31e JAARGANG DONDERDAG 24 OCTOBER 1940 No. 124 NIEUWS» EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN GEMEENTERAAD VAN ZIJPE. EEN HUWELIJKS ADVERTENTIE. èIïi WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG ABÓNNEMENTSPRIJS per 3 maanden f 1.25. Het Noordhollandsch Veevoeder bureau. Waar de stalperiode weer begint te naderen, meenen wij er goed aan te doen cle veehou ders weer eens te wijzen op de gelegenheid die er bestaat tot het verkrijgen van gratis inlichtingen, omtrent de wijze van voeren, prijsvergelijkingen voor zoover mogelijk enz. Het N.H. Veevoederbureau is een Commissie gevormd door vertegenwoordigers der land bouworganisaties (Holl. Noorderkw.tier, L.T.B. C.B.T.B., en H.M. v. L.), is dus een instelling van en voor de boerenstand. Het secretariaat wordt waargenomen door de rijksveeteeltcon- sulent, en het doel is bevordering eener doel matige veevoeding in de ruimst mogelijke beteekenis. De adviezen worden kosteloos verstrekt, en iedere veehouder in N.H. woonachtig heeft het recht hiervan gebruik te maken. Men kan zich daartoe mondeling of schriftelijk tot het V.B. wenden. Wil men voedermiddelen of pro ducten gaan voeren, terwijl men onbekend is met eigenschappen en gehalten, zoo is het ongetwijfeld gewenscht hieromtrent nadere inlichtingen in te winnen. Nu men voor het rundvee slechts weinig krachtvoer zal krijgen, zal het berekenen van krachtvoer rantsoenen wel niet worden ge vraagd, te meer waar enkel mengsels beschik baar zijn. Waar men. vrijwel alleen op rund- voedcrmiddelen is aangewezen, zal men daar entegen in prijsvergelijkingen tusschen deze verschillende voedermiddelen nog wel meer belang stellen dan voorheen het geval was. Van groot belang is ook de verdeeling van het beschikbare ruwvoer over de stalperiode. alsmede over de verschillende diergroepen (Kalveren, kalf vaarzen, oud melksche-, nieuw melksche koeien). Degene, die zich mondeling tot het Veevoe der Bureau willen wenden, kunnen dit doen op de navolgende marktdagen Maandags te A'dam 10—12 uur in het Café op de Veemarkt. Dinsdags te Purmerend van 9.3012 uur in Hotel „De Doelen" bij J. Bakker, Ass. van het Veev. Bureau.. Donderdags te Schagen 10—12 uur in Café de Beurs (Boontjes.) Zaterdags te Hoorn in Hotel „De Keizers kroon" van 1012 uur. Alkmaar dagelijksch in het Landbouwhuis, Het Noordhollandsch Veevoeder Bureau Landbouwhuis Alkmaar. UITGEVER CORN. J. BOSKER WIERINGEN. BUREAU Hippolytushoef Wieringen Telefoon Intercomm. No. 18. GEMEENTE ZIJPE. Met 7 stemmen vóór, 1 stem tegen en 2 blanco uitgebrachte stemmen spreekt de raad zich uit vóór sa menvoeging van de gemeenten Zijpe en Callantsoog mei algenieene stemmen wordt besloten Ged. Staten te adviseeren Schagerbrug als zetel der nieuwe gemeente aan te wijzen en dc naam van de nieuwe gemeente „Zijpe" deen luiden. De raad dezer gemeente vergaderde Dins dag 22 October 1940. Twee jonge meisjes zaten op een zomer middag samen op een rots in de buurt van Boston. Een van hen, een mooie blondine, met een ondeugende tinteling in haar blau we oogen, wierp langzaam steentjes in het kabbelende water aan haar voeten, terwijl de andere, een slanke brunette, met fijnbe- sneden, droomerig gezicht lusteloos de ad vertenties van een locale courant dooslas. „Evelyn," riep ze eensklaps uit, „luister eens, hoe romantisch Jonge man, knap van uiterlijk en van goe de familie, wenscht in correspondentie te treden met jonge dame van denzelfden stand om eventueel tot een huwelijk te geraken. Is lang en donker. 