WIERINGER COURANT. PROPAGANDA - VERGADERING AGRARISCH FRONT. ZATERDAG 21 DECEMBER 1940 No. 149. KERSTBOODSCHAP VAN HET DRIEMANSCHAP VAN DE NEDERLANDSCHE UNIE. EEN BEDE VOOR VREDE IN DE VERHOUDING DER VOLKEN EN VOOR DEN VREDE DES HARTEN. In het jongste nummer van het weekblad van De Nederlandsche Unie publiceert het Drieman schap denavolgende Kerstbood schap Terwijl dit donkere en harde jaar ten einde spoedt, nadert het Kerstfeest. Voor het eerst sinds vele geslachten - God geve dat het ook voor het laatst is in een onaf zienbare rij van jaren - beleeft ons volk een oorlogs-Kerstmis. „Ook in oorlogstijd blijft Kerst mis een vredesfeest. Zelfs al zou den óók in dezen Kerstnacht de wapenen der oorlogvoerenden niet rusten - zooals toch in menï- gen oorlog door een overeen komst, die een stukje Christelijke traditie boven het geweld wist uit te heffen, mogelijk was - dan toch is in aller gedachten, op de slagvelden zoowel als in ere ver duisterde landen, de vrede tegen woordig. En vooral is dat zoo m ons vreedzaam en vredelievend land, dat, zelf door den oorlog overstroomd, den vrede toch niet alleen voor zichzelf terugwenscht, maar vurig verlangt om heel de gemeenschap der volken van den oorlogsgeesel en het schrijnende oorlogsgeweld verlost te zien. „Ook onze Kerstgroet is daar om 'n vredeswensch. En tweevou dig is de vrede, die ons daarbij voor den geest staat. Wij denken inderdaad in de eerste plaats aan het einde van den verschrikkelij- ken strijd, die Europa en de we reld verscheurt en vernielt, aan een staatkundigen, economischen en cultureelen vrede, die de lan den uit de noodlottige wederzijd- sche vernietiging terugbrengt tot samenwerking in een nieuwe rechtvaardige orde, welker wijs en weidsch uitgelijnd bestek den maatschappelijken welstand en het beschavingswerk der volken voor langen tijd mogelijk maak? en verzekert. „Naar dien vrede zien wij allen verlangend uit. Hem tot stand te brengen ligt niet in onze macht. Het weinige, dat wij in ons be zette Vaderland tot dien vrede kunnen bijdragen, zullen wij naar beste klachten verrichten. „Daarbij stuwt ons de hoop, dat ons land en ons volk in de orde van samenwerking, die een maal - en moge het spoedig zijn - op den wreeden strijd zal volgen, een eervolle plaats zal hebben en dat het aan de werken des vredes zal kunnen mede-arbeiden met ta lenten en met energie, die de groote tradities van zijn verleden waardig zijn. Daartoe reeds nu de geesten voor te bereiden, is een voorname taak, die De Nederland sche Unie zich uitdrukkelijk heeft gesteld en die zij in het nauwe kader der mogelijkheden, door den bezettingstoestand en de overheid omlijnd, naar best ver mogen wil verrichten. „Daarnaast richt onze vredes wensch zich echter ook op een ANDEREN vrede, die niet van mi litaire of politieke beslissingen af hankelijk is, maar als een inner lijk en persoonlijk goed door ie der kan worden verworven, hoe veel strijd de wereld ook ver vult den vrede, die het, deel is van hen, die van goeden wil zijn. Het is die innerlijke vrede, die ons in staat moet stellen, de sla gen van het lot met sterkte en met wijsheid te dragen, haat te bedwingen en rechtvaardigheid te beoefenen, te leeren uit de har de lessen der geschiedenis, onze volksgemeenschap sterk te ma ken en noch vijandschap, noch miskenning te vreezen op den weg, dien de plicht ons voor schrijft. Dien innerlijken vrede moge ons volk behouden en ver sterken hij is een hecht flinker in de stormen, die ons land heb- hen geschokt; hij is ook het beste fundament voor den opbouw van een duurzamen en waarachtigen volkenvrede. „In dezen geest van vredesver- langen, van trouw en Godsver trouwen wenschen wij aan alle vrienden van De Nederlandsche Unie een gelukkig Kerstfeest." VOOR KONIJNENHOUDERS. 