32e JAARGANG
DONDERDAG 20 MAART 1941
No. 33
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINCEN EN OMSTREKEN
HET GOUD VAN DE
EENZAME HOEVE
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden f 1.30.
UITGEVER:
CORN. J. BOSKER WIERINGEN.
BUREAU
Hippolytushoef Wieringen
Telefoon Intercomm. No. 19.
MAART ALS KATJESMAAND.
In deze voorlente-dagen worden we
in animalen en vegetatieven zin eraan
Herinnerd, dat wc middenin de lcatjes-
maand zijn. Tom de kater en Mieke poes
zullen u dat alreeds van de daken hek
ben verkondigd in hun afgrijselijke
nachtelijke liefdekreten. Want als de
donkere Maartsche nacht rust en stil
te heeft gebracht over 't slapende
dorp, dan kan plots wreedaardig uw
eerste zoete dommel in Morplieus' ar
men worden verbroken door een zoo
hartroerend krijtend grejol,, dat alle
poezen in wijden omtrek wel ver
murwd moeten worden Gij wenseht
dan natuurlijk die dakhazen naar bo-
ven-aardsche gewesten, maar zij trek
ken zich van uw gemopper niets aan,
gaan lustig door elkaar hun Maart
sche gevoelens.te vertolken in een
kattenmuziek, die in alle landen van
Europa als het optimum van lawaai
maken geldt, zoodat liet houden van
ketel-serenades en charivari ook inter
nationaal bekend staat als kattenmu
ziek, waarin het gekwetste morali
teitsgevoel eener dorps- of buurtge
meenschap dikwijls een voldoening
vindt: Maai' wanneer de in liefde ont
gloeide Hidigeigeis staag doorgaan
hun serenades blazend en schreeu
wend te houden en het u onmogelijk
wordt gemaakt den slaap des recht
vaardigen te genieten, maak dan van
den nood een deugd en dood de waak-
uren met een poging om hun minne
taal te verstaan. Aan een Achter-
hoeksch boertje moet dat in verre tij
den reeds zijn gelukt. Een vrijlustige
poes moet daar een zclfbewusten
waardigen kater aanpraaien met een
„Vader Aorend, vader Aorend, heb je
mien breur Roelof niet ezcin
Maar de trotscho kater, die niet op 'n
dergelijke verleiding gesteld bleek te
zijn, bitste spinnijdig terug ,.neie,
nei, nei." Op het Ylaamschee boeren
land schijnen de katers echter meer
toenadering tot de katjes te toonen
dan op het erf van dien Achterhoek-
schen boer Want als daar een ver
liefd katje vleierig nadert met een
„korre-miauw, is Janneke aldaar
moedigen ze een nadere kennisma
king al dadelijk aan met een vriende
lijk „kom maar(r) al gauw..auw
korrimiauw- auw auw
PLANTAARDIGE KATJES.
Maart is echter niet alleen de maand
der dierlijke katjes, doch ook van de
plantaardige katjes, de „bloeiwijzen"
van vele boomen en struiken, welke in
het heele vroege voorjaar een sfeer
van lente brengen in onze nog winter
kale uiterwaarden en in de hagen, die
FEUILLETON.
door
CHARLES ALDEN SELTZER.
9.)
„Het geeft niet of ik mij zelf al om den
tuin tracht te leiden, Brazo," zei hij tenslotte.
„Ik ga sterven."
„Dat moeten wij allemaal, Henley."
„Zeker, dat weet ik. Wat ik bedoel is, dat
ik geen hoop heb om ooit beter te worden.
Ik zal niet plotseling sterven, maar ik sterf
beslist. lederen dag word ik een beetje zwak
ker. Wat ga je doen, als ik dood ben
„Je zult het nog wel een poosje uithouden.
Henley."
„Je weet wel beter, Brazo. Je kunt mij niet
voor den gek houden. Ik zou alleen maar
graag willen weten, waar je heengaat als je
van hier vertrekt."
„Toen ik Bain's Camp verliet, dacht ik over
New Mexico Lincoln County. Waarschijn
lijk zal ik daar op zekeren dag wel heengaan."
