5,RUBRIEK We gpa»*en punten Vemehe machten lachen om, toe... Vreugde in den arbeid Moncüverzorgsng voorkomt ziekten KNIPPATRONEN Eén japon biedt veel mogelijkheden I Honderd punten voor een half jaar zul len niet alleen aan boven- en onderklee- ding, doch tevens aan huishoudgoed ge offerd moeten worden. Nu gaat het met punten zóó, als met alle andere dingen, want de een zal zooveel overleg aan den weten te leggen, dat zij uitkomt en de ander verbruikt haar portie in den korst mogelijken tijd. Op een gegeven oogenblik blijkt er het een of ander noo- dig te zijn b.v. handdoeken of iets anders en dan weet men niet hoe men er aan moet komen. Mopperen helpt niet, want in de noodzakelijke dingen moeten we ons zoo goed mogelijk weten te schikken, dus zullen we wegen moeten vinden om met zoo weinig mogelijk punten goed gekleed te gaan en tevens afwisseling aan te kun nen brengen. Zelfs een bestaande japon en een mantel zal nog tot in het oneindige omgewerkt dienen te worden. Een winter mantel met overslag wordt gemoderniseerd door de sluiiing naar het midden te ver leggen, waardoor de overslag komt te ver vallen. Een recht of een omgeslagen, aan sluitende boord kan van bontstof of van bont gemaakt worden, eventueel ook half ronde zakken. Zonder punten te offeren zal men in vele gevalen weer kunnen vol staan met den wintermantel, die reeds meerdere jaren dienst heeft gedaan. Het koopen van soliede stoffen in weinig op vallende kleuren is steeds aan te bevelen. Zwart en donkerblauw bieden vele moge lijkheden en behoeven als geheel toch niet eentonig te werken, omdat er kleurige details op aangebracht kunnen worden. Wil men een japon vermaken, dan is het noodig, dat men deze eerst heelemaal uit elkander tarnt, daarna afborstelt en gron dig na ziet of er geen vlekken in zitten. In dit laatste geval verdient het aanbeveling om een en ander te wasschen, wollen weef sels b.v. in een aftreksel van houtzeep, daarna goed spoelen en over een vochtigen doek nastrijken. Het patroon wordt op de stofdeelen uitgelegd evenals de stof, waar mede men zich vorstelt te moderniseeren. De mogelijkheden zijn vele en zeer prac- tisch is het om een grondpatroon te laten maken naar het figuur, aan de hand waar van men bestaande japonnen kan moderni seeren. V/at de keuze van kleuren betreft behoeft men niet al te angstvallig te zijn, indien het een combinatie is, die bij zwart gedragen moet worden. Behalve het altijd gedistingeerde wit kan men zelfs fel blauw, geel, groen en rood voor de details aan wenden, terwijl bij bruin o.a. olijfgroen, erica, jade wijnrood, terracotta passen. Onze schets geeft enkele mogelijkheden aan om telkens weer een ander aanzien aan een enkele japon te verleenen. Links een aardige japon van zwart wollen georgette, die wat kleur nog model aan tijd gebon den is en waarvan de garneering bestaat uit weinig opvallende knoopen en stiksels. Bovenaan ziet men hoe in de hals een kraagje van geruite wollen stof is gehecht, (b) waarvan ook de moderne lasch is ge maakt, welke eenvoudig van uitvoering is. De overslag wordt met drukknoopjes over de ceintuur gesloten, terwijl het inwendige van de lasch met een rits sluit. Het kleine zakje op den bovenkant is zeer practisch voor het bergen van tramkaart e.d. Rechts is een piqué of zijden crêpe gar nituur (c), dat met groote steken inge regen wordt en aardig kleedt. Verder geeft (a) een los vest te zien in een af stekende kleur b.v. van fluweel, terwijl (d) weer een ander model kraagje aan geeft en een brede ceintuur in „Nuèder" (beurs) model. Men kan er smalle linten aan de rugzijde aan hechten, die van voren gestrikt worden, doch meer geslaagd lijken ons knoopjes en lusjes aan de rijg- zijde. Men ziet, de mogelijkheden zijn velen en wanneer men over wat fantasie be schikken kan men een zeer aparte effect verkrijgen, dat een persoonlijk aspect geeft aan een japon. Kleine metermaten (tot 90 c.M.) worden zonder bon afgeleverd evenals verschillende garneerstoffen, waar door wij