31e JAARGANG DONDERDAG 17 OCTOBER 1940 No. 121 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN BUREAU ADVERTENTIëN DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG. UITGEVER 1 Hippolytushoef Wieringen Van 1 5 regels 1 0.50 ABONNEMENTSPRIJS CORN. J. BOSKER WIERINGEN. Telefoon Intercomm. No. JD. Iedere regel meer f 0.10 per 3 maanden f 1.25. 1 LEVENSLEIDING. Onlangs zoo lazen wij zat iemand in een trein, die door Rotterdam reed. In de zelfde coupé zat een soldaat. Hij begon te schreien. Ja vertelde hij ik heb bij het bombardement hier mijn vrouw en kinderen verloren, en telkens als ik Rotterdam zie Maar gelukkig voegde hij er bij ik ben bij den Opbouwdienst, en ik kan mij dus nog nuttig' maken. Is deze eenvoudige opmerking niet van een prachtige geestkracht Hij had alles verloren, maar nuttig maken wilde hij zich. Wat een mensch noodig heeft om in dezen tijd staande te blijven is het geloof aan levensleiding. Midden in den nood, mid den in de smart is er leiding. Wij spraken onlangs iemand, die in één enkel oogenblik, door één kort maar fel gebeuren, een stuk geestelijken arbeid zag ineenstorten, dat hij jarenlang had opgebouwd met vreugde en toewijding. Het bloeide het maakte zijn le ven schoon en geestelijk rijk. Het is weg Wég was daarmee ook de „vooraanstaande" posi tie, gelijk men dat noemde. Nooit zei hij had ik er door heen kunnen komen, indien ik niet diep overtuigd was, dat ook thans mijn leven wordt geleid, en dat deze leiding wel de goede zal zijn, want de Almachtige vergist zich nooit. En zoo voegde hij er bij het is ook wel eens goed voor een mensch, wanneer hij uit het licht in de schaduw wordt gehaald, wanneer hij uit de voorste gelederen weg moet. Het geloof aan hoogere leiding, de overtuiging, dat een ander de banen van ons leven trekt, en dat die het eene oogenblik gaan over een blinkenden bergtop maar dan weer door een diep dal dit is de kracht, die zoowel een volk als een mensch in den bittersten tegenspoed opgericht kan houden en innerlijk rijker maken. Ieder ernstig mensch kan de hand en den wil zien, die zijn leven leiden. Dit loutert zijn leed en voert zijn blik van de puinhoopen van zijn bestaan naar de eeuwige verten. H. Post. BINNENLANDSCH NIEUWS. MODERNE VLASFABRIEK IN GRONINGEN „Niet alleen geldbelegging, maar plicht in nationalen zin." Ook in Groningen komen thans plan nen op. oip tot oprichting eener mo dern geoutilleerde vlasindustric te ge raken. Te Wchc (gcm. Leens) zijn tal rijke vlasvcrbouwers uit Westerkwar tier en Marnegebied bij elkander ge komen onder leiding van den heer Wcs tors, die mededceling deed van de re sultaten en inzichten eener voorberei dende commissie, welke een onder zoek heeft ingesteld in samenwerking met de Noordelijke Ec. Technologische Organisatie. Voorheen geschiedde in Groningen het roten in sloot- en kanaalwater, liet drogen op het veld en het zwingelen met hand-stermolens in een moderne fabriek geschiedt dit in betonnen warm ALS LIEFDE OVERWINT. De nieuwe baron Von Wehring is vanmor gen aangekomen, heb je 't gehoord vroeg de bekoorlijke freule Von Breitenburg, terwijl ze met spotachtig opgetrokken neusje haar toehoorders aankeek. Ze stonden in een vroohjk, gezellig groepje jongelui bij het tennisveld in den warmen zonneschijn. Juist was een hevige wedstrijd beëindigd tusschen Gilbert von Breitenburg, Ellen's broer, en zijn vriend, Max von Taran, welke door den laatste gewonnen was. „Ja, ik heb hem gezien," beantwoordde Max haar vraag. „Hij was vergezeld van zijn doch ter." „Zijn oudste of jongste „Heeft hij er twee Dat wist ik niet. Dan wordt onze conversatie nog uitgebreider." „We zijn toch niet van plan, ze tot onzen kring toe te laten," viel Lou von Hemern ee nigszins opgewonden in. „Stel je voor z kunnen zich waarschijnlijk niet eens behoor lijk gedragen in een salon. Iemand die vroe ger kaasboer is geweest, of zoo iets „Nee Lou, nu overdrijf je," viel haar