„Heb je familie
„Heelemaal niet."
Henley zat Brazo een paar minuten zwij
gend aan te kijken. „Je bent een brave kerel,
Brazo," zei hij tenslotte. „De meeste jongelui
zouden ongeduldig worden, als zij zoo bij een
zieken man bleven. Zij zouden nu en dan
naar de stad willen om den boel op stelten te
zetten." Hij bestudeerde Brazo weer. „Je houdt
niet van dergelijke dingen, wel
„Ik heb den boel op stelten gezet," ant
woordde Brazo. „Erger dan ik had moeten
doen, vermoed ik. Maar terwijl ik het deed
kon ik het verstandige er niet van inzien. Den
laatsten tijd heb ik de stad vermeden en
mijn geld gespaard."
„Je houdt van geld
„Ik zal er geen grijs haar over krijgen,"
de bouwkampon en weilandjes omge
ven. Eerst komt er de hazelaar in
bloei - in zachte winters eind Januari,
begin Februari - dan ongeveer vier we
ken later de els, die in zijn twijgen
rosbruine sluiers geweven ziet van
langgestrekte geel-groene.. bruin-ge
stipte stuivende katjes. Die elzenkat
jes met de trossen zwarte elzenprop-
pen, ze zijn de sobere versiering van
zoo menig broekslootje, als Februari
met bedachtzame voorzichtigheid
schrede voor schrede nader brengt lot
deze lentedagen van midden Maar'-,
nu in de boerenhoven de crocus praalt
en de narcis knoppend beloften geeft
voor haar „Paaschblom.'. Nog eenige
weken en de wilgen tooien zich me1-
hun parclberegen katjes'wijgen, ter
wijl in de vlieren en gooren de gagel
de lenteblijde lucht vervult met zijn
kruiig aroom.
AFDRACHT OMZETBELASTING.
WAARSCHUWING VOOR WINKELIERS.
Binnenkort breekt de tijd aan, waarop voor
de eerste maal de omzetbelasting volgens het
nieuwe Besluit zal moeten worden afgedra
gen. Blijkens een opmerking in het Alg. Week
blad van de Middenstandsbond schijnen vele
Middenstanders daaraan niet te denken, en
hebben vele winkeliers geen maatregelen ge
nomen om de af te dragen omzetbelasting te
reserveeren, zoodat zij groote kans loopen in
moeilijkheden te komen.
Wij vinden hierin aanleiding er aan te her
inneren, dat als regel binnen 14 dagen na
afloop van een kalender kwartaal op een
daartoe gezonden of anders gratis verkrijg
baar formulier bjj den inspecteur der accijn
zen aangifte moet worden gedaan van de
bedragen, waarover omzetbelasting is ver
schuldigd.
TEGELIJK BETALEN.
Tegelijkertijd moet echter ook de belasting,
v/elke volgens het formulier verschuldigd is,
worden voldaan op een ontvangkantoor der
accijnzijn of een daarvoor aangewezen post
kantoor. Wordt niet in contanten betaald,
doch b.v. per giro, dan moet het aangiftefor
mulier ingezonden worden tegelijk met het
bewijs van ontvangst van het geld, welk be
wijs men van den ontvanger krijgt toegezon
den.
Dat onder omstandigheden teruggaaf van
te veel betaalde of navordering van te weinig
betaalde belasting mogelijk is, een beroep
van een uitspraak van den inspecteur op de
Tariefcommissie open staat en dat de omzet
belasting voor sigaren, sigaretten en tabak
eerst op 1 April in werking treedt, mogen wij
hier als bekend veronderstellen.
BEREKENING VAN DE BELASTING.
De omzetbelasting is geleidelijk door den
winkelier geïnd, omdat zij begrepen is in het
bedrag, dat de klant hem betaald heeft. Zoo
noodig heeft hij daarvoor de verkoopprijs
verhoogd, maar dit was lang niet altijd noo
dig, omdat veelal het bedrag, dat hij als om
zetbelasting in de prijs moest verrekenen,
gelijk staat met 't bedrag, dat de winkelier
bij de inkoop minder betaalt wegens de ver
laging van het belastingpercentage voor fa
brikanten.
