ellendige leugen, stotterde hij. Neen, het is volstrekt geen leugen, ant woordde ik op kouden toon. Maar laten we daar r.iet over praten. Uw toeleg is misukt •en ge ziet me hier om u af te vragen waarom ge uw ring sjerp naar den commandant van het leger der kusten van La Rochelle zondt. Zond hij u naar de Beneden-Vendèe Vermoedde hij, dat ik nog leefde mompelde fcU. Ik had kunnen lachen, want Monfaucon, geheel van streek en doodsbeangst, was aan mijn genade of ongenade overgeleverd. Ja, Biron zond mij naar de Beneden- Vendée, zei ik. Gij kunt gissen hoe verlangend ik was hierheen te gaan. Ook ben ik natuur lijk uitermate verheugd, dat ik u levend mag aantreffen, zoodat het mij nu mogelijk zal zijn mijn rekening over die Parijsche briefwisse ling met u te vereffenen. Wat hebt ge daar op te antwoorden Hoe kunt ge een verkla ring geven van dat geval en de sjerp Kom, laten we voor de waarheid uitkomen. Zijt ge misschien op de Furie verliefd geworden Heeft Nance Saint-Aubin u betooverd Hij wierp mij een duivelachtigen blik toe. Gij gingt naar de Vendée om de Furie gevangen te nemen, vervolgde ik. Gij hebt Biron letterlijk gesmeekt om u deze opdracht te laten uitvoeren. Gij hooptet daarmede naam te maken. Gij meendet dat, als het u, den voormaligen graaf de Monfaucon, zou ge lukken Nance Saint-Aubin naar Parijs te lok ken, gij daar de belooning voor uw misdaad in ontvangst zoudt kunnen nemen. Misdaad snauwde hij. En gij zelf dan Waart gij dan niet uitgezonden om datgene te doen, waar, naar Biron meende, ik niet in geslaagd was Ik glimlachte, maar gaf geen antwoord. Ik was er zeker van dat ik op de een of andere manier wel uit den schurk zou weten te krij gen om welke reden hij naar Biron zijn ring .'en zijn sjerp had gezonden, als bewijs, dat hij in handen van de Vendéeers was gevallen, j Het was of de hemel hem mij in handen had gegeven. Hij zat in een der hooggerugde stoelen, terwijl ik met groote stappen het ver trek doorliep, dat ons als verblijf voor dien nacht was aangewezen, Nance Saint-Aubin verbleef bij de zuster van den dorpspriester, die een schamele woning had naast de kerk, waaraan haar broeder was verbonden. Het was op verlangen van de Furie, dat ik met Monfaucon dit logies deelde en hij had zich .tegen dit verlangen niet durven verzetten. Ook had zij den graaf te kennen gegeven, dat zij hem in den loop van den avond een be zoek wenschte te brengen, teneinde met hem de plannen voor de eerstvolgende dagen te bespreken. De hall van het kasteel was niet buitenge woon groot, doch daarentegen wel hoog. Bo ven in vond men een galerij, waarin een deur, welke toegang gaf tot de hoofdtrap. Op de muren vond men nog eenige jacht- versieringen en van de galerij hingen enkele verlepte en gescheurde vlaggen naar beneden. Buiten was alles stil en de boeren, die in den hof nog samen op gedempten toon spra ken, dachten er aan straks in schuur of stal een rustplaats voor den nacht te zoeken. Ik keek Monfaucon eens aan. Ik verzocht u open kaart te spelen, zei ik. Gij hebt daarop echter geen antwoord ge geven. Ja, Monfaucon, ge zult moeten beken nen, dat het spel voor u even gevaarlijk is als voor mij. En wat is uw spel dan snauwde hij Wraak, hè In dat geval Hij stond op en trok zijn degen. Ik zag nu, dat hij er van overtuigd was, dat ik hem voor zijn verraad wou straffen. Deze daad was een afdoend bewijs voor zijn schuld. Niet zoo haastig, zei ik. Veronderstel 'eens dat ik zou wenschen te vergeten, dat ge In deze plechtige bijeenkomst, welke Zaterdagmorgen in het Raadhuis van Velsen werd gehouden, waren tal van autoriteiten uit verschillende kringen tegenwoordig. En onder deze personen bevond zich ook het eenvoudige blon de meisje, dat op den namiddag van Tweeden Pinksterdag een bijzonder staaltje van moed en koelbloedigheid heeft betoond. „Ik zat thuis rustig te lezen", aldus vertelde zij, „toen ik dien middag een geweldigen knal hoorde. Er was een on geluk gebeurd." Johanna bedacht zich geen seconde en klauterde over de prikkeldraadver sperring heen om de spoorrails over te kunnen steken, en het Noordzeekanaal te bereiken. „Ik stond net op de