31e JAARGANG
DONDERDAG 8 AUGUSTUS 1940
No. 91
NIEUWS' EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
W1ERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden f 1.25.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER
WIERINGEN.
BUREAU
Hippolytushoef Wieringen
Telefoon Intercomm. No. 10.
ADVERTENTIéN
Van 1 5 regels f 0.50
Iedere regel meer f 0.10
BINNENLANDSCH NIEUWS.
UNIFORME MAXIMUMSNELHEID VOOR
HEEL HET LAND INGEVOERD.
Nieuwe verordening voor het verkeer.
Waarschuwingen aan del wielrijders.
De verordening op de maximumsnelheid is
Maandag in werking getreden en daarmede
is thans voor het geheele land en uniforme
regeling in de plaats gekomen van plaatselij
ke voorschriften.
Omtrent de overwegingen, welke tot de uit
vaardiging van deze verordening hebben ge
leid, hebben wij van bevoegde Duitsche zijde
een uiteenzetting ontvangen. Het eerste doel
der verordening is het verhoogen der ver
keersveiligheid, mede met het oog op de vele
fietsers, die door de snelheidsbeperking een
grootere bescherming gaan genieten. Dit is
ook belangrijk, omdat de laatste maanden het
aantal wielrijders op den weg nog toegeno
men is.
Voorts heeft de verordening ten doel, ma
teriaal- en brandstofbesparing. Het is niet
noodig, dat kostbare wagens worden afge
jakkerd en daardoor spoedig versleten zijn.
öovendien verslindt het al te snelle rijden de
zoo noodige benzine. Als er in het algemeen
bedaarder gereden wordt, zullen ook meer
benzinetoewijzingen kunnen worden verstrekt.
Een derde gevolg van de verordening zal
zijn dat onze autowegen gespaard worden.
Ons land heeft, zoo zeide onze Duitsche zegs
man, zeer goede autowegen, doch helaas is
de ondergrond slap, zoodat men er zuinig
mee moet omgaan. Ook is er nog een aantal
van huis uit zwakke wegen. Ook aan het we
gennet komt het ten goede, indien de snel
heid binnen bepaalde grenzen blijft beperkt.
De mate der snelheidsbeperking komt over
een met de ervaring, in Duitschland opge
daan. De limiet is zoo gesteld dat snel gere
den kan worden, terwijl aan de eischen dei-
veiligheid voldaan wordt.
Onze Duitsche zegsman, die een vooraan
staande functie bij de Duitsche verkeerspo
litie inneemt, gaf ons tevens eenige wenken,
welke voor een goeden gang van zaken van
't hoogste nut kunnen zijn. Als eerste en meest
In het oog loopende noodzakelijkheid noem
de hij het tegengaan van het naast elkander
rijden van wielrijders. Het is heel goed te
begrijpen dat het met tweeën lijden hier on
vermijdelijk is, het verkeer immers zou niet
verwerkt kunnen worden indien men dit niet
toestond. Ook is het in de meeste omstandig
heden te billijken, als bij het passeeren op
sommige momenten drie of vier fietsers naast
elkander rijden. Maar wel moet worden tegen
gegaan dat zes, zeven of acht fietsers zich
naast elkaar op den rijweg bevinden. Van de
fietsers moet verlangd kunnen worden dat
zij op het snelverkeer letten. De vraag, of het
naast elkander rijden geoorloofd is, zal af
hangen van die, of het snelverkeer nog ruim
te genoeg over houdt. Op een heel breeden
weg kan op dit punt dan ook meer vergeven
worden, dan op een smallen.
Een tweede zwakke plek in het Neder-
landsch verkeer is de wijze waarop de fiet
sers teekens geven, of liever gezegd niet ge
ven. Het geven van teekens wordt dikwijls
nagelaten, en als het gebeurt, gebeurt het
slordig. De achterop komende automobilist is
geen gedachtenlezer en ongevallen wegens het
onvoldoende teekens-geven, zijn dan ook aan
de orde van den dag.
Er zijn hier zooveel wondermooie fietspa
den. Waarom rijden de fietsers er dan nog
naast De Nederlandsche verkeerspolitie zal
daar strenger tegen moeten optreden.
