31e JAARGANG
DONDERDAG 24 OCTOBER 1940
No. 124
NIEUWS» EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
GEMEENTERAAD VAN ZIJPE.
EEN HUWELIJKS
ADVERTENTIE.
èIïi
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG
ABÓNNEMENTSPRIJS
per 3 maanden f 1.25.
Het Noordhollandsch Veevoeder
bureau.
Waar de stalperiode weer begint te naderen,
meenen wij er goed aan te doen cle veehou
ders weer eens te wijzen op de gelegenheid
die er bestaat tot het verkrijgen van gratis
inlichtingen, omtrent de wijze van voeren,
prijsvergelijkingen voor zoover mogelijk enz.
Het N.H. Veevoederbureau is een Commissie
gevormd door vertegenwoordigers der land
bouworganisaties (Holl. Noorderkw.tier, L.T.B.
C.B.T.B., en H.M. v. L.), is dus een instelling
van en voor de boerenstand. Het secretariaat
wordt waargenomen door de rijksveeteeltcon-
sulent, en het doel is bevordering eener doel
matige veevoeding in de ruimst mogelijke
beteekenis.
De adviezen worden kosteloos verstrekt, en
iedere veehouder in N.H. woonachtig heeft
het recht hiervan gebruik te maken. Men kan
zich daartoe mondeling of schriftelijk tot het
V.B. wenden. Wil men voedermiddelen of pro
ducten gaan voeren, terwijl men onbekend is
met eigenschappen en gehalten, zoo is het
ongetwijfeld gewenscht hieromtrent nadere
inlichtingen in te winnen.
Nu men voor het rundvee slechts weinig
krachtvoer zal krijgen, zal het berekenen van
krachtvoer rantsoenen wel niet worden ge
vraagd, te meer waar enkel mengsels beschik
baar zijn. Waar men. vrijwel alleen op rund-
voedcrmiddelen is aangewezen, zal men daar
entegen in prijsvergelijkingen tusschen deze
verschillende voedermiddelen nog wel meer
belang stellen dan voorheen het geval was.
Van groot belang is ook de verdeeling van
het beschikbare ruwvoer over de stalperiode.
alsmede over de verschillende diergroepen
(Kalveren, kalf vaarzen, oud melksche-, nieuw
melksche koeien).
Degene, die zich mondeling tot het Veevoe
der Bureau willen wenden, kunnen dit doen
op de navolgende marktdagen
Maandags te A'dam 10—12 uur in het Café
op de Veemarkt.
Dinsdags te Purmerend van 9.3012 uur
in Hotel „De Doelen" bij J. Bakker, Ass. van
het Veev. Bureau..
Donderdags te Schagen 10—12 uur in Café
de Beurs (Boontjes.)
Zaterdags te Hoorn in Hotel „De Keizers
kroon" van 1012 uur.
Alkmaar dagelijksch in het Landbouwhuis,
Het Noordhollandsch Veevoeder Bureau
Landbouwhuis Alkmaar.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER WIERINGEN.
BUREAU
Hippolytushoef Wieringen
Telefoon Intercomm. No. 18.
GEMEENTE ZIJPE.
Met 7 stemmen vóór, 1 stem tegen
en 2 blanco uitgebrachte stemmen
spreekt de raad zich uit vóór sa
menvoeging van de gemeenten
Zijpe en Callantsoog
mei algenieene stemmen wordt
besloten Ged. Staten te adviseeren
Schagerbrug als zetel der nieuwe
gemeente aan te wijzen en dc naam
van de nieuwe gemeente „Zijpe"
deen luiden.
De raad dezer gemeente vergaderde Dins
dag 22 October 1940.
Twee jonge meisjes zaten op een zomer
middag samen op een rots in de buurt van
Boston. Een van hen, een mooie blondine,
met een ondeugende tinteling in haar blau
we oogen, wierp langzaam steentjes in het
kabbelende water aan haar voeten, terwijl
de andere, een slanke brunette, met fijnbe-
sneden, droomerig gezicht lusteloos de ad
vertenties van een locale courant dooslas.
„Evelyn," riep ze eensklaps uit, „luister
eens, hoe romantisch
Jonge man, knap van uiterlijk en van goe
de familie, wenscht in correspondentie te
treden met jonge dame van denzelfden stand
om eventueel tot een huwelijk te geraken.
