31e JAARGANG DONDERDAG 21 NOVEMBER 1940 No. 136 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN Ruwe schrale huid PUROL1 DE ZWARTE LACH. GEMEENTERAAD WIERINGERMEER. WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden f 1.25. UITGEVER CORN. J. BOSKER WIERINGEN. BUREAU Hlppolytushoef Wlerlngen Telefoon Intercomm. No. Jö ADVERTENTIêN Van 1 5 regels f 0.50 Iedere regel meer f 0.10 COÖRDINEEREN DE TAAK VAN „WINTERHULP NEDERLAND." St. Nicolaasfeestjes kunnen gewoon doorgaan. Andere collecten aanvragen na 25 Nov. Kerkelijk leven zal werden vrijgelaten op gebied van collecteeren. GROOTE MEDEWERKING VAN AUTORITEITEN. Het A. N. P. meldt De heer C. Piek, directeur-generaal van de „Winterhulp Nederland", heeft in de dage lij ksche persconferentie te 's-Gravenhage, gesproken over eenige onderwerpen, die in verband met de actie voor de Winterhulp ac tueel zijn. In de eerste plaats behandelde hij de kwes tie van het collecteeren. De Verordening 109 bevat een algemeen verbod, waarop uitzonde ringen mogelijk zijn. In den beginne zijn die uitzonderingen door de procureur-generaal vrij veelvuldig toegestaan, maar in de afge- loopen weken is men de Verordening straffer gaan toepassen. Natuurlijk hebben de betrok kenen levendig gereageerd, en om den stroom van aanvragen op het hoofdkantoor van Win terhulp nu eenigszins te stuiten deelde de heer Piek alvast mede, dat er eerlang een verdui delijking officieel zal worden bekend gemaakt, waarin het kerkelijk leven in breeden omvang zal worden vrijgelaten op het punt van col lecteeren. Ook wordt bij wijze van algemeene dispen satie voor de St. Nicolaasfeestjes de Verorde ning buiten werking gesteld. Deze feesten kunnen naar vast gebruik doorgaan, zij wor den daarbij verondersteld onder de auspiciën van winterhulp te worden gehouden. De organisatoren van dergelijke feestjes kunnen dus op den gewonen voet hun gang gaan alleen zal de heer Piek de toezending van een beknopt verslag op prijs stellen. Voor het overige moeten allen, die in twijfel ver- keeren of de Verordening 109 op hen van toepassing is, zich wenden tot den secretaris generaal van het Departement van Justitie, dus niet tot Winterhulp. Tot het hoofdbureau van Winterhulp te '.s-Gravenhage kunnen zich de organisaties op charitatief gebied wenden, die op de eigen wijze binnen het raam van Winterhulp willen verder werken. Het is niet de bedoeling, dat de actie dezer organisaties wordt afgeknakt. Coördineeren, niet opruimen of beconcur- reeren is de taak van Winterhulp, zooals de heer Piek die ziet. Dergelijke aanvragen kun nen echter eerst na 25 November worden in gezonden. Wat het werk van „Winterhulp Nederland" zelf betreft, kon de heer Piek gewagen van de groote medewerkeing. welke hij van de zijde der secretaris-generaal en van de com missarissen der provincies ondervindt. Ook bet contact met de burgemeesters verloopt aangenaam. De heer Piek reist het land rond en houdt in elke provincie besprekingen in vergaderingen van telkens 60 tot 80 burge meesters. De organisatie groeit intusschen en wordt uitgebouwd over alle groepen der Ne- derlandsche samenleving. Geen groep, welke dan ook, worde daarbij uitgeschakeld. DWAZE GERUCHTEN. De publike opinie echter is nog niet wat zij wezen moet. De heer Piek moest daarover bittere woorden zeggen. Is het geen kwajon- genswerk, wanneer in het land 60 tot 70 pro cent van de plakkaten van Winterhulp wordt afgescheurd. Dit