Deze opmerkingen dienen niet om de wiel- t
rijdende gemeente onaangenaam te zijn,
doch zijn er in haar eigen belang. Er zijn
hier op het oogenblik veel Duitsche chauf-j
feurs op den weg, die niet bekend zijn met
de eigenaardigheden en grillen van de Ne
derlandsche wielrijders, en die bovendien
voorrechten hebben als militaire chauffeurs.
De waakzaamheid voor de veiligheid van het
verkeer dient ook van de zijde der fietsers te
worden betracht.
Er zijn nog andere punten die verwarring
kunnen stichten. Een voorbeeld daarvan is de
voorrangsregeling. Hier te lande zijn alle weg
gebruikers gelijkgerechtigd, behalve de be
voorrechte trams. In Duitschland zijn auto's
en trams onderling gelijk, doch hebben voor
rang boven andere verkeersmiddelen. Hier
door ontstaan misverstanden, die ernstige
gevolgen zouden kunnen hebben.
BEROOVING TE ROTTERDAM.
In een café in het westelijk stadsdeel van
Rotterdam heeft Zatex-dagavond de 28-jarige
mej. S. N. L. met een stadsgenoot den avond
doorgebracht. De man zou het verteerde be-
talen maar toen hij zijn portefeuille, waarin
zich f 300 bevond, te voorschijn wilde halen,
bleek deze spoorloos te zijn verdwenen. Ex-
volgde aangifte bij de politie en de juffrouw
werd eens danig aan den tand gevoeld. Het
gevolg was, dat men den 25-jarigen zeeman
A. T. A. kon arresteeren. Een huiszoeking had
tot resultaat, dat het geld bij hem gevonden
wei'd. Mej. L. zal terecht staan wegens be-
rooving en A. wegens medeplichtigheid daar
aan. Beiden zijn ter beschikking van de jus
titie gesteld en zijn naar het Huis van Bewa
ring overgebracht.
BONNEN IN HOTELS.
Langblijvers moeten ze afgeven.
De directeur van het Rijksbureau voor het
hotel-, café-, restaurant- en penskmbedrijf
deelt blijkens „Horecaf" mede
Gasten, die zes dagen en langer onafgebro
ken iix het hotel verblijven, moeten van den
zevenden dag af dagelijks hun broodbon in
leveren eix wekelijks hun bon voor boter en
vet, alsmede een kwart suikerbon. Indien voor
af bekend is, dat het verblijf langer dan zes
dagen zal duren, dienen de broodbons onmid
dellijk te worden ingeleverd.
De gasten, die voor langeren tijd in het
hotel verblijf houden, moeten al hun levens
middelenbonnen, ook die van de broodbon-
boekjes exx boter- en vetkaarten aan den on
dernemer inleveren. Bij tusschentijdsch ver
trek mogen in het algemeen de bonnen, wel
ker geldigheid op dat oogenblik nog niet is
verstreken, van den ondernemer -worden te
rugontvangen.
VELE BOMMEN GEVALLEN.
Weder is een groot aantal bommen in de
afgeloopen twee nachten op ons land neerge
komen. Bijzonder zwaar getroffen is een woon
wijk in Enschede, waar vijf bommen neer
kwamen. Vier woningen weiden vernield, de
ruiten van een honderdtal huizen sprongen
en een inwoner werd door scherven gewond.
Bij Assendelft is een 20-tal huizen licht be
schadigd.
In de omgeving van Nieuweramstel zijn we
der bommen in het vrije vela neergekomen.
Hetzelfde geschiedde bij Puttershoek, Nieu-
wenhoorn en Gendringen en nabij Breda.
Eenige in brand geraakte schuren zijn snel
geblusch.
HET ONTSTAAN VAN HET DORPJE
WARTENA.
Bij heldere maan hoort men klokgelui
op het water.
De Friesche meren behooren ongetwijfeld
tot de mooiste en schilderachtigste plassen
van ons land. Het hart van iederen zeiler gaat
open als hij denkt aan de breede wateren,
waaraan de altijd wisselende luchten, de sap
pige weiden en het kleurige vee dat op die
groene vlakten zijn voedsel zoekt, een zeer
bijzondere bekoring geven.