Is lang en donker. 26 jaar oud, gefortuneerd
en bekleedt een gedistingeerde betrekking.
Stikte geheimhouding verzekerd.
Brieven 347 Q. Bureau dezes."
„Dat klinkt heel mooi voor wie het ge
looft," antwoordde de blondine lachend.
„Geloof jij het dan niet vroeg Maud
peinzend.
„Neen, het is natuurlijk een grap. Ga alles
maar eens na en vraag jezelf af of een
zoo begeerlijke partij als deze jonge man
schijnt te zijn, zijn toevlucht tot een huwe
lijkadvertentie zou hoeven te nemen."
„Ja, je hebt gelijk," meende Maud, „en toch
kan het zijn dat hij niet in de gelegenheid
is met aardige jonge meisjes in aanraking te
komen."
„Arme jongen zei Evelyn spottend. „En
als het nu eens oprecht gemeend was, wat
zou het dan nog
„Niets," antwoordde Maud haastig. „Maar,
voegde ze er lachend aan toe, „dat wil ik toch
eens zien uit te vinden door er op te ant
woorden."
„Dat meen je toch niet?" hijgde Evelyn.
„Ja,, waarom niet Ik hoef mijn naam
immers niet te noemen."
„Maud, je bent onverbeterlijk
De openbare vergadering werd namiddags
2 uur geopend, nadat de raad vanaf 2 uur
in comité-zitting bijeen geweest was.
Voorzitter de heer Mr. D. Breebaart Kz.,
burgemeester; secretaris de heer J. A. de
Boer.
Afwezig wegens ziekte is de heer Dignum.
De Voorzitter opent de vergadering en
spreekt er zijn genoegen over uit, dat de heer
Doedens weer hersteld is we zullen hopen,
zegt spr.. dat ook de heer Dignum weer spoe
dig de vergaderingen zal kunnen bezoeken.
De notulen worden goedgekeurd.
Mededeelingen en ingekomen stukken.
Ged. Staten keuren goed liet raadsbesluit
van 1 October 1940 inzake verkoop van een
bouwterrein aan C. K. Grootes.
De benoeming als wijkverpleegster werd
door Zuster T. Houten aangenomen.
De heer G.Hollander zond bericht van aan
neming zijner benoeming als klokkenist.
De Fraude-risico Onderlinge van Gemeen
ten, gevestigd te 's-Gravenhage zond het
jaarverslag over 1939, terwijl eveneens in
kwam het jaarverslag 1939 van de werkzaam
heden der Commissie voor de malariabestrij
ding door de bevolking in Noordholland.
Beide verslagen zullen circuleeren.
Voorts kwam in het procesverbaal van de
cpneming van kas en boeken van den Ge
meente-Ontvanger op 26 September 1940.
Opheffing noodslachtplaats te 't Zand.
B. en W. stellen voor om de noodslacht
plaats te 't Zand met ingang van 1 November
1940 op te heffen en als noodslachtplaatsen
voor deze gemeente aan te wijzen de Centrale
noodslachtplaats te Schagen en de noodslacht
plaats te Sint Maartensbrug (Oosterman.)
De Voorzitter doet mededeeling van een
schrijven van den Keuringsdienst te Schagen
waarin wordt medegedeeld, dat in verband
met de distributie van vleesch besloten is
het aantal noodslachtplaatsen te beperken
en waar er in de noodslachtplaats te 't Zand
zoo goed als geen noodslachtingen plaats
vinden, is 't niet verantwoord deze nood
slachtplaats te handhaven. Bij Oosterman
nog zijn wél voldoende noodslachtingen, om
deze noodslachtplaats te handhaven.
