32e JAARGANG
ZATERDAG 21 JUNI 1941
No. 70
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
HET GOUD VAN DE
EENZAME HOEVE
WIERINGER COURANT
loopen heel wat blaaskaken en nufjes rond.
die de boer liefst van ?eeJ VY houdt.
Maar er zijn -ei. -. 4 «el degelijke
jongeren, die graag*, ^u'vyfigènheid aan
grijpen om te toonen wa'. bun ferme han
den waard zijn.
Boeren en tuinders, onthoudt hun die
gelegenheid niet.
Zorgt ervoor, dat gij niet door een af
wijzende houding de oude klove breeder
inplaats van smaller maakt.
Deelt vandaag of morgen nog, het Ar
beidsbureau in Uw naaste omgeving mee,
hoeveel jongelui ge een week of 5 gebrui
ken kunt.
Buurt- en streekleiders van het IN.A.F.,
geeft ook hierin weer het voorbeeld en
pakt deze zaak met Uw dorpsgenooten aan!
Daarmee toont ge goede burgers te zijn,
die elk nobel streven van Uw overheid
met volle kracht ondersteunt I
BINNENLANDSCH NIEUWS.
Nat zaagsel inplaats van vet.
Verkocht voor f 50.
Een koopman uit Arnhem bood een bak
ker in Nijmegen een groot pak vet aan, be
slaande uit 50 pakjes en vroeg daarvoor
den prijs van ongeveer vijftig gulden.
De bakker ging op den koop in en zou
de partij vet in een winkel in ontvangst
nemen. De z.g. koopman zette het pak in
den winkel met het verzoek om het pak
voor hem te bewaren. Toen de bakker
kwam, trad ook de koopman den winkel
binnen en gaf het vet aan den bakker
over, om verder op straat af te rekenen.
Dat gebeurde. Toen de bakker thuis
kwam, bleek het vet te beslaan uit nat
zaagsel.
Het signalement van den bedrieger
werd aan de politie opgegeven en deze
kon hem later in de stad arresleeren. Het
bleek te zijn zekere R. uit Arnhem, die
zich reeds meer aan dergelijke praclijken
had schuldig gmaakl. Hij is aan de justitie
overgeleverd.
Kleine bijeenkomsten.
Naar aanleiding van de Donderdag afge
kondigde verscherping der bepalingen op
het vergaderrecht, diene nog het volgende
ter verheldering
Tot dusver waren alle vergaderingen
waaraau niet meer dan 20 personen deel
nemen, vrij. De thans aangebrachte rcdac
tiewijziging heft deze vrijheid op voor de
ze kleine vergaderingen indien deze uit
gaan van staatkundige vereeri*igingen of van
plaatselijke afdeelingen daarvan, benevens
voor dergelijke bijeenkomsten waarop
staatkundige onderwerpen besproken wor
[den. Alle overige vergaderingen blijven vrij
Naam en adres in koffers en fielslasschen!
De Nederlandsche Spoorwegen moeten
jaarlijks honderden koffers en fietsen ver-
koopen, welke in de treinen vergeten of
op de stations niet afgehaald zijn. Van de
fietsen kan ook het verzend-strookje on
derweg stuk en verloren zijn gegaan, volle
koffers behooren herhaaldelijk tol de ru
briek verloren en gevonden voorwerpen.
Voor de betrokkenen een onaangenaam
verlies, - altijd, en nu in het bijzonder. En
voor de Spoorwegen leveren al die onbe
heerde goederen veel moelijkheden op.
Er bestaat een eenvoudig als doeltreffend
middel om die moeilijkheden tot een mini
mum terug te brengen in of op eiken
koffer een papiertje of een label met vol-
ledigen naam en adres van eigenaar en
in elk fietstaschje eveneens zulk een papier
tje of een label. De Spoorwegen zorgen
er dan gaarne voor, dat de rechthebbenden
hun verloren gegane koffers of fietsen
toch nog terug krijgen, maar het publiek
moet beginnen, die taak te vergemakke
lijken er. het hierboven aangegeven middel
daartoe is even eenvoudig als doeltreffend!
