31e JAARGANG
DONDERDAG 17 OCTOBER 1940
No. 121
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
BUREAU
ADVERTENTIëN
DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG.
UITGEVER
1
Hippolytushoef Wieringen
Van 1 5 regels
1 0.50
ABONNEMENTSPRIJS
CORN. J. BOSKER WIERINGEN.
Telefoon Intercomm. No. JD.
Iedere regel meer
f 0.10
per 3 maanden f 1.25.
1
LEVENSLEIDING.
Onlangs zoo lazen wij zat iemand in
een trein, die door Rotterdam reed. In de
zelfde coupé zat een soldaat. Hij begon te
schreien. Ja vertelde hij ik heb bij het
bombardement hier mijn vrouw en kinderen
verloren, en telkens als ik Rotterdam zie
Maar gelukkig voegde hij er bij ik ben
bij den Opbouwdienst, en ik kan mij dus nog
nuttig' maken. Is deze eenvoudige opmerking
niet van een prachtige geestkracht Hij had
alles verloren, maar nuttig maken wilde hij
zich. Wat een mensch noodig heeft om in
dezen tijd staande te blijven is het geloof
aan levensleiding. Midden in den nood, mid
den in de smart is er leiding. Wij spraken
onlangs iemand, die in één enkel oogenblik,
door één kort maar fel gebeuren, een stuk
geestelijken arbeid zag ineenstorten, dat hij
jarenlang had opgebouwd met vreugde en
toewijding. Het bloeide het maakte zijn le
ven schoon en geestelijk rijk. Het is weg Wég
was daarmee ook de „vooraanstaande" posi
tie, gelijk men dat noemde. Nooit zei hij
had ik er door heen kunnen komen, indien
ik niet diep overtuigd was, dat ook thans
mijn leven wordt geleid, en dat deze leiding
wel de goede zal zijn, want de Almachtige
vergist zich nooit. En zoo voegde hij er bij
het is ook wel eens goed voor een mensch,
wanneer hij uit het licht in de schaduw wordt
gehaald, wanneer hij uit de voorste gelederen
weg moet. Het geloof aan hoogere leiding, de
overtuiging, dat een ander de banen van ons
leven trekt, en dat die het eene oogenblik
gaan over een blinkenden bergtop maar dan
weer door een diep dal dit is de kracht,
die zoowel een volk als een mensch in den
bittersten tegenspoed opgericht kan houden
en innerlijk rijker maken. Ieder ernstig
mensch kan de hand en den wil zien, die zijn
leven leiden. Dit loutert zijn leed en voert zijn
blik van de puinhoopen van zijn bestaan
naar de eeuwige verten. H. Post.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
MODERNE VLASFABRIEK
IN GRONINGEN
„Niet alleen geldbelegging,
maar plicht in nationalen zin."
Ook in Groningen komen thans plan
nen op. oip tot oprichting eener mo
dern geoutilleerde vlasindustric te ge
raken. Te Wchc (gcm. Leens) zijn tal
rijke vlasvcrbouwers uit Westerkwar
tier en Marnegebied bij elkander ge
komen onder leiding van den heer Wcs
tors, die mededceling deed van de re
sultaten en inzichten eener voorberei
dende commissie, welke een onder
zoek heeft ingesteld in samenwerking
met de Noordelijke Ec. Technologische
Organisatie.
Voorheen geschiedde in Groningen
het roten in sloot- en kanaalwater, liet
drogen op het veld en het zwingelen
met hand-stermolens in een moderne
fabriek geschiedt dit in betonnen warm
ALS LIEFDE OVERWINT.
De nieuwe baron Von Wehring is vanmor
gen aangekomen, heb je 't gehoord vroeg
de bekoorlijke freule Von Breitenburg, terwijl
ze met spotachtig opgetrokken neusje haar
toehoorders aankeek.
Ze stonden in een vroohjk, gezellig groepje
jongelui bij het tennisveld in den warmen
zonneschijn. Juist was een hevige wedstrijd
beëindigd tusschen Gilbert von Breitenburg,
Ellen's broer, en zijn vriend, Max von Taran,
welke door den laatste gewonnen was.
