32e JAARGANG No. 14 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN GEBROKEN TROTS W1ERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN BUREAU ADVERTENTIëN; DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG UITGEVER V Hippolytushoef Wieringen Van 1 5 regels f 0.50 ABONNEMENTSPRIJS CORN. J. BOSKER WIERINGEN. Telefoon Intercomm. No. 19. Iedere regel meer f 0.10 per 3 maanden f 1.25. ALS ZEE EN MEER IN DE IJSKLVISTERS GEVANGEN ZITTEN URK—ENKHUIZEN OVER HET IJS. Vrijdag zijn voor het eerst in deze winter twee Enkhuizers op de schaats van Enkhuizen naar Urk gereden. Het waren de heeren P. de Jong, van Linschotenstraat, en Jouke Klein, Zuiderhavendijk. Ze waren om half twaalf vertrokken en te ruim 2 uur op Urk aangekomen. Om 4.15 werd de terugtocht aanvaard in gezelschap van twee Urkers, n.1. Andries de Vries en Cornelis Weerstand. Gevieren werd ook de terugtocht zonder eenig ongeval afge legd en te 6 uur waren ze in de Haringstad gearriveerd, waar de beide Urkers bij familie op bezoek gingen. Ze verklaarden, dat het ijs volkomen ver trouwd was vrij van wakken en goed berijd baar. Alleen bij het Zand was het wat hob belig. Nu de vorst nog steeds aanhoudt zullen er zeker meerdere tochtjesi naar en van het voormalige eiland worden gemaakt. URK. HET IJS SCHEURDE. Het ijs in het IJsselmeer dat bij Urk zeer sterk is, vertoonde aan de Westzijde van Utk groote scheuren, die evenwijdig aan de kust liepen. Later werd dit een breede geul, alsof het ijs wilde gaan afzetten. Het trok de op merkzaamheid, omdat het met geweldigs knallen gepaard ging. Men vermoedt, dat het komt door een kleine verhooging van het meerenpeil door instroomend rivierwater. In- tusschen zit de geul al weer dicht. IJS IS NIET TE BREKEN. Het ijs is thans bij Urk zoo geweldig zwaar geworden, dat het haast niet meer mogelijk is er aoor heen te hakken om gaten voor de snoekbaarsvisschers te maken. Verschillende snoekbaarsvisschers zagen dan ook geen kans om de netten onder 't ijs te krijgen en keer den teleugesteld huiswaarts. TEXELS VERBINDING MET DE VASTE WAL. Woensdag was het eiland geiso- leerd. Sedert Donderdagmorgen weer verbinding met de vastewal over het Horntje. De Texelsche Crt. schrijft In de nacht van Dinsdag op Woensdag van de vorige week vroor het harder dan ooit. Men vreesde, dat het met de verbinding met de vaste wal spaak zou loopen. Geen wonder Zoo ver het oog reikte, was geen open water te zien. Een groot ijsveld had zich om ons eiland geslagen. We wisten, dat er op Texelstroom heel wat ijs was, aldus de heer J. J. van der Vlies, doch we waren vol goede moed en om eens te probeex-en brachten we de Dokter Wagemaker Woensdagmorgen om acht uur al op gang. Het schip had bergen ijs te verzetten, maar kwam vooruit, al was 'c langzaam. Nadat we voorloopig een korte vaargeul hadden gemaakt, dirigeerden we de Dokter Wagemaker weer naar haar ligplaats. We zouden het wagen en op gewone tijd ver trekken. Maar deze plannen werden de bodem inge slagenDe half-verkleumde passagiers, die om negen uur met de bus waren aangekomen, zochten zoo gauw ze konden een warm plaats je op de gastvrije Wagemaker. Welk een te leurstelling wachtte hen. Nauwelijks was de boot een 100 M. het Texelstroom af, of daar had je het alEen zware ijsdam sneed haar de weg af. Er was zonder hulp geen doorkomen aan, vertelde ons de heer Van der Vlies. We gaven