Graslandvordering in Gelderland.
Goede resultaten bereikt.
De correspondent van het Algem. Han
delsblad schrijft uit Oldebroek
De wei- en hooilandvordering maakt in
de betrokken plaatsen op de noordelijke
Veluwe Oldebroek, Doornspijk^ Elburg,
en Harderwijk, nog steeds een belangrijk
onderwerp der besprekingen uit. Geen won
der, want van de vorderingsbevocgdheid,
zooals deze aan den producliecommlssa-
ris voor Gelderland, ir, Addens verl**end
werd, is nog nimmer door de Overheid
op een dergelijke ingrijpende wijze gebruik
gemaakt. Velen staan dan ook nog eenigs-
zins onwennig tegenover de maatregelen.
Maar zoo langzamerhand begint het in
de geesten van de twijfelaars en aanvanke
lijke tegenstanders toch te gloren. Men
gaal inzien, dat het belang van de streek
en dus van de bevolking, alléén gebaat is
met gezonde toestanden.
Deze stemming kwam ook tot uiting op
de vergadering, welke^ op initiatief van
ir. Addens te Oldebroek in hel gebouw
van de Boerenleenbank is gehouden, en
waar men zoowel de meeningen van voor
als tegenstanders kon beluisteren, over de
tenuitvoerlegging van de vorderingsbe
voegdheid.
Maar de toestand is thans dan toch maar
zóó, dat iedere boer in het betrokken ge
bied is voorzien van weiland en aan het
einde van deze week zal 99 pCt. der boe
ren óók de beschikking hebben over hooi
land.
Dat is dus het eerste positieve resul
taat van ir. Addens en zijn staf en hoe
men verder ook over de vordering wil den
kan, men zal het er over eens kunnen zijn,
dat hier werk verricht is, dat resultaten
beeft gehad, gezien ook den korten tijd
van voorbereiding. Dit bleek ook tijdens
de besprekingen er zijn belangrijk meer
tevredenen dan ontevredenen onder de be
trokknen. Velen zijn. naar de burgemees
ter van Oldebroek, de heer A. Bakker in
zijn openingswoord opmerkte, tevreden
over de getroffen maatregelen, die hem
van groote zorgen heeft ontlast er zijn
ook enkele ontevredenen, doch dezen war
den voornamelijk onder de verpachters aan
getroffen. Zelfs heeft men niet kunnen
Hoofdredacteur
Corn. J. Bosker, Wieringen.
Verschijnt eiken
Dinsdag, Donderdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs
per 3 maanden f 1.30.
AD VERTENTIëN
Van 1 5 regels f 0.60
Iedere regel meer f 0.12
UITGEVER
CORN. J. BOSKER WIERINGEN.
BUREAU
Hippolytushoef Wieringen
Telefoon Intercomm. No. 19.
TER OVERDENKING.
Begin iets/ te ondernemen koel en
bedaard, maar zet het door met vuur
en ijver.
Geheel het leven wordt bestraald door
de zonnestralen van het geluk, die de
hoogten der jeugd het eerst beschijnen.
Onze grootste deugden en ondeugden
zijn die, waaraan wij zelf het minste
denken.
Men slaagt er niet altijd in goed te
doen, maar 't is reeds veel als men een
weinig kwaad belet.
LAAT DE JEUGD WERKEN.
We lezen in de Agrarische Post
Het Departement van Sociale Zaken is
verleden jaar begonnen met het uitzenden
van jongens en meisjes uit andere bevol
kingsgroepen naar boerderijen om daar in
drukke tijden een handje te helpen.
Men slaat daarmee twee vliegen in een
klap. De jeugd leert het werk van boer
en tuinder kennen en waardeeren, gaat
begrijpen, dat de volksvoeding maar niet
vanzelf verloopt en verstaat den zegen
van den arbeid in Gods Schepping.