Toen wij eenige jaren geleden met Sneek
als uitgangspunt gedurende een tiental dagen
op de Friesche wateren zeilden, toefden we
eenige uren in het stille dorpje Wartena waar
v/ij kennis maakten met een grijzen visschers-
man, die er vaak des nachts op uit trok met
zijn netten.
„Bij heldere maan", zoo vertelde hij ons,
„heb ik meer dan eens klokgelui gehoord dat
uit de diepte opsteeg. Dan wist ik, dat het de
klokken van Odins stad waren, waarvan de
rijke koopmanshuizen en de groote pakhuizen
meer dan vijf en twintig- eeuwen geleden door
de golven werden vei-slonden. Het is de stad
die vroeger hier, waar ge thans Wartena ziet,
heeft gestaan, eigenlijk is ons dorp er het
laatste overblijfsel van."
Men begrijpt, dat door deze raadselachtige
woorden onze belangstelling voor het rustige
dorpje was opgewekt. Wij wilden meer van
die vei-zonken stad weten, en na een beetje
over en weer praten, vertelde de oude man
ons de geschiedenis, zooals die onder de be
volking voortleeft in een legende, waarvan wij
op onze beurt den hoofdinhoud zullen weer
geven
ONBEKENDE GESNEUVELDEN.
De directeur v.an het informatiebureau van
het Ned. Roode Kruis, Zwarteweg 75, Den
Haag, deelt mede, dat aan zijn bureau nog
verschillende goederen aanwezig zijn, toebe
hoord hebbende aan tot op heden onbekend
gebleven militairen.
Onder deze goederen bevindt zich een aan
tal ringen, waarin de volgende inscripties
voorkomen
Jo 30-5-'35 W. M. V. B. 26-3-'37 K. de V.-
ïl-'34 of '37 Marie 10-8-,E. V. R.-W. D. L.
10-8-'36 A. V. B. of A. V. C. M. J. V. G.
K. 19-6-'39 C. W.-H. K. Ziska 25-3-'40
E. G. S. P. Jan. 31-10-'25 A. K. G. H.
van LentRiek 9-4-'39 H. S. 25-12-'37 M.
H.C. P. de Wilde J. S. 18-5-'28 S. de J.
22-7-'39 E. Z. 5-ll-'39 M. V. 17-4-'32 J.
K. W. J. V. 28-5-'28.
Nabestaanden of andere belanghebbenden,
die een en ander als van bepaalde personen
afkomstig, zouden kunnen herkennen, wordt
in overweging gegeven zich met het bureau
bovengenoemd in verbinding te stellen, ten
einde langs dezen weg tot een nadere identifi
catie te komen van als onbekend begraven
militairen.
TERUGGAVE VAN BELASTING.
Op gouden en zilveren voorwerpen.
Naar „Het Vadex-land" verneemt, zullen de
goud- en zilversmeden verouderde en onver
koopbare voorwerpen van goud of zilver ten
kantore van den waarborg kunnen aanbieden
ter vernietiging, indien het ongebruikte win-
kelvoorwerpen zijn. Van de betaalde belasting
wordt dan 90% terugbetaald of verrekend met
de belasting op nieuwe voorwerpen.
Verder verneemt het blad, dat de juweliei's.
die tijdens de oorlogsdagen voorwerpen ver-
loren hebben of wier voorwerpen beschadigd
zijn, teruggave van de op deze voorwerpen
betaalde belasting kunnen terugvragen via
de schade-enquête-commissies.
ZEEUWSCHE MOSSELEN MOGEN WEER
NAAR BELGIE.
Ds Zeeuwsche mosselcultuur, die voor haar
afzet van oudsher voornamelijk op Frankrijk
en België was aangewezen en die wegens het
sluiten der grenzen een benarde toekomst
tegemoet scheen te gaan, krijgt weer perspec
tief. De Duitsche autoiïteiten hebben nl. den
uitvoer van mosselen naar België thans toe
gestaan.
Ook oesters en kreeften zullen weer de Ne-
derlandsch-Belgisvhe grens mogen passeeren.
In den loop van deze week zal voor dezen
export een betalingsregeling worden getrof
fen. Het is geenszins buiengesloten, dat via
België de Zeeuwsche mosselen dit seizoen ook
Frankrijk weer zullen bereiken, dat voorheen
40 van den geheelen Nederlandschen mos
selexport afnam.