26 jaar oud, gefortuneerd en bekleedt een gedistingeerde betrekking. Stikte geheimhouding verzekerd. Brieven 347 Q. Bureau dezes." „Dat klinkt heel mooi voor wie het ge looft," antwoordde de blondine lachend. „Geloof jij het dan niet vroeg Maud peinzend. „Neen, het is natuurlijk een grap. Ga alles maar eens na en vraag jezelf af of een zoo begeerlijke partij als deze jonge man schijnt te zijn, zijn toevlucht tot een huwe lijkadvertentie zou hoeven te nemen." „Ja, je hebt gelijk," meende Maud, „en toch kan het zijn dat hij niet in de gelegenheid is met aardige jonge meisjes in aanraking te komen." „Arme jongen zei Evelyn spottend. „En als het nu eens oprecht gemeend was, wat zou het dan nog „Niets," antwoordde Maud haastig. „Maar, voegde ze er lachend aan toe, „dat wil ik toch eens zien uit te vinden door er op te ant woorden." „Dat meen je toch niet?" hijgde Evelyn. „Ja,, waarom niet Ik hoef mijn naam immers niet te noemen." „Maud, je bent onverbeterlijk De openbare vergadering werd namiddags 2 uur geopend, nadat de raad vanaf 2 uur in comité-zitting bijeen geweest was. Voorzitter de heer Mr. D. Breebaart Kz., burgemeester; secretaris de heer J. A. de Boer. Afwezig wegens ziekte is de heer Dignum. De Voorzitter opent de vergadering en spreekt er zijn genoegen over uit, dat de heer Doedens weer hersteld is we zullen hopen, zegt spr.. dat ook de heer Dignum weer spoe dig de vergaderingen zal kunnen bezoeken. De notulen worden goedgekeurd. Mededeelingen en ingekomen stukken. Ged. Staten keuren goed liet raadsbesluit van 1 October 1940 inzake verkoop van een bouwterrein aan C. K. Grootes. De benoeming als wijkverpleegster werd door Zuster T. Houten aangenomen. De heer G.Hollander zond bericht van aan neming zijner benoeming als klokkenist. De Fraude-risico Onderlinge van Gemeen ten, gevestigd te 's-Gravenhage zond het jaarverslag over 1939, terwijl eveneens in kwam het jaarverslag 1939 van de werkzaam heden der Commissie voor de malariabestrij ding door de bevolking in Noordholland. Beide verslagen zullen circuleeren. Voorts kwam in het procesverbaal van de cpneming van kas en boeken van den Ge meente-Ontvanger op 26 September 1940. Opheffing noodslachtplaats te 't Zand. B. en W. stellen voor om de noodslacht plaats te 't Zand met ingang van 1 November 1940 op te heffen en als noodslachtplaatsen voor deze gemeente aan te wijzen de Centrale noodslachtplaats te Schagen en de noodslacht plaats te Sint Maartensbrug (Oosterman.) De Voorzitter doet mededeeling van een schrijven van den Keuringsdienst te Schagen waarin wordt medegedeeld, dat in verband met de distributie van vleesch besloten is het aantal noodslachtplaatsen te beperken en waar er in de noodslachtplaats te 't Zand zoo goed als geen noodslachtingen plaats vinden, is 't niet verantwoord deze nood slachtplaats te handhaven. Bij Oosterman nog zijn wél voldoende noodslachtingen, om deze noodslachtplaats te handhaven. De heer Doedens zegt, dat hij in verband met zijn ongesteldheid niet in de gelegenheid was naar Schagerbrug te komen, maar hij zich heeft vervoegd bij den betrokken per soon te 't Zand. Deze hoorde van de plannen tot afschaffing op en nu spr. 