ons echter maar niet direct gewonnen. Tel kens weer lieten we de boot achteruit loopen om vervolgens met volle kracht op de ijsmas sa in te beuken. We hielden de moed er in, maar naar gelang de zon hooger kwam, ver- mindei'de onze kans op succes. De vloed had n.1. zijn hoogste stand bereikt en de eb begon reeds een woordje mee te spreken. Een sleep boot zou ons komen helpen. Het vaaxtuig sneed er aanvankelijk prachtig door, maar hoe dichter ze naderde, hoe geringer de gang werd.en tenslotte kon ook deze sleepboot „geen stap" meer vooruit. Hoe ver zaten de booten toen van el kaar Vèi*, we zaten haast op elkaar Er stond een ijsdam van nauwelijks 10 M. tusschen ons. We zouden het toen met een kabel pro- beeren, maar hoe we ook rukten, we schoten geen steek meer op. Dan moet het ijs daar wel ontzettend dik zijn geweest En of, het zat beslist tot de grond toe, zeker wel drie meter dik We hebben het toen niet lang meer ge maakt. Als we koppig hadden doorgezet, had 't ons leelijk kunnen opbreken, omdat het water zienderoogen zakte en de schroef kans liep alle contact met het water te moeten missen..Dan zouden we er 'snachts mis- schien nog gelegen hebbenTegen één uur 's middags stoomde de Dokter Wagemaker met post en passagiers weer naar zijn ligplaats terug, na vier uur vergeefs geworsteld te heb ben. Donderdag zag het er niet beter uit. De „Alcona" van den heer Kooiman, uit Harlin- gen, moest eens een handje helpen. Bij in formatie echter bleek dit schip, dat over een zeer krachtige motor beschikt, in de haven te Harlingen opgesloten te zijn. Voor de Fxie- sche kust moet het dus ook bar zijn. Een groote verrassing was het, toen de heer A. Slegh Donderdagmorgen met een vracht auto vol post Den Burg binnenreed. Waar kwam die post vandaan Vanwege de Duitsche Marinesleepdienst blieek een boot voor de overbrenging van post via het Horntje beschikbaar te zijn ge steld. Er kwamen ook eenige passagiers mee. Ze kwam om half twaalf aan. Ook om half twee is toen nog een sleepboot uit Den Helder aangekomen. Later op de dag hebben nog twee schepen getracht verbinding te krijgen, maar lage waterstand maakte dit onmogelijk. Vrijdagmorgen zijn ook weer twee diensten over het Horntje gemaakt. De booten kwa men resp. om tien en twaalf uur aan. Te Den Helder ligt een groote hoeveelheid vracht goed opgestapeld. Een militair houdt er de wacht bijVoorloopig worden alleen post, passagiers en kranten meegenomen. De haven van Oudeschild zit pot-dicht. Hier en daar heeft de vorst het ijs tot aan de grond toe gebouwd. Zal deze winter die van 1939—1940 slaan FEUILLETON. ROMAN VAN DE BEKENDE AMERIKAAN SCHE SCHRIJFSTER VIOLET CARR. 11.) Frank droeg zijn vrouw naar de slaapka mer en legde haar op bed. Zou hij het ka- niermeisje roepen, of Mevrouw Keiler Doch dat zou slechts tijdverlies zijn. Hij verbond haar gewonde hand en bevochtigde haar ge zicht met Eau de Cologne. Doch zij kwam niet tot bewustzijn. Frank boog zich over haar heen en kuste haar lippen. „Lore.' Hij richtte zich op. Zou hij den dokter waarschuwen Eindelijk besloot hij toch maar Mevrouw Keiler te wekken. Ze kwam oogen- blikkelijk en schrok toen ze Lore zoo zag lig gen. Frank vertelde, haar wat er gebeurd was. Wilt U bij mijn vrouw blijven, tot ze weer bijgekomen is „Ja meneer Daalman." „Het spijt me, dat ik u wakker heb moeten maken, maar ik had liever niet, dat er een jong