31e JAARGANG
DONDERDAG 21 NOVEMBER 1940
No. 136
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
Ruwe
schrale
huid
PUROL1
DE ZWARTE LACH.
GEMEENTERAAD WIERINGERMEER.
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden f 1.25.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER WIERINGEN.
BUREAU
Hlppolytushoef Wlerlngen
Telefoon Intercomm. No. Jö
ADVERTENTIêN
Van 1 5 regels f 0.50
Iedere regel meer f 0.10
COÖRDINEEREN DE TAAK VAN
„WINTERHULP NEDERLAND."
St. Nicolaasfeestjes kunnen gewoon doorgaan.
Andere collecten aanvragen na 25 Nov.
Kerkelijk leven zal werden vrijgelaten op
gebied van collecteeren.
GROOTE MEDEWERKING VAN
AUTORITEITEN.
Het A. N. P. meldt
De heer C. Piek, directeur-generaal van de
„Winterhulp Nederland", heeft in de dage
lij ksche persconferentie te 's-Gravenhage,
gesproken over eenige onderwerpen, die in
verband met de actie voor de Winterhulp ac
tueel zijn.
In de eerste plaats behandelde hij de kwes
tie van het collecteeren. De Verordening 109
bevat een algemeen verbod, waarop uitzonde
ringen mogelijk zijn. In den beginne zijn die
uitzonderingen door de procureur-generaal
vrij veelvuldig toegestaan, maar in de afge-
loopen weken is men de Verordening straffer
gaan toepassen. Natuurlijk hebben de betrok
kenen levendig gereageerd, en om den stroom
van aanvragen op het hoofdkantoor van Win
terhulp nu eenigszins te stuiten deelde de heer
Piek alvast mede, dat er eerlang een verdui
delijking officieel zal worden bekend gemaakt,
waarin het kerkelijk leven in breeden omvang
zal worden vrijgelaten op het punt van col
lecteeren.
Ook wordt bij wijze van algemeene dispen
satie voor de St. Nicolaasfeestjes de Verorde
ning buiten werking gesteld. Deze feesten
kunnen naar vast gebruik doorgaan, zij wor
den daarbij verondersteld onder de auspiciën
van winterhulp te worden gehouden.
De organisatoren van dergelijke feestjes
kunnen dus op den gewonen voet hun gang
gaan alleen zal de heer Piek de toezending
van een beknopt verslag op prijs stellen. Voor
het overige moeten allen, die in twijfel ver-
keeren of de Verordening 109 op hen van
toepassing is, zich wenden tot den secretaris
generaal van het Departement van Justitie,
dus niet tot Winterhulp.
Tot het hoofdbureau van Winterhulp te
'.s-Gravenhage kunnen zich de organisaties op
charitatief gebied wenden, die op de eigen
wijze binnen het raam van Winterhulp willen
verder werken. Het is niet de bedoeling, dat
de actie dezer organisaties wordt afgeknakt.
Coördineeren, niet opruimen of beconcur-
reeren is de taak van Winterhulp, zooals de
heer Piek die ziet. Dergelijke aanvragen kun
nen echter eerst na 25 November worden in
gezonden.
Wat het werk van „Winterhulp Nederland"
zelf betreft, kon de heer Piek gewagen van
de groote medewerkeing. welke hij van de
zijde der secretaris-generaal en van de com
missarissen der provincies ondervindt. Ook
bet contact met de burgemeesters verloopt
aangenaam. De heer Piek reist het land rond
en houdt in elke provincie besprekingen in
vergaderingen van telkens 60 tot 80 burge
meesters. De organisatie groeit intusschen en
wordt uitgebouwd over alle groepen der Ne-
derlandsche samenleving. Geen groep, welke
dan ook, worde daarbij uitgeschakeld.
DWAZE GERUCHTEN.