spoorrails", aldus vervolgde zij haar relaas, „toen een wacht schoten loste, ten teelten; dat ik onmiddellijk terug moest. Blijkbaar was de matroos bang voor een ketel- ontploffing. Maar ik vloog over de spoorbaan en na nog een prikkeldraad afsluiting „genomen" te hebben, sfond ik aan den dijk. Daar zag ik een Neder landsch schip in twee stukken gebro ken, welke snel zonken. Te midden van de brandende oliepiekken op het water zag ik een aantal matrozen spartelen en hoorde hen om hulp roepen. Vele menschen stonden toen al aan aan den kant, doch niemand was nog te water gegaan. Ik sprong gekleed te water en wilde probeeren of ik hulp kon bieden. Ik hen wel lid van de Yel- ser Zwemvereeniging, maar voor het redden van menschen, daar komt nog meer voor kijken. Op een meter of vijftien afstand zag ik een van de drenkelingen. Het was moeilijk, want op tal van plekken sloe gen de vlammen van de brandende olie op het water mij al tegemoet. Daar bij kwam nog, dat er vele draaikolken waren, veroorzaakt door de zuiging van bet: schip en ander materiaal. Ik zwom naar den matroos, die hel dichtst, bij me was. Het was een jonge matroos, die na deze emoties geheel overstuur en versuft was. Ik greep hem in zijn kraag en trok hem naar den wal. Inmiddels was er gelukkig hulp gekomen en kon ik mijn geredde aan enkele menschen in een roeiboot overgeven, die hem aan boord trokken. EEN TWEEDE DRENKELING. Nadat ik een aantal brandende draai kolken ontweken had, kon ik bij een tweeden drenkeling komen. Ik greep hem bij zijn schouders en ik geloof, dat ik geen seconde later had moeten ko men, want de man was er slecht aan toe. Ook hem trok ik naar de roeiboot en hierna werden beiden naar het Zie kenhuis overgebracht. Toen ik niemand meer zag ben ik zoo gauw mogelijk naar den kant ge zwommen." „Ze zag er uit als een heest", voegde Johanna's moeder er aan toe. „Ze zat onder de zwarte olie en anderen rom mel. Ik nam haar gauw mee naar huis en daar heb ik haar maar in bad ge stopt en toen naar bed." Dank zij Johanna's moed en koclbloe digheid werden twee gezinnen voor 'n ramp gespaard en konden een vader en een zoon behouden naar hun wonin gen terugkeeren. En voor dezen bijzon deren heldenmoed in oorlogs'ijd heeft bestuur ebsloten haar niet de gebrutke lijke oorkonde, doch de bronzen medail le van hot Carncgie Heldenfonds te overhandigen. In tegenwoordigheid van den burge meester van Velsen, mr. M. M. Kwint, de heeren T. M. Bedeaux, divisie-com mandant der mijnenvegers, L. Lagas, luitenant ter zee lo kl., J. II. Th. Eer man, adjunct-inspecteur voor de Scheepvaart, en W. Ch. Suwerink, Chef der afd. Alg. Zaken en Onderwijs ten Raadhuize, werd door den heer I\ S. van 't Ilaaff het eereme'aal op do borst gespeld van de jeugdige heldin. PROVINCIAAL NIEUWS. gepoogd hebt mij naar de guillotine te zen den Ik weet beter met het zwaard om te gaan dan gij. Wanneer we hier op het oogen- blik gingen vechten, zou dat uw ondergang TEXEL. DEN BURG. De toren van binnen verlicht. In opdracht van het gemeentebestuur heeft de electricien Martin Bakker de toren van binnen verlicht, d.w.z. op eiken overloop brandt een lichtje zoodat de personen, die ten behoeve van de luchtbescherming toren wacht vervullen nu zonder levensgevaar de klimtocht kunnen volbrengen. VAN HOOIWAGEN GEVALLEN. Met het afladen van een vol geladen wagen met hooi bij den heer Jn. Scheringa aan den Oosthuizerweg te De Beemster, brak de ponder waardoor de arb. Leeghwater van bovenaf op de grond stortte. Met verwondingen aan 't ge laat en een gekneusde arm is hij thuis ge bracht, waar eenigen tijd rust noodig zal zijn. BEEMSTER PAARDENMARKT. Zooals bekend, zal dit jaar hier als gevolg van de buitengewone omstandigheden de ker mis niet worden gehouden. De paardenmarkt vindt echter wel plaats en wordt gehouden op Dinsdag 30 Juli a.s. VERORDENINGEN. BELUISTEREN RADIO BUITENLAND VERBODEN. Alleen uitzendingen uit Duitsch machtsgebied incgen worden gehoord. STRENGE STRAFFEN BEPAALD. In het heden uitgegeven Verordeningenblad (no. 9) is afgekondigd een verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Neder- landsche