Als regel moet de winkelier als belasting
afdragen 2'A> pet. van hetgeen hij van zijn
klanten ontving. In het bedrag, dat hij zijn
klanten in rekening bracht, zal hij de belas
ting verdisconteerd hebben, niet door, wan-
neer dit noodig was, op de eigenlijke verkoop
prijs 2Va pet. te leggen, doch de verkoopprijs
te vermenigvuldigen met 40 en te deelen door
39. Immers zette hij 2'!i pet. op de verkoop-
prijs, dan zou hij zich' te kort doen.
Want stel de verkoopprijs van een artikel
op f 100.dan zou de winkelier, die dat be
drag met 2'/a pet. verhoogde, f 102.50 ontvan
gen. Hiervan zou hij rond f 2.56 belasting
moeten betalen, dus meer dan hij zijn klant
aan omzetbelasting in rekening heeft ge
bracht. Past hij echter de andere methode j
toe, geheel overeenkomstig de leidraad omzet
belasting van den secretaris-generaal van
financiën, dan ontvangt hij f 102.56, waarvan
hij de verschuldigde belasting ad f 2.56 be
taalt, terwijl hij zelf de hem toekomende
f 100.behoudt.
IEDER HET ZIJNE.
Fiscus en winkelier ontvangen dus ieder
het zijne. Alleen de consument betaalt op
iedere honderd gulden 6 centen meer. Die
zeshonderdste procent kan er nog wel bij enj
de vele consumenten kunnen dat beter geza
menlijk dragen dan de winkeliers, die zoo
veel minder in aantal zijn. en bovendien niet
de omzetbelasting al rompslomp genoeg heb-
ben. Van hen mag daarom met te meer reden
worden verlangd, dat zij de prijzen wegens
de omzetbelasting niet hooger stellen dan
strikt noodzakelijk is.
Dit laatste terloops. Wij wilden hen, wien
het aangaat, maar waarschuwen, dat zij, zoo'
ze het nog niet hebben gedaan, alsnog maat
regelen nemen de door hen geïnde omzetbe
lasting tijdig te kunnen afdragen, opdat zij
niet de onaangename gevolgen zouden te
dragen krijgen van, zij het zonder kwade be
doelingen, geld te hebben gebruikt, dat niet
van hen is, doch dat zij slechts tijdelijk on
der hun berusting hadden als plaatsvervan
gende ontvangers.
lachte Brazo. „Ik voel mij het beste, als ik er
niet al te veel van heb."
„Hoeveel is te veel
„Wel, ik heb ongeveer zeshonderd dollars
in mijn gordel," antwoordde Brazo. „Ik word
het een beetje moe om het mee te slepen.
Als ik meer had, zou ik niet weten, wat ik er
mee moest doen. Ik geloof, dat ik net zou
zijn als sommige menschen ik zou het op
een bank zetten en dan in den buurt van de
bank blijven rondhangen om het te bewaken.
Het zou beslist vervelend zijn om zooveel geld
te hebben, dat je er zoo over ging denken."
„Drink je, Brazo
„Af en toe. Whisky en ik zijn nooit bijzon
dere vrienden geweest. Twee borrels en dan
heb ik genoeg tot een volgenden keer. En, de
volgende keer is ook niet den volgenden dag."
„Hoe denk je over vrouwen vroeg Henley.
„Ik heb er nooit veel over gedacht. Zeker,
ik heb er enkele gezien. Dat doet iedere man."
Brazo kreeg een kleur. „Ik heb misschien
dwaze ideeën over vrouwen, Henley," ver
volgde hij, „maar ik heb ze nu eenmaal en
kan er niets aan veranderen. Ik kijk graag
naar een goede vrouw. Het andere soort kan
ik niet gebruiken." Hij keek Henley uitdagend
(aan. „Misschien ligt dat aan mijn opvoeding,"
vervolgde hij.