meisje bij mijn vrouw zou zijn." „Ik doe het graag meneer Bij de deur gekomen vroeg hij nog „Wilt U me waarschuwen, als er iets ge beurt Stil zat de oude dame aan het bed van de jonge vrouw. Vol medelijden keek zij naar liet mooie, smalle gezicht, dat nu zoo schrik barend bleek zag. Mevrouw Keiler dacht langen tijd na over het noodlot van deze beide menschen. Plotseling zuchtte Lore. Dc jonge vrouw rekte zich even en keek toen met groote oogen om zich heen. Zij scheen zich nu haar omgeving weer te herinneren en zag Mevrouw Keiler aan haar bed zitten. Lore richtte zich op. „Mevrouw Keiler wat is er Het is toch al laat waarom zit U hier bij me „U bexxt flauw gevallen, Mevrouw. Uw man heeft U hierheen gedragen en mij toen ge wekt. Hij is hevig geschrokken. Gelukkig, dat U weer bij kennis bent. Uw hand is gewond door een vaas, die gevallen is, maar Uw man vermoedt, dat het slechts een onbeduidende schram is. Maar ik zou meneer even gaan vertellen als U weer bij kennis was." „Ja, zeker, gaat U maar gauw zei Lore mat en legde haar hand op het kussen. Daar na voegde zij er nog aan toe „U hoeft niet terug te komen. Ik ga slapen en verzoek U ook weer naar bed te gaan. U bent 's morgens altijd het eerste op en 'sa- vonds het laatste naar bed." „Ach Mevrouw, ik doe het graag, ik houd veel van U beiden." Toen begroef Lore haar hoofd in het kus sen en snikte opeens „Van mij houdt nie mand, ik ben De ander vex*stijfde. Zacht bijna onhoor baar ging Mevrouw Keiler de kamer uit. Ze ging naar Frank en deelde hem mede, dat Mevrouw weer bij kennis was en nu alleen wilde zijn om te gaan slapen. Frank rookte nog een sigaret en ging toen ook naar bed, maar hij lag nog geruimen tijd wakker en luisterde naar de geluiden uit de kamer naast hem. ZEVENDE HOOFDSTUK. Den volgenden middag ging Lore een bezoek brengen bij Suze Gerling. Suze was reeds ja renlang haar liefste vriendin en was heel gelukkig getrouwd. De beide jonge vrouwen hadden elkaar altijd bijzonder goed begre pen. Bert Gerling, haar man een blonde, sym pathieke verschijning en hij was blij, dat Lo re kwam. Hij was een nuchter zakenman, doch het hinderde hem niet, dat hij thuis onder de kleine pantoffel vaxx zijn vrouw zat. Hij was onuitsprekelijk gelukkig en tevreden, zoodra hij zijn huis betrad. Vandaag stx-aalde het heele gezicht van Suze, Het was zoo opvallend, dat Lore niet kon nalaten haar te vragen, wat haar over komen was." Heb je een mooi cadeau van je GEVAREN VAN AUTOMOBIEL- GASGENERATOREN. Men betrachte de noodige voorzichtigheid. De directeur-generaal van den Arbeid brengt het volgende ter kennis Het mag langzamerhand bekend worden geacht, dat in uitlaatgas van benzinemotoren een wisselend percentage koolmonoxyde voor komt, waardoor het in auto's en gagares een groot gevaar voor leven en gezondheid ople vert. Een veel grooter gevaar is echter in het automobielbedrijf naar voren gekomen, door dat wegens benzinegebrek gasgeneratoren in gebruik zijn genomen, waarin anthraciet, hout, turf of cokes met weinig lucht worden verbrand, zoodat in het gevormde gas veel koolmonoxyde voorkomt. Het koolmonoxyde is een reuk-, smaak- en kleurloos, niet prikkelend gas, dat zijn aan wezigheid in de lucht op geenexlei wijze ver raadt. Het is zeer vergiftig, kleine hoeveelhe den vex-oorzaken reeds bewusteloosheid. Wordt het slachtoffer niet spoedig in zuivere lucht gebracht, dan