De heer Doedens zegt, dat hij in verband
met zijn ongesteldheid niet in de gelegenheid
was naar Schagerbrug te komen, maar hij
zich heeft vervoegd bij den betrokken per
soon te 't Zand. Deze hoorde van de plannen
tot afschaffing op en nu spr. 't schrijven van
den keuringsdienst hoort, is ook spr. ver
baasd. Immers het is nog geen 3 weken gele
den, dat de heer De Boer de directeur van
den keuringsdienst met den Inspecteur de
noodslachtplaats heeft bezocht en toen ver
klaard werd dat de noodslachtplaats in goe
den staat verkeerde. De man heeft 44 jaar
lang de noodslachterij gehandhaafd en hij
begrijpt niet waarom zij nu eensklaps moet
worden opgeheven. Spr. geeft B. en W. in
overweging persoonlijk deze zaak eens te on
derzoeken.
De Voorzitter merkt op dat het er niet om
gaat of de noodslachtplaats in goeden staat
verkeerd, 't gaat alleen om den omzet en er
is zoowat geen omzet. De veeartsenij kundige
dienst zit er achter om de noodslachtplaatsen
op te heffen. Op den duur zullen alle nood
slachtplaatsen wel worden opgeheven Sint
Maartensbrug kunnen we nog handhaven, als
we die te 't Zand maar opheffen. Spr. her-
ADVERTENTIëN
Van 1 5 regels f 0.50
Iedere regel meer f Q.I0
„Laat ons nu eens overleggen wat de beste
manier zou zijn dezen Adonis te zien te krij
gen, zonder ons bekend te maken."
Ze raapte de courant op en bestudeerde
aandachtig de advertentie. „Ik geloof dat ik
een anoniemen brief zal zenden naar 347 Q.
Bureau dezes," zei Maud eindelijk, „en begin
nen met te zeggen dat, ofschoon ik niet twij
fel aan de oprechtheid zijner bedoelingen, ik
toch de uiterste voorzichtigheid in acht moet
nemen prachtig hé en hem daarom
voorstel in dezelfde courant een punt van
bijeenkomst te willen vaststellen, waar ik
hem kan ontmoeten. En dan zal ik mijzelf
in schilderachtige bewoordingen beschrij
ven."
„Allemaal goed en wel," zei Evelyn. „maar
gesteld dat hij een afspraak maakt, wat
dan
„Dan moet jij er heengaan," antwoordde
Maud beslist.
„Ik O
„Ja, jij. Ik zal de beschrijving van mijzelf
zoo inkleeden dat hij zich onmogelijk in jou
kan vergissen. Maar als hij je aanspreekt en
vraagt of -jij de bewuste jonge dame bent,
dan kun je volkomen oprecht antwoorden
neen, terwijl als ik zelf ging. ik dit onmoge
lijk zou kunnen doen. Hij moet mij dus niet
zien."
Hoewel het plannetje Evelyn niet erg toe
lachte, was ze steeds te zeer onder den in
vloed van haar vriendin om het te weigeren.
Toen ze dus een uurtje later afscheid van
haar nam om met haar tante thee te gaan
drinken op de pier, had ze Maud beloofd
haar aanwijzingen stipt te zullen volgen.
Wallace Gordon, een knappe jonge man was
met het jacht van zijn vriend in Boston
gekomen. Daar de mast onderweg gebroken
en het zeil gescheurd was, zou hij er waarJ
sehijnlijk een paar dagen moeten blijven.
Zijn vriend was intusschcn naar New York te
rug gegaan om oenige zaken te regelen en
zoo was hij aan zichzelf overgelaten.
Den vorigen avond was hij naar den schouw
burg geweest en had zich onweerstaanbaar
haalt dat 't niet de ;W»eite waard is, wat er
geslacht wordt.
De heer Doedens is 't daarmee niet eens,
er komen slachtingen uit Wieringen, Anna
Paulowna en Callantsoog. De man is 73 jaar,
heeft de zaak altijd goed behartigd en spr.
vindt 't wel wat erg om hem nu zijn bron
van inkomsten te ontnemen.
De Voorzitter antwoordt dat die bron zeem
weinig beteekent en als de noodslachtplaats;
wordt opgeheven, kan de man vleesch van'
de Centrale noodslachtplaats bekomen en
onder toezicht verkoopen.
De heer Doedens informeert of de man,
als de noodslachtplaats wordt opgeheven, dan
slager gerold is.
De VoorzitterWat noodslachtingen be
treft wél.
De heer Doedens Er vinden ook andere
slachtingen plaats.
De Voorzitter Dat mag nietdaar zal een
stokje voor worden gestoken.