De publike opinie echter is nog niet wat zij
wezen moet. De heer Piek moest daarover
bittere woorden zeggen. Is het geen kwajon-
genswerk, wanneer in het land 60 tot 70 pro
cent van de plakkaten van Winterhulp wordt
afgescheurd. Dit getuigt van een geest, die
tegengesteld is aan het ware volksbelang. Het
zelfde geldt voor de verspreiding van allerlei
dwaze geruchten. Er is gezegd, dat het geld
naar Duitschland zou gaan. Alsof Duitschland
hier niet op veel eenvoudiger wijze geld zou
kunnen krijgen, als het dat wilde Heeft de
heer Piek dan in zijn financieele commissie,
in de accountantscontrole en in de samen
stelling van den staf van medewerkers dan
nog niet genoeg waarborgen geschapen tegen
dergelijke praatjes Zell's komt het voor, dat
hij voor een Duitscher wordt aangezien. „Hij
spreekt goed Nederlandsch," zegt men dan
verwonderd. Nogmaals, aldus de heer Piek,
de Winterhulp Nederland werkt alleen ten
gunste van het Nederlandsche volk, zooals de
Rijkscommissaris en anderen toch afdoende
duidelijk hebben verklaard.
Ons volk leeft in een toestand van passivi
teit. Daar wil de heer Piek niet over oordee-
len, als deze mentaliteit maar niet de belan
gen van het eigen volk schaadt. Het Neder
landsche volk moet zijn krachten bijeenrapen
en sterk worden. Tegen hen, die zich in deze
dagen tegen de gemeenschapsgedachte mee-
nen te moeten verzetten, zal de heer Piek den
handschoen opnemen.
In den arbeid van Winterhulp ziet hij een
middel om te komen tot een organisatie dei-
liefdadigheid in breeder verband, tot een
coördinatie van de vele met de beste bedoe
lingen opgezette particuliere acties, waardoor
een groote vereenvoudiging en efficiency zul
len worden verkregen.
Indien men weet dat in 1939 in Nederland
9400 collectes zijn gehouden en men vergelijkt
daarbij de sociale nooden die toch ongedekt
'bleven, dan ziet men toch wel in dat op het
gebied der liefdadigheid nog wel een en an
der te doen is.
De inzameling van 29 en 30 November wordt
gehouden onder de directe verantwoordelijk
heid van de burgemeesters. Dezen doen hun
best. Moge de bevolking, aldus de heer Piek,
hen in hun arbeid steunen, opdat deze een
succes worde.
De datums 29 en 30 November zijn gekozen
omdat op die dagen de meeste menschen wel
over hun loon kunnen beschikken en omdat
andere data moeilijk waren. Mochten er men
schen zijn die liever later een gift zenden,
dan wordt bij dezen herinnerd aan het giro
nummer 5553, en aan de mogelijkheid om bij
elke bank op de rekening van Winterhulp bij
de Kasvereeniging te Amsterdam bijdragen te
storten.
thuis, in de verwarmde kamer, in de besloten
heid van het gezin achter de verduisterde ra
men. Niets in de wereld of in het leven is
volkomen goed of volkomen kwaad, en men zou
het zelfs zonder overdrijving een zegen van
de verduisterde avonden kunnen noemen, dat
zii het gezin weer bijeen hebben gebracht.
Wij weten het nu allen wel: het was, met
'name in de grootere steden, uiteen gedreven.
Jln vele gevallen was het ouderlijk huis wei-
van handen en gelaat,
schrale lippen, gesprongen
handen genezen snel met
Doos30-60e».Bij Apoth.en Drogisten
MIJNHARDT TWIJ
De verre Donder.
3.)
Dan kwam plotseling duidelijk en onmis
kenbaar uit de duisternis het zware schot van
een geweer. Ik hoorde nimmer zoo'n geweer-
val afgaan zonder een eigenaardigen schok
te krijgen. Het leek alsof ik me zelf volkomen
alleen daar ginds onder de hoornen bij het
zwarte stroomende water bevond. Had de ko
gel zijn werk goed gedaan, zoo vroegen wij
ons af, of rende op dit moment het dier on
gekwetst terug naar het woud
Eindelijk brak de morgen aan en wij de
den onze zware schoenen en khakibroek aan
en gingen door de vochtige lucht naar de val,
en dan lag daar uitgestrekt op het koele, be
dauwde gras, het lange, slangachtige lichaam
van een kat, verguld met diepzwarte vlekken.