„Ja, ik heb hem gezien," beantwoordde Max
haar vraag. „Hij was vergezeld van zijn doch
ter."
„Zijn oudste of jongste
„Heeft hij er twee Dat wist ik niet. Dan
wordt onze conversatie nog uitgebreider."
„We zijn toch niet van plan, ze tot onzen
kring toe te laten," viel Lou von Hemern ee
nigszins opgewonden in. „Stel je voor z
kunnen zich waarschijnlijk niet eens behoor
lijk gedragen in een salon. Iemand die vroe
ger kaasboer is geweest, of zoo iets
„Nee Lou, nu overdrijf je," viel haar meer
bedaarde nicht Rose haar in de rede. „Hij
was handelaar in effecten. Maar ik geef je
gelijk, wat betreft het toetreden tot onze sa
lons ik vind ook niet, dat wij hun omgang
moesten zoeken."
„Kinderen stil, ik heb een idee," juichte
opeens Ellen en klapte dansend in de han
den. „We moesten ze wel inviteeren, maar er
dan een grap van maken, „ze er in laten
Vliegen," om zoo te zeggen. Dan hebben we
meteen nog' eens een verzetje."
Dit voorstel vond bijval, vooral bij Max,
die, evenals Ellen, voor alle dolle Invallen te
vinden was. Waarvoor is men ook jong en
levenslustig, als men 't leven niet genieten
mag
Niemand had bemerkt, dat in dien tus-
schentijd een jong meisje het boschpad was
afgekomen, dat naar 't tennisveld leidde,
maar zich op 't zien van de vroolijke groep
had teruggetrokken achter een boschje hees
ters. Juist wilde zij zich weer verwijderen,
toen 't noemen van haar naam haar aan
dacht trok. Ze bleef staan en luisterde.
„Ik weet watIk zal de nieuwbakken freu
les Von Wehring een invitatie sturen voor 't
waterbakken, droogapparaten en zwin
gelturbines, die beter en goedkooper
zijn. Het zenden van vlas naar België
zal dan niet meer noodig zijn.
De heer Westers achtte het volko
men verantwoord den verbouwers te
adviseeren, een fabriek op te richten,
namelijk een coop. vereenigïng met
uitgesproken verantwoordelijkheid met
een kapitaal van f 300,(J00. De Mij. tot
Industrie-financiering is bereid, een
crediet van f 150.000 a 2 pCt. te ver
strekken, zoodat nog 300 aandeelen
van f 500 moeten worden geplaatst,
elk verplichtende tot levering van
10 ton vlas, doch men zal reeds kun
nen beginnen met 200 aandeelen, dus
met 2 millioen Kg. vlas.
GESCHENKEN VOOR
WEDEROPBOUW.
De Yereeniging van Nederlandsche
Sciielpkalkfahrikanteii heeft het goe
de voorbeeld van andere organisaties
gevolgd en 2000 HL schelpkalk ten be
hoeve van den wederopbouw beschik
baar gesteld.
De Kegeeriïigscommissaris voor den
Wederopbouw heeft aan de Yereeni
ging zijn dank betuigd en zijn waar
deering' uitgesproken voor den ge
meenschapszin, welke in dit aanbod
tot uiting komt.
INBRAKEN IN NOODWINKELS
Groote hoeveelheid manufac
turen geroofd.
Het schijnt, dal inbrekers de terrei
nen, waarop thans te Rotterdam nood
winkels zijn verrezen, als arbeidsveld
hebben gekozen. Nog maar kort gele
den, hebben dieven zich toegang ver
schaft tot den noodwinkel van een fir
ma in de Mathencsserlaan, alwaar een
groot aantal japonnen werd gestolen,
t hans weer hebben inbrekers zich toe
gang verschaft, lot, den noodwinkel van
een bekenden nianufacturenhandel
aan den Staten weg. De duisternis en
bet uitgaanverbod hebben het moge
lijk gemaakt, dat de dieven de ruit
van de winkeldeur hebben kunnen
vernielen. Ongestoord hebben zij den
winkel doorzocht. Toen de inbraak
Dinsdagmorgen werd ontdekt, bleek
het, dat er voor een bedrag van f (500
aan manufacturen was ontvreemd.