De heer Doedens Dus is hij dan weer een
gewone slager.
De Voorzitter Hij zal dan bij de Centrale
slachtplaats vleesch kunnen betrekken.
Ook de heer Van der Sluijs wijst op het
geringe aantal noodslachtingen te 't Zand.'
Nog minder dan 40, bij Oosterman daarente- j
gen 330. Als de noodslachtplaats wordt opge-'
heven, zal hij alleen goedgekeurd vleesch
onder toezicht mogen verkoopen de direc
teur van den dienst dacht, dat de man in
dat geval meer inkomsten zal genieten. j
De heer Jansma vraagt of de quaestie eerst
niet met den betrokken persoon is besproken,
dan had dit heele gesprek achterwege kun
nen blijven.
De heer Doorn heeft 't al jaren lang een
scheeve verhouding* gevonden, dat die nood
slachtplaatsen in de verschillende gemeen
ten intact bleven de aangewezen weg is dit
niet geweest; spr. meent dat er in de toe-J
komst één centrale slachtplaats moet wezen'
maar ook dat 't publiek in staat moet wor
den gesteld het in consumptie gebrachte
vleesch te betrekken. Want waar 't goedge-'
keurde vleesch komt. weet niemand dat de
burgerij van 't van de noodslachtingen af
komstige vleesch kan profiteeren is nooit
gebleken.
De heer Bruin Kan 't niet met den man
worden besproken.
De Voorzitter Er is niets meer te bespre
ken.
De heer Bruin is 't met den heer Doedens
eens. dat 't wat erg is om den man op dien
leeftijd die inkomsten te ontnemen.
De Voorzitter herhaalt dat die inkomsten
niet veel kunnen beteekenen. Als 't besluit
tot opheffing is genomen, zullen B. en W.
den man vragen hier te komen om de quaes
tie eens met hem te bespreken.
Zonder hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig het voorstel van B. en W. besloten.
Vereeniging van de Gemeenten
Zijpe en Callantsoog.
In behandeling komt een schrijven van
Gedeputeerde Staten van Noordholland be
treffende vereeniging van de gemeenten Zijpe
en Callantsoog.
Uit dit schrijven blijkt, dat 't in de bedoe
ling ligt levenskrachtige gemeenten te vor
men en de samenvoegingen beoogen bespa
ring van kosten van het bestuursapparaat.
Door den Secretaris-Generaal wordt het on-
noodig en ongewenscht geoordeeld dat artikel
aangetrokken gevoeld door de schoonheid van
een jong meisje, dat met een oudere dame
in het loge zat. Hij had haar met zulke be
wonderende blikken aangestaard dat dit on
willekeurig haar aandacht had getrokken.
Hun oogen hadden elkaar ontmoet en de be
wondering was wederkeerig geworden. Toen
ze eindelijk bij de finale van het laatste be
drijf luide applaudisseerden, vroegen ze zich
zelf af hoe het kwam dat ze eigenlijk zoo
weinig van het stuk hadden gezien, dat zich
voor hun oogen hadden afgespeeld.
Tante en nichtje zaten nu een kopje thee
te drinken voor het open raam van het pa
viljoen op de pier, toen dezelfde jonge man
in een wit flanellen pak en witte pet op, bin
nenkwam. Weer ontmoetten hun blikken el
kaar en blozend sloeg het meisje haar oogen
neer om haar aandacht te concentreeren op
een schaal gebakjes vóór haar.
Den dag daarna trof Maud haar vriendin
in diep gepeins verzonken op het strand aan.
Ze deelde haar mee dat ze haar plan ten uit
voer gebracht en volgens afspraak den brief
die een meesterstuk van welsprekendheid was
geworden, verzonden had. „Ik weet niet meer
precies wat ik geschreven heb", zei ze, „maar
ik twijfel niet of de romantische vreemdeling
zal er op afkomen."
En ze had gelijk. Den volgenden morgen
keken ze gretig de Bostonsche courant-
door en vonden weldra een advertentie van
den volgenden inhoud „Aan M. Ik zal zor
gen vanavond om acht uur bij den vuurtoren
van Boston te zijn en hoop u daar te zul
len ontmoeten."