meer bedaarde nicht Rose haar in de rede. „Hij was handelaar in effecten. Maar ik geef je gelijk, wat betreft het toetreden tot onze sa lons ik vind ook niet, dat wij hun omgang moesten zoeken." „Kinderen stil, ik heb een idee," juichte opeens Ellen en klapte dansend in de han den. „We moesten ze wel inviteeren, maar er dan een grap van maken, „ze er in laten Vliegen," om zoo te zeggen. Dan hebben we meteen nog' eens een verzetje." Dit voorstel vond bijval, vooral bij Max, die, evenals Ellen, voor alle dolle Invallen te vinden was. Waarvoor is men ook jong en levenslustig, als men 't leven niet genieten mag Niemand had bemerkt, dat in dien tus- schentijd een jong meisje het boschpad was afgekomen, dat naar 't tennisveld leidde, maar zich op 't zien van de vroolijke groep had teruggetrokken achter een boschje hees ters. Juist wilde zij zich weer verwijderen, toen 't noemen van haar naam haar aan dacht trok. Ze bleef staan en luisterde. „Ik weet watIk zal de nieuwbakken freu les Von Wehring een invitatie sturen voor 't waterbakken, droogapparaten en zwin gelturbines, die beter en goedkooper zijn. Het zenden van vlas naar België zal dan niet meer noodig zijn. De heer Westers achtte het volko men verantwoord den verbouwers te adviseeren, een fabriek op te richten, namelijk een coop. vereenigïng met uitgesproken verantwoordelijkheid met een kapitaal van f 300,(J00. De Mij. tot Industrie-financiering is bereid, een crediet van f 150.000 a 2 pCt. te ver strekken, zoodat nog 300 aandeelen van f 500 moeten worden geplaatst, elk verplichtende tot levering van 10 ton vlas, doch men zal reeds kun nen beginnen met 200 aandeelen, dus met 2 millioen Kg. vlas. GESCHENKEN VOOR WEDEROPBOUW. De Yereeniging van Nederlandsche Sciielpkalkfahrikanteii heeft het goe de voorbeeld van andere organisaties gevolgd en 2000 HL schelpkalk ten be hoeve van den wederopbouw beschik baar gesteld. De Kegeeriïigscommissaris voor den Wederopbouw heeft aan de Yereeni ging zijn dank betuigd en zijn waar deering' uitgesproken voor den ge meenschapszin, welke in dit aanbod tot uiting komt. INBRAKEN IN NOODWINKELS Groote hoeveelheid manufac turen geroofd. Het schijnt, dal inbrekers de terrei nen, waarop thans te Rotterdam nood winkels zijn verrezen, als arbeidsveld hebben gekozen. Nog maar kort gele den, hebben dieven zich toegang ver schaft tot den noodwinkel van een fir ma in de Mathencsserlaan, alwaar een groot aantal japonnen werd gestolen, t hans weer hebben inbrekers zich toe gang verschaft, lot, den noodwinkel van een bekenden nianufacturenhandel aan den Staten weg. De duisternis en bet uitgaanverbod hebben het moge lijk gemaakt, dat de dieven de ruit van de winkeldeur hebben kunnen vernielen. Ongestoord hebben zij den winkel doorzocht. Toen de inbraak Dinsdagmorgen werd ontdekt, bleek het, dat er voor een bedrag van f (500 aan manufacturen was ontvreemd. VERMALEN EN BEWERKEN VAN HOOI EN STROO VERBODEN Het Rijksbureau voor de Voedsel voorziening in Oorlogstijd vestigt de aandacht op het volgende Op grond van het Veevocderbesluit 1939 is het vermalen of op andere wij ze bewerken van alle soorten hooi en stroo, zoowel graanstroo als stroo van peulvruchten en andere land- of tuin bouwproducten, alsmede het kaf en andere dorschafvallen, zoowel als van riet tot voeder voor eenige diersoort, verboden. Dit verbod zal met groote gestrengheid worden gehandhaafd. Het, komt voor, dat deze producten, zooals mogelijk ook heide, biezen en boombladeren in gemalen toestand, te gen onevenredig hooge prijzen als veevoeder in den handel worden ge bracht. Veehouders wordt aangera den, slechts gemalen producten te koopen, waarvan het vervoer wordt gedekt door een geldig geleidebiljet. „LEEÜYV VAN DE GREBBE-LINIE." Zoete en wrange vruchten van invaliditeit. Onder de te Delft verblijf houdende perso nen die in Mei jl. uit Rotterdam moesten wor den geëvacueerd, bevond zich een 39-jarige