getuigt van een geest, die tegengesteld is aan het ware volksbelang. Het zelfde geldt voor de verspreiding van allerlei dwaze geruchten. Er is gezegd, dat het geld naar Duitschland zou gaan. Alsof Duitschland hier niet op veel eenvoudiger wijze geld zou kunnen krijgen, als het dat wilde Heeft de heer Piek dan in zijn financieele commissie, in de accountantscontrole en in de samen stelling van den staf van medewerkers dan nog niet genoeg waarborgen geschapen tegen dergelijke praatjes Zell's komt het voor, dat hij voor een Duitscher wordt aangezien. „Hij spreekt goed Nederlandsch," zegt men dan verwonderd. Nogmaals, aldus de heer Piek, de Winterhulp Nederland werkt alleen ten gunste van het Nederlandsche volk, zooals de Rijkscommissaris en anderen toch afdoende duidelijk hebben verklaard. Ons volk leeft in een toestand van passivi teit. Daar wil de heer Piek niet over oordee- len, als deze mentaliteit maar niet de belan gen van het eigen volk schaadt. Het Neder landsche volk moet zijn krachten bijeenrapen en sterk worden. Tegen hen, die zich in deze dagen tegen de gemeenschapsgedachte mee- nen te moeten verzetten, zal de heer Piek den handschoen opnemen. In den arbeid van Winterhulp ziet hij een middel om te komen tot een organisatie dei- liefdadigheid in breeder verband, tot een coördinatie van de vele met de beste bedoe lingen opgezette particuliere acties, waardoor een groote vereenvoudiging en efficiency zul len worden verkregen. Indien men weet dat in 1939 in Nederland 9400 collectes zijn gehouden en men vergelijkt daarbij de sociale nooden die toch ongedekt 'bleven, dan ziet men toch wel in dat op het gebied der liefdadigheid nog wel een en an der te doen is. De inzameling van 29 en 30 November wordt gehouden onder de directe verantwoordelijk heid van de burgemeesters. Dezen doen hun best. Moge de bevolking, aldus de heer Piek, hen in hun arbeid steunen, opdat deze een succes worde. De datums 29 en 30 November zijn gekozen omdat op die dagen de meeste menschen wel over hun loon kunnen beschikken en omdat andere data moeilijk waren. Mochten er men schen zijn die liever later een gift zenden, dan wordt bij dezen herinnerd aan het giro nummer 5553, en aan de mogelijkheid om bij elke bank op de rekening van Winterhulp bij de Kasvereeniging te Amsterdam bijdragen te storten. thuis, in de verwarmde kamer, in de besloten heid van het gezin achter de verduisterde ra men. Niets in de wereld of in het leven is volkomen goed of volkomen kwaad, en men zou het zelfs zonder overdrijving een zegen van de verduisterde avonden kunnen noemen, dat zii het gezin weer bijeen hebben gebracht. Wij weten het nu allen wel: het was, met 'name in de grootere steden, uiteen gedreven. Jln vele gevallen was het ouderlijk huis wei- van handen en gelaat, schrale lippen, gesprongen handen genezen snel met Doos30-60e».Bij Apoth.en Drogisten MIJNHARDT TWIJ De verre Donder. 3.) Dan kwam plotseling duidelijk en onmis kenbaar uit de duisternis het zware schot van een geweer. Ik hoorde nimmer zoo'n geweer- val afgaan zonder een eigenaardigen schok te krijgen. Het leek alsof ik me zelf volkomen alleen daar ginds onder de hoornen bij het zwarte stroomende water bevond. Had de ko gel zijn werk goed gedaan, zoo vroegen wij ons af, of rende op dit moment het dier on gekwetst terug naar het woud Eindelijk brak de morgen aan en wij de den onze zware schoenen en khakibroek aan en gingen door