Het feit alleen, dat er een dergelijk dier op
de wereld bestond, leek mij een wonder, hoe
wel het wel scheen alsof bij de vruchtbaar
heid van dit land, alle dieren der Schepping
werden geboren. Daar bij het water trokken
we dan, terwijl het zonlicht schuin over de
toppen der hoornen van het woud viel, onze
messen en begonnen ons slachtoffer van zijn
huid te ontdoen. Hoog boven ons, in de tak
ken de colobus-apen. vlugge boombewoners in
wit-en-zwarte pakjes, die hun gulzige wang
zakken vulden met de kleine groene besjes,
waarvan ze zoo houden. Het was een moeilijk
werk, de bijzonder decoratieve huid van het
gespierde lichaam te scheiden, en hoe rood,
hoe sinister leek dat lichaam als het dan
naakt lag Welk een stevige spieren Welk
een beeld van sluwe en gevaarlijke kracht,
samengehouden door veerkrachtige banden
En hoe zwaar was de lenige huid. die rook
naar het zweet van den woesten luipaard van
duizend nachten in de wildernis
Om den huiselijken haard.
Een plaat, ergens deze week verschenen,
laat ons een groot gezin zien, gezellig om en
bij de tafel, gelijk dat heet den huiselijken
haard, gezeten en allen, vader, moeder en
kinderen, met „iets" bezig. De meeste gezins
leden lezen, zijn verdiept in een boek. Inder
daad, wij lezen weer, wij lezen weer rustig,
De jonge baviaan.
Op zekeren dag hoorde ik, dat er een lei
der werd gezocht voor een farm vlak bij den
oever van het meer Elmenteita, en eind Au
gustus was ik geïnstalleerd in een hut, dis
uitzicht gaf over deze vreemde wateren. Ik
had een Hollandsche kar beladen met de ei
gendommen van mijzelf en mijn broer, en
zoo verhuisde ik, loopend achter de ingespan
nen ossen, die den hevig krakenden wagen
voorttrokken langs den ouden karavaanweg,
waarlangs ik zoo dikwijls de Somali-kooplui
had zien verdwijnen.
Mijn taak was voortaan tot ik vier jaren
later Afrika verliet veel zwaarder dan tot nog
toe. De farm, waarvoor ik verantwoordelijk
v/as, was een van de grootste en wildste in
het land. Het was er een van 14000 H.A.. en
er graasden 2000 stuks groot vee en 14000
schapen. De hut, waarin ik woonde was van
takken en kalk gemaakt en leek op een Ier-
sche hut. Ze had twee deuren, een vloer van
aarde, en drie openingen, die als venster dien
den. Ik gebruikte mijn ontbijt gewoonlijk on
der de schaduw van een ruw afdak van gras,
en van mijn zitplaats had ik uitzicht op het
meer.
Zooals ik reeds had verwacht, had de Rift-
Vallei een volkomen ander karakter dan het
land, dat de boerderij omringde. Reeds het
gras, dat den rijken alluvialen bodem bedekte,
was anders, n.1. een soort laag-kruipende ver
warde, graslaag, volmaakt verschillend van
de roode variëteit, die in de hooglanden groei
de. En het wilde leven van de vallei was over
dadiger dan ik ooit gezien had, overdadiger
dan ik ooit voor mogelijk had gehouden. Wan.
neer ik mijn thee dronk, graasden ontelbare
enorme struisvogels met koppen als draken
gazellen binnen geweerschot-afstand terwij!
zich een weg baanden door de lage eilishwa
boschjes. Soms zag ik een zeug van een wrat
tenzwijn, gevolgd door haar jongen over den
nig meer dan een pension geworden, waar
de kinderen kwamen eten, drinken en sla
pen, maar overigens trok „de wereld", het
moderne leven, hen met duizend grijparmen
naar buiten. En nu zitten wij ineens weer bij
eikaar, dezen winter. We zijn teruggekeerd.