straatzanger. Toen de man zich te Delft in een evacuatiepost bevond, begon hij te prak- kizeeren op welke wijze hij eenig voordeel uit zijn toestand hij was invalide zou kun nen putten. Hij peinsde en eindelijk had hij een oplossing gevonden. Ijverig bestudeerde hij de advertenties in dagbladen en tijdschrif ten en noteerde de adressen van jongedames, die graag met een jongen, knappen oud-sol daat van het Nederlandsche leger in corres pondentie wilden treden. Voorkeur hadden zij, aldus stond in som mige advertenties, die dapper hadden gestre den. Welnu, zoo moet de man hebben ge dacht, wat let mij om mij als zoodanig voor te doen. Hij noteerde ongeveer twintig adres sen van jongedames en begon te schrijven. Hij had een aantal foto's gekocht, waarop vier hem onbekende soldaten voorkwamen. Onder de knapste zette hij een kruisje en schreef daarbij „dat ben ik." De foto werd verzonden met de brieven, waarin hij o.a. schreef „Ik ben twintig jaar oud, heb blau we oogen, blond haar, goed gevormde han den en een opgeruimd humeur. Ik heb ge streden aan de Grebbe-linie als een leeuw, doch helaas werd ik daar ernstig gewond aan mijn been, waarin een bomsplinter, zes ko gels en nog andere voorwerpen zitten. Ten gevolge hiervan is het' been geamputeerd en ik ben nog lang niet beter." Mijn vader en zuster zijn bij het bombar dement van Vlissingen gedood. De volgende week ben ik jarig, maar dat zal wel een droe ve dag worden omdat ik geheel alleen op de wereld ben." De brieven hadden succes want de harten der jongedames werden tot medelijden bewo gen en weldra werd per Van Gend en Loos het eerste pakket aan den „leeuw van de Grebbe-linie" bezorgd, inhoudende heerlijke appelen en druiven. Daarna kwam er een kist fijne sigaren, nog meer druiven, een zil veren boekenlegger, wafels, reepen chocolade potten jam, potten geconfijte vruchten en peren. Ongeveer 160 brieven werden gewisseld, toen plots het einde kwam. Een van de bewonderaarsters had te Delft een vriendin wonen en zij verzocht haar aan invalide een bezoek te brengen en te infor meren hoe hij het maakte. De vriendin ging tuinfeest op mijn verjaardag, de volgende week;" hoorde zij een vroolijke stem zeggen; „dat zal een prachtige gelegenheid zijn om met hen kennis te maken. Maar hoe nu ver der ,Laat 't verdere maar aan mij over," sprak Max met een knipoogje, „ik heb een prachtig plan." „Voor den dag er dan mee," riepen de an deren. „Eendracht maakt macht. Misschien kunnen wij je helpen." „Dat denk ik nietmaar luister. Ik zal verliefd worden op één van de zusters na tuurlijk quasi," voegde hij er met minachtend opgetrokken lippen bij. „In werkelijkheid zou zoo iets mogelijk zijn. Ik maak haar druk 't hof en eindelijk, op 't critieke moment, treed ik terug. Wat zeg je er van „Uitmuntend uitstekend een prachtig plan klonk het verward dooreen. „Maar op v/ie wordt je nu verliefd, er zijn er immers twee „Die ik vanmorgen bij de oprijlaan gezien heb, die zal 't zijn. Zij ziet er tenminste draag lijk uit. Wie weet, hoe die andere is," „O, het zal eenig zijn ik verheug me nu al op de volgende week." juichte Ellen. Geen van allen dacht er aan, hoe wreed dit spel eigenlijk was voor het bedoelde jon ge meisje geen van allen dacht er ook aan dat dit spel weieens gevaarlijk kon worden, niet alleen voor de eene, maar ook voor de andere partij. Zij waren niet- ongevoelig, maar zij waren jong en in een overmoedige stem ming en voorzagen daardoor noch leed noch gevaar. Na nog eenige afspraakjes scheidde het troepje en sloeg ieder een weg naar huis in Max vergezeld van zijn vriend Ellen. 