32e JAARGANG ZATERDAG 4 JANUARI 1941 No. 1 NIEUWS' EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN ii L. GO Y ARTS. WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden f 1.25. UITGEVER CORN. J. BOSKER WIERINGEN. f BUREAU Hippolytushoef Wieringen Telefoon Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN Van 1 5 regels f 0.50 Iedere regel meer f 0.10 OUDEJAARSAVONDVIERING. Het was wel onder bijzondere omstan digheden, dat wij ditmaal den overgang van het oude in het nieuwe jaar hebben gevierd. Want omdat wij wat op 31 Dec. nooit eerder is voorgevallen ondanks de strenge vorst, nog altijd in den „zo mertijd" zitten, hebben wij de glazen geheven en elkaar een gelukkig 1941 toegewenscht toen de klok in de huiska mer wel twaalf uur sloeg, maar het in werkelijkheid pas tien uur twintig was. Het tijdstip waarop wij andere jaren den overgang vieren was pas om één uur veertig aangebroken en het is geen wonder, dat er mensehen zijn geweest, die, der traditie getrouw, tweemaal Ou dejaar hebben gevierd. Hier en daar schijnt men het zelfs driemaal te heb ben gedaan en om tien uur twintig ai begonnen te zijn. maar dat waren natuur lijk de fuifnummers, die geen enkele mogelijkheid ongebruikt laten om op zoo'n avond de glazen weer eens te vullen. Daar het verbod om zich na twaalf uur op straat te begeven ook voor den Oudejaarsavond van kracht bleef was veler voornemen om bij familie of vrien den gezamenlijk den jaarsovergang te vieren, ditmaal onmogelijk ten uitvoer te brengen. Tenzij men natuurlijk tot vier uur in den nacht bleef doorvuiven, wat velen niet moeilijk is gevallen. Het vooruitzicht om in het holst van den nacht in donker en kou naar huis te moeten trekken was minder aanlokke lijk. maar de logeerbedden vallen ge lukkig nog buiten de distributie en me nigeen is laat in den morgen wakker geworden in een kamer die niet zijn gewone slaapkamer was, om daarna te bedenken, dat het nieuwe jaar inmid dels was aangebroken, dat de feestdagen al weer achter den rug zijn en dat ons thans een periode van naarstig werken en krachtig aanpakken wacht om aan de steeds moeilijker wordende tijdsom standigheden het hoofd te kunnen bie den. ZONDAG GEEN VOETBAL. Naar wij van N.V.B.-bestuurszijde ver nemen, zijn alle voetbalwedstrijden, voor Zondag 5 Januari vastgesteld, in ver band met de onbespeelbaarheid der ter reinen, afgelast. NIEUWJAAR NIEUWJAARSMORGEN Het roept in mij de herinnering wakker aan het „Ni'jaor winnen," dat ook nu nog, even als in mijn jeugd, in zwang is in vele streken van den Gelderschen Achter hoek. Het oude meestershuis in de buurt schap Kotten lag in den nacht van 31 December op 1 Januari in diepe rust. In de keuken hing nog de walm van oliebollen, die moeder had gebakken. Wij bleven nooit op tot twaalf uur. „Buiten af" stond men vroeg op en ging vroeg naar bed. Zacht was het oude jaar in het nieuwe vergledentoen wij 's morgens wakker werden, was de aar de bedekt onder een wit sneeuwkleed. Onze groote tuin met zijn vele, oude vruchtboomen, leek een sprookjestuin. Voorzichtig slopen we naar de slaap kamer van vader en moeder. „Veel heil en zegen in 't nieuwe jaar „Dank je wel, dat heb je gewonnen Met het oog op het wintersche weer werden we flink ingepakt. We moesten immers den heelen morgen de „naober- schap" op om onze beste wenschen voor een goed jaar te brengen Nauwelijks hebben we de boterham op. of voor het huis is gestommel van kin derklompen. Dan klinken de schoten van kinderpistooltjes met „knepperkes." Als moeder de deur open doet, roepen kinderstemmen door elkaar „Volle heil en zaegen in 't ni'je jaor". of „Gelukzoln ni'jaor." Gelukkig en za lig nieuwjaar.) „Dank