We lezen weerwe musiceeren een beetje
we praten we merken dat we bij elkaar hoo-
ren. Ook zij, die anders voor hun beroep
's avonds in touw moesten zijn, hebben huis
en gezin teruggevonden, ,,'t Is zoo wonder
lijk",zei ons dezer dagen iemand, „ik heb ei
genlijk nog nooit zoo rustig en gezellig
s avonds bij mijn vrouw in de huiskamer
gezeten als tegenwoordig." Waarlijk, laat ons
niet te gauw klagen in het leven. Alle on
gerief heeft toch zijn goede zijde ook. En het
gedwongen samenzijn aan den huiselijken
haard, in het eigen gezin, zullen velen in
deze winteravonden als een vreugde en een
zegen ondervinden. We zitten weer bij elkaar.
We hebben elkaar hervonden. En we lezen
weer, rustig, een «laat ons hopen) goed boek.
(Haagsche Post.)
BINNENLANDSCH NIEUWS.
MASSA'S PROCESSEN-VERBAAL TE
's-GRAVENHAGE.
Een gewaarschuwd man telt voor twee.
Het strenger optreden tot handhaving van
de verduistering- en verkeersvoorschriften
weerspiegelt te 's-Gravenhage zich in het
aantal opgemaakte processen-verbaal.
Vooral in de ochtenduren, tegen den tijd
dat het licht gaat worden, wordt er veel ge
zondigd. Doch men bedenke dat de overheid
er niet m^de speelt reeds is in verschillende
gevallen tot afsluiting van den electrischen
stroom overgegaan. En niet slechts voor een
paar dagen, voor geruimen tijd blijven de
zondaars van electrische kracht, verwarming
en verlichting uitgesloten.
Maandag hebben 121 wielrijders proces-ver
baal gehad wegens overtreding der afscher
mingsbepalingen. In 25 gevallen is het rijwiel
in beslag genomen. Het moet tegenwoordig
wel als een bravourstukje worden beschouwd,
met een niet goed afgeschermd rijwiel zich op
straat te wagen.
Twintig personen hebben wegens overtre
ding van het uitgaansverbod den nacht op een
politiebureau moeten doorbrengen.
Een ware razzia is gehouden onder de zon
daressen en zondaars tegen de rijwiel-ver-
keersbepalingen er zijn deswege meer dan
500 processen-verbaal geschreven. De fouten
betroffen het niet voldoende rechts houden,
het rijden met drie menschen naast elkaar,
het niet verleenen vanvoorrang, het niet aan
geven van verandering van richting, het fiet
sen naast een bakfiets enz. Wie zich aan een
ander spiegelt, spiegelt zich zacht.
De aandacht van winkeliers wordt erop ge
vestigd, dat ook gedurende den dag de in de
winkelétalages aanwezige verlichting en re
clame verlichting niet meer mag worden
ingeschakeld ook de aan de gevels van som
mige winkels bevestigde reclame-bakken,
weg loopen, die van mijn hut. liep naar het
erf van het vee en soms zaten de bavianen
te confereeren bij de troggen van het vee op
het land, zich in evenwicht houdend op den
ïand van den waterbak, of ze klommen over
de rails, of kropen op handen en voeten in
mijn richting en loerden met hun verstan
dige, begrijpende oogen door het kreupelhout
naar mij. En tegen den avond kwamen groo
te lummelachtige Egyptische ganzen van het
meer om te zien of ze geen stukken voedsel
konden oppikken, die uit de kisten waren ge
vallen, die iederen avond werden gebracht
naar de schuren, waarin de stieren werden
gehouden.
Er waren een aantal pony's op de boerderij,
maar de beide, die ik het meest gebruikte,
waren Ramadan, een Arabische hengst, en
Rosinante, een kleine witte ruin. Er verliepen
verscheiden dagen eer ik tijd had naar het
meer te gaan, maar ten slotte ging ik op een
Zondagmiddag, nadat ik mijn boeken in orde
had gebracht, met Shafara, den hoofd-Masai,
op weg. Tusschen het erf en den oever lag
een rij lage kopjes, en daartusschen lag een
ïotsachtig, met gras begroeid dal, dat leidde
naar de vlakten, die de mimosaboomen bij
het water scheidden van de helling der heu
vels. Ik was nog niet ver een dezer dalen
doorgeloopen, toen ik bemerkte dat de grond
als bezaaid was met kleine hoopjes gras,
vochtig en opeengepakt, en die eruit zagen
alsof ze van de messen van een geweldige
maaimachine waren gevallen. Ik vroeg me af,
wat dat zijn kon en wees mijn metgezel erop.