TWEE EN IIALF MILLIOEN VAN DE
NATIONALE INZAMELING.
Reeds een bedrag van zes ton besteed.
Gisteren zijn de bestuurders van stichtingen
op het gebied van de hulpverleening te
'is-Gravenhage bijeengekomen bij het Natio
naal Fonds voor Bijzondere nooden.
De penningmeester van de nationale inza
meling heeft in deze bijeenkomst medegedeeld,
dat reeds anderhalf millioen gulden is inge
komen en dat volgens berichten uit de an
dere plaatsen, onder welke eenige groote ge
meenten, nog ongeveer een millioen gulden
mag worden venvacht zoodat de totale op
brengst op 2.5 millioen gulden kan worden
geschat.
Hiervan is inmiddels zes ton besteed.
Nader overleg wordt gepleegd om zoo spoe
dig mogelijk de rest ten bedrage van een klei
ne twee millioen gulden voor de verdere hulp
verleening ter voorziening in den voorloopigen
nood op haar bestemming te doen komen
PROVINCIAAL NIEUWS.
Als wij ons verhaal beginnen met den naam
van koning Radboud, dan zullen de ouderen
aanstonds weten, dat dit dc
machtige koning was, die in het midden van
de zeventiende, eeuw over Friesland regeerde
en alles heeft gedaan om zijn rijk aan den
invloed der Franken te onttrekken, wat hem
op den duur echter niet gelukte. Van dezen
Radboud of Redbad zooals hij feitelijk heette,
wordt verhaald, dat hij op het punt zou heb-
zou hebben gestaan zich tot het Christendom;
te bekeeren. Reeds had hij daarvoor zijn vost
in het doopvont gestoken, maar hij trok dien 1
terug, toen hij op zijn vraag of hij in den
hemel later zijn voorvaderen zou ontmoeten,
een ontkennend antwoord kreeg.
Mede door de hulp van Denen en Noren,
was Redbad er in 679 in geslaagd om Utrecht,
dat toen nog Wiltenburg heette, op de Fran
ken te heroveren. Hij had dit bolwerk van het
het christelijk geloof, vanwaar uit de predi
kers het land introkken om allen met wie zij
in aanraking kwamen, tot hun godsdienst te
bekeeren, door zijn krijgslieden tot puin laten
maken. Toen hij, staande op de wallen, de
geweldige verwoestingen gadesloeg, klopte
zijn hart van vreugde. De armen ten hemel
gestrekt, dankte hij Odin, den vader der Go
den, voor deze zegepraal en beloofde hem in
Fi'iesland een stad te bouwen véél grooter en
mooier nog dan het verwoeste Wiltenburg. Hij
besprak het plan met zijn priesters, die uit
maakten, dat de nieuwe stad tusschen de
poelen en plassen van het in die dagen wel
zeer onherbergzame en woeste midden-Fries
land, moest verrijzen.
Zoodra het weer dat toe liet. de herove
ring en verwoesting van Wiltenburg had mid
den iix den winter plaats gehad werden de
fundamenten voor de nieuwe stad gelegd, niet
bepaald tot vreugde van de jagers en visschers
die tot dusver in de afgelegen streek rijken
buit hadden gevonden. Zij traden de bouwers
dan ook vijandig tegemoet en een van hen,
WEINIG VACANTIEGANGERS OP TEXEL.
Het bezoek aan dit eiland, dat in de laat
ste jaren hoe langer hoe grooter werd, is dit
jaar zeer gering. In de eerste helft van Au
gustus was hier gewoonlijk, niettegenstaande
er ieder jaar weer pensions werden bijge
bouwd, geen enkele plaats in een hotel of pen
sion meer te bekomen. De clubhuizen moes
ten kaarten laten drukken, die reeds in den
aanvang van den zomer verzonden werden,
.met de mededeeling, dat in de eerste helft
'van Augustus alles bezet was. Het was aan de
exploitanten niet mogelijk alle aanvragen
vóór dien tijd schriftelijk te beantwoorden.