't schrijven van den keuringsdienst hoort, is ook spr. ver baasd. Immers het is nog geen 3 weken gele den, dat de heer De Boer de directeur van den keuringsdienst met den Inspecteur de noodslachtplaats heeft bezocht en toen ver klaard werd dat de noodslachtplaats in goe den staat verkeerde. De man heeft 44 jaar lang de noodslachterij gehandhaafd en hij begrijpt niet waarom zij nu eensklaps moet worden opgeheven. Spr. geeft B. en W. in overweging persoonlijk deze zaak eens te on derzoeken. De Voorzitter merkt op dat het er niet om gaat of de noodslachtplaats in goeden staat verkeerd, 't gaat alleen om den omzet en er is zoowat geen omzet. De veeartsenij kundige dienst zit er achter om de noodslachtplaatsen op te heffen. Op den duur zullen alle nood slachtplaatsen wel worden opgeheven Sint Maartensbrug kunnen we nog handhaven, als we die te 't Zand maar opheffen. Spr. her- ADVERTENTIëN Van 1 5 regels f 0.50 Iedere regel meer f Q.I0 „Laat ons nu eens overleggen wat de beste manier zou zijn dezen Adonis te zien te krij gen, zonder ons bekend te maken." Ze raapte de courant op en bestudeerde aandachtig de advertentie. „Ik geloof dat ik een anoniemen brief zal zenden naar 347 Q. Bureau dezes," zei Maud eindelijk, „en begin nen met te zeggen dat, ofschoon ik niet twij fel aan de oprechtheid zijner bedoelingen, ik toch de uiterste voorzichtigheid in acht moet nemen prachtig hé en hem daarom voorstel in dezelfde courant een punt van bijeenkomst te willen vaststellen, waar ik hem kan ontmoeten. En dan zal ik mijzelf in schilderachtige bewoordingen beschrij ven." „Allemaal goed en wel," zei Evelyn. „maar gesteld dat hij een afspraak maakt, wat dan „Dan moet jij er heengaan," antwoordde Maud beslist. „Ik O „Ja, jij. Ik zal de beschrijving van mijzelf zoo inkleeden dat hij zich onmogelijk in jou kan vergissen. Maar als hij je aanspreekt en vraagt of -jij de bewuste jonge dame bent, dan kun je volkomen oprecht antwoorden neen, terwijl als ik zelf ging. ik dit onmoge lijk zou kunnen doen. Hij moet mij dus niet zien." Hoewel het plannetje Evelyn niet erg toe lachte, was ze steeds te zeer onder den in vloed van haar vriendin om het te weigeren. Toen ze dus een uurtje later afscheid van haar nam om met haar tante thee te gaan drinken op de pier, had ze Maud beloofd haar aanwijzingen stipt te zullen volgen. Wallace Gordon, een knappe jonge man was met het jacht van zijn vriend in Boston gekomen. Daar de mast onderweg gebroken en het zeil gescheurd was, zou hij er waarJ sehijnlijk een paar dagen moeten blijven. Zijn vriend was intusschcn naar New York te rug gegaan om oenige zaken te regelen en zoo was hij aan zichzelf overgelaten. Den vorigen avond was hij naar den schouw burg geweest en had zich onweerstaanbaar haalt dat 't niet de ;W»eite waard is, wat er geslacht wordt. De heer Doedens is 't daarmee niet eens, er komen slachtingen uit Wieringen, Anna Paulowna en Callantsoog. De man is 73 jaar, heeft de zaak altijd goed behartigd en spr. vindt 't wel wat erg om hem nu zijn bron van inkomsten te ontnemen. De Voorzitter antwoordt dat die bron zeem weinig beteekent en als de noodslachtplaats; wordt opgeheven, kan de man vleesch van' de Centrale noodslachtplaats bekomen en onder toezicht verkoopen. De heer Doedens informeert of de man, als de noodslachtplaats wordt opgeheven, dan slager gerold is. De VoorzitterWat noodslachtingen be treft wél. De heer Doedens Er vinden ook andere slachtingen plaats. De Voorzitter Dat mag nietdaar zal een stokje voor worden gestoken. De heer Doedens Dus is hij dan weer een gewone slager. De Voorzitter Hij zal dan bij de Centrale slachtplaats vleesch