„Kiboko! Hoppopotamus riep hij uit.
Het was volkomen juist. Elk van deze hoop
jes gekneusd voedsel duidde de plaats aan.
waar een van deze reusachtige middernach
telijke eters voedsel had laten vallen uit zijn
vierkante, platte, harige lippen. Ik stond ver
stomd. Sedert mijn vroegste jeugd hadden
deze rivier-paarden mij de meest romantische
van alle dieren geleken, die hun tijd verdee-
len tusschen den flauw verlichten bodem van"
neonverlichting en dergelijke, moeten geheel
buiten bedrijf worden gesteld.
In geval van overtreding zal de politie pro
ces verbaal opmaken.
VOEDERWAARDE VAN ENKELE
RUWVOEDERMIDDELEN.
SUIKERBIETEN KOPPEN EN -BLADEREN.
Versche suikerbietenkoppen en -bladeren,
kan men afhankelijk van de veebezetting 40
tot zelfs 60 Kg. per dag per dier geven. Groo
te zindelijkheid van het blad is noodzakelijk.
Men geve dit in de weide in bakken met lat
ten, öf op stal naast droog ruw voer. Aan
jongvee kan men tot 20 Kg. en aan mestvee
tot 60 Kg. voeren. Het is gewenscht per dag
per dier 1 ons geslibd krijt bij te voeren. Fok-
en loopvarkens kan men hier heel wat van
toedienen. Voor drachtige-, en zoogende var
kens, alsmede voor jonge varkens dient dit
voer een versnapering te blijven. Aan werk
paarden kan men de suikerbietenkoppen
zonder bladeren voeren.
De praktijkervaringen hebben bewezen, dat
men daarbij geen krachtvoer noodig heeft.
Men bedenke dat paarden zeer gevoelig zijn
voor rotvoer.
Heeft men een groot kwantifm suikerbieten
koppen en -bladeren, dan is het gewenscht
een gedeelte versch op te voeren, terwijl men
het andere deel zeer geschikt kan inkuilen.
(Over het inkuilen kan men nadere inlichtin
gen bij ons inwinnen). Bij het voeren van het
ingekuilde voedermiddel is het voor de zuivel
bereiding noodig voor groote zindelijkheid in
de stal te zorgen. Geen voerresten in de
sial laten liggen, het voer na het melken te
erstreklcen, de melk direct uit de stal ver
wijderen). Bijvoeren van geslibd krijt is ook
hier gewenscht.
VOERBIETENBLAD. Van enkel versch blad
geve men aan melkkoeien niet meer dan 15
Kg. per dag per dier. Zeer geschikt kan men
dit blad ook inkuilen. Een praktijkoogst voer-
bietenblad heeft ongeveer 1/3 deel van de
voedingswaarde van suikerbietenblad en
-koppen.
BLADEREN VAN GELE WORTELEN. Deze
bladeren zijn minder smakelijk dan suiker
en voerbietenbladeren. Diarrhee veroorzaken
ze niet. gaan dit zelfs tegen, waarom men ze
wel gecombineerd voert met de bovengenoem
de bladeren. Dikwijls zijn deze bladeren met
schimmels bezet, dan werken ze schadelijk
en gaan gemakkelijk rotten. Zuiver wortelen
blad is voor melkvee een uitstekend voer, het
verhoogt de melkopbrengst. In te groote hoe
veelheden gevoerd, krijgt de melk een gele
kleur. Aan varkens kan men deze bladeren
vooral voeren, wanneer ze jong zijn en nog
weinig ruwvezel bevatten.
BLADEREN VAN KOOL- EN KNOLRAPEN.
