32e JAARGANG
No. 14
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
GEBROKEN TROTS
W1ERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
BUREAU
ADVERTENTIëN;
DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG
UITGEVER
V
Hippolytushoef Wieringen
Van 1 5 regels
f 0.50
ABONNEMENTSPRIJS
CORN. J. BOSKER WIERINGEN.
Telefoon Intercomm. No. 19.
Iedere regel meer
f 0.10
per 3 maanden f 1.25.
ALS ZEE EN MEER IN DE
IJSKLVISTERS GEVANGEN
ZITTEN
URK—ENKHUIZEN OVER HET IJS.
Vrijdag zijn voor het eerst in deze winter
twee Enkhuizers op de schaats van Enkhuizen
naar Urk gereden. Het waren de heeren P.
de Jong, van Linschotenstraat, en Jouke
Klein, Zuiderhavendijk. Ze waren om half
twaalf vertrokken en te ruim 2 uur op Urk
aangekomen.
Om 4.15 werd de terugtocht aanvaard in
gezelschap van twee Urkers, n.1. Andries de
Vries en Cornelis Weerstand. Gevieren werd
ook de terugtocht zonder eenig ongeval afge
legd en te 6 uur waren ze in de Haringstad
gearriveerd, waar de beide Urkers bij familie
op bezoek gingen.
Ze verklaarden, dat het ijs volkomen ver
trouwd was vrij van wakken en goed berijd
baar. Alleen bij het Zand was het wat hob
belig.
Nu de vorst nog steeds aanhoudt zullen er
zeker meerdere tochtjesi naar en van het
voormalige eiland worden gemaakt.
URK.
HET IJS SCHEURDE.
Het ijs in het IJsselmeer dat bij Urk zeer
sterk is, vertoonde aan de Westzijde van Utk
groote scheuren, die evenwijdig aan de kust
liepen. Later werd dit een breede geul, alsof
het ijs wilde gaan afzetten. Het trok de op
merkzaamheid, omdat het met geweldigs
knallen gepaard ging. Men vermoedt, dat het
komt door een kleine verhooging van het
meerenpeil door instroomend rivierwater. In-
tusschen zit de geul al weer dicht.
IJS IS NIET TE BREKEN.
Het ijs is thans bij Urk zoo geweldig zwaar
geworden, dat het haast niet meer mogelijk
is er aoor heen te hakken om gaten voor de
snoekbaarsvisschers te maken. Verschillende
snoekbaarsvisschers zagen dan ook geen kans
om de netten onder 't ijs te krijgen en keer
den teleugesteld huiswaarts.
TEXELS VERBINDING MET DE
VASTE WAL.
Woensdag was het eiland geiso-
leerd. Sedert Donderdagmorgen
weer verbinding met de vastewal
over het Horntje.
De Texelsche Crt. schrijft
In de nacht van Dinsdag op Woensdag
van de vorige week vroor het harder dan
ooit. Men vreesde, dat het met de verbinding
met de vaste wal spaak zou loopen. Geen
wonder Zoo ver het oog reikte, was geen
open water te zien. Een groot ijsveld had zich
om ons eiland geslagen. We wisten, dat er op
Texelstroom heel wat ijs was, aldus de heer
J. J. van der Vlies, doch we waren vol goede
moed en om eens te probeex-en brachten we
de Dokter Wagemaker Woensdagmorgen om
acht uur al op gang. Het schip had bergen
ijs te verzetten, maar kwam vooruit, al was
'c langzaam. Nadat we voorloopig een korte
vaargeul hadden gemaakt, dirigeerden we de
Dokter Wagemaker weer naar haar ligplaats.
We zouden het wagen en op gewone tijd ver
trekken.
Maar deze plannen werden de bodem inge
slagenDe half-verkleumde passagiers, die
om negen uur met de bus waren aangekomen,
zochten zoo gauw ze konden een warm plaats
je op de gastvrije Wagemaker. Welk een te
leurstelling wachtte hen. Nauwelijks was de
boot een 100 M. het Texelstroom af, of daar
had je het alEen zware ijsdam sneed haar
de weg af.