4e deel RASSEN. Als laatste gedeelte van de Rassen- beschrijving noemen we de Dwergras sen,Langharige Rassen en Kortharige Rassen. De Dwergrassen bestaan uit één soort en welHet Poolkonijn. Deze bestonden tot sinds kort in de witte kleur alleen, met de variteit Rood- oog en Blauwoog, doch ook worden te genwoordig de Kleurpolen erkend. Het Pooltje is een konijn wat hoogstens de 3 pond mag halen. Diertjes van 2 pond weergeven het ideale. Als men langs de chowkooien loopt, denkt men dikwijls met een jong dier te doen te hebben, hoewel het diertje in kwestie somtijds jaren oud is. Kort en gedrongen van bouw (nek loostype) met een kogelrond kopje en heel kleine oortjes is het een sneeuw bal gelijk. Het Poolkonijn met blauwe oogen heeft nog iets meer speling in gewicht dan de roodoog. Laatstgenoemde moet haar maximum gewicht beneden de 2'/a pond houden. Onder de kleurpolen heeft men zoo ongeveer alle erkende kleuren aan o.a Zwart, Blauw, Wildkleur, Chinchilla, enz. Het is een moeilijker fok dan de gewone grootere rassen, daar het kennis vereischt om de dieren klein te houden, zonder dat men ze laat hongeren. Daarna heeft men al spoe dig last van té lange oortjes, en mui zenkopjes. Onder de Langharige rassen treft men aan de Angorakonijnen, en de Voskonij- nen. Het Angorakonijn heeft een gewicht van 5 tot 7 pond. Het bijzondere tegen over de andere konijnenrassen is ech ter dat ze een haarstructuur heeft met een lengte van 10, tot zelfs 20 c.m. lang. En men weet dat Angorawol nog altijd erg gewild is. Als men nu nagaat dat een Angorakonijn jaarlijks 4 ons van deze kostbare wol kan leveren, dan be grijpt men dat in dezen tijd deze fok weer sterk vermeerdert. Natuurlijk ver- eischen deze dieren een geweldig on derhoud en goed hokmateriaal, daar anders het wol gaat klitten, en dit hierdoor sterk in waarde daalt. Een Angorakonijn, zonder de pluimen op de ooren, of kuif op den kop is geen goede Angora Zij wordt gefokt in de kleuren Wit. Zwart. Geel, Bruin, Rood geel. Madagaxer en Blauw. Door de lange haarstructuur zijn alléén de haar- toppen gekleurd. Het Voskonijn (dit jaar uit den Standaard geschrapt). Een konijn met een varieerend gewicht van 5 a 8 pond. In tegenstelling met de Angora, welke een zachte mollige vacht moet hebben, is het Voskonijn rijk aan stevige, dikke boven-dekharen, de grannen genaamd, welke een lengte hebben van 5 a 7 cm. Zij mogen ook geen oorpluimen of kuif bezitten. Het wordt gefokt in de kleu - ren, Zwart. Blauw. Wit en Geel en de variateiten zijn Blauwvos, Zilvervos en Chinchilla-voskonijnen. Zij worden in Nederland niet zoo bijzonder veel ge fokt. haar voorsprong ligt in Zwitser land. Hierna volgen de Kortharige Rassen en dit zijn de Castor Rex en Kleur Rex, Castor Rex, woordelijk vertaald als Be verkoning, is een mutatie van den Franschman Abbé Gillet. Om den naam Koning aan dit dier te geven was men werkelijk niet te voorbarig, want zoo wel voor Rasfok als Slachtfok en als Pelsfok. is het gebleken den naam waar dig te zijn. Zij die de tentoonstelling te Hippolytushoef hebben bezocht zullen ze in de kleuren Wit en Castor hebben kunnen aanschouwen, want ik weet dat die in goed materiaal op Wieringen aanwezig zijn. Hun pels is als gescho ren schapen en zacht als fluweel. In de kleur Rexen heeft men Chinchilla-Rex, Zwart-Rex, Blauw-Rex, Wit-Rex, Ha- vana-Rex, Gouwenaar-Rex. Suchs-Rex en Marterkonijn-Rex. Tevens zijn we hier aan het einde ge komen der