't Meisje achter de heesters was onbeweeg lijk blijven staan. Ze had 't heele gesprek gehoord en ook dengeen herkent, die zich aangeboden had „op haar te verlieven". Ja, zij had hem gezien dienzelfden morgen, toen het rijtuig, waarin zij en haar vader waren gezeten, de oprijlaan inreed. „Zij zag er draaglijk uit", had hij gezegd. Nu, mooi was ze niet, dat wist ze beter dan iemand anders maar ze had een lief. lang niet alledaagsch gezichtje met heldere, blau we oogen en weelderig blond haar. En zooals ize daar nu stond in haar zacht-rose-japon er op uit, maar toen ze eindelijk het adres had gevonden was de man niet thuishij v/as te 's-Gravenhagé op straat aan het zin gen. Er werd met den postcommandant ge praat en die waarschuwde de recherche met het gevolg, dat de man toen hij te Delft te rugkwam. werd gearresteerd. Dit was de wrange vrucht, na al het zoete. BRANDSTOFFENBIJSLAG VOOR ONDERSTEUNDEN. Vanwege het Departement van Sociale Za ken is aan de gemeentebesturen een brief gezonden, waarin wordt medegedeeld, dat van 13 October 1940 tot en met 12 April 1941 aan ondersteunde en bij de werkverruiming geplaatste werkloozen, waaronder begrepen de tewerkgestelde „hoofdarbeiders", alsmede aan personen, die een tegemoetkoming ont vangen wegens verkorten werkduur, een brandstoffenbijslag mag worden verstrekt. Deze zal gedurende het tijdvak van 13 Octo ber tot en met 23 November e.k. ten hoogste f 1.— per week en van 24 November 1940 tot en met 8 Maart 1941 maximaal f 1.30 per week mogen bedragen nadien mag wederom geen liooger bedrag dan wekelijks f 1.— wor den toegekend. Voor dezen bijslag komen in aanmerking gehuwde en ongehuwde kostwinners, alsmede zij, die den steun voor alleenwonenden ont vangen. Voorts kan nog mits het gemeente bestuur hiervoor termen aanwezig acht in eerstvermeld tijdvak een brandstoffenbijslag, gelijk aan de helft van dien voor kostwinners, worden uitgekeerd aan degenen, die bij an deren een kamer hebben gehuurd, zonder huiselijk verkeer, daarbij zelf de zorg dragen voor hun voedsel en voor het verkrijgen van brandstoffen op zichzelf zijn aangewezen. Laatstbedoelde bijslag mag alleen worden uitgekeerd, indien in de kamer een, in bruik- baren toestand verkeerende stookgelegenheid aanwezig is. waarvan ook regelmatig gebruik wordt gemaakt. Aan hen. die bij anderen inwonen en aan vorengenoemde voorwaarden niet voldoen, zooals kostgangers en zoogenaamde slaap- gasten, mag geen brandstoffenbijslag worden verstrekt. In ondersteunde of bij de werkverruiming geplaatste werkloozen, die reeds een zooge- naamden kolenbon hebben ontvangen, kun nen eerst dan voor brandstoffenbijslag ln aanmerking worden gebracht, wanneer zij. te rekenen van 13 October af. zes weken in zorg zijn. Een kostwinner, respectievelijk kamerbewo ner. kan dan over de zesde zorgweek een brandstoffenbijslag ontvangen, respectievelijk van f 0.25 en f 0.15, aan hen kan de daarop volgende weken normaal de bovenvermelde bijslag worden toegekend. Uiteraard zal, in middels de verhooging van den brandstoffen bijslag tot f 1.30 per week van kracht is, dan met deze wijziging rekening mogen worden gehouden. BUITENLANDSCH NIEUWS. AMERIKA ANSCHE UITVOER NAAR RUSLAND. Volgens de „Köln. Ztg." heeft de regeering der Vereen. Staten, naar dezer dagen te Lon den is bekend geworden, besloten ten gunste van Rusland het bestaande uitvoerverbod omtrent machinale werktuigen, dat eenige maanden geleden was afgekondigd, in te trekken. Er zal voor 7 mill. naar Rusland worden geleverd. De Amerikaansche scheep vaartcommissie heeft Rusland toegestaan tankschepen te huren met een inhoud van meer dan 100.000 ton. DUITSCHE OLIEVOORZIENING VOLKOMEN VERZEKERD. Ook indien Roemenië niet door de Duitsche troepen in bescherming was genomen, zou Duitscliland over voldoende voorraden motor brandstof hebben beschikt. Olievoorraden thans milliocnen tonnen grooter dan bij het uitbreken van den oorlog. Productie van gas voor auto's schier onbegrensd. Berlijn, 15 October. In een door het D.N.B. van bevoegde economische zijde ontvangen bericht wordt verklaard, dat de Duitsche pro ductie van motorbrandstof onafgebroken is toegenomen. De fabricatie van synthetische benzine kon reeds in vredestijd zoodanig worden opge voerd, dat Duitschland