Er was zonder hulp geen doorkomen aan,
vertelde ons de heer Van der Vlies. We gaven
ons echter maar niet direct gewonnen. Tel
kens weer lieten we de boot achteruit loopen
om vervolgens met volle kracht op de ijsmas
sa in te beuken. We hielden de moed er in,
maar naar gelang de zon hooger kwam, ver-
mindei'de onze kans op succes. De vloed had
n.1. zijn hoogste stand bereikt en de eb begon
reeds een woordje mee te spreken. Een sleep
boot zou ons komen helpen. Het vaaxtuig
sneed er aanvankelijk prachtig door, maar
hoe dichter ze naderde, hoe geringer de gang
werd.en tenslotte kon ook deze sleepboot
„geen stap" meer vooruit.
Hoe ver zaten de booten toen van el
kaar
Vèi*, we zaten haast op elkaar Er stond
een ijsdam van nauwelijks 10 M. tusschen
ons. We zouden het toen met een kabel pro-
beeren, maar hoe we ook rukten, we schoten
geen steek meer op.
Dan moet het ijs daar wel ontzettend dik
zijn geweest
En of, het zat beslist tot de grond toe,
zeker wel drie meter dik
We hebben het toen niet lang meer ge
maakt. Als we koppig hadden doorgezet, had
't ons leelijk kunnen opbreken, omdat het
water zienderoogen zakte en de schroef kans
liep alle contact met het water te moeten
missen..Dan zouden we er 'snachts mis-
schien nog gelegen hebbenTegen één uur
's middags stoomde de Dokter Wagemaker met
post en passagiers weer naar zijn ligplaats
terug, na vier uur vergeefs geworsteld te heb
ben.
Donderdag zag het er niet beter uit. De
„Alcona" van den heer Kooiman, uit Harlin-
gen, moest eens een handje helpen. Bij in
formatie echter bleek dit schip, dat over een
zeer krachtige motor beschikt, in de haven
te Harlingen opgesloten te zijn. Voor de Fxie-
sche kust moet het dus ook bar zijn.
Een groote verrassing was het, toen de heer
A. Slegh Donderdagmorgen met een vracht
auto vol post Den Burg binnenreed. Waar
kwam die post vandaan
Vanwege de Duitsche Marinesleepdienst
blieek een boot voor de overbrenging van
post via het Horntje beschikbaar te zijn ge
steld. Er kwamen ook eenige passagiers mee.
Ze kwam om half twaalf aan. Ook om half
twee is toen nog een sleepboot uit Den Helder
aangekomen. Later op de dag hebben nog
twee schepen getracht verbinding te krijgen,
maar lage waterstand maakte dit onmogelijk.
Vrijdagmorgen zijn ook weer twee diensten
over het Horntje gemaakt. De booten kwa
men resp. om tien en twaalf uur aan. Te Den
Helder ligt een groote hoeveelheid vracht
goed opgestapeld. Een militair houdt er de
wacht bijVoorloopig worden alleen post,
passagiers en kranten meegenomen.
De haven van Oudeschild zit pot-dicht.
Hier en daar heeft de vorst het ijs tot aan de
grond toe gebouwd. Zal deze winter die van
1939—1940 slaan
FEUILLETON.
ROMAN VAN DE BEKENDE
AMERIKAAN SCHE SCHRIJFSTER
VIOLET CARR.
11.)
Frank droeg zijn vrouw naar de slaapka
mer en legde haar op bed. Zou hij het ka-
niermeisje roepen, of Mevrouw Keiler Doch
dat zou slechts tijdverlies zijn. Hij verbond
haar gewonde hand en bevochtigde haar ge
zicht met Eau de Cologne. Doch zij kwam
niet tot bewustzijn. Frank boog zich over haar
heen en kuste haar lippen. „Lore.'
Hij richtte zich op. Zou hij den dokter
waarschuwen Eindelijk besloot hij toch maar
Mevrouw Keiler te wekken. Ze kwam oogen-
blikkelijk en schrok toen ze Lore zoo zag lig
gen. Frank vertelde, haar wat er gebeurd
was. Wilt U bij mijn vrouw blijven, tot ze
weer bijgekomen is
„Ja meneer Daalman."