de vochtige lucht naar de val, en dan lag daar uitgestrekt op het koele, be dauwde gras, het lange, slangachtige lichaam van een kat, verguld met diepzwarte vlekken. Het feit alleen, dat er een dergelijk dier op de wereld bestond, leek mij een wonder, hoe wel het wel scheen alsof bij de vruchtbaar heid van dit land, alle dieren der Schepping werden geboren. Daar bij het water trokken we dan, terwijl het zonlicht schuin over de toppen der hoornen van het woud viel, onze messen en begonnen ons slachtoffer van zijn huid te ontdoen. Hoog boven ons, in de tak ken de colobus-apen. vlugge boombewoners in wit-en-zwarte pakjes, die hun gulzige wang zakken vulden met de kleine groene besjes, waarvan ze zoo houden. Het was een moeilijk werk, de bijzonder decoratieve huid van het gespierde lichaam te scheiden, en hoe rood, hoe sinister leek dat lichaam als het dan naakt lag Welk een stevige spieren Welk een beeld van sluwe en gevaarlijke kracht, samengehouden door veerkrachtige banden En hoe zwaar was de lenige huid. die rook naar het zweet van den woesten luipaard van duizend nachten in de wildernis Om den huiselijken haard. Een plaat, ergens deze week verschenen, laat ons een groot gezin zien, gezellig om en bij de tafel, gelijk dat heet den huiselijken haard, gezeten en allen, vader, moeder en kinderen, met „iets" bezig. De meeste gezins leden lezen, zijn verdiept in een boek. Inder daad, wij lezen weer, wij lezen weer rustig, De jonge baviaan. Op zekeren dag hoorde ik, dat er een lei der werd gezocht voor een farm vlak bij den oever van het meer Elmenteita, en eind Au gustus was ik geïnstalleerd in een hut, dis uitzicht gaf over deze vreemde wateren. Ik had een Hollandsche kar beladen met de ei gendommen van mijzelf en mijn broer, en zoo verhuisde ik, loopend achter de ingespan nen ossen, die den hevig krakenden wagen voorttrokken langs den ouden karavaanweg, waarlangs ik zoo dikwijls de Somali-kooplui had zien verdwijnen. Mijn taak was voortaan tot ik vier jaren later Afrika verliet veel zwaarder dan tot nog toe. De farm, waarvoor ik verantwoordelijk v/as, was een van de grootste en wildste in het land. Het was er een van 14000 H.A.. en er graasden 2000 stuks groot vee en 14000 schapen. De hut, waarin ik woonde was van takken en kalk gemaakt en leek op een Ier- sche hut. Ze had twee deuren, een vloer van aarde, en drie openingen, die als venster dien den. Ik gebruikte mijn ontbijt gewoonlijk on der de schaduw van een ruw afdak van gras, en van mijn zitplaats had ik uitzicht op het meer. Zooals ik reeds had verwacht, had de Rift- Vallei een volkomen ander karakter dan het land, dat de boerderij omringde. Reeds het gras, dat den rijken alluvialen bodem bedekte, was anders, n.1. een soort laag-kruipende ver warde, graslaag, volmaakt verschillend van de roode variëteit, die in de hooglanden groei de. En het wilde leven van de vallei was over dadiger dan ik ooit gezien had, overdadiger dan ik ooit voor mogelijk had gehouden. Wan. neer ik mijn thee dronk, graasden ontelbare enorme struisvogels met koppen als draken gazellen binnen geweerschot-afstand terwij! zich een weg baanden door de lage eilishwa boschjes. Soms zag ik een zeug van een wrat tenzwijn, gevolgd door haar jongen over den nig meer dan een pension geworden, waar de kinderen kwamen eten, drinken en sla pen, maar overigens trok „de wereld", het moderne leven, hen met duizend grijparmen naar buiten. En