kunnen betrekken. Ook de heer Van der Sluijs wijst op het geringe aantal noodslachtingen te 't Zand.' Nog minder dan 40, bij Oosterman daarente- j gen 330. Als de noodslachtplaats wordt opge-' heven, zal hij alleen goedgekeurd vleesch onder toezicht mogen verkoopen de direc teur van den dienst dacht, dat de man in dat geval meer inkomsten zal genieten. j De heer Jansma vraagt of de quaestie eerst niet met den betrokken persoon is besproken, dan had dit heele gesprek achterwege kun nen blijven. De heer Doorn heeft 't al jaren lang een scheeve verhouding* gevonden, dat die nood slachtplaatsen in de verschillende gemeen ten intact bleven de aangewezen weg is dit niet geweest; spr. meent dat er in de toe-J komst één centrale slachtplaats moet wezen' maar ook dat 't publiek in staat moet wor den gesteld het in consumptie gebrachte vleesch te betrekken. Want waar 't goedge-' keurde vleesch komt. weet niemand dat de burgerij van 't van de noodslachtingen af komstige vleesch kan profiteeren is nooit gebleken. De heer Bruin Kan 't niet met den man worden besproken. De Voorzitter Er is niets meer te bespre ken. De heer Bruin is 't met den heer Doedens eens. dat 't wat erg is om den man op dien leeftijd die inkomsten te ontnemen. De Voorzitter herhaalt dat die inkomsten niet veel kunnen beteekenen. Als 't besluit tot opheffing is genomen, zullen B. en W. den man vragen hier te komen om de quaes tie eens met hem te bespreken. Zonder hoofdelijke stemming wordt over eenkomstig het voorstel van B. en W. besloten. Vereeniging van de Gemeenten Zijpe en Callantsoog. In behandeling komt een schrijven van Gedeputeerde Staten van Noordholland be treffende vereeniging van de gemeenten Zijpe en Callantsoog. Uit dit schrijven blijkt, dat 't in de bedoe ling ligt levenskrachtige gemeenten te vor men en de samenvoegingen beoogen bespa ring van kosten van het bestuursapparaat. Door den Secretaris-Generaal wordt het on- noodig en ongewenscht geoordeeld dat artikel aangetrokken gevoeld door de schoonheid van een jong meisje, dat met een oudere dame in het loge zat. Hij had haar met zulke be wonderende blikken aangestaard dat dit on willekeurig haar aandacht had getrokken. Hun oogen hadden elkaar ontmoet en de be wondering was wederkeerig geworden. Toen ze eindelijk bij de finale van het laatste be drijf luide applaudisseerden, vroegen ze zich zelf af hoe het kwam dat ze eigenlijk zoo weinig van het stuk hadden gezien, dat zich voor hun oogen hadden afgespeeld. Tante en nichtje zaten nu een kopje thee te drinken voor het open raam van het pa viljoen op de pier, toen dezelfde jonge man in een wit flanellen pak en witte pet op, bin nenkwam. Weer ontmoetten hun blikken el kaar en blozend sloeg het meisje haar oogen neer om haar aandacht te concentreeren op een schaal gebakjes vóór haar. Den dag daarna trof Maud haar vriendin in diep gepeins verzonken op het strand aan. Ze deelde haar mee dat ze haar plan ten uit voer gebracht en volgens afspraak den brief die een meesterstuk van welsprekendheid was geworden, verzonden had. „Ik weet niet meer precies wat ik geschreven heb", zei ze, „maar ik twijfel niet of de romantische vreemdeling zal er op afkomen." En ze had gelijk. Den volgenden morgen keken ze gretig de Bostonsche courant- door en vonden weldra een advertentie van den volgenden inhoud „Aan M. Ik zal zor gen vanavond om acht uur bij den vuurtoren van Boston te zijn en hoop u daar te zul len