En nusporadisch komt men een gast te
gen, de hotels boeken nog wel eenige gasten,
cok de pensions hebben een paar personen
die hier hier hun vacantie komen doorbren
gen, doch van eenige bijzondere drukte is
niets te bespeuren. Vele particulieren hadden
ook een gedeelte van hun woning ingericht
voor pension en verdienden op deze wijze
nog wat extra, doch hiervan is dit jaar geen
sprake. In zoo goed als geen enkel particulier
huis treft men pensiongasten aan.
EEN GEVAARLIJK VISCHJE AAN
DEN HAAK.
Paling bleek helsche machine
te zijn.
Zaterdagmiddag was de heer C. J. Burger
aan 't visschen in het Noordzeekanaal bij de
spoorbrug te Velsen-N. Plotseling bleef zijn
haak vastzitten aan een voorwerp, dat nogal
zwaar bleek te zijn, althans zijn hengel brak.
Daar aan de hengel een vanglijn verbonden
was, kon hij het voorwerp naar de kant ha
len. Het bleek een lange koperen bus te zijn,
gesloten met bovenplaat en vier moeren, met
in het midden een electrische draad.
Er waren direct heel wat menschen bij.
terwijl ook een Duitsch militair, die wacht
had op de brug van zijn belangstelling blijk
gaf. Deze laatste raadde aan de uiterste voor
zichtigheid te betrachten met dit onbekende
ding.
Na verloop van ongeveer een half uur kwam
een tweede Duitsche militair, die de zaak be
keek en toen meenam, waarbij hij de uiter
ste voorzichtigheid in acht nam.
Volgens iemand uit het pubhek, was het
een Engelsche dynamietbom, zooals er enke
le weken meerderen tegen de glooing waren
komen aandrijven.
INSCHRIJVINGEN HANDELSREGISTER
22 JULI TOT 6 AUGUSTUS 1940.
Nieuwe Zaken
WieringermeerJ. H. Meijer en Zoon, In
dustrieweg. dorschbedrijf.
Wijzigingen
Hecrhugowaard P. J. Mienes, Middenweg
Ct 146, verplaatst naar Castricum en filiaal
gevestigd te Heerhugowaard C. Smit, Mid
denweg G 15, bakkerij en kruidenierswaren,
overgegaan aan Mw. de Wed. M. Smit-Groen.
Den Helder Paul Meijex\ Spoorstraat 21,
banketbakkerij, verplaatst naar Amsterdam
J. S. Godschalk, Koningstraat 5860. filiaal
gevestigd te Castricum ;F. B. H. Mooij, Gouds
een stokoude man, voorspelde „Zoolang er
vrede zal zijn in het geslacht Redbad zal de
stad, die gij thans bezig zijt te bouwen wel
bloeiende blijven, zoodra er echter onder de
leden van het koningshuis tweedracht komt,
is zij ten ondergang gedoemd."
Het werk vlotte en na betrekkelijk korten
tijd, vertelde men elkander in Friesland van
de fraaie stad, die onder den naam Wartna,
ter eere van Odin, in het middengedeelte van
het rijk was verrezen.
Nadat, toen Redbad was gestorven, achter
eenvolgens drie andere vorsten over het nog
altijd heidensche Friesland hadden geregeerd,
kwam opnieuw een Redbad op den troon. De
strijd met de Franken duurde nog steeds
voort, maar de Friezen moesten langzamer
hand het onderspit delven. Onder de regee
ring van Redbad II gaven zij zich over aan
den vijand. De vorst, uit Medemblik, van ouds
'de residentie der Friesche heerschers. verdre
ven, vond een schuilplaats in Wartna. waar
hij het leven van een vergeten burger leidde.
Zijn nakomelingen verarmden meer en meer
en moesten ten slotte met handenarbeid hun
brood verdienen. Zoo kon het gebeuren dat
op het einde van de twaalfde eeuw in Wartna
een afstammeling van het eens zoo beroemde
koningsgeslacht als smid in zijn onderhoud
voorzag. Hij was een goed vakman en ver
diende daxx ook voldoende om met zijn vrouw
en zijn twee zoons, zorgeloos te kunnen leven.