is de dood niet zelden het ge volg. In uitlaatgas zit zelden meer dan 10% koolmonoxyde. Meestal zal het 5% niet ovex*- schrijden. In generatorgas evenwel komt van 20 tot 30% en hooger voor. Als men het groo te aantal doodelijke gevallen door uitlaatgas vergiftiging nagaat, is het wel duidelijk, dat men ten aanzien van generatorgas de aller grootste voorzichtigheid in acht dient te ne men. Men zorge er voor, dat zich geen generator gas in gesloten ruimten kan verspreiden. Kou de en verduisteringsmaatregelen zijn vaak oorzaak, dat ventilatie-openingen, deuren en ramen gesloten worden. Dit is al gevaarlijk ten aanzien van uitlaatgas. Een ventilatie, die afdoende het vergiftigingsgevaar door generatorgas wegneemt, zal veelal niet ge makkelijk zijn aan te brengen. Daarom is het best, de generatoren, zoolang zich daaruit gassen ontwikkelen, in de buitenlucht te plaatsen. Ook dan nog dient men rekening te houden met de groote giftigheid, b.v. door te letten op de windrichting, het niet plaat sen van de generatoren onder een openstaand raam van de woonruimte e.d. Verder zorge men er voor, dat in auto's en cabines een behoorlijke ventilatie wordt onderhouden en dat geen gassen uit het car ter door pedaalopeningen e.d. in den wagen kunnen dringen. Zeer bijzondex-e ax'beid, waai'bij het inade men van generatorgas onvermijdelijk is, moet worden verricht onder bescherming van een gasmasker, waaraan versche lucht wordt toe gevoerd, o.a. de hier te lande vervaardigde Van der Grintenkap. Filtermaskers, die een bescherming geven in lucht met ten hoogste 2 a 3 koolmonoxyde, zijn in deze omstan digheden niet betrouwbaar. Reeds een groot aantal vergiftigingsgeval- len door generatorgas is ter kennis van de abeidsinspectie gekomen. Vele gevallen ver liepen licht. Herhaaldelijk echter trad bewus teloosheid op, één geval eindigde met den dood. In geval van vergiftiging late men den be trokkene niet loopen of fietsen. Men brenge hem in zuivere lucht en zorge. dat hij niet kan afkoelen. Is hij bewusteloos, let er dan goed op, of hij nog ademhaalt en pas anders onverwijld kimstmatige ademhaling toe, liefst onder toediening van zuurstof, waar aan koolzuur is toegevoegd. Het toedienen van melk (voor bewusteloo- zen is dit streng vex-boden) moet worden ont raden. DOOR GASVERSTIKKIXG OM HET LEVEN GEKOMEN. Vrijdagavond omstrekks hall zeven is te Vaals de dertigjarige gehuwde chauffeur Heynen, woonachtig te Gulpen, dood achter het stuur van een stilstaande vrachtauto ge vonden. Bij onderzoek bleek, dat de man ver giftigd was door gas uit de genei-ator. man gekx-egen vroeg Lore. „Eigenlijk mag niemand het weten, maai* voor jou heb ik geen geheimen, Lore. Jij hebt immers ook een gelukkig huwelijk Nu dan, wij verwachten een baby Een hoogroode kleur bedekte Lore's wan gen. Stamelend feleciteerde zij haar vriendin, „Maar je mag er nog met niemand over sprekenNatuurlijk wel met Frank, maar jouw knappe, zwijgzame man zal het zeker niet rondvertellen." „Neen dat denk ik ook niet," antwoordde Lore. De jonge vrouw praatte en lachte en Lore was gedwongen een geluk te huichelen, waar zij ver van afstond. Zij zou nooit het geluk kennen van haar bruinharige, vroolijke vrien din Suze. Geluk Zij wilde geen geluk Zij had zichzelf verkochtzij was de slavin van Frank Daalman. Slavin Hofizoo Slavin Liet hij haar dan niet volkomen vrij Bleef hij niet