Zijn gelaat verbleekte.
„Je denkt aan die vervloekte Indianen, die
je familie doodden," zei Henley. „Wel, als een
man zijn moeder liefheeft denkt hij aan haar.
Vergelijkt andere vrouwen zoo'n beetje bij
haar, nietwaar
Henley liet den blik niet van Brazo af.
„Je bent nu een heelen tijd in het dal ver
borgen geweest, Brazo," sprak hij. „Waar
schijnlijk heb je er wel een beetje rondge
snuffeld. Heb je iets bijzonders gevonden
„Niets bijzonders."
Henley glimlachte. Hij keek naar Brazo's
gelaat.
Brazo zat op een bank naast de tafel. Zijn
oogen waren licht dichtgeknepen en zy wa
ren glinsterend en helder. Een klein voor
werp, dat Brazo eerst voor een stuk donker
goed had aangezien lag op Henley's schoot.
Brazo's gezicht was licht verduisterd doordat
BINNENLANDSCH NIEUWS.
ASSENS BURGEMEESTER GEPENSION-
NEERD.
Mr. J. Botlienius Lobman wordt opgevolgd
door mr. H. W. Bloemers, burgemeester
van Roden.
Het Rijkscommissariaat van Rhoden maakt
bekend
De Rijkscommissaris voor het bezette Ne-
derlandsche gebied heeft op grond van zijn
verordening nr. 3 40 betreffende de uitoefe
ning van de regeeringsbevoegdheden in Ne
derland den burgemeester der gemeente As
sen, mr. J. B. Bothenius Lohman, eervol ont
slag verleend en gepensionneerd. Tot zijn
opvolger is benoemd de tegenwoordige burge
meester van de gemeente Roden, mr. H. W.
Bloemers.
TABAKSINVOER NAAR NEDERLAND.
Tot dusver nog slechts van zeer geringen
omvang.
Zooals wij destijds hebben gemeld aldus het
hij in den zonneschijn van het bassin ge
staard had en toen zijn oogen tenslotte aan
het licht in de kamer gewend waren, zag hij,
dat het voorwerp op Henley's schoot een rond
linnen zakje was, ongeveer achttien centime
ter in doorsnee, van boven stevig dichtgebon
den met leeren riempjes.
„Brazo's blik was vragend, maar hij zei
niets.
„Luister eens, Brazo had Henley gezegd.
Nu zei hij niets meer, maar bestudeerde
scherp Brazo's gelaat.
Brazo bewoog zich niet. Zijn gelaat was
niet van uitdrukking veranderd.
Henley bleef het linnen zakje vasthouden
en Brazo scherp aankijken.
„Wel zei Brazo tenslotte.
„Weet je, wat er in dit zakje zit vroeg
Henley. Hij scheen verbaasd te zijn, dat Bra
zo geen opwinding of nieuwsgierigheid toonde.
„Ja,„ antwoordde Brazo. „Dat wil zeggen,
ik vermoed het. Ik kan het wel raden. Het is
goud."
„Je hebt gelijk," ze iHenley. „Het is goud
Klompjes
Hij opende den zak en strooide het kost
baar metaal op den deken. Intusschen be
spiedde hij Brazo met een bijzonder scherpe
arglistigheid, die een spottend glimlachje op
Brazo's lippen te voorschijn riep. Henley's
\ingers speelden met de glanzige knikkertjes,
maar zijn oogen lieten Brazo's gelaat niet
los. Na den eersten blik, keek Brazo niet meer
naar het goud. Hij verwonderde zich niet veel
meer over de vraag, waarom Henley zoo dra
matisch beliefde te zijn.
En nu scheen Henley een beetje van de
wijs gebracht te zijn, ofschoon er een vreemde
blijde gloed in zijn oogen was.
..Je schijnt er niet veel belang in te stellen,
Brazo," zei hij. „Ik laat je een zak goud zien,
die duizenden dollars waard is en je staat er
even onverschillig bij alsof ik een handvol
kiezelsteenen te voorschijn had gehaald."
„Ik ben blij, dat je het gevonden hebt.