„Het spijt me, dat ik u wakker heb moeten
maken, maar ik had liever niet, dat er een
jong meisje bij mijn vrouw zou zijn."
„Ik doe het graag meneer
Bij de deur gekomen vroeg hij nog
„Wilt U me waarschuwen, als er iets ge
beurt
Stil zat de oude dame aan het bed van de
jonge vrouw. Vol medelijden keek zij naar
liet mooie, smalle gezicht, dat nu zoo schrik
barend bleek zag.
Mevrouw Keiler dacht langen tijd na over
het noodlot van deze beide menschen.
Plotseling zuchtte Lore. Dc jonge vrouw
rekte zich even en keek toen met groote
oogen om zich heen. Zij scheen zich nu haar
omgeving weer te herinneren en zag Mevrouw
Keiler aan haar bed zitten. Lore richtte zich
op.
„Mevrouw Keiler wat is er Het is toch
al laat waarom zit U hier bij me
„U bexxt flauw gevallen, Mevrouw. Uw man
heeft U hierheen gedragen en mij toen ge
wekt. Hij is hevig geschrokken. Gelukkig, dat
U weer bij kennis bent. Uw hand is gewond
door een vaas, die gevallen is, maar Uw man
vermoedt, dat het slechts een onbeduidende
schram is. Maar ik zou meneer even gaan
vertellen als U weer bij kennis was."
„Ja, zeker, gaat U maar gauw zei Lore
mat en legde haar hand op het kussen. Daar
na voegde zij er nog aan toe
„U hoeft niet terug te komen. Ik ga slapen
en verzoek U ook weer naar bed te gaan. U
bent 's morgens altijd het eerste op en 'sa-
vonds het laatste naar bed."
„Ach Mevrouw, ik doe het graag, ik houd
veel van U beiden."
Toen begroef Lore haar hoofd in het kus
sen en snikte opeens „Van mij houdt nie
mand, ik ben
De ander vex*stijfde. Zacht bijna onhoor
baar ging Mevrouw Keiler de kamer uit. Ze
ging naar Frank en deelde hem mede, dat
Mevrouw weer bij kennis was en nu alleen
wilde zijn om te gaan slapen.
Frank rookte nog een sigaret en ging toen
ook naar bed, maar hij lag nog geruimen tijd
wakker en luisterde naar de geluiden uit de
kamer naast hem.
ZEVENDE HOOFDSTUK.
Den volgenden middag ging Lore een bezoek
brengen bij Suze Gerling. Suze was reeds ja
renlang haar liefste vriendin en was heel
gelukkig getrouwd. De beide jonge vrouwen
hadden elkaar altijd bijzonder goed begre
pen.
Bert Gerling, haar man een blonde, sym
pathieke verschijning en hij was blij, dat Lo
re kwam. Hij was een nuchter zakenman,
doch het hinderde hem niet, dat hij thuis
onder de kleine pantoffel vaxx zijn vrouw zat.
Hij was onuitsprekelijk gelukkig en tevreden,
zoodra hij zijn huis betrad.
Vandaag stx-aalde het heele gezicht van
Suze, Het was zoo opvallend, dat Lore niet
kon nalaten haar te vragen, wat haar over
komen was." Heb je een mooi cadeau van je
GEVAREN VAN AUTOMOBIEL-
GASGENERATOREN.
Men betrachte de noodige voorzichtigheid.
De directeur-generaal van den Arbeid
brengt het volgende ter kennis
Het mag langzamerhand bekend worden
geacht, dat in uitlaatgas van benzinemotoren
een wisselend percentage koolmonoxyde voor
komt, waardoor het in auto's en gagares een
groot gevaar voor leven en gezondheid ople
vert.
Een veel grooter gevaar is echter in het
automobielbedrijf naar voren gekomen, door
dat wegens benzinegebrek gasgeneratoren in
gebruik zijn genomen, waarin anthraciet,
hout, turf of cokes met weinig lucht worden
verbrand, zoodat in het gevormde gas veel
koolmonoxyde voorkomt.