nu zitten wij ineens weer bij eikaar, dezen winter. We zijn teruggekeerd. We lezen weerwe musiceeren een beetje we praten we merken dat we bij elkaar hoo- ren. Ook zij, die anders voor hun beroep 's avonds in touw moesten zijn, hebben huis en gezin teruggevonden, ,,'t Is zoo wonder lijk",zei ons dezer dagen iemand, „ik heb ei genlijk nog nooit zoo rustig en gezellig s avonds bij mijn vrouw in de huiskamer gezeten als tegenwoordig." Waarlijk, laat ons niet te gauw klagen in het leven. Alle on gerief heeft toch zijn goede zijde ook. En het gedwongen samenzijn aan den huiselijken haard, in het eigen gezin, zullen velen in deze winteravonden als een vreugde en een zegen ondervinden. We zitten weer bij elkaar. We hebben elkaar hervonden. En we lezen weer, rustig, een «laat ons hopen) goed boek. (Haagsche Post.) BINNENLANDSCH NIEUWS. MASSA'S PROCESSEN-VERBAAL TE 's-GRAVENHAGE. Een gewaarschuwd man telt voor twee. Het strenger optreden tot handhaving van de verduistering- en verkeersvoorschriften weerspiegelt te 's-Gravenhage zich in het aantal opgemaakte processen-verbaal. Vooral in de ochtenduren, tegen den tijd dat het licht gaat worden, wordt er veel ge zondigd. Doch men bedenke dat de overheid er niet m^de speelt reeds is in verschillende gevallen tot afsluiting van den electrischen stroom overgegaan. En niet slechts voor een paar dagen, voor geruimen tijd blijven de zondaars van electrische kracht, verwarming en verlichting uitgesloten. Maandag hebben 121 wielrijders proces-ver baal gehad wegens overtreding der afscher mingsbepalingen. In 25 gevallen is het rijwiel in beslag genomen. Het moet tegenwoordig wel als een bravourstukje worden beschouwd, met een niet goed afgeschermd rijwiel zich op straat te wagen. Twintig personen hebben wegens overtre ding van het uitgaansverbod den nacht op een politiebureau moeten doorbrengen. Een ware razzia is gehouden onder de zon daressen en zondaars tegen de rijwiel-ver- keersbepalingen er zijn deswege meer dan 500 processen-verbaal geschreven. De fouten betroffen het niet voldoende rechts houden, het rijden met drie menschen naast elkaar, het niet verleenen vanvoorrang, het niet aan geven van verandering van richting, het fiet sen naast een bakfiets enz. Wie zich aan een ander spiegelt, spiegelt zich zacht. De aandacht van winkeliers wordt erop ge vestigd, dat ook gedurende den dag de in de winkelétalages aanwezige verlichting en re clame verlichting niet meer mag worden ingeschakeld ook de aan de gevels van som mige winkels bevestigde reclame-bakken, weg loopen, die van mijn hut. liep naar het erf van het vee en soms zaten de bavianen te confereeren bij de troggen van het vee op het land, zich in evenwicht houdend op den ïand van den waterbak, of ze klommen over de rails, of kropen op handen en voeten in mijn richting en loerden met hun verstan dige, begrijpende oogen door het kreupelhout naar mij. En tegen den avond kwamen groo te lummelachtige Egyptische ganzen van het meer om te zien of ze geen stukken voedsel konden oppikken, die uit de kisten waren ge vallen, die iederen avond werden gebracht naar de schuren, waarin de stieren werden gehouden. Er waren een aantal pony's op de boerderij, maar de beide, die ik het meest gebruikte, waren Ramadan, een Arabische hengst, en Rosinante, een kleine witte ruin. Er verliepen verscheiden dagen eer ik tijd had naar het meer te gaan, maar ten slotte ging ik op een