En het akkerwerk kan voor den boer
vlotter verloopen, de plattelandsbevolking
ervaart, dat ook in de sleden gezonde
menschen wonen en ook van dien kant
wordt de klove tusschen stad en land
overbrugd.
Wij weten, dat dit nobele streven op
velerlei bezwaren stuit.
Eenerzijds vat met het soms als een
pretje voor de vacantie op, anderzijds ziet
men er weinig heil in. En de ervaring leert
tot nu toe, dat er bij de jongelui meer lief
FEUILLETON.
door
Charles Alden Seltzer.
46.)
„Je heet Brazo, is het niet
Hij knikte.
„Ik zag je Wilson afrossen," vervolg
de zij. „Je bent een vreeselijke vech
ter Het ging om een vrouw, is het
niet Ella Wainright
Brazo gaf geen antwoord.
„Ik weet natuurlijk, dat het zoo is,"
zei ze. „Het heeie kamp weet het. Bijna
iedereen in het kamp hoorde dien An-
derson tegen Wilson zeggen, dat hij
haar excuus moest vragen. Maar waar
om vocht Anderson niet voor haar Zij
houdt van hom. Zij was aldoor bij hem,
toen hij weg was. Hij hoorde, dat Wil
son haar beleedigde en toch lieten zij
jou vechten, uit vrees, dat Wilson An
derson zou dooden. Zie je, zij kan jou
missen, maar Anderson niet."
Brazo gaf geen antwoord maar de
woorden der vrouw hadden hem verbit
terd. Hij wist wel, dat hij de woorden
der vrouw niet kan aannemen als af
doend bewijs, dat Anderson gedurende
zijn afwezigheid veel in Ella's gezel
schap was geweest, maar hij was er
zeker van, dat Ella meer om Anderson
gaf dan om hem.
hebberij voor is om naar den boer te
gaan, dan bij de boeren om hen te ontvan
gen, al verklaren velen zich daartoe gaar
ne bereid.
Ze loopen meer in den weg dan dat
ze helpen.
Het zijn schadelijke kostgangers.
We kunnen zulke vreemde kinderen
niet aan tafel hebben en we hebben last
met de slaapgelegenheid.
In den vacantietijd is er ntet het
meeste werk en als wij ze, b.v, in het na
jaar, met aardappels en bieten rooien kun
nen gebruiken, dan zijn de jongelui niet
beschikbaar.
-- Je weet niet wat je over den vloer
krijgt.
Dal zijn zoo een stuk of wat opmerkin
gen die men te hooren krijgt.
En laten wij eerlijk toegeven er zit 'n
grond van waarheid in deze opmerkingen.
Maar voor de bezwaren mag men niet
uit den weg gaan, die moet men overwin
nen en die kunnen overwonnen worden.
Wij willen daartoe een ernstig beroep
doen op onze boeren en tuinders.
Bij een bespreking op het Departement
is ons gebleken dat de zaak zeer ernstig
wordt aangevat. De jongelui, die zich aan
melden, worden zoomaar niet „op den
boer losgelaten."
Zij worden streng gekeurd en moeten
gezond zijn en krachtig. Alleen de werke
lijk goed willenden en geschikten komen
in aanmerking.
Verlangd wordt, dat zij jsich geheel aan
de regels van het huis aanpassen, met een-
voudigen kost en huisvesting genoegen ne
men en geen bijzondere eischen gesteld
worden.
Zooveel mogelijk krijgt men dan hulp
krachten toegewezen, als daaraan be
hoefte is.
■Kinderen zijn de uit te zenden jongeren
niet, zij moeten minstens 16 jaar oiAi zijn
en werken kunnen en werken willen.
Wordt aanleiding gegeven tot klachten,
dan kan aan het verblijf onmiddellijk een
einde worden gemaakt.
Gewestelijke Arbeidsbureaux houden
streng toezicht en regelen alles zoo een
voudig en gemakkelijk mogelijk.
Kortom In de praktijk blijken allerlei
bezwaren, welke men vreest, niet te be
staan.