Het koolmonoxyde is een reuk-, smaak- en
kleurloos, niet prikkelend gas, dat zijn aan
wezigheid in de lucht op geenexlei wijze ver
raadt. Het is zeer vergiftig, kleine hoeveelhe
den vex-oorzaken reeds bewusteloosheid. Wordt
het slachtoffer niet spoedig in zuivere lucht
gebracht, dan is de dood niet zelden het ge
volg.
In uitlaatgas zit zelden meer dan 10%
koolmonoxyde. Meestal zal het 5% niet ovex*-
schrijden. In generatorgas evenwel komt van
20 tot 30% en hooger voor. Als men het groo
te aantal doodelijke gevallen door uitlaatgas
vergiftiging nagaat, is het wel duidelijk, dat
men ten aanzien van generatorgas de aller
grootste voorzichtigheid in acht dient te ne
men.
Men zorge er voor, dat zich geen generator
gas in gesloten ruimten kan verspreiden. Kou
de en verduisteringsmaatregelen zijn vaak
oorzaak, dat ventilatie-openingen, deuren en
ramen gesloten worden. Dit is al gevaarlijk
ten aanzien van uitlaatgas. Een ventilatie,
die afdoende het vergiftigingsgevaar door
generatorgas wegneemt, zal veelal niet ge
makkelijk zijn aan te brengen. Daarom is het
best, de generatoren, zoolang zich daaruit
gassen ontwikkelen, in de buitenlucht te
plaatsen. Ook dan nog dient men rekening
te houden met de groote giftigheid, b.v. door
te letten op de windrichting, het niet plaat
sen van de generatoren onder een openstaand
raam van de woonruimte e.d.
Verder zorge men er voor, dat in auto's
en cabines een behoorlijke ventilatie wordt
onderhouden en dat geen gassen uit het car
ter door pedaalopeningen e.d. in den wagen
kunnen dringen.
Zeer bijzondex-e ax'beid, waai'bij het inade
men van generatorgas onvermijdelijk is, moet
worden verricht onder bescherming van een
gasmasker, waaraan versche lucht wordt toe
gevoerd, o.a. de hier te lande vervaardigde
Van der Grintenkap. Filtermaskers, die een
bescherming geven in lucht met ten hoogste
2 a 3 koolmonoxyde, zijn in deze omstan
digheden niet betrouwbaar.
Reeds een groot aantal vergiftigingsgeval-
len door generatorgas is ter kennis van de
abeidsinspectie gekomen. Vele gevallen ver
liepen licht. Herhaaldelijk echter trad bewus
teloosheid op, één geval eindigde met den
dood.
In geval van vergiftiging late men den be
trokkene niet loopen of fietsen. Men brenge
hem in zuivere lucht en zorge. dat hij niet
kan afkoelen. Is hij bewusteloos, let er dan
goed op, of hij nog ademhaalt en pas anders
onverwijld kimstmatige ademhaling toe,
liefst onder toediening van zuurstof, waar
aan koolzuur is toegevoegd.
Het toedienen van melk (voor bewusteloo-
zen is dit streng vex-boden) moet worden ont
raden.
DOOR GASVERSTIKKIXG OM HET LEVEN
GEKOMEN.
Vrijdagavond omstrekks hall zeven is te
Vaals de dertigjarige gehuwde chauffeur
Heynen, woonachtig te Gulpen, dood achter
het stuur van een stilstaande vrachtauto ge
vonden. Bij onderzoek bleek, dat de man ver
giftigd was door gas uit de genei-ator.
man gekx-egen vroeg Lore.
„Eigenlijk mag niemand het weten, maai*
voor jou heb ik geen geheimen, Lore. Jij hebt
immers ook een gelukkig huwelijk Nu dan,
wij verwachten een baby
Een hoogroode kleur bedekte Lore's wan
gen. Stamelend feleciteerde zij haar vriendin,
„Maar je mag er nog met niemand over
sprekenNatuurlijk wel met Frank, maar
jouw knappe, zwijgzame man zal het zeker
niet rondvertellen."
„Neen dat denk ik ook niet," antwoordde
Lore.