Zondagmiddag, nadat ik mijn boeken in orde had gebracht, met Shafara, den hoofd-Masai, op weg. Tusschen het erf en den oever lag een rij lage kopjes, en daartusschen lag een ïotsachtig, met gras begroeid dal, dat leidde naar de vlakten, die de mimosaboomen bij het water scheidden van de helling der heu vels. Ik was nog niet ver een dezer dalen doorgeloopen, toen ik bemerkte dat de grond als bezaaid was met kleine hoopjes gras, vochtig en opeengepakt, en die eruit zagen alsof ze van de messen van een geweldige maaimachine waren gevallen. Ik vroeg me af, wat dat zijn kon en wees mijn metgezel erop. „Kiboko! Hoppopotamus riep hij uit. Het was volkomen juist. Elk van deze hoop jes gekneusd voedsel duidde de plaats aan. waar een van deze reusachtige middernach telijke eters voedsel had laten vallen uit zijn vierkante, platte, harige lippen. Ik stond ver stomd. Sedert mijn vroegste jeugd hadden deze rivier-paarden mij de meest romantische van alle dieren geleken, die hun tijd verdee- len tusschen den flauw verlichten bodem van" neonverlichting en dergelijke, moeten geheel buiten bedrijf worden gesteld. In geval van overtreding zal de politie pro ces verbaal opmaken. VOEDERWAARDE VAN ENKELE RUWVOEDERMIDDELEN. SUIKERBIETEN KOPPEN EN -BLADEREN. Versche suikerbietenkoppen en -bladeren, kan men afhankelijk van de veebezetting 40 tot zelfs 60 Kg. per dag per dier geven. Groo te zindelijkheid van het blad is noodzakelijk. Men geve dit in de weide in bakken met lat ten, öf op stal naast droog ruw voer. Aan jongvee kan men tot 20 Kg. en aan mestvee tot 60 Kg. voeren. Het is gewenscht per dag per dier 1 ons geslibd krijt bij te voeren. Fok- en loopvarkens kan men hier heel wat van toedienen. Voor drachtige-, en zoogende var kens, alsmede voor jonge varkens dient dit voer een versnapering te blijven. Aan werk paarden kan men de suikerbietenkoppen zonder bladeren voeren. De praktijkervaringen hebben bewezen, dat men daarbij geen krachtvoer noodig heeft. Men bedenke dat paarden zeer gevoelig zijn voor rotvoer. Heeft men een groot kwantifm suikerbieten koppen en -bladeren, dan is het gewenscht een gedeelte versch op te voeren, terwijl men het andere deel zeer geschikt kan inkuilen. (Over het inkuilen kan men nadere inlichtin gen bij ons inwinnen). Bij het voeren van het ingekuilde voedermiddel is het voor de zuivel bereiding noodig voor groote zindelijkheid in de stal te zorgen. Geen voerresten in de sial laten liggen, het voer na het melken te erstreklcen, de melk direct uit de stal ver wijderen). Bijvoeren van geslibd krijt is ook hier gewenscht. VOERBIETENBLAD. Van enkel versch blad geve men aan melkkoeien niet meer dan 15 Kg. per dag per dier. Zeer geschikt kan men dit blad ook inkuilen. Een praktijkoogst voer- bietenblad heeft ongeveer 1/3 deel van de voedingswaarde van suikerbietenblad en -koppen. BLADEREN VAN GELE WORTELEN. Deze bladeren zijn minder smakelijk dan suiker en voerbietenbladeren. Diarrhee veroorzaken ze niet. gaan dit zelfs tegen, waarom men ze wel gecombineerd voert met de bovengenoem de bladeren. Dikwijls zijn deze bladeren met schimmels bezet, dan werken ze schadelijk en gaan gemakkelijk rotten. Zuiver wortelen blad is voor melkvee een uitstekend voer, het verhoogt de melkopbrengst. In te groote hoe veelheden gevoerd, krijgt de melk een gele kleur. Aan varkens kan men deze bladeren vooral voeren, wanneer ze jong zijn en nog weinig ruwvezel bevatten. BLADEREN