je wel kinderen, óok veel heil en zegen Dat hebben jullie ons afge wonnen, nu moet je zeker ook wat heb ben, komt maar binnen." Daar zijn ze dan' allemaal, de buur kinderen Frederik, Willem, Gerrit, Tfuida, Naatje, Sina, Drika, Mina, Anna. Jan, Hendrik't ie een hééle schare OORLOGSBROOD IS GOED BROOD Grootere voedingswaarde door een uitmalingsgraad van 80 procent. GRAUWE KLEUR VERKLAARD. Van bevoegde zijde schrijft men ons Onder de vele dwaze geruchten, die ten aanzien van de samenstelling van ons brood de ronde doen. spant het sprookje van verwerking van gemalen bloembollen in ons brood wel de kroon. Ons wittebrood b.v. bestaat voor 65 pet. uit tarwe en voor 35 pet. uit rogge. Door deze cijfers wordt de mogelijkheid voor „bloembollenmeel' uitgeschakeld. Wel heeft men eenigen tijd proeven genomen met aardappelmeel, dat tot een hoeveel heid van vijf percent in het bakmeel verwerkt werd. Sinds 4 November be staat ons brood echter uitsluitend uit tarwe en rogge, die in de genoemde ver houding in het brood voorkomen. De veranderde kleur van het brood heeft ook tot vele onjuiste gissingen aanleiding gegeven. Daar men vroeger gewend was aan het blanke melkbrood, heeft het feit op zichzelf al, dat tegenwoordig alleen waterbrood gebakken mag worden,, dat de blanke witheid van het melkbrood mist, de publieke belangstelling op zich gevestigd. De oorzaak van de grauwe kleur moet echter niet alleen gezocht worden in de omstandigheid, dat er voor de bereiding van het z.g. oorlogsbrood geen melk meer gebruikt wordt. De grauwe kleur van het brood is n.1. een gevolg van de uitmaling. In den tegenwoordigen tijd is het zeker niet verantwoord, meel ver lóren te laten gaan. De uitmalingsgraad is dan ook opgevoerd tot 80 procent. Zouden wij verder gaan, dan zou de ze mel in het meel komen. De uitmalings graad van 80 procent gagandeert ons dus een maximum hoeveelheid meel. Hierdoor verkrijgt men het meel, dat vlak onder het zemellaagje zit, waaraan de grauwe kleur dan ook te wijten is. Het groote voordeel van deze werkwijze is, dat men boven dien meer vitamine BI verkrijgt, daar vitamine BI zich in de graan korrel bevindt in de laag, die vlak onder de zemel zit. De 35 procent roggemeel zijn er ver antwoordelijk voor, dat het brood iets minder smakelijk is dan vroeger. Deeg- met 35 procent roggemeel plakt en rijst Waar maar plaats is, vouwen ze nu hun groote, bonte boerenzakdoeken open. Moeder komt met een mandje vol appels, daarna volgen nog hazelnoten, pinda's, walnoten, biscuitjes, enzoovoort. De zakdoeken worden dichtgeknoopt, de bezoekertjes maken zich weer voor het vertrek gereed. Aangekleed en wel staan wij al te hunkeren om mee te gaan. Ook mijn zusje, mijn broertjes en ik zijn elk „gewapend" met een grooten spiksplin- ternieuwen boerenzakdoek. De jongens hebben ze met roode stippen, de meisjes met dito bloemen. Moeder kijkt ons na door het raam, als wij door de sneeuw weg wandelen. Het eerst gaan we naar „De Beemer." Hier ben ik goed bekend, want wij, kin deren. moeten er eiken dag melk halen. Eerst over een vondertje, door de wei, dan door het kleine voortuintje. Bij de „bovvendeure" van de boerderij moeten we even wachten, tot de jongens hun pistolen geladen hebben. Pang. pang, pang Een van de grooten licht de deur klink op en wij stappen naar binnen, onderwijl onze nieuwjaarswenschen af stekend. „Volle heil en zaegen in 't ni'je jaor." Een van de oudere jongens, een echte deugniet zegt „Gelukzoln ni'jaor, Trek de katte bi'j 't haor. Den hond bi'j den start, Dan he'j allemaol wat." Wij zijn meteen in de groote boeren- keuken aangeland. Tegen de muren staan, in een rechte rij, de géverfde, ei kenhouten