Dikwijls voert men knollen en bladeren ge
lijk. Desgewenscht kan men ook het blad al
leen voeren. Aan rundvee kunnen deze soor
ten heel goed worden verstrekt. Men geve van
het blad evenwel niet meer dan 10 Kg., om
dat bij grootere hoeveelheden melk en boter
een knollensmaak krijgen. Rottende en met
rupsen bezette bladeren gebruike men liever
niet. omdat deze nadeel kunnen veroorzaken.
Aan varkens geve men dit voer in slechts ge
ringe hoeveelheden.
KOOLBLADEN. In de tuinbouwstreken waar
men veel koolafval van witte-, roode-, gele-,
en bloemkool heeft, kunnen deze bladen zeer
geschikt aan rundvee worden vervoerd. Men
moet koolbladen niet te lang liggen, omdat ze
spoedig rotten en dan nadeelig zijn. Koolbla
den met veel rupsen öf bladluizen zijn ook als
veevoer niet te gebruiken. De koolstronken
voert men wel aan varkens. Te groote hoeveel
heden voeren is ongewenscht, 30 Kg. wordt
als het maximum beschouwd. Bij voorbeur
geve men niet meer dan 25 Kg. per dag
per dier. De koolsmaak gaat het minst op de
melk over van Deensche witte-, gevolgd door
zuurkool witte-, bij roode kool is dit erger, en
bij gele kool dikwijls zeer hinderlijk. Van het
overgaan van de koolsmaak van bloemkool
blad, is bij een proef te Hoorn niets bemerkt.
SPRUITEXKOPPEN EN -STRONKEN. Deze
kan men zeer goed aan volwassen rundvee
tot 15 Kg. per dier voeren.
ANDIJVIEBLADEREN". Deze zijn zeer wa
terrijk, 94% water), terwijl ze vrij veel
eiwit bevatten. Het is een gezond voer, waar
van men aan volwassen rundvee tot 50 Kg.
kan voeren, mits men de dieren er langzaam
aan wendt.
De gehalten van de hierboven beschreven
groenvoeders zijn als volgt
dr.st. vert. vert. zetm.
ruw werk. waar-
eiw. eiw. de
suikerb.blad en kop 20.5 1.6 1.1 9.3
bl. v. voerbieten 11. 1.6 1.0 5.3
gele wortels 18.2 2.2 1.5 7.8
knolrapen 11. ±1.76plm.0.96 5.5
koolrapen 11.6 1.5 0.4 5.3
kool 8 9 ±1.5plm.0.8 7/7.5
bloemkool 11.2 1.5 7
andijvie 6. ±1.2 4.4
Spruitk. en stronk. 17.1 2.7 1.5 10.
Het Noordhollandsch Veevoederbur
Landbouwhuis Alkmaar.
het meer en de koele, duistere grasvlakten
van een maanverlichte wereld. Toen we een
maal door de mimosa-boomen waren heenge
drongen en waren aangeland op het zandige
strand vonden we genoeg sporen van hen.
De gladde witte oppervlakte, waartegen de
vergiftigde wateren klotsten, droeg tallooze
indrukken van hun ronde platte pooten.
Maar ik zag geen van henzelf. Ik vroeg mij
af. waar deze kolossale amphibièn waren
heengegaan. Was het werkelijk mogelijk, dat
ze op datzelfde oogenblik zich met gebogen
koppen heen en weer bewogen over den uit-
gestrekten bodem onder deze rustige, onbewo
gen watervlakte, of brachten ze soms den
slaperigen Zondagmiddag door. rustend tus«
schen de biezen, die groeiden op den tegen-
overgestelden oever op vier mijlen afstand
Dit eerste bezoek aan het meer Elmenteita
maakte een diepen indruk op mij. Welk land
behalve Afrika zou deze mimosa-boomen heb
ben kunnen voortbrengen met hun langge
rekte takken, waarvan, als van verstijfde
slangenlichamen, weelderige franjes in tal
looze verschillende vormen afhingen En
eigenaardig, er was geen stam. geen tak en
geen twijgje van deze boomen. of er staken
lange, stijve dorens uit, scherp als een stop
naald.