gebied ter bescherming van de Ne derlandsche bevolking tegen onjuiste berich ten. De verordening luidt Paragraaf 1. Door middel van de radio mogen slechts uitzendingen beluisterd worden, die uitgezon den worden 1. Do^r zenders binnen het door de Duit- sche weermacht bezatte Nederlandsche ge bied 2. Door zenders binnen het Groot-Duitsche rijk met inbegrip van het protectoraat Bohe- men en Moravie, alsmede van het gouverne ment-generaal voor het bezette Poolsche ge- .bied 3. Door zenders, die aangesloten zijn op een van de onder nummers 1 en 2 genoemde zenders. I Paragraaf 2. I (1.) Hij, die een anderen, dan de in para graaf 1 opgesomde zenders opzettelijk beluis- jLerd, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaar en met geldboete van ten hoogste 100.000 gulden of met een van 'deze straffen In bijzonder ernstige gevallen kan gevangenisstraf van ten hoogste tien jaar en een geldboete van onbeperkte hoogte' of een van deze straffen worden uitgesproken. (2) De gebezigde ontvangtoestellen moeten in elk geval verbeurd verklaard worden. <3« Hij, die berichten, die hij, direct of in- i direct, door een, ingevolge alinea 1. verboden handeling verkregen heeft, opzettelijk ver spreidt, valt eveneens onder de strafbepalin gen van alinea 1. j (4) Handelingen, in alinea 1 of 3 genoemd, worden als misdrijf beschouwd. Paragraaf 3. 1De strafvervolging op grond van para graaf 2 vindt slechts plaats op bevel van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederland sche gebied. I (2) Het bevel ingevolge alinea 1 is aan geen [termijn gebonden, het kan zich bepalen tot bepaalde personen. Paragraaf 4. Deze verordening treedt in werking op den dag van afkondiging.* dus 6 Juli.) HOE MEN MOET VERDUISTEREN. Verordening van den Rijkscommissaris. Het Verordeningenblad voor het Bezette Nederlandsch Gebied (No. 9) bevat o.a. een vercrdning van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied betreffende liet verduisteren. Deze verordening luidt als volgt Algemeene bepalingen. Par. 1. Het verduisteren geschiedt ten be hoeve van de verdediging van het land en van vroeg ik. Zijt gij van plan haar den Blauwen in handen te spelen Haar naar Parijs te zenden Of zal ik de zaak ter hand nemen Biron heeft me verteld, dat er niet veel recru- beteekenen. Ik zou u zeker dooden. De Ven- ten voor het Groote Leger meer zullen gevon- déeers zoudt ge niet te hulp durven roepen, den worden, als Nance Saint-Aubin naar de Zoudt ge dat probeeren, dan doorstak ik u guillotine is gegaan. Wenscht gij het werk ten dadelijk. uitvoer te brengen En ik trok ook mijn sabel. Gij zoudt mijn plaats willen innemen Gij zoudt verstandig handelen met een lachte Monfaucon. Denk eens kalm over alles overeenkomst met me te treffen, mijnheer de na en ga vannacht rustig slapen. Morgen of graaf, ging ik voort. Ik zal uw leven sparen, wanneer u dit mogelijk is, zult ge goed doen als gij mij vertelt waarom ge uw ring en uw naar Biron terug te keeren. Vertel hem dan sjerp naar Biron hebt gezonden. 'dat Nance Saint-Aubin spoedig in de Concier- Zijn gezicht vertrok zenuwachtig. Zijn oo- gerie zal zitten. Zijt ge nu voldaan gen kregen weer dien duivelachtigen glans. Volkomen, antwoordde ik. Ik wensch u Ik zag, dat ik goed getroffen had, ik zag, goeden nacht, mijnheer de graaf, dat een ontzettende angst zich van hem mees- I Ik zal u even naar uw kamer brengen, ter maakte. antwoordde hij, een kandelaar nemende en Nu, ik wacht op antwoord, zei ik onge- mij voorgaande een smalle trap op naar de 'duldig. Hij liet een halfgesmoorden vloek galerij, en daarna naar een gang, tot hij hooren. [kwam aan een deur, die, zooals ik opmerkte. Ik zond mijn ring en mijn sjerp naar van binnen gesloten en van buiten gegrendeld Biron, omdat ik hem in de meening wilde kon worden. 'brengen dat ik dood was, barstte hij hartstochj Slaap wel, zei hij. 