Op een dag besloot de smid met zijn oud
sten zoon te- gaan spelevaren op de breede
wateren die Wartna omringden. Het was
prachtig weer toen zij uitvoeren, maar in den
loop van dag veranderde de wind met het
gevolg, dat er een vliegende storm opstak.
Toen vader en zoon noch dien avond noch
den volgenden dag terugkeerden, werd dan
ook aangenomen, dat zij met hun boot een
prooi van de golven waren geworden. Geluk
kig voor de weduwe kon de jongste zoon. Wybo
geheeten. de zaak van zijn vader voortzetten.
blomstraat 46. manufacturenhandelfil. ge
vestigd te Zaandam.
ONTHEFFINGEN
Den HelderElectr. Schoenmakerij Soern-
bawa, Soembastr. 5 ..Hoppe", Krugerstraat
99, siroopfabricatie K. Dol. Vlamingstraat 80.
kappersbedrijf„de Schakel", Ruyghweg 70,
woningbureau enz.
WIERINGERMEERLAND VALT VEEL
BETER UIT.
Vorig jaar maakten we er melding van dat
ongeveer een 15 ha. bouwland in de Wierin
germeer, via de gemeentebesturen van Ob-
öam en Hensbroek, van de Wieringermeerdi-
rcctie door eenige bouwers aldaar gehuurd
een zoodaxxig teleurstellende oogst gaf dat op
verzoek der huurders door voornoemde directie
een aanzienlijke reductie op den pachtsom
verleend werd. Het merkwaardige was dat
land in de onmiddellijke nabijheid wel goede
oogst te zien gaf, dus dat de Obdammer en
Hensbroeker huurders het alleen slecht had
den getroffen. Er waren onder deze pachters
ook die de verbintenis tusschentijds wilden
doen beëindigen, waartoe het ook gekomen
is. al werden desondanks weer nieuwe huur
ders gevonden.
We vernamen dat dit jaar de gewassen op
deze landerijen heel goed staan. De grond is
veel meer open, dus meer toegankelijk voor
warmte, lucht, etc. en ook veel gemakkelijker
te bewerken. Het onkruid tiert hier thans
ook welig. Vorig jaar was de grond zeer hard
en uiterst moeilijk te bewerken. Met. droogte
blijkt men nog al te kampen te hebben op dit
land bij den verbouw van tuinbouwproducten.
DE RIJP. MET ZWEMMEN.
Dat het beter is om nog maar niet in het
water van de Eilandspolder te gaan zwem
men, blijkt wel uit de minder aangename er
varingen. die sommige jongelui uit Graft op
gedaan hebben, die Zondagmiddag bij Noord
einde aan "t zwemmen zijn geweest.
Reeds spoedig na het verlaten van het wa
ter werden zij nJ. gekweld door een ondrage
lijke jeuk, welke later nog in hoevigheid toe
nam.
Overal raakte de huid ontstoken en groote
puisten kwamen onder de huid opzetten,
zoodat de pret van het zwemmen al heel
gauw verdween voor een minder prettige aan
doening.
Dit geval is niet op zich zelf staand, reeds
eerder hoorden we van een dergelijk geval,
zoodat vermoedelijk het water in den gehee
len polder wel niet zal deugen.
Wie dus zwemmen wil, kan beter elders zijn
hart ophalen.
ANDIJK.
PROEFPOLDER - CURIOSITEIT.
De bekende humorist Lou Bandy debiteerde
over onze Proefpolder eens de mop, dat men
|van het eerste graan uit dit aan de Zuiderzee
ontworstelde land geen brood kon bakken
omdat het te zout was. Ze hebben er, aldus
Bandy toen maar zoute krakelingen van ge-
jbakken.
Dat was natuurlijk een mop.
Geen mop is, dat de heer P. Rol uit de pol
der thuis kwam met een zeldzaam zware
paddestoel, die het kolossale gewicht had vaix
7 pond.
We hebben deze curieuze zwam gemeten en
de omtrek was ruim 1 meter, terwijl het ui
terlijk veel geleek op een zware witte pom
poen.
Als deze kxiaap met zijn millioenen sporen
zich eens was gaan vermenigvuldigen, zou dat
een reuze zwampartij geworden zijn, daar in
onze proefpolder.