steeds degene, die op een fijne manier gaf zonder daarvoor zijn loon te eischen En als het tot een scheiding kwam want dat wilde hij immers dan zou dit huwelijk eindigen als een droom, als een akeligen droom. Een akeligen droom Was haar verblijf in de voorname villa van Frank werkelijk een akelige droom Daar waar men haar wil res pecteerde, waar iedere wensch van haar werd vervuld Maar zoo, als haar leven nu was kon het toch niet blijven. En Frank wilde dat toch ook niet. „Ik zou het prettig vinden als je met je man op mijn verjaardag komt," zei Lore, toen het opviel, dat zij zoo stil was. „O, dat is aardig van je. Bert heeft den laatsten tijd zaken met je man samen voor het nieuwe ziekenhuis, dat je man laat bou wen." Ziekenhuis Wat voor een ziekenhuis vroeg Lore. „O, als ik maar geen domheid heb begaan. Het wordt namelijk het „Eleonorahuis." Maar verraad me alsjeblieft nietAls het je nog niet verteld was, moest het zeker een verras- WARMBLOEDFOKKERIJ IN NOORDHOLLAND. PAST ÖETER OP UW PAARD Het heeft zijn harde plichten maar ook zijn goede rechten. Wanneer ie die paarden, die op de verschil lende plaatsen ter monstering voorgebracht werden, nog eens in gedachten aan mij laat voorby gaan, dan is het mij vooral opgeval len, hoeveel eigenaai-s hun dieren beschou wen als een noodzakelijk kwaad op hun be drijf en niet als een medelid van het groote gezin, waaronder ik alle dieren reken, die op een boerderij aanwezig zijn en allen op hun manier medewerken en hun beste krachten geven om tot een zoo goed mogelijke financi- eele uitkomst van het bedrijf te geraken. Voor mij, als paardenliefhebber, was het vaak een bedroevend gezicht, in welk een ver waarloosden toestand vooral de beenen, hoe ven en beslag verkeerden, hoewel de voedings toestand over het algemeen behoorlijk tot goed genoemd kon worden. Door de vordering in September 1939 had onze paardenstal reeds een geduchte aderlating ondergaan, zoodat het voor de hand lag, dat het aantal geschik te paarden binnen den gevraagden leeftijd niet bijster groot zou zijn. Vandaar dan ook, dat, om aan het vooraf bepaalde aantal toe te komen, de leeftijd een half jaar jonger genomen moest worden. Dat de eene keuringsplaats veel beter zou zijn, dan de andere, spreekt vanzelf. Bijv. in de Wieringermeer was in 1939 niet gevorderd en door de moeilijkheden met de motorbrand stof, waren daar dezen herfst heel wat paar den aangekocht, wat tot gevolg had, dat daar procentsgewijze ook meer paarden voor de vordering aangewezen zijn. De indi*uk op den eersten dag te Juliana- dorp was al zeer bedroevend. Heel wat oude paarden en een hoefverzorgixig om van te rillen. Paarden, waarvan in geen maanden de ijzers verlegd waren en zoo ze zonder ijzers liepen, was er heelemaal niets aan gedaan. Scheuren in de hoeven, die van onder tot boven dooi*liepen, groote stukken er af gebro ken, veel te lange hoeven of sommige zoo af gesleten, dat de ax*me dieren geheel op de zool liepen, wat buitengewoon pijnlijk is. Het gevolg van een en ander was, dat nog jonge paarden geheel afwijkende standen en gangen vertoonden en oudere ver voor hun tijd versleten waren. Men moet toch begrij pen en kan het ook op zijn vingers nareke- sing voor je zijn. In ieder geval komen wij op je verjaardag." Lore zweeg.Dus ook daarmee had zij Frank onrecht gedaan. Hij bouwde een ziekenhuis. Waarom zou het haar naam kx*ijgen