stoeten met gevlochten zit tingen, waar nu zakdoeken op worden uitgespreid. De jonge boerin veidwijnt in een zij kamertje en komt met een tormmel en zakken van diverse grootte terug. Royaal deelt ze koekjes, noten en appels uit, we krijgen zelfs een reep chocola, in die dagen een ongekende lekkernij. De grootere meisjes helpen de klein- daardoor moeilijk. De bakker zal er echter voor een zeer belangrijk deel het zijne toe kunnen bijdragen om het brood zoo smakelijk mogelijk te maken. De z.g. „klefheid" van het brood kan hij vermijden door de bloem voor het gebruik te zeven, waardoor, dank zij de hoeveelheid frissche lucht, die op deze wijze in de bloem wordt gebracht, het rijzen wordt bevorderd. Het is een bekend feit, dat een gedis tribueerd artikel plotseling zeer gewild is. Distributie verhoogt de vraag men is geneigd, juist omdat een artikel ge rantsoeneerd is, daarvan meer te willen hebben. Oppervlakkig gezien, zou men de klacht van het spoediger optredend hongergevoel na het eten van oorlogs brood in vergelijking met het nuttigen van het voor-oorlogsche brood op reke ning van dit verschijnsel kunnen schui ven. Hoewel nu, afgezien van het feit, dat er geen melk in het biood zit, de voedingswaarde zeker niet minder is dan die van het vroegere brood, is de klacht „honger" toch nog aan andere oorzaken toe te schrijven. In de eerste plaats is de belegging niet meer zoo overvloedig als voorheen, maar veel be langrijker is het feit, dat. de vitamine BI die men door de intensievere uitma ling juist in grootere hoeveelheden ver krijgt, het hongergevoel opwekt. De voe dingswaarde is dus geenszins vermin derd. Integendeel, het uitmalen tot 80 procent heeft, behalve een hooger ge halte aan vitamine BI, ook een hooger ijzer- en kalkgehalte ten gevolge. De klachten, dat het oorlogsbrood oor zaak zou zijn van op schurft gelijkende huidaandoeningen, worden van medi sche zijde geheel ontzenuwd. De samen stelling van het brood is, naar van de zijde van vooraanstaande huidartsen is medegedeeld, een voldoende waarborg, dat geen huidziekten ontstaan door het gebruik van oorlogsbrood. BONNEN VOOR TOILET- EN HUISHOUDZEEP. Zachte zeep van de huidige samenstelling wordt niet meer aangemaakt. De Secretaris-Generaal van het de partement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart deelt het volgende mede Gedurende het tijdvak van Woensdag tjes hun zakdoek dicht te knoopen. twee tegenover elkaar gelegen punten flink stevig, de twee andere losser, zoodat men een hengseltje heeft om den schat te dragen. Door een donker bosch, waar de sneeuw flink hoog ligt, trekken wij naai de volgende boerderij. De groote waakhond springt, ramme lend met zijn ketting, boven op het hok en blaft verwoed, 't Wordt nog erger, als de „knepperkes" niet vochtig blijken te zijn, maar het bést doen. We zijn in een vriendelijke boerenwo ning aangeland. De boerin noodt ons direct bij de rood gloeiend staande pot kachel om de handen te warmen. „Fo'j en dat dee kleinen d'r ok nog deur ekommene bunt." Naast de kachel, in een rieten leun stoel, onder den wijden „boozem" zit grootmoeder met een zwart wollen ka pertje op. Ze moet weten, waar al die kindertjes toch wel van zijn. „Wat is dee Mina groot ewordene, zóó. en is dat d'n jongsten van Bosman Wat een fien pupken." Naast andere gaven krijgen wij hier een handvol zelf gedroogde peertjes. Aardig is het om op zoo'n morgen in diverse huizen een kijkje te nemen. Men komt bij rijk en arm. Op één boerderij plaagt de boer ons, dat weten we al vooruit. Het zijn kin- derlooze mensehen. Als we binnen ko men. is in de propere keuken geen mensch te bekennen. Bedremmeld staan we rond te