het zelf in de hand hebben om te zorgen, dat onze japonnen afwisseling bie den, ondanks het toegestane aantal punten. De zomermaanden brengen ons een groote verscheidenheid van vruchten. Ker sen, bessen, abrikozen, frambozen, prui men en nog vele andere soorten dragen er het hunne toe bij om aaan volwassenen en kinderen de vereischte vitaminen en voedende stoffen toe te voeren. De mensch is door den bouw van zijn gebit een vruchteneter en de theorie, dat vele vruchten moeilijk te verteren zijn, huldigt men niet meer, integendeel. Het instinct brengt kinderen er reeds toe een groote voorliefde voor verschillende vruch ten aan den dag te leggen. Ten opzichte der kindervoeding heeft men gebroken met vele oude denkbeelden en reeds de baby krijgt sappen en ge raspte vruchten, wanneer hij nog maar enkele maanden oud is, 1 Óok ten opzichte van het gebruik van rauwe vruchten door volwassenen heer- 'échen nog veel verkeerde opvattingen. Men constateert meermalen een gevoel van onbehagelijkheid na het eten van vruch- tèn, le. indien men deze niet voldoende ge kauwd heeft; 2e. indien men onmiddellijk daarna wa ter heeft gedronken; 3e. indien men ze gecombineerd heeft met verkeerde spijzen of na een ie over- vloedigen maaltijd. Men moet de schuld dan echter niet Ban de vruchten geven, doch aan hetgeen den waag reeds vulde. Da zieke, die mei koorts te bed ligt, zal Instinctief verlangen naar vruchten en vruchtensappen, terwijl hij een tegenzin aan den dag legt voor vleesch en vet. Ver schillende kinderartsen beschouwen vruchten en rauwkost hieronder niet te verstaan „groote porties" rauwe groenten als een voorbehoedmiddel tegen ver schillende ziekten in de kinderjaren. Geraspte peen is eveneens rauwkost en is gezond en smakelijk, terwijl de meeste kinderen er van houden. Tomaten in al lerlei vorm bevatten vele vitaminen en moeten geen dag ontbreken. Voor de kleintjes worden zij aan stukjes gesneden en door een paardeharen zeef gewreven, terwijl de grootere ze aan plakjes gesne den eten, eventueel bestrooid met wat suiker in geen geval met zout. Bij de moderne vo^dingsbereiding zal met zout slechts in de kleinste hoeveelheden mogen gebruiken. Menschen met een zwakke maag zullen vruchten tot puree kunen wrijven of er met behulp van een vruchtenpers de sap aan onttrekken tenzij de medicus het eten van vruchten uitdrukkelijk verboden heeft. Vruchten kan men het best aan het be gin van een maaltijd eten en niet daar na, terwijl dit zeer zeker is aan te beve len voor ieder, die aanleg heeft tot vetvor- ming. Men kan in dit laatste geval met succes een gewonen maaltijd vervangen door een, die uit vruchten bestaat, en be hoeft zich dan geenszins ongerust te ma ken iets te kort te komen. Vroeger werd bij darmstoornissen het eten van vruchten door den arts verboden, doch thans is ^hiervan teruggekomen. De wetenschap, dat het eten van vruchten vele ziektetoestanden voorkomt, die op een tekort aan vitaminen wijzen, heeft thans algemeen ingang gevonden. Menschen, die veel fruit eten, hebben geen behoefte aan prikkels en ook niet aan snoepen, hetgeen de gezondheid even eens ton goede komt, terwijl vruchten in allerlei vorm minerale zouten bevatten, die in de behoeften van het organisme v voorzien. Het eten van vruchten kan dan ook in het minst niet beschouwd worden als luxe, doch is noodzakelijk om gezond en fit te blijven. Vruchten, waaronder een groote plaats aan tomaten wordt toegekend mo gen aan geen maaltijd ontbreken! BABYKLEERTJES Voor het maken van habykleertjes heeft men slechts weinig stof noodig en met op offering van wat tijd valt er heel wat aar digs te maken. Lichtblauwe geruite stof is alleraardigst voor een manteltje met bij passend mutsje, waarvan de naadjes der aan elkander gestikte reepjes bedekt wor den door zig-zag band. Een broekje van gebloemd flanel kan meestal nog wel ge maakt worden uit een jurkje van het groo tere zusje, terwijl twee zeer kleine lapjes nog voor een practisch slabbetje geschikt zijn. Alleraardigst