De jonge vrouw praatte en lachte en Lore
was gedwongen een geluk te huichelen, waar
zij ver van afstond. Zij zou nooit het geluk
kennen van haar bruinharige, vroolijke vrien
din Suze. Geluk Zij wilde geen geluk Zij
had zichzelf verkochtzij was de slavin van
Frank Daalman. Slavin Hofizoo Slavin
Liet hij haar dan niet volkomen vrij Bleef
hij niet steeds degene, die op een fijne manier
gaf zonder daarvoor zijn loon te eischen
En als het tot een scheiding kwam want
dat wilde hij immers dan zou dit huwelijk
eindigen als een droom, als een akeligen
droom.
Een akeligen droom Was haar verblijf in
de voorname villa van Frank werkelijk een
akelige droom Daar waar men haar wil res
pecteerde, waar iedere wensch van haar werd
vervuld
Maar zoo, als haar leven nu was kon het
toch niet blijven. En Frank wilde dat toch
ook niet.
„Ik zou het prettig vinden als je met je
man op mijn verjaardag komt," zei Lore, toen
het opviel, dat zij zoo stil was.
„O, dat is aardig van je. Bert heeft den
laatsten tijd zaken met je man samen voor
het nieuwe ziekenhuis, dat je man laat bou
wen."
Ziekenhuis Wat voor een ziekenhuis
vroeg Lore.
„O, als ik maar geen domheid heb begaan.
Het wordt namelijk het „Eleonorahuis." Maar
verraad me alsjeblieft nietAls het je nog
niet verteld was, moest het zeker een verras-
WARMBLOEDFOKKERIJ
IN NOORDHOLLAND.
PAST ÖETER OP UW PAARD
Het heeft zijn harde plichten
maar ook zijn goede rechten.
Wanneer ie die paarden, die op de verschil
lende plaatsen ter monstering voorgebracht
werden, nog eens in gedachten aan mij laat
voorby gaan, dan is het mij vooral opgeval
len, hoeveel eigenaai-s hun dieren beschou
wen als een noodzakelijk kwaad op hun be
drijf en niet als een medelid van het groote
gezin, waaronder ik alle dieren reken, die op
een boerderij aanwezig zijn en allen op hun
manier medewerken en hun beste krachten
geven om tot een zoo goed mogelijke financi-
eele uitkomst van het bedrijf te geraken.
Voor mij, als paardenliefhebber, was het
vaak een bedroevend gezicht, in welk een ver
waarloosden toestand vooral de beenen, hoe
ven en beslag verkeerden, hoewel de voedings
toestand over het algemeen behoorlijk tot
goed genoemd kon worden. Door de vordering
in September 1939 had onze paardenstal reeds
een geduchte aderlating ondergaan, zoodat
het voor de hand lag, dat het aantal geschik
te paarden binnen den gevraagden leeftijd
niet bijster groot zou zijn. Vandaar dan ook,
dat, om aan het vooraf bepaalde aantal toe
te komen, de leeftijd een half jaar jonger
genomen moest worden.
Dat de eene keuringsplaats veel beter zou
zijn, dan de andere, spreekt vanzelf. Bijv. in
de Wieringermeer was in 1939 niet gevorderd
en door de moeilijkheden met de motorbrand
stof, waren daar dezen herfst heel wat paar
den aangekocht, wat tot gevolg had, dat daar
procentsgewijze ook meer paarden voor de
vordering aangewezen zijn.
De indi*uk op den eersten dag te Juliana-
dorp was al zeer bedroevend. Heel wat oude
paarden en een hoefverzorgixig om van te
rillen. Paarden, waarvan in geen maanden
de ijzers verlegd waren en zoo ze zonder ijzers
liepen, was er heelemaal niets aan gedaan.
Scheuren in de hoeven, die van onder tot
boven dooi*liepen, groote stukken er af gebro
ken, veel te lange hoeven of sommige zoo af
gesleten, dat de ax*me dieren geheel op de
zool liepen, wat buitengewoon pijnlijk is.
Het gevolg van een en ander was, dat nog
jonge paarden geheel afwijkende standen en
gangen vertoonden en oudere ver voor hun
tijd versleten waren. Men moet toch begrij
pen en kan het ook op zijn vingers nareke-
sing voor je zijn. In ieder geval komen wij
op je verjaardag."