Henley. Maar wat verwachtte je dan dat ik
doen zou. Ik kon mij nooit bepaald erg druk
maken over het kijken naar geld, dat aan
iemand anders toebehoorde. Ik geloof, dat dit
Hbld.. hebben in het najaar van 1940 be
langhebbenden bij den invoer van niet-Ne-
derlandsch-Indischen tabak een z.g. Exoten-
Tabak-Commissie ter behartiging van haar
belangen en ter centralisatie van de voorzie
ning van de Nederlandsche tabaksindustrie
met exotische sigaretten- en pijptabak opge
richt.
De „Süddeutsche Tabakzeitung" noemt
thans in dit verband een hoeveelheid van
7 mill. kilo tabak, welke uit Algiers, Frankrijk
en den Oriënt naar Nederland zou worden
vervoerd en ter beschikking van genoemde
commissie zou zijn gesteld.
Bij informatie is ons gebleken, dat de
hoeveelheid, waarop het Duitsche tabaks
blad doelt, betrekking heeft op 1 mill. kg.
Zuid-Slavische tabak, 4 mill. kg. Italiaan-
sche tabak en verder op Turksche en
Grieksche tabakken.
Men kan echter van hieruit moeilijk over
zien, of en wanneer de beraamde invoer even
tueel zal plaats vinden. De desbetreffende
transacties worden centraal door de betrok
ken Duitsche instanties gesloten, die op hun
beurt de verdere distributie naar de verschil
lende landen regelen.
Inderdaad schijnt er reeds eenige maanden
geleden een transactie voor den invoer van
4 mill. kg. Italiaansche tabak met Nederland
sche bestemming tot stand te zyn gekomen,
doch tot dusverre is hiervan niets ingevoerd,
hetgeen uiteraard niet beteekent, dat men
niet met de mogelijkheid van den invoer, al
thans van een deel daarvan, in de naaste
toekomst rekening houdt. Tot nu toe werd
alleen 60.000 kg. Fransche tabak in Nederland
geïmporteerd, doch dit is natuurlijk een hoe
veelheid, die, gezien de behoeften van onze
industrie, geen rol kan spelen.
HET EERSTE KIEVITSEI IN LIMBURG
GEVONDEN.
De Rijksambtenaar Bakker heeft te Gre-
venbicht het eerste kievitsei in dit jaar ge
vonden. Voor zoover heugt, is dit de eerste
maal, dat te Limburg het eerste kievitsei in
Nederland gevonden werd.
RIJBEWIJS VERLENGEN
Naar aanleiding van vele binnenkomende
vragen maakt de A.N.W.B. de automobilisten
en motorrijders er opmerkzaam op, dat on
der de huidige wetgeving rij vaardigheids
examens in het algemeen alleen moeten wor
den afgelegd, indien het oude rijbewijs lan
ger dan vijf jaar is vervallen. Bovendien gaat
de geldigheid van een nieuw rijbewijs in op
den dag van afgifte en niet op den dag, vol
gende op den vervaldag van het oude rijbe
wijs. Men behoeft dus voorloopig geen haast
te maken, als men niet van een motorrijtuig
gebruik kan maken. De A.N.W.B. adviseert
echter, niet te wachten tot het verkeer met
motorrijtuigen weer normaal is, aangezien
het aantal aanvragen dan zóó overstelpend
zal zijn, dat men met vertraging rekening
moet houden.
VERVOERVERBOD HOOI EN STROO.
In een besluit van den secretaris-generaal
van Landbouw en Visscherij tot wijziging van
het Inleveringsbesluit-1914 hooi en stroo
wordt een vervoerverbod van stroo afgekon
digd met bepaling, dat dit verbod niet geldt
in de door de N.I.C.A. aan te wijzen gevallen,
ADVERTENTIëN;
Van 1 5 regels f 0.60
Iedere regel meer f 0.12
alsmede indien en voor zoover het vervoer
gedekt is door een geleidebiljet.
CROQUETTEN EN POFFERTJES OP
DEN BON.