VERMALEN EN BEWERKEN
VAN HOOI EN STROO VERBODEN
Het Rijksbureau voor de Voedsel
voorziening in Oorlogstijd vestigt de
aandacht op het volgende
Op grond van het Veevocderbesluit
1939 is het vermalen of op andere wij
ze bewerken van alle soorten hooi en
stroo, zoowel graanstroo als stroo van
peulvruchten en andere land- of tuin
bouwproducten, alsmede het kaf en
andere dorschafvallen, zoowel als van
riet tot voeder voor eenige diersoort,
verboden. Dit verbod zal met groote
gestrengheid worden gehandhaafd.
Het, komt voor, dat deze producten,
zooals mogelijk ook heide, biezen en
boombladeren in gemalen toestand, te
gen onevenredig hooge prijzen als
veevoeder in den handel worden ge
bracht. Veehouders wordt aangera
den, slechts gemalen producten te
koopen, waarvan het vervoer wordt
gedekt door een geldig geleidebiljet.
„LEEÜYV VAN DE GREBBE-LINIE."
Zoete en wrange vruchten van invaliditeit.
Onder de te Delft verblijf houdende perso
nen die in Mei jl. uit Rotterdam moesten wor
den geëvacueerd, bevond zich een 39-jarige
straatzanger. Toen de man zich te Delft in
een evacuatiepost bevond, begon hij te prak-
kizeeren op welke wijze hij eenig voordeel uit
zijn toestand hij was invalide zou kun
nen putten. Hij peinsde en eindelijk had hij
een oplossing gevonden. Ijverig bestudeerde
hij de advertenties in dagbladen en tijdschrif
ten en noteerde de adressen van jongedames,
die graag met een jongen, knappen oud-sol
daat van het Nederlandsche leger in corres
pondentie wilden treden.
Voorkeur hadden zij, aldus stond in som
mige advertenties, die dapper hadden gestre
den. Welnu, zoo moet de man hebben ge
dacht, wat let mij om mij als zoodanig voor
te doen. Hij noteerde ongeveer twintig adres
sen van jongedames en begon te schrijven.
Hij had een aantal foto's gekocht, waarop
vier hem onbekende soldaten voorkwamen.
Onder de knapste zette hij een kruisje en
schreef daarbij „dat ben ik." De foto werd
verzonden met de brieven, waarin hij o.a.
schreef „Ik ben twintig jaar oud, heb blau
we oogen, blond haar, goed gevormde han
den en een opgeruimd humeur. Ik heb ge
streden aan de Grebbe-linie als een leeuw,
doch helaas werd ik daar ernstig gewond aan
mijn been, waarin een bomsplinter, zes ko
gels en nog andere voorwerpen zitten. Ten
gevolge hiervan is het' been geamputeerd en
ik ben nog lang niet beter."
Mijn vader en zuster zijn bij het bombar
dement van Vlissingen gedood. De volgende
week ben ik jarig, maar dat zal wel een droe
ve dag worden omdat ik geheel alleen op de
wereld ben."
De brieven hadden succes want de harten
der jongedames werden tot medelijden bewo
gen en weldra werd per Van Gend en Loos
het eerste pakket aan den „leeuw van de
Grebbe-linie" bezorgd, inhoudende heerlijke
appelen en druiven. Daarna kwam er een
kist fijne sigaren, nog meer druiven, een zil
veren boekenlegger, wafels, reepen chocolade
potten jam, potten geconfijte vruchten en
peren.
Ongeveer 160 brieven werden gewisseld,
toen plots het einde kwam.
Een van de bewonderaarsters had te Delft
een vriendin wonen en zij verzocht haar aan
invalide een bezoek te brengen en te infor
meren hoe hij het maakte. De vriendin ging
tuinfeest op mijn verjaardag, de volgende
week;" hoorde zij een vroolijke stem zeggen;
„dat zal een prachtige gelegenheid zijn om
met hen kennis te maken. Maar hoe nu ver
der
,Laat 't verdere maar aan mij over," sprak
Max met een knipoogje, „ik heb een prachtig
plan."