ontmoeten." Eenigszins zenuwachtig gestemd, sloeg Eve lyn op den bepaalden tijd den weg naar den vuurtoren in want al stak al misschien geen kwaad in den jongen man te misleiden, vond ze het toch niet recht vrouwelijk van zichzelf. Toen ze den hoek van den weg omsloeg, kwam er een groote herdershond, gevolgd door een luitenant, aanhollen om een wan delstok terug te halen, dien zijn baas een eind vooruit gegooid had, en stiet in vollen draf met zulk een geweld tegen haar aan, 158 en volgende artikelen der Gemeentewet (het benoemen van nevenraden enz.) worden toegepast. Wel wordt behalve het- oordeel van Ged. Staten het advies van de betrokken gemeen ten gevraagd, waarbij als eïsch wordt gesteld c'at het gevoelen van den raad vóór 15 Nov, a.s. kenbaar moet zijn gemaakt. Ook zullen eventuëele grenswijzigingen mogelijk zijn, waarbij er evenwel op wordt gewezen dat die veel moeilijker zijn dan samenvoeging van gemeenten. Het standpunt van B. en W. bekend Het is neergelegd in een lijvig rap port van Augustus 1935. De Voorzitter .zegt dat het standpunt van B. en W. aan den raad bekend is het is neergelegd in een lijvig rapport van Augus tus 1935. B. en W. verwijzen naar dat rapport, de motieven, die daarin voor samenvoeging golden, zijn in groote lijnen nog volkomen geldig, al zal de proefbegrooting voor 1935 nu niet meer in alle opzichten kunnen die nen. De arbeidsbemiddeling bijv. wordt blij kens mededeeling in de pers, Rijkszaak en zeer binnenkort zal er dus geen gemeentelij ke arbeidsbemiddeling meer zijn. Als er cén combinatie van gemeenten vóór de hand ligt, dan is 't wel die van de ge meenten Zijpe en Callantsoog. In de gemeente Zijpe zijn landbouw en veeteelt, in Cal lantsoog neemt het vreemdelingenverkeer een belangrijke positie in naast landbouw en vee teelt, zoodat voor één soort bevolking deze 3 takken gelden. Er wordt wel eens beweerd dat tuinbouwstreken bij tuinbouwstreken en landbouwstreken bij landbouwstreken behoo- ren te worden gebracht, maar spr. is 't daar niet mee eens. Men moet de gemeenten zoo weinig mogelijk conjunctuur gevoelig ma ken dit is geen uitdrukking van spr. maar ze geeft de bedoeling juist weer. Immers als 't den tuinbouw slechts zou gaan, zou 't dan de geheele gemeente slecht gaan. Spr. legt er den nadruk op, dat geen persoonlijke over wegingen geen rol mogen spelen. Het is wel jammer dat er door de samenvoegingen ver schillende slachtoffers zullen worden ge maakt en mooier zou 't zijn dat samenvoe ging alleen plaats vond bij overlijden, maar we zullen hopen, dat zoo goed mogelijke re gelingen zullen worden getroffen. Alleen het algemeen belang mag gelden. U zoowel als ik hebben daarvoor de eed afgelegd. Spr. wijst er voorts op dat Schagerbrug het aangewezen middelpunt van de nieuwe gemeente dient te zijn. Geografisch is Petten op een grooter af stand dan Callantsoog en toch is Petten één geheel met de gemeente Zijpe en heeft 't de zegenrijke resultaten van de vereeniging met Zijpe ondervonden. Schagerbrug heeft een raadhuis dat zeer voldoende capaciteiten heeft en als t noodig was doch dat is 't niet zou uitbreiding mogelijk zijn. Voorts staan hier de ambtswo ningen van den burgemeester en van den secretaris. B. en W. stellen dus voor omtrent de gedachte samenvoeging gunstig te advi seeren, als centrum der nieuwe gemeente Schagerbrug naar voren te brengen en de naam van de nieuwe gemeente „Zijpe" te doen luiden. De heer Bruin vraagt