Koopers moeten vet- of boterbonnen
inleveren, evenredig aan het verwerkte vet.
De secretaris-generaal van het Departement
van Landbouw en Visscherij maakt het vol
gende bekend met betrekking tot de distri
butie van boter en vet.
Tot dusverre ontvingen vele verkoopers van
gebakken visch, pommes-frites, croquetten,
gehaktballen, poffertjes, wafelen en ander
oliegebak van de Nederlandsche Zuivelcen-
trale regelmatig toewijzingen voor vet of olie,
zonder dat zij daarvoor consumentenbonnen
behoefden in te leveren.
Hierin is thans verandering gebracht in
dien zin, dat de bovenbedoelde categorie van
personen in den vervolge uitsluitend toewij
zingen, welke recht geven op het koopen van
vet of olie zullen ontvangen, indien zij een
met de toe te wijzen hoeveelheid overeenko
mend aantal consumentenbonnen van de
boter- of vetkaart of daaraan gelijke bonnen,
inleveren.
In verband met het bovenstaande dient
het publiek voortaan bij het koopen van
de genoemde artikelen een met de daar
in verwerkte hoeveelheid vet overeenko
mend aantal bonnen van de boter- of
vetkaart c.q. bonnen voor „1/50 rantsoen
boter enz." (z.g. wisselbonnen) in te le
veren op dezelfde wijze, als dit in de ho
tels, café's, restaurants e.d. geschiedt.
In een officieele publicatie zijn de voor de
verkoopers van genoemde artikelen van be
lang zijnde bijzonderheden betreffende de
toewijzingen voor vet en spijsolie vermeld.
DüURTEBIJSLAG VASTE KERN
LUCHTBESCHERMING.
Volgens een circulaire van het Departe
ment van Binnenlandsche Zaken is de voor
de Rijksambtennaren getroffen regeling, in
zake de toekenning van een tijdelijke toela
ge van 6% ook van toepassing op het perso
neel, behoorende tot de vaste kern van den
luchtbeschermingsdienst.
In verband hiermede kan aan de tot die
kern behoorende personen, indien zij gehuwd
zijn, een tijdelijke toelage worden toegekend
van zes ten honderd van het bruto-loon, voor
zoover dit loon een bedrag van f 1900 'sjaars
niet overschrijdt.
Hierbij moet er op worden gelet, dat het
totaal aan inkomsten uit overheidsfuncties
in aanmerking moet worden genomen, zoodat
bij cumulatie voor ryks- en lof) gemeente
betrekkingen, waardoor de limiet van f 1900
wordt overschreden, de toelage niet mag
worden toegekend.
Verder moet voor personen, die in den
overheidsdienst uitsluitend een nevenfunctie
vervullen, de aan deze nevenfunctie verbon
den wedde naar evenredigheid worden her
leid, teneinde te bepalen, of deze al dan niet
beneden f 1900 blijft. Deze regeling wordt ge
acht in werking te zijn getreden op 1 Decem
ber 1940.
Aan de personen, die op dien datum in
dienst waren, kan dus van dat tijdstip af
een duurtebijslag worden uitbetaald aan
personen, die op later tijdstip in functie zijn
gekomen, kan de duurtetoeslag van den da-
natuurlijk is."
Henley klopte op enkele der klompjes, maar
bleef Brazo aankijken.
„Dit is jouw goud, Brazo," zei hij. „Ik wil
je er voor betalen, dat je hier gebleven bent
en voor mij gezorgd hebt."
Brazo glimlachte. „Als je niet ziek was, zou
ik je een pak slaag geven, Henley. Ik heb niet
voor jou gezorgd, ik heb voor mij zelf gezorgd.
II: ben hier verscheidene maanden geweest,
heb hier geluierd en als een koning geleefd,
terwijl ik wachtte tot de sheriff en zijn man
nen zoo'n beetje tot rust zouden komen en
mij een kans gaven om te ontsnappen. Ik
neem geen betaling van je aan. Dat is afge
daan."