Op ons boerenvolk rust ook ten deze 'n
plicht. Het heeft jarenlang geklaagd over
gebrek aan waardeering - het eischt thans
zijn gerechte plaats op, het krijgt die
plaats.
Maar dan moet het boerenvolk de ande
ren ook tegemoet treden, zonder steeds
eerst te vragen „Wat is eraan te ver
dienen
Wie die vraag op den achtergrond schuift
en een ernstige proef neemt, die zal, in
verreweg de meeste gevallen ondervinden,
dat het best bevalt.
Hadden wij niet die overtuiging, wij zou
den ons niet verantwoord achten, dit Land
hulpwerk te steunen.
Wij weten wel, stadsjeugd is anders dan
landjeugd. Er is veel ontworteling bij, er
Natuurlijk kon hij niet gelooven, dat
Ella hem tegenover Wilson wilde zien
staan, want zij had Wilson zelfs niet
genoemd, toen hij terugkeerde. Maar
waarom zou zij zich boos gemaakt heb
ben, toen hij Anderson's naam noemde
Hij stond op van het tafeltje en liep
naar een voorraam waar hij eenigen
tijd misnoegd de straat in stond te kij
ken. Hij keerde naar het tafeltje en
ging weer zitten, waarop hij bon-els be
stelde. De drank werd gebracht en Bra
zo dronk de zijne op, terwijl de vrouw
tegen hem glimlachte. Zij dronk even
van de hare en keek naar hem.
„Het was toch tamelijk schunnig van
haar om je zoo te behandelen na wat
je voor haar broer gedaan hebt," zei
de vrouw. Brazo had ontdekt, dat haar
naam Millie was. Tweemaal had de
herbergier haar zoo genoemd.
„Wat weet jij daarvan vroeg Brazo.
„Wel, alles natuurlijk. Zulke dingen
worden bekend. Ik denk, dat Wilson het
in de eerste plaats verteld heeft. In
ieder geval, het heele kamp weec het.
Zie je, je kunt hier in het land geen
goud ontdekken, zonder dat de men
schen over je praten. Zij willen het we
ten en zij zullen het op de een of an
dere manier te weten komen."
Brazo zweeg.
„Jirn Henley moet je in vertrouwen
genomen hebben," vervolgde zij. „Ik
kan dat begrijpen. Maar als Henley geen
aanwijzingen achterliet en jij zou ge
storven of gedood zijn voor Ella Wain
right kwam, hoe zou zij dan geweten
hebben, waar zij de plek moest zoeken,
waar Henley goud vond
Brazo keek haar lachend in de oogen,
die nu hard en brutaal waren.
„Dat is dus de zaak," zei hij. „Het
verwonderde mij\al. Je wilt weten, waar
Henley zijn slag sloeg „Wel Hij
hield op, want een golf van zwakte en
onpasselijkheid sloeg over hem heen,
een groote en ovei-weldigende moeheid,
Hij stond op en bleef verbaasd en on-
geloovig, heen en weer staan zwaaien.
Hij zag den herbergier als uit een
nevel naar zich toekomen. Hij zag vluch
tig het gelaat der vrouw, dat spottend
lachte.
„Wel vervloekt," zei hij, „jullie heb
ben
Hij wankelde en viel op de tafel.
HOOFDSTUK XXV.
Toen Brazo weer tot bewustzijn kwam,
lag hij plat op zijn rug op een bed met
al zijn kleeren aan, hij was zwak, dui
zelig en had vreeselijke hoofdpijn, die
hij probeerde te verbannen door met
zijn handen over zijn voorhoofd te strij
ken.
De kamer was hem onbekend en hij
keek om zich heen, terwijl hij zich pro
beerde te herinneren, wat er met hem
gebeurd was. Toen de herinneringte
rugkeerde, bracht zij een verwrongen
glimlachje op zijn lippen en een heftige
woede in zijn hart.