is het slabbetje van ge bloemd batist, dat een eenvoudig jurkje dadelijk op doet fleuren, vooral indien de omtrek wordt afgewerkt met een smal kantje. Gemoesd batist is vooral aardig, wanneer men de moesjes in zachte kleu ren waschzijde overwerkt. Dikwijls hebben wij tegen een of ander werk, dat ons wachtte, als tegen een hoo- gen berg opgezien. Wij dachten, dat we er nooit mee klaar zouden komen, hetgeen ons zoo'n akelig, drukkend, gevoel gaf. Zetten wij dan toch door, dan ervaren wij, dat het werk meer vlot, dan we aan vankelijk dachten; we krijgen er zelfs ple zier in en het zware gevoel is verdwe nen. Gaat het ons allen niet meermalen zoo met iets? Lust of geen lust, de taak die ons wacht moet afgewerkt worden, onverschillig van welken aard deze ook moge zijn en over eenkomstig het spreekwoord: „Opgewekt begonnen half gewonnen'', zullen we moeten handelen. Naarmate men met meer energie begint zal het werk beter vlotten en sneller gedaan zyn. „Morgen, morgen!" zeggen de luie menschen, doch laten we ons toch dwingen om hetgeen vandaag ge daan kan worden, niet uit te stellen tot morgen. We moeten geen enkel werk eentonig of minderwaardig vinden, dan dooden wij alle arbeidsvreugde in ons. Ze^fs het werk, dat dagelijks weer terugkeert kan bevre diging geven, indien wij er ons met lust en ijver aan geven. We behoeven geen afkeer van schema tisch werken te hebben, indien we ons slechts bewust zyn, alleen een klein deel uit te maken van het groote raderwerk, dat de wereld vormt. Groote en kleine radertjes doen het gezamenlijk functioneeren en ieder heeft slechts de taak te vervullen, die hem is toebedacht. Geen enkele arbeid is minderwaardig en daarom zullen we ons moeten concentrecren op het werk, dat ieder onzer wacht. Geeft het werk ons voldoening, dan vliegen de uren voorbij en wij zijn klaar voor we het weten; dan zal zelfs de „afwasch" geen ver schrikking meer zijn, zooals thans nog voor velen het geval is. Vreugde voor den arbeid vervult de menschen met innerlijke vol doening, zelfs al moeten wij dingen doen, die ons minder goed liggen. Eerst wanneer wij gedwongen zijn tot werkloosheid, door ziekte, door ouderdom of om welke reden ook, eerst dan beseffen we hoeveel vreug de de arbeid ons gaf. Het leven heeft zijn grootste beteekenis verloren, indien wij ge doemd zijn de handen in den schoot te leg gen. Overbrengen van borduurpatronen op stof Om borduurpatronen op linnen over te brengen geeft niet veel bezwaren, want met behulp van carbonpapier is dit vlug gebeurd, evenals met strijkpatronen, die zich voor alle weefsels kenen. Heeft men een rand of motief op papier geteekend, dan wordt de omtrek met be hulp van een naald doorgeprikt, daarna vermengt men houtskoolpoeder of bloem naargelang van de kleur der stof met colophonium poeder en stuift dit mengsel door de gaatjes op de stof, die strak gespannen moet zijn. Vervolgens legt men er een dun papier over, waarover men met een warm ijzer strijkt. De colo phonium smelt door de warmte en maakt, dat de omtrek van de motieven duidelijk zichtbaar is op de stof. WENKEN Schroeivlekken in katoen, wol en linnen behandelt men met een oplossing van 50 gram chloorkalk op vijf kopjes water. De plekken worden met deze gezeefde oplossing ingewreven en nagespoeld met koud water. Schroeivlekken in zijde wor den indien het weefsel niet aangetast is bestreken met een dik papje van dub- belkoolzure soda en water; men laat dit opdrogen en borstelt het later met een zachte borstel af. Zeemlappen blijven soepel, indien zij na het gebruik steeds in een zout water op lossing worden uitgewasschen. Vuile waschlijnen wikkelt men om een plank en borstelt ze flink met zeep en sodawater, met plank en al onder de kraan spoelen en hierop laten drogen. Gumi zolen en hakken werken, indien zij te glad zijn, het uitglijden soms in de hand, hetgeen men voorkomen kan door ze af en toe af te wrijven met een stuk grof schuurpapier. Zeildoek blijft mooi glimmend, indien men het eerst