'telijk los. Ik wenschte vergeten te worden. Ik Goeden nacht, antwoordde ik en nam !kwam naar de Beneden-Vendée om de Furie den kandelaar van hem over. Ik sloot de deur gevangen te nemen en ik werd verliefd op'echter niet, doch liet haar op een kier staan haar. In mijn ziel heb ik de gelofte afgelegd, en deed alsof ik mij ging ontkleeden. Ik luis- dat zij de mijne zou worden. Zij verbeeldde terde scherp toe en hoorde hoe hij de galerij zich, dat ik van ganscher harte de Vendée bereikte om even later naar de hall te gaan. was toegewijd en daarom vertrouwde zij mij.j Zoo vlug ik maar kon sloop ik de kamer uit. Zij vertelde me, dat ze van mij een leider wil-waarin ik mij bevond en een aangrenzend de maken als La Rochejacquelin. vertrek binnen, zorg dragende de eerste ka- En wist ge haar liefde te winnen i mer eerst zorgvuldig te sluiten. Zijn oogen glansden vurig nu hij ze op mij j Ik wachtte en op het laatst kwam het geluid richtte. [dat ik ook verondersteld had te zullen hoo- Kan iemand de liefde winnen van een ren, n.1. dat van den grendel, die voor mijn vrouw, die zoo koud is als ijs, behalve wan-1 deur geschoven werd, de deur, waarachter neer er sprake is van de Vendée zei hij Monfaucon nog steeds meende, dat ik mij be- schamper. Ze gelooft en vertrouwt u echter. Zeker, want zij heeft mij verzocht de boeren van dit district onder mijn leiding te vond. Ik begreep, dat hij weer heel stil hier voor naar boven was geslopen. Weer geheel gekleed en met het zwaard in de hand. sloop ik uit mijn schuilplaats en keek nemen. Zij heeft hun meegedeeld als hun'door een klein venster in de gang naar be- commandant. Ik zal morgen met hen naar'neden in den maanlichten hof. De mannen het dorpje Chassin optrekken, waar een an-'liepen daar heen en weer. Gedempte stemmen dere troep zich bij ons zal voegen. De Furie klonken en weldra zag ik de boeren door de was er vóór vannacht op te trekken, doch ik groote poort vertrekken. Zij gingen op marsen heb haar tot andere inzichten gebracht, waar-Jen ik giste wel wie hen naar Chassin zond. toe uw komst mij aanleiding gaf. Ik wensch-j Monfaucon speelde opnieuw zijn valsch spel. te u te spreken en van u te hooren, waarom Hij had ongetwijfeld weer een duivelsch plan De stem der liefde. Tien minuten nadat de Vendéesche boeren waren vertrokken, trad zij de hall binnen. Ik was de galerij in geslopen en hield mij zorg vuldig verborgen achter een van de vaandels, zoo, dat ik alles kon zien wat er voorviel. Al leen een paar kaarsen brachten wat licht in de duisternis. Ze stonden in twee kandelaars op de tafel, en haar vlammen beschenen de gestalte van den verraderlijken Monfaucon, toen hij opstond om Nance Saint-Aubin te verwelkomen. Lieve hemel, wat was ze schoon Zij droeg niet langer het soldatenbuis, maar was nu in het wit gekleed en onder een hevig kloppen van mijn hart, constateerde ik. dat zij en ik elkander al eens meer ontmoet hadden. Eens, lang geleden, was dit meisje bij mij gekomen op een nacht, precies zooals zij nu tot Monfaucon kwam, alleen droeg zij toen een mantel. Zooals zij daar stond bij de tafel, viel het licht der kaarsen op het schitterend juweel, dat haar ring versierde. Ik had dit juweel meer gezien. Eenmaal was het gedragen door een koningin, die door het donkere dal van dood en jammer was gegaan en haar le ven had geëindigd op het Revolutieplein. Waar zijn de boeren, mijnheer de graaf riep zij uit. Ze zijn vertrokken, mejuffrouw, ant woordde hij met een glimlach. Zij zijn naar Chassin. Bij nader inzien ben ik tot de over tuiging gekomen, dat u gelijk en ik ongelijk had en dus heb ik hen vannacht maar weg gezonden, De officier van de Iersche Brigade, die gisteren hier kwam om zijn zwaard te uwer beschikking te stellen, is met hen mee. Hij verlangde er naar met hen te vertrekken en ik heb hem dus maar laten gaan. U en ik kunnen morgen naar Chassin rijden en hen daar vinden, wanneer we hen tenminste niet reeds onderweg inhalen. (Slot volgt.) gij naar de Vendée waart gekomen, Zijt gij van plan om de opdracht te ver vullen, waarmede gij naar hier zijt gekomen uitgebroed en ik vroeg mij af wat wel zou gebeuren, als Nance Saint-Aubin op het kas teel kwam en hem daar gansch alleen vond. IN VIER BLADEN ADVERTEEREN VOOR EENMAAL BETALEN Wieringer Courant. Wieringermeerbode. De Polderbode. ztjper Couiant.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1940 | | pagina 1