Rassenbeschouwing en is het de bedoeling de volgende maal eens iets over Tentoonstelling te schrijven. D J. KORTMAN. Brakkeveldweg 176, Den Helder. Rede van oud-minister dr. Posthuma. WAAROM HET AGRARISCH FRONT WERD OPGERICHT. Door het Agrarisch Front in Noord holland werd in de Harmonie te Alk maar een gratis toegankelijke propa- ganda-vergadering gehouden waarin het woord werd gevoerd door oud-mi nister dr. F. E. Posthuma en den heer J. Saai uit Kolhorn, gemachtigde voor Noordholland van het Agrarisch Front. Een 350-tal landbouwers waren ter vergadering verschenen, welke een half uur na het vastgestelde aanvangsuur werd geopend door den heer A. Breure uit Haarlemmermeer, oud-voorzitter van de Afdeeling Noordholland van „Land-1 bouw en Maatschappij." Hij gaf een uitvoerige uiteenzetting van de geschiedenis van „Landbouw en Maatschappij" en een verklaring hoe de samenwerking tusschen deze organisa tie en het Boerenfront van de N.S.B. tot stand was gekomen, waarna hij de leiding aan den heer Saai overgaf. Dc steun- en crisismaatregelen waren halfslachtig. Deze ving zijn betoog aan met te wijzen op de groote veranderingen welke op economisch en sociaal-politiek ge bied in ons land plaats vinden. Om dit te begrijpen, aldus spreker, is het nood zakelijk, dat men zich losmaakt van het oude, waarin wij 150 jaren hebben geleefd, en dient men uit te gaan van het gemeenschap ang. Spreker stipte de verwording ucl v-H verleden aan en stond meer uitvoerig stil bij den nood der boeren, waarbij hij deed uitkomen, dat het ingestelde systeem van steun en crisismaatregelen zich door half slachtigheid kenmerkte en nimmer den wortel van het kwaad, het kapitalisme, raakte. De machthebbers van voorheen zagen nooit naar het arbeidende en produceerende volk, doch alleen naar het goud en het geld en offerden het volk op om dividenden en macht te ver krijgen. Zoo voltrok zich een ptroom van ellende over den Nederlandschen bodembewerker waardoor de koopkracht van ons geheele volk daalde. Tenslotte hadden wij 500.000 werkloozen. Den oorlog noemde spr. de groote worsteling tusschen het nat.-soc. Duitschland met het fascistische Italië tegen het kapita listische Westen van Europa en het goudzoekende Amerika. In vijf dagen, aldus spreker, zagen wij het geheele Nederlandsche staatsbestel in elkander drukken. Dit was geen teeken van kracht, doch van innerlijke voosheid. Spreker hoopte, dat de offers niet voor niets zijn gebracht en stipte hierna aan. dal de N.S.B. reeds in 1931 tegen dc misstanden stelling had genomen op staatkundig- en économisch terrein en „Landbouw en Maatschappij" in econo mischer zin. Na 15 Mei stichtte de N.S.B. het Boerenfront om allen te organisee- ren, die met de voedselvoorziening van ons volk te maken hebben, uitvoerig schetste spreker hoe het Boerenfront zich in verbinding had gesteld met an dere organisaties. Alleen .Landbouw en Maatschappij" had begrepen, dat nu de tijd rijp is voor hetgeen reeds lang door haar was nagestreefd. Door de stichting van het Ned. Agrarisch Front gelukte het daaraan vorm te geven. Het Agra risch Front, aldus spreker, wordt de or ganisatie die straks tot taak krijgt de verzorging van de voedselvoorziening van ons volk op zich te nemen. Deze organisatie, die een corporatieve is, staat in het teeken van een nieuw inge luid tijdperk en verschilt veel van de bestaande op zuiver groepsbelang inge stelde organisaties. Voorop stellende, dat de Holl. Maat schappij van Landbouw in het verleden van de behartiging van de technische belangen gemaakt heeft wat er van te maken was, merkte spreker op, dat het deze organisatie nimmer gelukt was het boerenland uit zijn isolement te halen. De H. M. v. L. begrijpt de goede orde niet, welke bezig is zich in Europa te vormen n die ook in Nederland in wor ding is. Wanneer zij alsnog met ons wil samenwerken, zal die samenwerking van ons moeten uitgaan. Uitvoerig schetste spr. de taak die het Ned. Agr. Front wacht, waarbij hij ge waagde van een innige samenwerking met het N.V.V.Het N.A. Front, aldus spr., is nat.