VAN KOOL- EN KNOLRAPEN. Dikwijls voert men knollen en bladeren ge lijk. Desgewenscht kan men ook het blad al leen voeren. Aan rundvee kunnen deze soor ten heel goed worden verstrekt. Men geve van het blad evenwel niet meer dan 10 Kg., om dat bij grootere hoeveelheden melk en boter een knollensmaak krijgen. Rottende en met rupsen bezette bladeren gebruike men liever niet. omdat deze nadeel kunnen veroorzaken. Aan varkens geve men dit voer in slechts ge ringe hoeveelheden. KOOLBLADEN. In de tuinbouwstreken waar men veel koolafval van witte-, roode-, gele-, en bloemkool heeft, kunnen deze bladen zeer geschikt aan rundvee worden vervoerd. Men moet koolbladen niet te lang liggen, omdat ze spoedig rotten en dan nadeelig zijn. Koolbla den met veel rupsen öf bladluizen zijn ook als veevoer niet te gebruiken. De koolstronken voert men wel aan varkens. Te groote hoeveel heden voeren is ongewenscht, 30 Kg. wordt als het maximum beschouwd. Bij voorbeur geve men niet meer dan 25 Kg. per dag per dier. De koolsmaak gaat het minst op de melk over van Deensche witte-, gevolgd door zuurkool witte-, bij roode kool is dit erger, en bij gele kool dikwijls zeer hinderlijk. Van het overgaan van de koolsmaak van bloemkool blad, is bij een proef te Hoorn niets bemerkt. SPRUITEXKOPPEN EN -STRONKEN. Deze kan men zeer goed aan volwassen rundvee tot 15 Kg. per dier voeren. ANDIJVIEBLADEREN". Deze zijn zeer wa terrijk, 94% water), terwijl ze vrij veel eiwit bevatten. Het is een gezond voer, waar van men aan volwassen rundvee tot 50 Kg. kan voeren, mits men de dieren er langzaam aan wendt. De gehalten van de hierboven beschreven groenvoeders zijn als volgt dr.st. vert. vert. zetm. ruw werk. waar- eiw. eiw. de suikerb.blad en kop 20.5 1.6 1.1 9.3 bl. v. voerbieten 11. 1.6 1.0 5.3 gele wortels 18.2 2.2 1.5 7.8 knolrapen 11. ±1.76plm.0.96 5.5 koolrapen 11.6 1.5 0.4 5.3 kool 8 9 ±1.5plm.0.8 7/7.5 bloemkool 11.2 1.5 7 andijvie 6. ±1.2 4.4 Spruitk. en stronk. 17.1 2.7 1.5 10. Het Noordhollandsch Veevoederbur Landbouwhuis Alkmaar. het meer en de koele, duistere grasvlakten van een maanverlichte wereld. Toen we een maal door de mimosa-boomen waren heenge drongen en waren aangeland op het zandige strand vonden we genoeg sporen van hen. De gladde witte oppervlakte, waartegen de vergiftigde wateren klotsten, droeg tallooze indrukken van hun ronde platte pooten. Maar ik zag geen van henzelf. Ik vroeg mij af. waar deze kolossale amphibièn waren heengegaan. Was het werkelijk mogelijk, dat ze op datzelfde oogenblik zich met gebogen koppen heen en weer bewogen over den uit- gestrekten bodem onder deze rustige, onbewo gen watervlakte, of brachten ze soms den slaperigen Zondagmiddag door. rustend tus« schen de biezen, die groeiden op den tegen- overgestelden oever op vier mijlen afstand Dit eerste bezoek aan het meer Elmenteita maakte een diepen indruk op mij. Welk land behalve Afrika zou deze mimosa-boomen heb ben kunnen voortbrengen met hun langge rekte takken, waarvan, als van verstijfde slangenlichamen, weelderige franjes in tal looze verschillende vormen afhingen En eigenaardig, er was geen stam. geen tak en geen twijgje van deze boomen. of er staken lange, stijve dorens uit, scherp als een stop naald. Toen ik daar op dat eenzame strand stond met den naakten herder naast mij. luiste rend naar de spookachtige kreten der water vogels met hun lange snavels en lange poo ten, die rondom ons