„Voor den dag er dan mee," riepen de an
deren. „Eendracht maakt macht. Misschien
kunnen wij je helpen."
„Dat denk ik nietmaar luister. Ik zal
verliefd worden op één van de zusters na
tuurlijk quasi," voegde hij er met minachtend
opgetrokken lippen bij. „In werkelijkheid zou
zoo iets mogelijk zijn. Ik maak haar druk
't hof en eindelijk, op 't critieke moment,
treed ik terug. Wat zeg je er van
„Uitmuntend uitstekend een prachtig
plan klonk het verward dooreen. „Maar op
v/ie wordt je nu verliefd, er zijn er immers
twee
„Die ik vanmorgen bij de oprijlaan gezien
heb, die zal 't zijn. Zij ziet er tenminste draag
lijk uit. Wie weet, hoe die andere is,"
„O, het zal eenig zijn ik verheug me nu
al op de volgende week." juichte Ellen.
Geen van allen dacht er aan, hoe wreed
dit spel eigenlijk was voor het bedoelde jon
ge meisje geen van allen dacht er ook aan
dat dit spel weieens gevaarlijk kon worden,
niet alleen voor de eene, maar ook voor de
andere partij. Zij waren niet- ongevoelig, maar
zij waren jong en in een overmoedige stem
ming en voorzagen daardoor noch leed noch
gevaar.
Na nog eenige afspraakjes scheidde het
troepje en sloeg ieder een weg naar huis in
Max vergezeld van zijn vriend Ellen.
't Meisje achter de heesters was onbeweeg
lijk blijven staan. Ze had 't heele gesprek
gehoord en ook dengeen herkent, die zich
aangeboden had „op haar te verlieven". Ja,
zij had hem gezien dienzelfden morgen, toen
het rijtuig, waarin zij en haar vader waren
gezeten, de oprijlaan inreed.
„Zij zag er draaglijk uit", had hij gezegd.
Nu, mooi was ze niet, dat wist ze beter dan
iemand anders maar ze had een lief. lang
niet alledaagsch gezichtje met heldere, blau
we oogen en weelderig blond haar. En zooals
ize daar nu stond in haar zacht-rose-japon
er op uit, maar toen ze eindelijk het adres
had gevonden was de man niet thuishij
v/as te 's-Gravenhagé op straat aan het zin
gen. Er werd met den postcommandant ge
praat en die waarschuwde de recherche met
het gevolg, dat de man toen hij te Delft te
rugkwam. werd gearresteerd. Dit was de
wrange vrucht, na al het zoete.
BRANDSTOFFENBIJSLAG VOOR
ONDERSTEUNDEN.
Vanwege het Departement van Sociale Za
ken is aan de gemeentebesturen een brief
gezonden, waarin wordt medegedeeld, dat
van 13 October 1940 tot en met 12 April 1941
aan ondersteunde en bij de werkverruiming
geplaatste werkloozen, waaronder begrepen
de tewerkgestelde „hoofdarbeiders", alsmede
aan personen, die een tegemoetkoming ont
vangen wegens verkorten werkduur, een
brandstoffenbijslag mag worden verstrekt.
Deze zal gedurende het tijdvak van 13 Octo
ber tot en met 23 November e.k. ten hoogste
f 1.— per week en van 24 November 1940 tot
en met 8 Maart 1941 maximaal f 1.30 per
week mogen bedragen nadien mag wederom
geen liooger bedrag dan wekelijks f 1.— wor
den toegekend.
Voor dezen bijslag komen in aanmerking
gehuwde en ongehuwde kostwinners, alsmede
zij, die den steun voor alleenwonenden ont
vangen. Voorts kan nog mits het gemeente
bestuur hiervoor termen aanwezig acht in
eerstvermeld tijdvak een brandstoffenbijslag,
gelijk aan de helft van dien voor kostwinners,
worden uitgekeerd aan degenen, die bij an
deren een kamer hebben gehuurd, zonder
huiselijk verkeer, daarbij zelf de zorg dragen
voor hun voedsel en voor het verkrijgen van
brandstoffen op zichzelf zijn aangewezen.