Lore zweeg.Dus ook daarmee had zij Frank
onrecht gedaan. Hij bouwde een ziekenhuis.
Waarom zou het haar naam kx*ijgen als hij
zich van haar wilde laten scheiden
Lore deed moeite deze zaak zoo gewoon
mogelijk te laten beschouwen, maar bij de
gedachte aan een scheiding van Frank voelde
zij weer die waanzinnige pijn in haar hart.
Zij bleef doodstil zitten.
Suze praatte aan een stuk door, maar plot
seling zweeg zij ook. Wat kon Lore hebben
Zou zij niet gelukkig zijn Met geweld stuur
de zij haar gedachten in een andere richting.
En ze begon over wat anders te praten om te
trachten ook Lore weer op te vroolijken, wat
haar tenslotte ook gelukte.
Daar hoordeix zij de stem van Bert Gex-ling
in de gang. Suze wipte de kamer uit en met
een triomfantelijk lachje kwam zij aan zijn
arm weer binnen.
„Daar is onze knappe Lore," zei hij lachend,
j terwijl hij haar vrooiijk de hand drukte, „dat
zal een gezellig thee-uurtje worden."
En dat was ook werkelijk zoo. Het echtpaar
praatte allergenoegelijkst met Lore.
I Na een uurtje reed de auto voor en uitge
leide gedaan door haar vriendin met haar
man reed zij naar huis terug, na hen nog
maals te hebben uitgenoodigd op haar ver
jaardag te komen.
Met bedenkelijke gezichten keken ze beiden
haar na. Doch toen ze weer in de huiskamer
waren, werd er over het echtpaar Daalman
geen woord gerept, het was alsof zij bang
waren hun gedachten onder woorden te bren
gen.
Thuis gekomen sloop Lore over de gang
waarop haar kamer en die van Frank lagen,
j Zij luisterde naar ieder geluid uit de kamer
er naast. Hij moest thuis zijn. Zij ging rus
tig in het donker even op een stoel vlak voor
het raam zitten en dacht aan haar vriendin.
Doch opeens schrok zij en kromp in elkaar.
Eer ze licht had kunnen maken was er iemand
in haar kamer gekomen. Ze zag aan de om
trekken van de groote gestalte, dat het Frank
was. Hij draaide het licht aan, kwam wat
nen dat geld voor hoefbeslag en hoefonder-
houd uitgegeven, niet weggegooid is, maar
dubbel en dwars de rente opbrengt. Uw paard
zal veel beter en gemakkelijker zijn werk kun
nen doen en veel langer mee kunnen.
Was de conditie wel in orde, de verdere
verpleging hield hiermede meestal geen ge
lijken tred. Het behoort toch tot de plichten
van den eigenaar, ook met het oog op de
beurs, dat het paard eiken dag een beurt
met de roskam en borstel krijgt. Er is een
gezegde, dat luidt Een keer per dag goed
rossen is evenveel waard als één kop haver.
Veel moeite geeft het ook niet, want in een
minuut of tien per paard is men klaar. Waar
heid is toch, dat men zich na een lekkere
waschbeurt veel frisscher en opgewekter voelt,
zoo ook een paard. Maar nog een belangrijke
factor is wel, dat men al poetsende allerlei
kleine verwondingen en drukkingen bijtijds
opmerkt en hierin kan voorzien. Hoeveel paar
den trekken zich in den herfst niet door. wat
bij goede verzorging niet noodig geweest zou
zijn.
Nog een zeer belangrijk punt wil ik hier
noemen en wel dat door geregeld poetsen, dus
niet alleen het lichaam, maar ook hoofd en
beenen, vooral jonge en lastige paarden, hier
aan wennen en zij zullen veel makker en
menschelijker worden. Hoe makkelijk is het
niet, wanneer het paard over de streng raakt,
als men het been even op kan nemen en heb
weer recht kan zetten. Het xs mijn eigen on
dervinding en ik kan u het recept aanbevelen.
Gij hebt het recht om van uw paard veel,
zelfs alles te eischen. maar op u i*ust dan ook
de plicht, het in alle opzichten goed te ver
zorgen.