-socialistisch, maar staat los van de politieke organisatie der N.S.B. Als gouwgemachtigde voor Noordhol land deelde spr. mede, dat er in Noord holland reeds 30 afdeelingen zijn en dat in de Emmastraat te Alkmaar het huis van kameraad Fruin, die tot presi dent van de rechtbank te Utrecht is benoemd, is gehuurd voor de dagelijk- sche correspondentie en dat men hem daar eenmaal per week zal kunnen spre ken. Spreker besloot met den wensch, dat allen aan het N.A.F. zullen mede werken. De rede van dr. Posthuma. Dr. Posthuma, met applaus begroet, herinnerde aan de eenheid van het plat teland in het verleden. Naarmate het verkeer zich uitbreidde, gingen de men- schen hoe langer hoe meer uiteen. De groote veranderingen hebben wij ook bij de landbouw leeren kennen. Voorheen was de landheer de vriend van den, pachter en schaamde hij zich als de pachter ging vertrekken. Later werd het landbezit een kwestie van geldbelegging en de pachter een exploitant van den grond. Spr. was er van overtuigd, dat de nieuwe ordening daarin belangrijke verbetering zal brengen. De eenige goe de boerenwereld is toch die wereld, waarin het boerenland is in boerenhand. Voor spr., die jaren in de coöperatieve zuivelbereiding is werkzaam geweest was het steeds een grief, dat dc fabrie ken ook melk van niet-leden verwerk ten. Dit heeft dit slechte voorbeeld ge bracht, dat een der eerste leiders van het landbouwleven, ofschoon eigenaar van zijn bedrijf, wel leverancier is van de coöperatieve fabriek, doch geen lid Thans, zoo zeide spr., krijgen wij de ge legenheid het agrarisch vraagstuk van onderop te ordenen. Hij ziet 't niet alleen als een óoerenvraagstuk en daarom had hij er op gestaan, dat de naam Boeren front veranderd werd in Agrarisch Front. Hij wees er op, dat er vele be werkers van de bodemproducten zijn. alsmede de verzorgers van het vee en de transporteurs van de producten en de bewerkers daarvan, die bij het Agra risch Front behooren. De eerste voor waarde voor.de ordening is, dat wij al len begrijpen, dat wij de gemeenschap hebben te dienen. Een egoïst is in ieder mensch aanwezig, maar de boer heeft reeds jarenlang het land gediend in corporaties op landbouwgebied onder de leuze „allen voor één en één voor al len," al is dit niet altijd tot zijn recht gekomen. De boer begreep echter, dat hij afzonderlijk niet kan blijven be staan en daarom moet het algemeen belang voorop. Spreker heeft daarom gaarne willen medewerken aan een or ganisatie. die zoowel de grondbewerkers als degenen, die de producten verwer ken of verhandelen, omvat. Tot de streekgemachtigden zegt spreker zorgt er voor. dat er op ieder dorp een man is, die zijn plaatsgenooten duidelijk kan maken, waarom het Agr Front de ge meenschapsbelangen kan behartigen. Hij schetste den bouw van deze organi satie van gouwleider tot streekgemach- tigde en van dezen tot den buurtge- machtigde en concludeerde, dat zóó het A. F. een zegen kan worden voor het geheele volk. De overheid moet een voor aanstaande plaats blijven innemen, maar voor het A.F. ziet spr. dit niet, want dit moet in handen nemen wat de overheid ten aanzien van de agrari sche politiek doet. De minister