Laatstbedoelde bijslag mag alleen worden
uitgekeerd, indien in de kamer een, in bruik-
baren toestand verkeerende stookgelegenheid
aanwezig is. waarvan ook regelmatig gebruik
wordt gemaakt.
Aan hen. die bij anderen inwonen en aan
vorengenoemde voorwaarden niet voldoen,
zooals kostgangers en zoogenaamde slaap-
gasten, mag geen brandstoffenbijslag worden
verstrekt.
In ondersteunde of bij de werkverruiming
geplaatste werkloozen, die reeds een zooge-
naamden kolenbon hebben ontvangen, kun
nen eerst dan voor brandstoffenbijslag ln
aanmerking worden gebracht, wanneer zij.
te rekenen van 13 October af. zes weken in
zorg zijn.
Een kostwinner, respectievelijk kamerbewo
ner. kan dan over de zesde zorgweek een
brandstoffenbijslag ontvangen, respectievelijk
van f 0.25 en f 0.15, aan hen kan de daarop
volgende weken normaal de bovenvermelde
bijslag worden toegekend. Uiteraard zal, in
middels de verhooging van den brandstoffen
bijslag tot f 1.30 per week van kracht is, dan
met deze wijziging rekening mogen worden
gehouden.
BUITENLANDSCH NIEUWS.
AMERIKA ANSCHE UITVOER NAAR
RUSLAND.
Volgens de „Köln. Ztg." heeft de regeering
der Vereen. Staten, naar dezer dagen te Lon
den is bekend geworden, besloten ten gunste
van Rusland het bestaande uitvoerverbod
omtrent machinale werktuigen, dat eenige
maanden geleden was afgekondigd, in te
trekken. Er zal voor 7 mill. naar Rusland
worden geleverd. De Amerikaansche scheep
vaartcommissie heeft Rusland toegestaan
tankschepen te huren met een inhoud van
meer dan 100.000 ton.
DUITSCHE OLIEVOORZIENING VOLKOMEN
VERZEKERD.
Ook indien Roemenië niet door de Duitsche
troepen in bescherming was genomen, zou
Duitscliland over voldoende voorraden motor
brandstof hebben beschikt. Olievoorraden
thans milliocnen tonnen grooter dan bij het
uitbreken van den oorlog.
Productie van gas voor auto's schier
onbegrensd.
Berlijn, 15 October. In een door het D.N.B.
van bevoegde economische zijde ontvangen
bericht wordt verklaard, dat de Duitsche pro
ductie van motorbrandstof onafgebroken is
toegenomen.
De fabricatie van synthetische benzine kon
reeds in vredestijd zoodanig worden opge
voerd, dat Duitschland bij het uitbreken van
den oorlog zijn voorraden aan motorbrand
stof niet behoefde aan te spreken, doch de
aanzienlijke behoefte kon dekken door de
loopende benzineproductie.
Thans zijn de voorraden olie reeds vroeger
werd hierop' gewezen) millioenen tonnen
grooter dan bij het uitbreken van den oorlog.
Daarbij komt nog Rusland als aanvullend le
verancier op het gebied van de motorbrand
stoffen.
In jarenlangen arbeid volgens een bepaald
plan heeft de Duitsche handelspolitiek ver
der een systeem van invoer uit Zuidoost-
Europa opgebouwd, dat reeds bij voorbaat
buiten ae Britsche blokkade viel. Zoo konden
door de uitbreiding van de samenwerking op
het gebied der handelspolitiek tijdens den
oorlog steeds grootere hoevelheden motor
brandstof uit het Zuidoosten worden inge
voerd.
Thans, nu het Roemeensche petroleumge-
bied door Duitsche troepen in bescherming is
genomen, is de meer dan voldoende voorzie
ning van Duitschland met motorbrandstof
boven iederen twijfel verheven.