Henley zei niets ten antwoord. Hij raapte
de goudklompjes bij elkaar en deed ze weer
in den zak, trok de leeren riempjes dicht en
wierp den zak in een hoek van het bed. Toen
hij hier mee klaar was, zonk hij achterover
op het bed, legde zijn handen achter zijn
hoofd en keek Brazo aan. Henley's wangen
hadden nu een beetje kleur zijn oogen gloei
den hij scheen zich heel prettig te voelen.
„Je bent een rare kerel, dat is zeker. Bra
zo." zei hij tenslotte „Het schijnt dat je niet
begeerig of nieuwsgierig bent. Je ziet dien
zak met goud en het schijnt je niets te kun
nen scheen om te weten, of er nog meer is
en waar dit vandaan komt. Als ik nu op dit
oogenblik stierf, zou je dat goud moeten ne
men, nietwaar
„Niet, als ik wist, waar ik je je familie kon
vinden."
„Wel, dat zul je weten. Maar nu niet. Ik
ben niet zeker. Soms voel ik mij beter en mis
schien zal ik toch nog zoo gauw niet sterven.
Je hebt mij zeker wel zien schrijven. Je hebt
mij niet gevraagd, waarover ik schreef. Je
bent niet nieuwsgierig, nietwaar
„Wat je schrijft is jouw zaak, Henley."
Henley scheen na te denken. Een tijdlang
keek hij Brazo scherp aan en toen glimlachte
hij.
„Er zijn enkele dingen, die ik je moet ver
tellen, Brazo," zei hij. „Ik heb hier ongeveer
tien jaren gewoond en ik heb niemand gehad,
waarmede ik kon praten. En ik heb aan zoo
iemand behoefte gehad. Toen je voor het
eerst hier kwam wist ik dadelijk dat je een
rare kerel was en ik hoopte, dat je zou blij
ven. Het zijn juist de rare kerels, die iets
waard zijn, en een man moet al tamelijk
zonderling zijn, als hij niet opgewonden wordt
bij het zien van een zak goedkorreltjes. De
meeste menschen denken, dat geld alles is.
Er zijn menschen, die mij mijn hals zouden
afsnijden voor dien zak goudkiompjes. En
wat doe jij, als je ze ziet? Je kijkt er zelfs
niet voor een tweede maal naar. Er was niets,
wat je belette, om dien zak te grijpen en
weg te rijden. Waarom doe je het niet Je
doet het niet, omdat je al ontdekt hebt, dat
er grooter dingen zijn dan goud. Sommige
menschen hebben het grootste gedeelte van
hun leven noodig om dit te ontdekken, maar
jij bent nog niet eens zoo erg oud en hebt
het reeds ontdekt. Je hebt over de dingen
nagedacht. Je bent tegen het leven opgewas
sen. Onverschillig wat je overkomt, je zult
niet van je stuk raken. Je denkt voor je iets
doet. Je bent langzaam en bedachtzaam en
kalm en ik geloof, dat je een slecht man bent
om mee te vechten. Ik ken je zoo'n beetje."
„Houd je mond, Henley je zult je zelt
dooapraten
Henley merkte op dat Brazo verlegen was.
Hij lachte zacht. Brazo's verlegenheid bewees
v/at Henley dacht wat hij aldoor gedacht
had dat Brazo bescheiden was, dat het
leven hem niet verhard had. Hij was naar
lichaam en geest een man hij wist voor
zichzelf te zorgen en andere mannen zouden
hem respecteeren om de rustige mannelijk
heid, die zij in hem zouden opmerken. Ert
toch, onder zijn waarachtige mannelijkheid
scholen de gevoelens, de hartelijke edelmoe
digheid, de snelle sympathieën van een jon
gen. Ja, Brazo kon voor zich zelf zorgen, zelfs
in dit land, waarin iemand's bestaan afhing
van wijsheid en snelle, onmeedoogende han
delingen.
„Ik ken je zoo'n beetje," herhaalde Henley."
Toen ik je in het licht zag staan, dien eer
sten avond toen je in mijn woning kwam,
wist ik, dat je dien moord niet begaan had.
(Wordt vervolgd.)