met water en zeep afneemt, daarna opwrijven met een doekje waarop enkele druppels petroleum. Gecondenseerde melk blijft langer goed, wanneer men na het gebruik over de beide tegenover elkander liggende gaat jes een stukje leukoplast plakt. De taak der tanden en kie zen is om de spijzen fijn te kauwen en naarmate zij deze- beter tot een brij omvormen, die 2ich met het speeksel kar, vermengen, zal het verte- ringsproccs in den maag ver gemakkelijkt worden. Toch zal het zeer noodig zijn, dat geen spijsresten tus- schen liet gebit achterblijven, aangezien deze tot bederf overgaan, waardoor zich bae- cillen ontwikkelen, die met de spijsbrij in den maag te recht komen. Deze laatsten verrichten niet alleen vernie tigend werk ten opzichte van het gebit, doch kunnen ook maag-darmstoornissen ver wekken. De eerste eisch blijft natuurlijk goed kauwen, doch dit hangt niet altijd heele maal van onzen wil af, aan gezien het gebit een groote rol speelt bij die werk en slechte tanden en kiezen hel kauwen belemmeren en de gezondheid schalen. Hol worden der tanden is een gevolg van de rotting der achtergebleven spijsresten, die met hun vernietigings werk stzeds grootere schade aan het gebit aanbrengen, nadat zij eerst de kroon en de hals van de tanden en kie zen hebben aangetast en daarna de wortel doen aansteken. Plombeeren voorkomt, dat de tanden reeds al le vroeg getrokken zouden moe ten worden en hoe kleiner de gaatjes zijn, hoe beter en gemakkelijker het email te verhelpen is. Regelmatige controle door een tandarts is noodig en gewenscht en kan veel onheil voorkomen. Voorkomen is beter dan genezen en on getwijfeld is dit ook va ntoepassing op het gebit. Spoelen en poetsen na maaltijden van mond en tanden is noodzakelijk, liefst met lauw water, waarna men desgewenseht jong gewend is oud gedaan. enkele druppels mondwater toevoegt. Vooral voor het naar bed gaan moet men enkele minuten aan de verzorging van mond en gebit besteden en daarna niets meer gebruiken. Een verkeerde gewoonte is om aan kin deren, nadat zij hun mond verzorgd heb ben chocolade of snoeperij in bed te ge ven, aangezien de uren van de nachtrust gunstig zijn om het rottingsproces van achtergebleven resten te bevorderen. Ook de openingen tusschen de tanden vragen de aandacht en het gebit moet niet alleen aan de voorzijde, doch tevens aan den achterkant goed geborsteld worden, zoowel in horizontale als verticale richting. WE SPAREN PUNTEN. Succespatroon A 300. Prijs 30 cent. Aangezien we uiterst zui nig met onze punten moeten zijn, kunnen we met behulp van een kleine lengtemaat zijde aardige blouses maken, die we combineeren met cou ponnetjes stof van ten hoogste 90 c.M., die in den vrijen han del zijn. Voor een blouse is slechts weinig stof noodig, voor klei ne maten kan men zelfs met twee couponnetjes volstaan, zoodat we dan in het geheel geen punten hebben te offe ren. Heeft men twee zeer kleine lapjes, dan maakt men den rug eventueel ook van de stof, die aan de voorzijde is aangebracht. Sluiting met knoopen. Model, dat zich ook voor gezette dames leent en beschikbaar is in de maten 44, 46, 48. Succespatroon A 301. Prijs 30 cent. Blouse van effen en be- teriaal, dat in de breedte met elkander verbonden is. Rug eenkleurig. Halsafwerking met revers. Sluiting met knoopen. Patronen 42, 44, 46. Succespatroon A 302. Prijs 30 cent. Blouse met middenstuk, ceintuur en of rug van afstekend materiaal. Kr: r.<;- loos model met knoopsluiting voorzijde. Patronen in ode maten 40, 42, 44. Succespatroon A 303. Prijs 30 cent Punten-vrije blouse, gemaakt van een bei taande zijden japón met keurs van ve-lourschiffon, waarvan ook het smalle boordje is, dat aangeknipte einden heeft. Halflange mouwen. Patronen in de maten 38, 42. knippatro::,van deze modellen zijn tegen den aangegeven prijs verkrijg- ::S, Den Hr.ag. Eeizimg steeds vooruit per giro (postrekening 3 .3208), per postwissel ben van IA, 3 of 7U

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1940 | | pagina 8