Eenigszins zenuwachtig gestemd, sloeg Eve
lyn op den bepaalden tijd den weg naar den
vuurtoren in want al stak al misschien
geen kwaad in den jongen man te misleiden,
vond ze het toch niet recht vrouwelijk van
zichzelf.
Toen ze den hoek van den weg omsloeg,
kwam er een groote herdershond, gevolgd
door een luitenant, aanhollen om een wan
delstok terug te halen, dien zijn baas een
eind vooruit gegooid had, en stiet in vollen
draf met zulk een geweld tegen haar aan,
158 en volgende artikelen der Gemeentewet
(het benoemen van nevenraden enz.) worden
toegepast.
Wel wordt behalve het- oordeel van Ged.
Staten het advies van de betrokken gemeen
ten gevraagd, waarbij als eïsch wordt gesteld
c'at het gevoelen van den raad vóór 15 Nov,
a.s. kenbaar moet zijn gemaakt. Ook zullen
eventuëele grenswijzigingen mogelijk zijn,
waarbij er evenwel op wordt gewezen dat die
veel moeilijker zijn dan samenvoeging van
gemeenten.
Het standpunt van B. en W. bekend
Het is neergelegd in een lijvig rap
port van Augustus 1935.
De Voorzitter .zegt dat het standpunt van
B. en W. aan den raad bekend is het is
neergelegd in een lijvig rapport van Augus
tus 1935. B. en W. verwijzen naar dat rapport,
de motieven, die daarin voor samenvoeging
golden, zijn in groote lijnen nog volkomen
geldig, al zal de proefbegrooting voor 1935
nu niet meer in alle opzichten kunnen die
nen. De arbeidsbemiddeling bijv. wordt blij
kens mededeeling in de pers, Rijkszaak en
zeer binnenkort zal er dus geen gemeentelij
ke arbeidsbemiddeling meer zijn.
Als er cén combinatie van gemeenten vóór
de hand ligt, dan is 't wel die van de ge
meenten Zijpe en Callantsoog. In de gemeente
Zijpe zijn landbouw en veeteelt, in Cal
lantsoog neemt het vreemdelingenverkeer een
belangrijke positie in naast landbouw en vee
teelt, zoodat voor één soort bevolking deze
3 takken gelden. Er wordt wel eens beweerd
dat tuinbouwstreken bij tuinbouwstreken en
landbouwstreken bij landbouwstreken behoo-
ren te worden gebracht, maar spr. is 't daar
niet mee eens. Men moet de gemeenten zoo
weinig mogelijk conjunctuur gevoelig ma
ken dit is geen uitdrukking van spr. maar
ze geeft de bedoeling juist weer. Immers als
't den tuinbouw slechts zou gaan, zou 't dan
de geheele gemeente slecht gaan. Spr. legt
er den nadruk op, dat geen persoonlijke over
wegingen geen rol mogen spelen. Het is wel
jammer dat er door de samenvoegingen ver
schillende slachtoffers zullen worden ge
maakt en mooier zou 't zijn dat samenvoe
ging alleen plaats vond bij overlijden, maar
we zullen hopen, dat zoo goed mogelijke re
gelingen zullen worden getroffen. Alleen het
algemeen belang mag gelden. U zoowel als ik
hebben daarvoor de eed afgelegd. Spr. wijst
er voorts op dat Schagerbrug het aangewezen
middelpunt van de nieuwe gemeente dient te
zijn. Geografisch is Petten op een grooter af
stand dan Callantsoog en toch is Petten één
geheel met de gemeente Zijpe en heeft 't de
zegenrijke resultaten van de vereeniging met
Zijpe ondervonden.
Schagerbrug heeft een raadhuis dat zeer
voldoende capaciteiten heeft en als t noodig
was doch dat is 't niet zou uitbreiding
mogelijk zijn. Voorts staan hier de ambtswo
ningen van den burgemeester en van den
secretaris. B. en W. stellen dus voor omtrent
de gedachte samenvoeging gunstig te advi
seeren, als centrum der nieuwe gemeente
Schagerbrug naar voren te brengen en de
naam van de nieuwe gemeente „Zijpe" te
doen luiden.
De heer Bruin vraagt wat er gebeurt als
de raad tegen de samenvoeging stemt.