als hij zich van haar wilde laten scheiden Lore deed moeite deze zaak zoo gewoon mogelijk te laten beschouwen, maar bij de gedachte aan een scheiding van Frank voelde zij weer die waanzinnige pijn in haar hart. Zij bleef doodstil zitten. Suze praatte aan een stuk door, maar plot seling zweeg zij ook. Wat kon Lore hebben Zou zij niet gelukkig zijn Met geweld stuur de zij haar gedachten in een andere richting. En ze begon over wat anders te praten om te trachten ook Lore weer op te vroolijken, wat haar tenslotte ook gelukte. Daar hoordeix zij de stem van Bert Gex-ling in de gang. Suze wipte de kamer uit en met een triomfantelijk lachje kwam zij aan zijn arm weer binnen. „Daar is onze knappe Lore," zei hij lachend, j terwijl hij haar vrooiijk de hand drukte, „dat zal een gezellig thee-uurtje worden." En dat was ook werkelijk zoo. Het echtpaar praatte allergenoegelijkst met Lore. I Na een uurtje reed de auto voor en uitge leide gedaan door haar vriendin met haar man reed zij naar huis terug, na hen nog maals te hebben uitgenoodigd op haar ver jaardag te komen. Met bedenkelijke gezichten keken ze beiden haar na. Doch toen ze weer in de huiskamer waren, werd er over het echtpaar Daalman geen woord gerept, het was alsof zij bang waren hun gedachten onder woorden te bren gen. Thuis gekomen sloop Lore over de gang waarop haar kamer en die van Frank lagen, j Zij luisterde naar ieder geluid uit de kamer er naast. Hij moest thuis zijn. Zij ging rus tig in het donker even op een stoel vlak voor het raam zitten en dacht aan haar vriendin. Doch opeens schrok zij en kromp in elkaar. Eer ze licht had kunnen maken was er iemand in haar kamer gekomen. Ze zag aan de om trekken van de groote gestalte, dat het Frank was. Hij draaide het licht aan, kwam wat nen dat geld voor hoefbeslag en hoefonder- houd uitgegeven, niet weggegooid is, maar dubbel en dwars de rente opbrengt. Uw paard zal veel beter en gemakkelijker zijn werk kun nen doen en veel langer mee kunnen. Was de conditie wel in orde, de verdere verpleging hield hiermede meestal geen ge lijken tred. Het behoort toch tot de plichten van den eigenaar, ook met het oog op de beurs, dat het paard eiken dag een beurt met de roskam en borstel krijgt. Er is een gezegde, dat luidt Een keer per dag goed rossen is evenveel waard als één kop haver. Veel moeite geeft het ook niet, want in een minuut of tien per paard is men klaar. Waar heid is toch, dat men zich na een lekkere waschbeurt veel frisscher en opgewekter voelt, zoo ook een paard. Maar nog een belangrijke factor is wel, dat men al poetsende allerlei kleine verwondingen en drukkingen bijtijds opmerkt en hierin kan voorzien. Hoeveel paar den trekken zich in den herfst niet door. wat bij goede verzorging niet noodig geweest zou zijn. Nog een zeer belangrijk punt wil ik hier noemen en wel dat door geregeld poetsen, dus niet alleen het lichaam, maar ook hoofd en beenen, vooral jonge en lastige paarden, hier aan wennen en zij zullen veel makker en menschelijker worden. Hoe makkelijk is het niet, wanneer het paard over de streng raakt, als men het been even op kan nemen en heb weer recht kan zetten. Het xs mijn eigen on dervinding en ik kan u het recept aanbevelen. Gij hebt het recht om van uw paard veel, zelfs alles te eischen. maar op u i*ust dan ook de plicht, het in alle opzichten goed te ver zorgen. Te Anna Paulowna was