Het is echter, naar uitdrukkelijk wordt ver
klaard. in geen geval waar. dat Duitschland
tot eiken prijs zonder tijdverlies eiken liter
Roemeensche olie noodig heeft, zooals de
Londensche radio enkele dagen geleden heeft
beweerd. Ook zonder Roemenië beschikt
Duitschland over voldoende motorbrandstof.
Een verderen steun voor de Duitsche mo
torbrandstof fenbalans zijn de steeds meer in
gebruik komende generatorgassen voor auto's;
dit zijn gassen, die ontstaan bij chemische
processen en bij processen, der zware indus
trie, alsmede generatorgassen. die uit hout
afval, turf en steenkool worden gewonnen.
Deze producten zijn in Duitschland in onuit
puttelijke hoeveelheden aanwezig.
Duitschland is van plan, voor auto's en
met witte opslagen, een verhoogden blos op
de wangen en schitterende oogen, zou nie
mand haar als een onbeduidend persoon zijn
voorbijgegaan, maar onwillekeurig gedacht
hebben Daar zit een trot-sche geest achter
dat hooge voorhoofd.
Ze was trotsch, heel trotseh. Bij het hooren
der beleedigende woorden was haar 't bloed
naar de wangen gestegen maar ze had haar
toorn bedwongen. Ze wilde niet beleedigd zijn
door iemand, die op zulk een toon over haar
durfde spreken. Neen, ze zou hem toonen wat
het beteekende, haar openlijk te bespotten.
Haar besluit was genomen zij zou de uitnoo-
diging tot het tuinfeest aannemen.
Het feest ter eere van Louise von Hemern
was in vollen gang. De tuin was schitterend
verlicht, behalve de kleine, donkere laantjes
en half-verborgen prieelen, waar de duister
nis en stilte door niets verbroken werden.
Het groote terras vóór 't kasteel van den
graaf Von Hemern. dat als dansplaats dienst
deed, was voor 't oogenblik verlaten de gas
ten hadden zich verspreid in het uitgestrekte
park. 't Was een prachtige, sterverlichte
avond de maan stond helder aan den don-
kerblauwen hemel, waardoor vooral op den
grooten vijver in 't midden van het park een
tooverachtig schijnsel viel, dat deed denken
aan een Venetiaanschen nacht. Het was zeker
wel hierom, dat een der jeugdige gasten deze
plaats had opgezocht. Zij zat op een der wit
marmeren banken van een Grieksch tem
peltje. aan den oever van 't water gebouwd,
en staarde peinzend voor zich uit.
Opeens hoorde zij schreden naderen en
trad een jonge man uit het duister te voor
schijn, die, haar bemerkende, verrast op 't
gebouwtje toetrad.
„Eindelijk heb ik u dn toch gevonden, freu
le," zei Max von Taran.
Ik heb u overal gezocht. Waarom is u zoo
alleen naar de eenzaamheid gevlucht
„Omdat het hier zoo verrukkelijk is," ant
woordde Valerie von Wehring droomerig.
Maar dadelijk daarop bedenkend, tot wien ze
sprak, het ze er koel op volgen „Maar waar
om heeft u mij zoo gezocht
„Omdat ik den heelen avond nog geen
woord met u heb kunnen wisselen en ik in
ieder geval kennis met u wilde maken. Mag
ik naast u komen zitten, of is mijn tegen
woordigheid u hinderlijk, dan zal ik dade
lijk
Valerie liet hem niet uitspreken „natuurlijk
zal ik u die kennismaking, waarvoor u zoo
veel moeite doet. niet ontnemen," spraak zij
haastig, terwijl een bijna-onmerkbaar spot
lachje over haar gelaat vloog, wat hij scheen
te merken. „De bank is ruim genoeg voor
twee", liet ze er op volgen met een uitnoodi-
gende beweging van haar hand.
Max nam plaats, zoo dicht mogelijk naast
Valerie als de beleefdheid gedoogde, 't geen
haar aanleiding gaf, naar den hoek der bank
te schuiven.
Ik zou u graag iets vragen, maar u moet
vooraf beloven, er niet boos om te worden."