van landbouw moet in dit front ook de eer ste zijn, dan kan het nooit voorkomen, dat wij een minister van landbouw krij gen, die van den landbouw geen klap weet. De jeugd, aldus spreker, is het beste wat wij hebben en daarom moe ten wij ons ook met de jeugd bezig hou den. Nu de zelfstandigheid van Nederland in gevaar is, moet het niet moeilijk zijn vóór ailes Nederlander te zijn, maar dan niet voor een oogenblik, maar voor al tijd. Het is daarom den plicht van den boer zooveel mogelijk te produceeren, maar daarnaast heeft hij recht op be staanszekerheid. Wij hebben in Europa twee groote rij ken, het Duitsche en het Italiaansche, samen omvattende 150 millioen men- schen. Binnenkort ziet spreker Spanje, Bulgarije en Joegoslavië daarbij komen. Roemenië en Hongarije zijn daar al bij. Dan vormen ze samen 200 millioen men- schen. Hier in mijn vaderland, aldus spreker, dat ik hoop te behouden, wonen er 8 millioen. Stel, dat deze 200 milli oen, die een bepaald systeem wenschen aan die 8 millioen moeten vragen hoe het moet. Dit is ondenkbaar (gelach). Ook is het ondenkbaar dat zij zullen komen tot ons en zullen zeggen wij weten het niet meer. In Nederland heeft de grootste groep tegen Duitschland gescholden. Er is één groepje, die dat niet heeft gedaan, maar heeft gezegd naast ons ligt de groote buurman waar mede wij door het lot zijn verbonden en daarom hef ik Duitschland ten troon. Wanneer men nu zegtlaat dit kleine groepje de leiding hebben om met Duitschland samen te gaan, dan wordt grif geantwoord Bij de verkiezingen bleek dit groepje slechts 4 pet. van de bevolking te omvatten. Dit is een bin- nenlandseh argument. Dezulken willen blijkbaar wel aannemen, dat Duitsch land voor de nieuwé Europeesche poli tiek de 4 pet. leiding van de Nederlan ders zou willen aanvaarden Voor de boeren, zoo vervolgde spreker, hoop ik van ganscher harte, dat een Europeesche ordening tot stand zal ko men. De prijzen worden dan geregeld naar de productiekosten. Spreker zette uiteen, dat hij dit reeds acht jaren ge leden gezegd heeft. Tienduizenden in Nederland zeggen Had met de organisatie van het A.F. gewacht tot Nederland weer vrij is. Als wij dan het A. F. nog hadden moeten opbouwen, zouden wij veel te laat ko men, want, hoe de oorlog ook afloopt, de wereld van vóór 10 Mei is voorbij. Wij moeten krijgen een geordende maat schappij. Laten wij dan hier in ons Ne derland je er voor zorgen, dat een goed gebouwde en georganiseerde agrarische organisatie klaar staat. Gij hebt nu de kans zooals die u nog nooit is geboden. Grijpt die kans en doet het thans. (Applaus.) De teeltregeling en de vee- vordering. Verschillende aanwezigen wezen er op, dat voor de tuinders de teeltvergun ning een belemmering is om te komen tot een zoo hoog mogelijke productie en dat de veevordering niet veel minder is dan een ramp voor den geheelen boe renstand. Wanneer deze vordering wordt doorgevoerd is de boerenstand aan het begin van het einde en niet alleen deze stand, maar het geheele Nederlandsche volk. Verduidelijking werd gevraagd waarom die veevordering wordt toege past. Hierbij werd er op gewezen, dat het normale slachtveeverbruik 20.000 stuks bedraagt, terwijl nu voor eenzelf de periode 40.000 stuks worden gevor derd. Ook werd gevraagd, waarom 25.000 stuks paarden worden gevorderd. Tevens werd opgemerkt, dat een prijs van f 40 per 1000 kg hooi geheel in strijd is met de bepalingen tegen prijsverhoo- ging. Beantwoording van vragen. In zijn beantwoording zeide dr. Post huma, dat zoolang het Agrarisch Front niet sterk genoeg is en dus geen con trole kan uitoefenen, men