Hij was jong en krachtig en kende het vak
in de puntjes. Door zich in het bijzonder op
het smeden van ploegscharen toe te leggen
wist hij de toch al goed beklante zaak tot nog
grooteren bloei le brengen.
Reeds waren sinds het verdwijnen van den
smid en zijn zoon een aantal jaren verloopen
toexx op een dag een tweetal mannen in grijze
monnikspijen gehuld de werkplaats binnen
kwam, waar Wybo druk bezig was. De jonge
smid stond in de stad en ver daar buiten be
kend als iemaixd, die niets van het Chriscen-
dom moest hebben en daarom ook deix mon
niken een allesbehalve goed hart toedroeg.
Bij het zien van de twee mannen, van wie de
een in de kracht van zijn leven was. terwijl
de ander een zwakken en vermoeiden indruk
maakte, kwam er een diepe rimpel op zijn
voorhoofd. Van zijn werk opziende vroeg hij
op norschen toon „Wat moeten jullie hier
„Wij komen u waarschuwen." verklaarde de
jongste van de twee manneix. „Wij hebben
gehoord, dat gij de beoefenaren van den
Christelijken godsdienst, waar gij dat maar
.kimt, onaangenaam zijt, en wij raden u aan
'daarmede op te houden en boete te doen
voor uw Gode onwelgevallig gedrag."
„Ik zou mij met mijn eigen zaken bemoei
en, als ik jou was," klonk het schamper uit
den mond van den smid.
j „Ik acht mij gedrongen broeder u nogmaals
'te waarschuwen." verklaarde de jonge mon
nik.
„Broeder, broeder." smaalde Wybo, „ik
wensch je broeder niet te zijn. Vooruit, scheer
je weg."
Om aan zijn woorden meer kracht bij te
zetten, hief hij deix zwaren voorhamer dieix
hij in de hand had omhoog. En of het nu toe
val, of opzet- was, kon de visseher, die ons het
verhaal deed, niet vertellen, maar volgens
hem was het een feit, dat het zware werktuig
den monnik met één slag neervelde.
I Op het lawaai dat de val veroorzaakte.
kwam Wybo's moeder aangeloopen. Zij schrok
toen zij den vreemdeling bloedend op den
grond zag liggen. Haastig knielde zij bij hem
neer. Om hem te helpen, ontblootte zij zijn
borst en het eerste wat zij zag. was het wa
pen van het koningsgeslacht Redbad, dat op
den schouder van den onbekende was ge
brand. Het gelaat van den monnik beter be
kijkend, herkende zij meteen den doodge-
waanden zoon.
De handen in wanhoop geheven, riep de
doodelijk verschrikte vrouw
„Nu is er tweedracht gekomen in het oude
koningsgeslacht en daardoor zal zijn bloeien
de stad moeten vergaan."
Nauwelijks had zij dit gezegd of er stak
een geweldige storm op. die gepaard ging met
een vreeselijk onweer. In dikke stralen gutste
de regen. Bliksemschichten doorkliefden het
luchtruim en niet lang duurde het of op ver
schillende plaatsen in de stad ontstond brand.
Alsof dat niet genoeg was, traden Ie wateren
rondom Wartena buiten hunne oevers. Toren-
hooge golven drongen de huizen binnen en
reeds na verloop van enkele uren was van de
welvarende koopstad niets anders overgeble
ven dan een klein aantal onaanzienlijke huis
jes. waaraan het tegenwoordige Wartena zijn
bestaan zou danken.
j „In lichte maannachten" besloot de visseher
.zijn verhaal, „kan men soms, zooals ik u reeds
zeide, de klokken van de verzonken stad hoo-
ren luiden als men op de plassen vaart en
een enkelen keer als het erg stormt en de
lucht loodgrijs is, kan men boven de rietkra-
Igen een spookachtige verschijning zien zwe
ven, waarvan beweerd wordt, dat het de geest
van den smid Wybo is, die na zijn dood geen
rust heeft kunnen vinden in het graf."
Na het verhaal van den grijzen visscherman
[zijn wij het rustige dorpje waar wij toefden,
met andere oogen gaan bekijken, maar iets
■'dat aan de vroegere glorie herinnerde, heb
ben wij niet ontdekt. Algem. Hbld..