kijken. Vóór we er erg in hebben gaat de deeldeur open en komt de boer binnen. „Vólle geluk en zaegen in 't ni'je jaor. Zoo, ik bun ow veur ewest. De vrouwe kan ow noo toch slecht wat gèvven. I'j mot maor waer wieter gaon 't Valt nog wel mee We krijgen er zelfs sinaasappels en krentenbroodjes. Als wij weer buiten staan, moeten we even overleggen, of we ook naar den nieuwen schoenmaker zullen gaan, die zich pas in deze boerenomgeving ge 1 Januari tot en met Vrijdag 31 Janu ari geeft de met „113" genummerde bon van het algemeen distributiebonboekje recht op het koopen van 150 gram toi letzeep «nieuwe samenstelling» of 120 gram huishoudzeep of 150 gram zachte zeep. of 300 gram zachte zeeppasta of 250 gram zeeppoeder of 600 gram wasch poeder. De aandacht wordt er op gevestigd, dat de zachte zeep van de huidige sa menstelling met ingang van Januari niet meer zal worden aangemaakt. In de plaats hiervoor wordt thans een zachte zeep aangemaakt met een hoo ger vetzuurgehalte, benevens een zach te zeeppasta, waarvan het vetzuurge halte uiteraard lager is. De voorraden zachte zeep van de huidge samenstelling kunnen alsnog worden uitverkocht en wel 200 gram op één bon. Voor zoover de verpakking dit toelaat, kan de verbruiker gedeelten van boven staande hoeveelheden zeep naar keuze tezamen op één bon koopen. Voorts blijft de bepaling van 'kracht, dat de oude voorraden zeepvlokken, zelf werkende waschmiddelen. en vloeibare zeep, welke zeepsoorten thans niet meer worden aangemaakt, nog mogen worden uitverkocht, met dien verstande, dat elke bon recht geeft op het koopen van 125 gram zeepvlokken of 250 gram zelf werkende waschmiddelen of 200 gram vloeibare zeep. Met betrekking tot de wasschei*ijen blijft het voorschrift geldig, dat deze instellingen verplicht zijn voor de be handeling van de gezinswasch geduren de bovengenoemd tijdvak den met „113" genummerden bon van hun clientèle in ontvangst te nemen voor het koopen van zeepproducten en hiervoor per bon twintig kilogram droog waschgoed in behandeling te nemen. De wasch van kantoren, hotels enz., voor zoover het handdoeken, tafelgoed, poetsdoeken en stofdoeken betreft, kan ter behandeling worden gegeven, zonder dat daarbij bonnen behoeven te worden afgegeven. SCHEERZEEP. Gedurende het tijdvak van Woensdag 1 Januari tot en met Woensdag 30 April a.s. geeft de met „117" genummerde bon welke tegelijk met de textielkaart voor mannelijke personen boven den leeftijd vestigd heeft, 't Is toch te gek om hem over te slaan. De man is niet thuis, zijn vrouw kijkt heel verbaasd, als ze, nadat de winkel bel is over gegaan, ons allen ziet staan. Ze komt uit dé stad en kent het gebruik van „Ni-jaor winnen" nog niet. We krij gen een koekje uit een trommeltje en een cent (waar we niks aan vinden), 't Volgend jaar moeten we terug komen dan zal ze er op rekenen. Waar in een huis een zieke is. of een klein kindje in de wieg ligt, mogen de jongens niet schieten, ze houden zich er prompt aan. Onze zakdoeken puilen hoe langer hoe meer uit en worden flink zwaar. Tegen het middaguur zijn we de buurt rond geweest en gaan op loome voeten huiswaarts. Thuis zijn we de moeheid echter gauw vergeten, als we onze schat ten kunnen uitstallen. Nog dagen lang eten we van onzen voorraad. We zijn ons niet bewust, dat we heb ben geholpen een waarschijnlijk nog heidensch gebruik in eere te houden. In „Volksgeloof en volksleven" lezen we „Dat het nieuwe jaar met 1 Januari aanvangt, is zeker aan de Romeinen ontleend, die 8 dagen na het feest der Saturnaliën hun Janusfeest vierden. De christelijke kerk stelde den „Jaers- dach" op 25 Dec., Jezus' geboorte. Reeds in den heldenschen tijd heette de Kerst