wat er gebeurt als de raad tegen de samenvoeging stemt. De Voorzitter Dat weet ik niet. De heer Bruin staat nog op 't zelfde stand punt als in 1935. Hij vindt de gemeente Zijpe dat de parasol haar uit de hand viel. Terwijl zij zich bukte om dien op te rapen, dook er een mannelijke gestalte als uit den grond op en een beschaafde stem sprak „Sta mij toe dat voor u te doen," en Evelyn werd vuurrood van verlegenheid toen ze in hem den vreemdeling herkende dien zij eerst in den schouwburg, daarna in het paviljoen op de pier, had ontmoet. „Zou hij de steller van de advertentie zijn dacht ze en haar polsen begonnen sneller te kloppen. „Ik hoop dat de hond u niet bezeerd heeft vroeg hij. „Neen, dank u, ik schrok alleen even, om dat ik het beest niet had zien aankomen." „U liep zeker aan iets anders te denken," zei hij plagend. Ze bloosde opnieuw, nu vast overtuigd dat hij de advertentie had doen plaatsen. Ze gaf geen antwoord, maar keek verstrooid naar de kabbelende golfjes van de zee. „Een aardige plaats. Boston, vindt u niet ging hij bedaard voort. „Ja, vooral op een zomeravond als deze." „Is u hier bekend „Zeker, ik woon hier. Maar ik moet nu gaan, een vriendin van mij wacht op den boulevard." „Mag ik u daarheen begeleiden Die hond is nog in de buurt, en mocht eens weer van zijn dolle sprongen uithalen." Evelyn lachte en begon langzaam den te rugtocht met het voorkomen, alsof ze niet op zijn gezelschap tegen had. Waarom zou Maud den jongen man, dien ze voor den mal hadden gehouden, ook niet eens zien „Ik ben hier met een jacht", vertelde hij haar, onder het gaan een sigaret aanstekend, „en heb hier reeds eenige dagen doorgebracht. Men krijgt echter gauw genoeg van dat zwer vende leven. Ik benijd dikwijls de menschen, die gelukkig getrouwd zijn." „Waarom volgt u dan hun voorbeeld niet?" „Dat ben ik van plan." zei hij haar recht in de oogen ziende. „Kent u hier vele menschen vroeg Eve lyn om het gesprek een andere wending te groot genoeg en heeft geen behoefte aan bu ren. Spr. zou het schrijven van Ged. Staten voor kennisgeving aan willen nemen. De heer Doedens is evenals de heer Bruin ook tegen de samenvoeging. Maar zegt spr.. we behoeven er niet lang over te bekvechten, want het college van Ged. Staten dat vorig maal zorgde dat de samenvoeging van de baan geraakte, komt nu zelf met het voorstel tot samenvoeging. Ook spr. wil het schrijven van Ged. Staten voor kennisgeving aanne men. De heer Veltman is nog steeds voorstander van het opruimen van kleine gemeenten en onderschrijft volkomen wat door den Voorzit ter is gezegd. Callantsoog heeft vorig maal alleen gezegd „we willen niet. omdat we niet willen." Maar dat is geen argumentatie. Alleen spijt 't spr. dat de quaestie der samenvoeging niet c-nder andere omstandigheden aanhangig wordt gemaakt. We hebben kunnen lezen, zegt spr., dat Petten geen geheel is met Zijpe, maar spr. gelooft dat de pers mis was, want we hebben hier in den raad 2 vertegenwoordi gers van Petten en er is nooit een wanklank gehoord er is nooit gebleken dat Petten achteraf werd gesteld. Spr. hoopt dat dit ook zóó zal worden met Callantsoog. De heer Kok zegt. het rapport van Augus tus 1935 gelezen hebbende, het eens te zijn met dat rapport. Spr. is ook van meening dat fc-r belangrijke voordeelen verbonden zijn aan samenvoeging. Spr. wijst er op dat de raad de algemeene belangen moet behartigen en spr. meent dat dit gebeurt als de miniatuur gemeenten