De Voorzitter Dat weet ik niet.
De heer Bruin staat nog op 't zelfde stand
punt als in 1935. Hij vindt de gemeente Zijpe
dat de parasol haar uit de hand viel.
Terwijl zij zich bukte om dien op te rapen,
dook er een mannelijke gestalte als uit den
grond op en een beschaafde stem sprak „Sta
mij toe dat voor u te doen," en Evelyn werd
vuurrood van verlegenheid toen ze in hem
den vreemdeling herkende dien zij eerst in
den schouwburg, daarna in het paviljoen op
de pier, had ontmoet.
„Zou hij de steller van de advertentie
zijn dacht ze en haar polsen begonnen
sneller te kloppen.
„Ik hoop dat de hond u niet bezeerd
heeft vroeg hij.
„Neen, dank u, ik schrok alleen even, om
dat ik het beest niet had zien aankomen."
„U liep zeker aan iets anders te denken,"
zei hij plagend.
Ze bloosde opnieuw, nu vast overtuigd dat
hij de advertentie had doen plaatsen. Ze gaf
geen antwoord, maar keek verstrooid naar de
kabbelende golfjes van de zee.
„Een aardige plaats. Boston, vindt u
niet ging hij bedaard voort.
„Ja, vooral op een zomeravond als deze."
„Is u hier bekend
„Zeker, ik woon hier. Maar ik moet nu
gaan, een vriendin van mij wacht op den
boulevard."
„Mag ik u daarheen begeleiden Die hond
is nog in de buurt, en mocht eens weer van
zijn dolle sprongen uithalen."
Evelyn lachte en begon langzaam den te
rugtocht met het voorkomen, alsof ze niet
op zijn gezelschap tegen had. Waarom zou
Maud den jongen man, dien ze voor den mal
hadden gehouden, ook niet eens zien
„Ik ben hier met een jacht", vertelde hij
haar, onder het gaan een sigaret aanstekend,
„en heb hier reeds eenige dagen doorgebracht.
Men krijgt echter gauw genoeg van dat zwer
vende leven. Ik benijd dikwijls de menschen,
die gelukkig getrouwd zijn."
„Waarom volgt u dan hun voorbeeld niet?"
„Dat ben ik van plan." zei hij haar recht
in de oogen ziende.
„Kent u hier vele menschen vroeg Eve
lyn om het gesprek een andere wending te
groot genoeg en heeft geen behoefte aan bu
ren. Spr. zou het schrijven van Ged. Staten
voor kennisgeving aan willen nemen.
De heer Doedens is evenals de heer Bruin
ook tegen de samenvoeging. Maar zegt spr..
we behoeven er niet lang over te bekvechten,
want het college van Ged. Staten dat vorig
maal zorgde dat de samenvoeging van de
baan geraakte, komt nu zelf met het voorstel
tot samenvoeging. Ook spr. wil het schrijven
van Ged. Staten voor kennisgeving aanne
men.
De heer Veltman is nog steeds voorstander
van het opruimen van kleine gemeenten en
onderschrijft volkomen wat door den Voorzit
ter is gezegd. Callantsoog heeft vorig maal
alleen gezegd „we willen niet. omdat we niet
willen."
Maar dat is geen argumentatie. Alleen spijt
't spr. dat de quaestie der samenvoeging niet
c-nder andere omstandigheden aanhangig
wordt gemaakt. We hebben kunnen lezen,
zegt spr., dat Petten geen geheel is met Zijpe,
maar spr. gelooft dat de pers mis was, want
we hebben hier in den raad 2 vertegenwoordi
gers van Petten en er is nooit een wanklank
gehoord er is nooit gebleken dat Petten
achteraf werd gesteld. Spr. hoopt dat dit ook
zóó zal worden met Callantsoog.
De heer Kok zegt. het rapport van Augus
tus 1935 gelezen hebbende, het eens te zijn
met dat rapport. Spr. is ook van meening dat
fc-r belangrijke voordeelen verbonden zijn aan
samenvoeging. Spr. wijst er op dat de raad
de algemeene belangen moet behartigen en
spr. meent dat dit gebeurt als de miniatuur
gemeenten verdwijnen. Om die reden meent
hij gerust zijn stem aan het voorstel van B.
en W. te kunnen geven.