Toen ik daar op dat eenzame strand stond
met den naakten herder naast mij. luiste
rend naar de spookachtige kreten der water
vogels met hun lange snavels en lange poo
ten, die rondom ons cirkelden, luisterend naar
het aangename geklots van het water
tegen de gebogen kust, voelde ik, dat hoever
ik ooit daarna mij weer zou onderdompelen
in de vulgaire moderne wereld, de wereld van
auto's, fabrieken, telefonen en bioscopen, ik
nooit weer zou kunnen vergeten, dat ik eens
op een achtermiddag, had gestaan op een plek
der aardoppervlakte, die nog de bewijzen droeg
van Gods geweldige scheppingskracht. Ik
voelde mij als de eerste sterveling die, rond
wandelend ver van den Aziatischen geboorte
Openbare vergadering van den Baad
van Wieringermeer op Dinsdag lü No
vember, des namiddags half twee.
Voorz., Ir. S. Smeding, burgemeester,
'Cretaiïs de heer A. Blaauboer.
Afwezig mr. A. 1'. Kamp met kennis
geving.
Na het openingswoord van den voorz.
worden de notulen aan de orde gesteld.
De heer Yenhuizen maakt een op
merking over de vermelding van zijn
naam in de notulen, wat blijkt te moe
ten zijn de naam van den heer Leijten.
Naar aanleiding van het in de vorige
vergadering aangenomen voorstel -be
treffende de vlasrepeleursus, zegt de
heer Leijten, dat de arbeiders die in de
commissie zitten, onvoldoende op de
hoogte zijn. hoe de cursus dit jaar zal
worden georganiseerd.
Yerschillendc arbeiders die belang
bij de cursus hebben, vragen inlichtin
gen aan de arbeiderscommissieleden,
waarop zij geen antwoord konden ge
ven, terw ijl de werkgeverscommissie
leden wel op de hoogte blijken te zijn.
De voorz. zegt, hiervan zeer op te
hooren en hij belooft de zaak te onder
zoeken.
De notulen worden hierop vastgesteld
onder aanbrenging van de correctie.
INGEKOMEN STUKKEN.
Ingekomen is een schrijven van de
grond van zijn ras. het voorrecht had. met
opgeheven hoofd, de donkere schuilplaatsen
van dit groote continent te aanschouwen, die
door niets waren verstoord dan de aanwezig
heid van sprookjesdieren, die in eenzaamheid
van den Equatorialen zonneschijn met elkaar
sprongen en dartelden.
Op onzen terugweg ontdekten wij dat een
stuk land dat onlangs met mals bezaaid en
door een diepe ravijn omgeven was, door ba
vianen was bezocht Het zag eruit of de ge-
heele bevolking van een dwergenstad er was
binnengerukt. Zoodra wij naderden, maakten
de bavianen, die op schildwacht stonden alarm
door het uiten van lage keelgeluiden. Onmid
dellijk rende de heele troep door een nauwe
doorgang en verdween door het kreupelhout
in de richting van het woud. Ik liep zoo snel
ik kon naar den kant van het ravijn en schoot
lukraak naar een groot dier dat achteraan
liep Het viel neer. Er was in deze buurt geen
enkele gelegenheid om over het ravijn te
komen, en dus beval ik Shafara. om er om
heen te loopen. De aap was achter een bosch-
je neergevallen en wij zagen er niets van, en
ik vermoedde dat Shafara meende, dat hij
door mij voor den mal werd gehouden. Nadat
ik een kwartier had gewacht zag ik hem de
plek. die ik hem aan de andere zijde van het
ravijn aangewezen had, naderen en een oo
genblik later zag ik hem bukken en iets van
den grond oprapen. Het was een jonge bavi
aan. die zich op den harigen rug van zijn
doode moeder had vastgeklemd. Hoewel het
kleine schepsel verwonderd geweest was, dat
zij zoo plotseling neerviel, was hij zich aan
haar vast blijven klemmen, zonder twijfel
verwachtend, dat zij over een paar minuten
weer zou opstaan, en zooals ze altijd had ge
daan, hem achter de anderen aan het woud
in zou dragen,
(Wordt vervolgd.)