„Als de vraag niet te onbescheiden is."
„Dat denk ik niet. Was het opzet of toe
val, dat u mij vanavond meermalen over 't
hoofd zag Ik heb driemaal geprobeerd u te
naderen en te spreken, maar telkens was u
in gesprek met een ander en scheen u mij
in 't geheel niet op te merken."
Inderdaad, hij moest een goed opmerker
zijn, want Valerie had hem werkelijk den
heelen avond genegeerd. Zij had heel goed
gezien, hoe hij bij haar binnenkomst verrast
had opgekeken, alsof hij zichzelf niet ver
trouwde. Was dat het meisje, dat hij bij
vluchtige beschouwing „dragelijk" had ge
vonden Zij zag er werkelijk heel lief uit.
En deze concessie beteekende heel wat voor
een Jonker Von Taran, wiens aristocratische
neigingen hem gewoonlijk met een soort non
chalante meerderheid deden neerzien op ie
der, die niet tot zijn stand behoorde.
Toch kon hij niet verhinderen, dat zijn
blikken telkens afdwaalden naar de plaats,
waar freule Von Wehring gezeten was. Maar
geen enkele maal smaakte hij de voldoening
dat zijn blik beantwoord werd. al gebeurd*
het een enkele maal. dat hun oogen elkaar
ontmoetten. Haar blik was altijd koud en
hoog en wendde zich dadelijk van hem af,
alsof er wel iets gewichtïgers te zien was dan
zijn persoon. En vooral dat laatste wondde
zijn ijdelheid. Hij was gewoon, dat de dames
hem bewonderden, dat zij blij waren, wan
neer hij 't woord tot hen richtte, dus moest
zoo'n verontachtzaming, vooral van iemand
van wie hij 't minst verwachtte, hem dubbel
onaangenaam zijn. En toch moest zij
vriendelijk kunnen zijn, dat drukte haar ge-
heele wezen uitdat sprak ook uit den glim
lach. waarmede zij een vriendelijke oude da
me begroet had. Maar die glimlach zag men
dien avond niet dikwijls, want telkens drong
zich het bewustzijn aan haar op, waarom ze
hier genoodigd was.
Terwijl hij zijn vraag deed, had hij haar
doordringend aangezien, en nu sloeg ook
Valerie de oogen op. En zij zag haar tegen
stander lang, elegant, met knap gelaat,
krullend bruin haai' en donkere oogen, waarin
op 't oogenblik, ondanks hemzelf, een zeker
iets de gewone hoogmoedige uitdrukking ver
zachtte. O zeker, ieder meisje moest onder de
bekoring komen van zijn persoon, zijn blik en
misschien was 't dit, dat Valerie's stem zoo
trotsch en koud maakte, dat haar woorden
bijna beleedigend klonken
„Waarom wilt u een antwoord op die vraag
hebben
„Waarom Dat is mijn vraag met een an
dere beantwoorden. Mag ik niets anders ver
wachten
Half ongeduldig, half-spottend haalde zij
de schouders op „als u er dan op staat
Waarom zou ik u veronachtzamen ik heb
er immers volstrekt geen reden toe. Natuur
lijk was 't toeval. Heeft 't u gehinderd Bij
de laatste woorden keek zij hem uittartend
aan.
„En als dat zoo was
„Dan zou 't mij natuurlijk spijten, hoewel
't onbewust gebeurde."
„Spijt het u werkelijk, dan mag ik ook op
een genoegdoening rekenen." viel Max uit,
zich verder wagende, dan hij zich voorgeno
men had maar de persoon van Valerie meer
nog haar teruggetrokkenheid, hielden hem
als 't ware gekluisterd.
„U vraagt niet weinig en waarin zal die
bestaan
„Inhij greep haar hand. .in een kus
Heftig trok zij haar hand uit de zijne en
trad van de bank terug. Een vlammend rood
bedekte haar gelaat.
..Hoe durft u 't wagen mij zoo'n vraag te
doen. Ga dadelijk weg, laat mij alleen
„Freuleik
iZie vervolg binnenpagina.