het gehalte der paarden al veel beter, meer Belgen, terwijl aan het hoefbeslag ook meer zorg besteed was. Van hoeveel invloed de verzorging is, moge nog blijken uit het volgende. Er ston den daar twee paarden bij elkaar, een goed verzorgd, levendig ding, terwijl de commissie de ander voor een oud beestje aankeek, ver waarloosde hoeven, door de knieën mager, een oud hoofd, in één woord, geheel versleten. De eerste bleek na onderzoek een jaar of 17 te zijn. terwijl dc ander nog drie jaar moest worden. De eigenaar zal er niet veel plezier van beleven. Schagerbrug behoorlijk, terwijl in Barsin- gerhorn een goed koppel paarden voorge bracht werd, meerendeels warmbloed. Verple ging en hoofdverzox*ging in orde. Op de laat ste keuringsplaatsen in de Wieringermeer werden beste paarden getoond, voornamelijk Belgen. Aan de hoefvei-zorging mag nog wel de noodige aandacht geschonken worden. Het beslag was wel in orde, maar bij de onbesla gen paarden waren er velen, die pijnlijk lie pen door de groote afslijting. Een opmerking meen ik toch niet achter wege te mogen laten. In elke keuringsplaats kwamen enkele gevallen voor van duidelijk waarneembaar moedwillige vernageling van het paard zoodat het ernstig kreupel liep. Dat de commissie dit juist gezien had, werd wel bewezen door het feit, dat geen enkele eige naar protesteerde, toen zijn paard toch voor vordering aangewezen werd. Niet alleen zou een collega hiervan de dupe geworden zijn, daar er dan toch een ander paard werd aan gewezen. maar ook uit een oogpunt van die- renmshandeliing vind ik het een blaam ge worpen op den boerenstand en zou een pro cesverbaal zeer zeker op zijn plaats geweest zijn F. A. MELCHIOR. dichtex-blj en zei. op licht spottende toon „Zit je zoo in het donker Je hebt zelfs je mantel nog niet uitgetrokken, laat mij je even helpen." Zij stond op, keek hem aan en vermoedde niet, dat het haar man bijna bovenmensche- lijke inspanning kostte haar niet in zijn arm te sluiten, zooals zij daar voor hem stond, met haar muts schuin op het blonde haar. „Ik ja, ik heb een beetje zitten droo- men Hij lachte goedmoedig. ..Kleine meisjes droomen graag. Het komt er alleen maar op aan, of het wat moois is," zei hij toen. Terwijl zij nog zweeg, vervolgde hij „je moet straks met het eten niet op mij wachten Ik eet in stad en kom pas tegen den morgen naar huis. Wil je soms naar de schouwburg Mevrouw Keiler kan met je mee gaan zeg het maar. Of wil je liever naar een concert „Maak je niet bezorgd Frank, ik blijf van avond thui3." Hij zuchtte zachtjes. „Zooals je wilt. Ik kom je strakjes nog wel even groeten." „O, laat mij je niet ophouden, ik ben zoo onbelangrijk." Toen zij dit gezegd had. speet het haar. Hij zou eens kunnen denken, dat zij ongelukkig was over zijn uitgaan. Dat zou vreeselijk ge weest zijn. En wat kon het haar eigenlijk schelen als hij eens een avond alleen uitging Deze man, waar zij bang voor was ..Nu. dan zal ik je maar meteen goeden nacht wehschen. Wat ik nog zeggen wilde „Wil je alles zoo inrichten, dat wij een van de volgende dagen naar villa Frederika kun nen vertrekken Hoe lang wij daar blijven weet ik nog niet. Met Kerstmis zijn wij na tuurlijk terug, want dat vieren wij immers gezamenlijk op Loringen Er zullen veel gasten komen, dat vindt je zeker wel pret tig „Ja zeker." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1941 | | pagina 1