verwachten kan. dat alles over ons zal komen. Ten aanzien van de veevordering merkte spreker op, dat ons land bezet is en dat de weermacht, die de bezetting uit oefent ook moet eten en dus ook vleesch moet hebben. De behoefte bedroeg 16.000 stuks vee in een week, maar in de laat ste weken werden slechts 1600 stuks vee geleverd. Een oproep van de drie land bouworganisaties om vodr meerdere le vering te zorgen had geen resultaat. De behoefte bleef en daarom is men geko men met den maatregel van de vorde ring, een maatregel dien spreker, zoowel tegen de Duitsche als de Nederlandsche instanties grof heeft genoemd en die op niets leek. Toch gaat, zoo verklaarde spreker met nadruk, deze maatregel door. Ik heb aangetoond, dat in kleine streken boerderijen zijn waar men per H.A. slechts één stuks vee houdt en ook, dat er streken zijn waar men twee stuks vee houdt. Ik heb ook aangetoond, dat er boeren zijn, die in November nor maal hun guste-koeien hebben ver kocht en tevens, dat als men op het oogenblik het vee vordert, men voor een groot deel koeien zonder vleesch krijgt. Dat alles helpt evenwel niet. omdat toen de tijd er was er voor te zorgen, men niet gezorgd heeft. Nu komt de last daar waar hij niet hoort. Men heeft mij echter eerlijk beloofd, dat men tot verfijning van maatregelen zal komen, wanneer men maar een goed plan naar voren kan brengen. Het Agrarisch Fr is daarmee bezig Dat men thans een dubbel aantal vordert, komt omdat men heeft begrepen, dat men in Mei en Juni geen koeien kan vorderen waar om men thans reserve wil vormen. Er is maar één uitkomst, zeide spreker ten slotte, en dat is vormt een goed Agra risch Front. Hierna sloot de heer Saai met een woord van dank de vergadering. DE EERSTE ALKMAARSCHE MAANDBEURS. Eigenlijk, zoowertelde ons voor zitter Vlaming, mag men uit de naam niet afleiden, dat pertinent elke maand Beurs wordt gehou den wel zal dit plaats hebben op gezette tijden. En dit is noodig, aldus de enthou siaste voorz. Weet U, dat de twee reeds gehouden noodbeurzen te Amsterdam en Den Haag een groot succes zijn geworden, en ook hier wordt dit het gevah want de Alkmaarsche is met over de 40 stands geheel volgeboekt. liet is ook te hegrijpen want dit is tegenwoordig het parool van zakendoen. Nu geregeld bezoek van verte genwoordigers aan hun clientèle niet meer mogelijk blijkt, is dit voor grossiers en winkeliers DE gelegenheid om zaken te doen. Hot comité, geboren uit de samen werking wan grossiers en fabri kanten, beoogt geen winstbejag, doch tracht het houden van nood- beurzen aan te leggen op Coöpe ratieven grondslag. Ik heb dit. zoopas ook al in mijn openingswoord gezegd, aldus voorz., en ik hoop dat deze eerste Alkmaarsche Maandbeurs een gunstig en vlot verloop mag heb ben in 't belang van Standhou ders en Zakcnmenschen. En vergeet niet er in uw ver slag bij te zetten, aldus de voor zitter met *n gebaar dat 't onder houd geëindigd was, want hij had 't druk, dat dc Beurs ook wenscht mede te werken aan al gemeen nut. Zoo hadden we op onze vorige Beurzen 'n stand van „Winterhulp" en nu weer 'n Post kantoortje waar postzegels en kaarten worden verkocht en tege lijk gepost in 't belang van „HET KIND." Inderdaad, zakelijke en nobele doeleinden gingen hier gepaard en toen wij met den techn. leider een rondgang langs de stands maakten, bleek ons 't nut van de ze Beurs. Artikelen, die men niet meer te krijgen waande, vervan gingsproducten, nieuwigheden op 't gebied van industrie, We za gen ze uitgestald zoowaar, 't ge leek de Jaarbeurs in 't klein.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1940 | | pagina 3