bij het uitbreken van den oorlog zijn voorraden aan motorbrand stof niet behoefde aan te spreken, doch de aanzienlijke behoefte kon dekken door de loopende benzineproductie. Thans zijn de voorraden olie reeds vroeger werd hierop' gewezen) millioenen tonnen grooter dan bij het uitbreken van den oorlog. Daarbij komt nog Rusland als aanvullend le verancier op het gebied van de motorbrand stoffen. In jarenlangen arbeid volgens een bepaald plan heeft de Duitsche handelspolitiek ver der een systeem van invoer uit Zuidoost- Europa opgebouwd, dat reeds bij voorbaat buiten ae Britsche blokkade viel. Zoo konden door de uitbreiding van de samenwerking op het gebied der handelspolitiek tijdens den oorlog steeds grootere hoevelheden motor brandstof uit het Zuidoosten worden inge voerd. Thans, nu het Roemeensche petroleumge- bied door Duitsche troepen in bescherming is genomen, is de meer dan voldoende voorzie ning van Duitschland met motorbrandstof boven iederen twijfel verheven. Het is echter, naar uitdrukkelijk wordt ver klaard. in geen geval waar. dat Duitschland tot eiken prijs zonder tijdverlies eiken liter Roemeensche olie noodig heeft, zooals de Londensche radio enkele dagen geleden heeft beweerd. Ook zonder Roemenië beschikt Duitschland over voldoende motorbrandstof. Een verderen steun voor de Duitsche mo torbrandstof fenbalans zijn de steeds meer in gebruik komende generatorgassen voor auto's; dit zijn gassen, die ontstaan bij chemische processen en bij processen, der zware indus trie, alsmede generatorgassen. die uit hout afval, turf en steenkool worden gewonnen. Deze producten zijn in Duitschland in onuit puttelijke hoeveelheden aanwezig. Duitschland is van plan, voor auto's en met witte opslagen, een verhoogden blos op de wangen en schitterende oogen, zou nie mand haar als een onbeduidend persoon zijn voorbijgegaan, maar onwillekeurig gedacht hebben Daar zit een trot-sche geest achter dat hooge voorhoofd. Ze was trotsch, heel trotseh. Bij het hooren der beleedigende woorden was haar 't bloed naar de wangen gestegen maar ze had haar toorn bedwongen. Ze wilde niet beleedigd zijn door iemand, die op zulk een toon over haar durfde spreken. Neen, ze zou hem toonen wat het beteekende, haar openlijk te bespotten. Haar besluit was genomen zij zou de uitnoo- diging tot het tuinfeest aannemen. Het feest ter eere van Louise von Hemern was in vollen gang. De tuin was schitterend verlicht, behalve de kleine, donkere laantjes en half-verborgen prieelen, waar de duister nis en stilte door niets verbroken werden. Het groote terras vóór 't kasteel van den graaf Von Hemern. dat als dansplaats dienst deed, was voor 't oogenblik verlaten de gas ten hadden zich verspreid in het uitgestrekte park. 't Was een prachtige, sterverlichte avond de maan stond helder aan den don- kerblauwen hemel, waardoor vooral op den grooten vijver in 't midden van het park een tooverachtig schijnsel viel, dat deed denken aan een Venetiaanschen nacht. Het was zeker wel hierom, dat een der jeugdige gasten deze plaats had opgezocht. Zij zat op een der wit marmeren banken van een Grieksch tem peltje. aan den oever van 't water gebouwd, en staarde peinzend voor zich uit. Opeens hoorde zij schreden naderen en trad een jonge man uit het duister te voor schijn, die, haar bemerkende, verrast op 't gebouwtje toetrad. „Eindelijk heb ik u dn toch gevonden, freu le," zei Max von Taran. Ik heb u overal gezocht. Waarom is u zoo alleen naar de eenzaamheid gevlucht „Omdat het hier zoo verrukkelijk is," ant woordde Valerie von Wehring droomerig. Maar dadelijk daarop bedenkend, tot wien ze sprak, het ze er koel op volgen „Maar waar om heeft u mij zoo gezocht „Omdat ik den heelen avond nog geen woord met u heb kunnen wisselen en ik in ieder geval kennis met u wilde maken. Mag ik naast u komen zitten, of is mijn tegen woordigheid u hinderlijk, dan zal ik dade lijk Valerie liet hem niet uitspreken „natuurlijk zal ik u die kennismaking, waarvoor u zoo veel moeite doet. niet ontnemen," spraak zij haastig, terwijl een bijna-onmerkbaar spot lachje over haar gelaat vloog, wat hij scheen te merken. „De bank is ruim genoeg voor twee", liet ze er op volgen met een uitnoodi- gende beweging van haar hand. Max nam plaats, zoo dicht mogelijk naast Valerie als de beleefdheid gedoogde, 't geen haar aanleiding gaf, naar den hoek der bank te schuiven. Ik zou u graag iets vragen, maar u moet vooraf beloven, er niet boos om te worden." „Als de vraag niet te onbescheiden is." „Dat denk ik niet. Was het opzet of toe val, dat u mij vanavond meermalen over 't hoofd zag Ik heb driemaal geprobeerd u te naderen en te spreken, maar telkens was u in gesprek met een ander en scheen u mij in 't geheel niet op te merken." Inderdaad, hij moest een goed opmerker zijn, want Valerie had hem werkelijk den heelen avond genegeerd. Zij had heel goed gezien, hoe hij bij haar binnenkomst verrast had opgekeken, alsof hij zichzelf niet ver trouwde. Was dat het meisje, dat hij bij vluchtige beschouwing „dragelijk" had ge vonden Zij zag er werkelijk heel lief uit. En deze concessie beteekende heel wat voor een Jonker Von Taran, wiens aristocratische neigingen hem gewoonlijk met een soort non chalante meerderheid deden neerzien op ie der, die niet tot zijn stand behoorde. Toch kon hij niet verhinderen, dat zijn blikken telkens afdwaalden naar de plaats, waar freule Von Wehring gezeten was. Maar geen enkele maal smaakte hij de voldoening dat zijn blik beantwoord werd. al gebeurd* het een enkele maal. dat hun oogen elkaar ontmoetten. Haar blik was altijd koud en hoog en wendde zich dadelijk van hem af, alsof er wel iets gewichtïgers te zien was dan zijn persoon. En vooral dat laatste wondde zijn ijdelheid. Hij was gewoon, dat de dames hem bewonderden, dat zij blij waren, wan neer hij 't woord tot hen richtte, dus moest zoo'n verontachtzaming, vooral van iemand van wie hij 't minst verwachtte, hem dubbel onaangenaam zijn. En toch moest zij vriendelijk kunnen zijn, dat drukte haar ge- heele wezen uitdat sprak ook uit den glim lach. waarmede zij een vriendelijke oude da me begroet had. Maar die glimlach zag men dien avond niet dikwijls, want telkens drong zich het bewustzijn aan haar op, waarom ze hier genoodigd was. Terwijl hij zijn vraag deed, had hij haar doordringend aangezien, en nu sloeg ook Valerie de oogen op. En zij zag haar tegen stander lang, elegant, met knap gelaat, krullend bruin haai' en donkere oogen, waarin op 't oogenblik, ondanks hemzelf, een zeker iets de gewone hoogmoedige uitdrukking ver zachtte. O zeker, ieder meisje moest onder de bekoring komen van zijn persoon, zijn blik en misschien was 't dit, dat Valerie's stem zoo trotsch en koud maakte, dat haar woorden bijna beleedigend klonken „Waarom wilt u een antwoord op die vraag hebben „Waarom Dat is mijn vraag met een an dere beantwoorden. Mag ik niets anders ver wachten Half ongeduldig, half-spottend haalde zij de schouders op „als u er dan op staat Waarom zou ik u veronachtzamen ik heb er immers volstrekt geen reden toe. Natuur lijk was 't toeval. Heeft 't u gehinderd Bij de laatste woorden keek zij hem uittartend aan. „En als dat zoo was „Dan zou 't mij natuurlijk spijten, hoewel 't onbewust gebeurde." „Spijt het u werkelijk, dan mag ik ook op een genoegdoening rekenen." viel Max uit, zich verder wagende, dan hij zich voorgeno men had maar de persoon van Valerie meer nog haar teruggetrokkenheid, hielden hem als 't ware gekluisterd. „U vraagt niet weinig en waarin zal die bestaan „Inhij greep haar hand. .in een kus Heftig trok zij haar hand uit de zijne en trad van de bank terug. Een vlammend rood bedekte haar gelaat. ..Hoe durft u 't wagen mij zoo'n vraag te doen. Ga dadelijk weg, laat mij alleen „Freuleik iZie vervolg binnenpagina.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1940 | | pagina 1