verdwijnen. Om die reden meent hij gerust zijn stem aan het voorstel van B. en W. te kunnen geven. De heer Doorn zegt, tegenstander van sa menvoeging te zijn gebleven en Ged. Staten zullen er in hun hart ook niet vóór zijn, wél waar 't bijv. samengegroeide gemeenten als de Langendijker gemeenten betreft. Spr. her innert aan 't gedichtje Wat gii niet wilt, dat U geschiedt. Doet dat ook een ander niet. Spr. denkt dat "t voorstel van B. en W. heel anders zou luiden als bijv. samenvoeging van Zijpe bij Schagen aanhangig was ge maakt. Spr. herhaalt waarom zullen wij ons met de gemeentelijke huishouding van Cal lantsoog bemoeien. Voor onze gemeente van 7300 H.A. en 5300 ingezetenen met 6 dorpen is er perspectief genoeg om haar tot een groo te gemeente te maken. Het finantieel belang komt z.i. te vervallen, enkele ambtenaren zul len wel de dupe worden, maar een burge meester komt op wachtgeld en als er amb tenaren noodig zijn, zullen ze er wel komen. Het finantieel voordeel zal dus de sop de kool riet waard zijn. Spr. is overtuigd dat Cal lantsoog haar zelfstandigheid zal willen be waren Wij zijn Hollanders, wij willen Ne derland houden. Moeten wij Hollanders nu andere Hollanders hun rechten ontnemen Callantsoog is altijd een zelfstandige ge meente geweestspr. kan aan dit voorstel zijn stem niet geven. De Voorzitter In 1815 behoorde Callants oog tot de gemeente Zijpe. De heer Jansma is ?t heelemaal niet eens met, de redeneering van den heer Doorn. Spr. hoopt en vertrouwt dat de samenvoeging even zegenrijk voor 't geheel zal zijn, als de sa menvoeging van Petten bij Zijpe voor Petten is geweest. Spr. is er zeker van dat over ee nige jaren de Callantsoogers zullen zeggen, geven. „Neen. alleen eenige leden van de „Roeï- vereeniging". „Mijn vader John Miller was er tijdens zijn leven ook lid van." „Ja Mijn naam is Gordon Wallace Gor don." Hij haalde een visitekaartje uit zijn zak en gaf haar dat. „Zou ik u eens een bezoek mogen brengen Evelyn wist niet wat ze zeggen zou. Hoe zou haar tante de komst van zulk een vreem de jongen man opvatten Hij scheen haar gedachten te raden. ,.Ik denk dat ik wel leden van de Roeivereeniging heb ontmoet, die u kent, en die mij met genoegen een in troductie zouden geven." „U kunt gerust komen," zein Evelyn een voudig. „Ik weet zeker dat het mijn tante plezier zal doen u te ontmoeten." „Is u bij haar gelogeerd „Neen, ik woon bij haar in, ik ben een wees." „O, neemt u me niet kwalijk. Is dat soms uw vriendin vroeg hij op Maud wijzend, die rood van verontwaardiging Evelyn met den man zag naderen, die ze in de val gelokt hadden. „Ja," antwoordde Evelyn. „Maud. mag ik je den heer Wallace Cordon eens voorstellen, dien ik juist ontbloot heb en „En die hoopt nader kennis met u te mo gen maken." vulde Gordon aan. „Vreemd hoe toevallig men elkaar soms kan ontmoeten. Ik moest, in antwoord op een advertentie, ergens in de buurt van den vuurtoren zijn, en „O," hijgde Maud. en had het geluk juffrouw Miller voor een hond te mogen beschermen. Als u mij nu nog even wilt zeggen waar u woont." ver volgde hij zich tot Evelyn wendend, „hoop ik u morgennamiddag te komen bezoeken." „Evelyn riep Maud ontsteld uit. „Dal zal ons een waar genoegen zijn. me neer Gordon". antwoordde E vel ju. zonder zich aan haar vriendin te storen. „Mijn tante woont vlak tegenover het monument van (Zie vervolg Binnenpagina.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1940 | | pagina 1