Te Anna Paulowna was het gehalte der
paarden al veel beter, meer Belgen, terwijl
aan het hoefbeslag ook meer zorg besteed
was. Van hoeveel invloed de verzorging is,
moge nog blijken uit het volgende. Er ston
den daar twee paarden bij elkaar, een goed
verzorgd, levendig ding, terwijl de commissie
de ander voor een oud beestje aankeek, ver
waarloosde hoeven, door de knieën mager,
een oud hoofd, in één woord, geheel versleten.
De eerste bleek na onderzoek een jaar of 17
te zijn. terwijl dc ander nog drie jaar moest
worden. De eigenaar zal er niet veel plezier
van beleven.
Schagerbrug behoorlijk, terwijl in Barsin-
gerhorn een goed koppel paarden voorge
bracht werd, meerendeels warmbloed. Verple
ging en hoofdverzox*ging in orde. Op de laat
ste keuringsplaatsen in de Wieringermeer
werden beste paarden getoond, voornamelijk
Belgen. Aan de hoefvei-zorging mag nog wel
de noodige aandacht geschonken worden. Het
beslag was wel in orde, maar bij de onbesla
gen paarden waren er velen, die pijnlijk lie
pen door de groote afslijting.
Een opmerking meen ik toch niet achter
wege te mogen laten. In elke keuringsplaats
kwamen enkele gevallen voor van duidelijk
waarneembaar moedwillige vernageling van
het paard zoodat het ernstig kreupel liep. Dat
de commissie dit juist gezien had, werd wel
bewezen door het feit, dat geen enkele eige
naar protesteerde, toen zijn paard toch voor
vordering aangewezen werd. Niet alleen zou
een collega hiervan de dupe geworden zijn,
daar er dan toch een ander paard werd aan
gewezen. maar ook uit een oogpunt van die-
renmshandeliing vind ik het een blaam ge
worpen op den boerenstand en zou een pro
cesverbaal zeer zeker op zijn plaats geweest
zijn
F. A. MELCHIOR.
dichtex-blj en zei. op licht spottende toon
„Zit je zoo in het donker Je hebt zelfs je
mantel nog niet uitgetrokken, laat mij je
even helpen."
Zij stond op, keek hem aan en vermoedde
niet, dat het haar man bijna bovenmensche-
lijke inspanning kostte haar niet in zijn arm
te sluiten, zooals zij daar voor hem stond,
met haar muts schuin op het blonde haar.
„Ik ja, ik heb een beetje zitten droo-
men
Hij lachte goedmoedig.
..Kleine meisjes droomen graag. Het komt
er alleen maar op aan, of het wat moois is,"
zei hij toen.
Terwijl zij nog zweeg, vervolgde hij „je
moet straks met het eten niet op mij wachten
Ik eet in stad en kom pas tegen den morgen
naar huis. Wil je soms naar de schouwburg
Mevrouw Keiler kan met je mee gaan zeg
het maar. Of wil je liever naar een concert
„Maak je niet bezorgd Frank, ik blijf van
avond thui3."
Hij zuchtte zachtjes.
„Zooals je wilt. Ik kom je strakjes nog wel
even groeten."
„O, laat mij je niet ophouden, ik ben zoo
onbelangrijk."
Toen zij dit gezegd had. speet het haar. Hij
zou eens kunnen denken, dat zij ongelukkig
was over zijn uitgaan. Dat zou vreeselijk ge
weest zijn. En wat kon het haar eigenlijk
schelen als hij eens een avond alleen uitging
Deze man, waar zij bang voor was
..Nu. dan zal ik je maar meteen goeden
nacht wehschen. Wat ik nog zeggen wilde
„Wil je alles zoo inrichten, dat wij een van
de volgende dagen naar villa Frederika kun
nen vertrekken Hoe lang wij daar blijven
weet ik nog niet. Met Kerstmis zijn wij na
tuurlijk terug, want dat vieren wij immers
gezamenlijk op Loringen Er zullen veel
gasten komen, dat vindt je zeker wel pret
tig
„Ja zeker."
(Wordt vervolgd.)