cirkelden, luisterend naar het aangename geklots van het water tegen de gebogen kust, voelde ik, dat hoever ik ooit daarna mij weer zou onderdompelen in de vulgaire moderne wereld, de wereld van auto's, fabrieken, telefonen en bioscopen, ik nooit weer zou kunnen vergeten, dat ik eens op een achtermiddag, had gestaan op een plek der aardoppervlakte, die nog de bewijzen droeg van Gods geweldige scheppingskracht. Ik voelde mij als de eerste sterveling die, rond wandelend ver van den Aziatischen geboorte Openbare vergadering van den Baad van Wieringermeer op Dinsdag lü No vember, des namiddags half twee. Voorz., Ir. S. Smeding, burgemeester, 'Cretaiïs de heer A. Blaauboer. Afwezig mr. A. 1'. Kamp met kennis geving. Na het openingswoord van den voorz. worden de notulen aan de orde gesteld. De heer Yenhuizen maakt een op merking over de vermelding van zijn naam in de notulen, wat blijkt te moe ten zijn de naam van den heer Leijten. Naar aanleiding van het in de vorige vergadering aangenomen voorstel -be treffende de vlasrepeleursus, zegt de heer Leijten, dat de arbeiders die in de commissie zitten, onvoldoende op de hoogte zijn. hoe de cursus dit jaar zal worden georganiseerd. Yerschillendc arbeiders die belang bij de cursus hebben, vragen inlichtin gen aan de arbeiderscommissieleden, waarop zij geen antwoord konden ge ven, terw ijl de werkgeverscommissie leden wel op de hoogte blijken te zijn. De voorz. zegt, hiervan zeer op te hooren en hij belooft de zaak te onder zoeken. De notulen worden hierop vastgesteld onder aanbrenging van de correctie. INGEKOMEN STUKKEN. Ingekomen is een schrijven van de grond van zijn ras. het voorrecht had. met opgeheven hoofd, de donkere schuilplaatsen van dit groote continent te aanschouwen, die door niets waren verstoord dan de aanwezig heid van sprookjesdieren, die in eenzaamheid van den Equatorialen zonneschijn met elkaar sprongen en dartelden. Op onzen terugweg ontdekten wij dat een stuk land dat onlangs met mals bezaaid en door een diepe ravijn omgeven was, door ba vianen was bezocht Het zag eruit of de ge- heele bevolking van een dwergenstad er was binnengerukt. Zoodra wij naderden, maakten de bavianen, die op schildwacht stonden alarm door het uiten van lage keelgeluiden. Onmid dellijk rende de heele troep door een nauwe doorgang en verdween door het kreupelhout in de richting van het woud. Ik liep zoo snel ik kon naar den kant van het ravijn en schoot lukraak naar een groot dier dat achteraan liep Het viel neer. Er was in deze buurt geen enkele gelegenheid om over het ravijn te komen, en dus beval ik Shafara. om er om heen te loopen. De aap was achter een bosch- je neergevallen en wij zagen er niets van, en ik vermoedde dat Shafara meende, dat hij door mij voor den mal werd gehouden. Nadat ik een kwartier had gewacht zag ik hem de plek. die ik hem aan de andere zijde van het ravijn aangewezen had, naderen en een oo genblik later zag ik hem bukken en iets van den grond oprapen. Het was een jonge bavi aan. die zich op den harigen rug van zijn doode moeder had vastgeklemd. Hoewel het kleine schepsel verwonderd geweest was, dat zij zoo plotseling neerviel, was hij zich aan haar vast blijven klemmen, zonder twijfel verwachtend, dat zij over een paar minuten weer zou opstaan, en zooals ze altijd had ge daan, hem achter de anderen aan het woud in zou dragen, (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1940 | | pagina 1