nacht „moedernacht", immers het nieu we jaar is de moeder van 365 kinderen, Requesens stelde in 1575 het» nieuwe jaar op 1 Januari vast. Ook onze Ger- maansche voorouders vierden den over gang „van 't oude in 't nieuwe" met gastmalen, drinkgelagen en razende pret. Ze dronken elkaar„heil, heil, heiltoe en maakten een vreeselijk gedruisch met horens, trommels en ke tels, om de geesten, die in den tijd der zonnewende rondwaarden, te verdrij ven. Men trachtte in de toekomst te zien van 15 jaar is uitgereikt, recht op het koopen van 50 gram scheerzeep, of één tube. dan wel één piot scheercréme TANDHEELKUNDIGE HIPPOLYTUSHOEF SPREEKUREN IEDEREN le en 3e DINSDAG DER MAAND Café N. KOK, Nieuwst!-. H.-hoet. VAN 10.30 4 UUR. GEHEEL GEBIT VANAF f 35.-. BINNENLANDSCH NIEUWS. IR. VAN DER VEGTE VOOR FILMZAKEN. De raadsadviseur bij het departement van Volksvoorlichting en Kunsten, ir. W. L. Z. van der Vegte, is door den secretaris-generaal van genoemd depar tement voorloopig belast met de behan deling van alle film- en bioscoopaange legenheden. SCHEEPJE GEZONKEN. Knecht verdronken. Te Streefkerk is ter hoogte van „Nieu we Veer" een scheepsongeval gebeurd. Een met bouwmaterialen geladen mo torboot van ongeveer 45 ton voer met een deklast grint de rivier op. Op de plaats des onheils begon waar schijnlijk de lading grint te werken, zoo dat het scheepje water maakte en spoe dig in de golven verdween. De schinper wist zich te redden. De knecht, een 20- jarige man afkomstig uit Papendrecht, kwam om het leven. Het schip was af komstig uit Papendrecht en behoorde aan de fa Visser en Smit. TWEE INWONERS VAN DELFT VERDRONKEN. Dinsdagochtend tusschen half vijf en vijf uur is op het Zuideinde te Delft de 50-jarige C. Wubben, toen hij naar zijn werk ging, tengevolge van de duisternis in de Schie geraakt en verdronken. Na enkele uren is het lijk opgehaald. Het slachtoffer laat. een vrouw en elf kinde ren achter. en zette zich daartoe op een stierenhuid aan een kruisweg of wel, met het zwaard aangegord, hoog op het huisdak en lette op het ruischen en de richting van den wind enz. Het goed rijzen der offerkoeken voorspelde een gelukkig jaar. Hoezeer Kerk en overheid er tegen ijverden, het nieuwjaarvieren bleef ook in den Christelijken tijd bestaan. Nog eet en drinkt men overvloedig als in de dagen van het heidendom. Men bakt jaarskoeken, die opgerold een zinnebeeld zijn van het jaar. dat ook zoo ineenge- wikkeld ter wereld komt. De naam cbliën, van ouds oblaten, hangt met offeren samen. Knechts en meiden be zoeken op Oudejaarsavond het ouder huis en gaan. zooals het heet, „her. kooken" of „hen taofelen." Ook het zien in de toekomst heeft lang bestaan. De jonge maagd smolt lood in een vuurle- pel en goot het uit. om uit den vorm van het gietsel den naam van haar vrij er af te leiden. In gezellig samenzijn, nu en dan een psalm of geestelijk lied aanheffend, wachtte men het plechtig uur van twaal ven af. Dan knalden de schoten, dan trok men joelend of met oorverdoovend geraas door de buurt. In sommige stre ken schoot men wel door de vruchtboo men. opdat ze beter zouden dragen. En op den eevsten morgen van het nieuwe jaar begon het „uieuwjaarzin- gen" langs de huizen, het wenschen en het inzamelen van kleine geschenken, welke van ouds als zooveel goede voor teekens werden beschouwd. Zoo wordt de traditie van den ouden god Janus en van den Germaanschen moedernacht" tot op heden bewaard." Ik ben blij, in mijn jeugd aan een eeuwenoud gebruik te hebben meege daan een gebruik, waarover de sfeer lag van een hooge wereld. JOH. M. (Ontleent aan het Handelsblad.'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1941 | | pagina 1