De heer Doorn zegt, tegenstander van sa
menvoeging te zijn gebleven en Ged. Staten
zullen er in hun hart ook niet vóór zijn, wél
waar 't bijv. samengegroeide gemeenten als
de Langendijker gemeenten betreft. Spr. her
innert aan 't gedichtje
Wat gii niet wilt, dat U geschiedt.
Doet dat ook een ander niet.
Spr. denkt dat "t voorstel van B. en W.
heel anders zou luiden als bijv. samenvoeging
van Zijpe bij Schagen aanhangig was ge
maakt. Spr. herhaalt waarom zullen wij ons
met de gemeentelijke huishouding van Cal
lantsoog bemoeien. Voor onze gemeente van
7300 H.A. en 5300 ingezetenen met 6 dorpen
is er perspectief genoeg om haar tot een groo
te gemeente te maken. Het finantieel belang
komt z.i. te vervallen, enkele ambtenaren zul
len wel de dupe worden, maar een burge
meester komt op wachtgeld en als er amb
tenaren noodig zijn, zullen ze er wel komen.
Het finantieel voordeel zal dus de sop de kool
riet waard zijn. Spr. is overtuigd dat Cal
lantsoog haar zelfstandigheid zal willen be
waren Wij zijn Hollanders, wij willen Ne
derland houden. Moeten wij Hollanders nu
andere Hollanders hun rechten ontnemen
Callantsoog is altijd een zelfstandige ge
meente geweestspr. kan aan dit voorstel
zijn stem niet geven.
De Voorzitter In 1815 behoorde Callants
oog tot de gemeente Zijpe.
De heer Jansma is ?t heelemaal niet eens
met, de redeneering van den heer Doorn. Spr.
hoopt en vertrouwt dat de samenvoeging even
zegenrijk voor 't geheel zal zijn, als de sa
menvoeging van Petten bij Zijpe voor Petten
is geweest. Spr. is er zeker van dat over ee
nige jaren de Callantsoogers zullen zeggen,
geven.
„Neen. alleen eenige leden van de „Roeï-
vereeniging".
„Mijn vader John Miller was er
tijdens zijn leven ook lid van."
„Ja Mijn naam is Gordon Wallace Gor
don." Hij haalde een visitekaartje uit zijn zak
en gaf haar dat. „Zou ik u eens een bezoek
mogen brengen
Evelyn wist niet wat ze zeggen zou. Hoe
zou haar tante de komst van zulk een vreem
de jongen man opvatten Hij scheen haar
gedachten te raden. ,.Ik denk dat ik wel
leden van de Roeivereeniging heb ontmoet,
die u kent, en die mij met genoegen een in
troductie zouden geven."
„U kunt gerust komen," zein Evelyn een
voudig. „Ik weet zeker dat het mijn tante
plezier zal doen u te ontmoeten."
„Is u bij haar gelogeerd
„Neen, ik woon bij haar in, ik ben een
wees."
„O, neemt u me niet kwalijk. Is dat soms
uw vriendin vroeg hij op Maud wijzend,
die rood van verontwaardiging Evelyn met
den man zag naderen, die ze in de val gelokt
hadden.
„Ja," antwoordde Evelyn. „Maud. mag ik je
den heer Wallace Cordon eens voorstellen,
dien ik juist ontbloot heb en
„En die hoopt nader kennis met u te mo
gen maken." vulde Gordon aan. „Vreemd hoe
toevallig men elkaar soms kan ontmoeten. Ik
moest, in antwoord op een advertentie, ergens
in de buurt van den vuurtoren zijn, en
„O," hijgde Maud.
en had het geluk juffrouw Miller voor
een hond te mogen beschermen. Als u mij
nu nog even wilt zeggen waar u woont." ver
volgde hij zich tot Evelyn wendend, „hoop ik
u morgennamiddag te komen bezoeken."
„Evelyn riep Maud ontsteld uit.
„Dal zal ons een waar genoegen zijn. me
neer Gordon". antwoordde E vel ju. zonder zich
aan haar vriendin te storen. „Mijn tante
woont vlak tegenover het monument van
(Zie vervolg Binnenpagina.)