Zij hadden hem een verdoovend mid
del ingegeven. Natuurlijk hadden zij de
hoop gekoesterd, dat zij iets op hem
zouden vinden, wat hun de plek zou aan
wijzen, waar Jim Henley het goud had
gevonden. Zij hadden niets gevonden,
omdat er niets was, maar hij ging, dui
zelig heen en weer zwaaiend, overeind
zitten en doorzocht zijn zakken. Een er
van, de rechter broekzak, was binnenste
buiten gekeerd. De band van zijn broek
was op verscheidene plaatsen openge
sneden en de voering van zijn vest
was stukgescheurd. Zelfs zijn hoed, die
op het bed lag, was doorzocht. Zij had
den zelfs de binnenband teruggeslagen.
Zij hadden niet veel slimheid verraden
door te denken, dat hij iets bij zich zou
dragen, wat Jim Henley's geheim kon
verraden, maar toch verried het gebeur
de hoe groot hun begeerte was, hun
hebzucht en hun vastberadenheid. Zij
werden wanhopig in hun zoeken.
Zijn persoonlijke bezittingen waren
hem niet ontnomen. Zijn geld, zijn pi
stool, zijn horloge en verschillende an-
deze voorwerpen, die hij in zijn zakken
droeg, waren allemaal op hun plaats.
Hij stond op, vond wat water in een
emmer en dronk, een grooten nap vol.
Hij liep naar de voordeur en keek naar
buiten. Het kamp was even werkzaam
als ooit en hij merkte op, dat de zon
bijna recht boven zijn hoofd stond. Zij
moesten hem een flinken dosis van den
slaapdrank gegeven hebben, want hij
had ongeveer vierentwintig uur gesla
pen.
Er was geen enkele aanwijzing, dat
iemand bij hem in het huis had gesla
pen, want er was maar een slaapplaats
en daar had hij op gelegen. Het gebouw
lag vlak naast de herberg, de deur,
waarin hij stond, was dezelfde als waar
in Millie gestaan had. toen zij hem toe
lachte. Er was een achterdeur en zij
moesten hem daardoor in het huis bin
nendragen, vanuit de achterdeur der
herberg. Er was maar een kamer in het
gebouw. Er stond een kookkachel in
een hoek met een laag vet en roet er
bovenop, een bank en een waschkom,
de wateremmer en nap stonden op een
tafel met vuile borden en resten eten.
Er hing een rol-handdoek aan den
voorkomen, dat enkele pachters werden £e
duperd. Deze „kwade" post is echter zóó
klein in verhouding tot wat hier aan goede
tot stand kwam, dat men mag zeggen, dat
het werk van ir, Addens niet alleen resul-
taat^ maar ook instemming heeft gehad.
10.000 Kg. rogge in beslag genomen.
Aan de Belgische grens, bij Budel, wer
den de laatste dagen door ambtenaren en
marechaussee ruim 10.000 Kg. rogge en
groote partijen levensmiddelen in beslag
genomen.
Na het drinken van nicotine overleden.
De landbouwer de M. te Sevenum, vader
van een groot gezin, dronk bij vergissing
uit een flesch met verdunde nicotine, in
plaats van uit een flesch met koffie. Deze
nicotine werd gebruikt voor het besproei
en van fruitboomen in een boomgaard.
De man overleed na enkele oogenblik-
ken.
PROVINCIAAL NIEUWS.
Rijkslandbouwwinterschool te Scbagen.
Op de Woensdag 18 Juni j.1, gehouden
eindles van de Opleidingscursus voor Melk
controleur, ontvingen de hieronder ge
noemde Oud-leerlingen der Rijkslandbouw
winterschool 'n diploma „Melkcontroleur"
J. W. Aukema, Slootdorp C. Bakker,
Barsingerhorn J. A. Bos, Oterleek M.
C. Francis, Dirkshorn M. Glas 't Zand
P. Gootjes, Dirkshorn C. Hoogschagen,
Koegras P. de Jonge, Wieringerwerf
W.J de Leeuw, 't Zand D. Marees, Bar
singerhorn S. W. Meurs, Oudesluis F-
Polier, Slootdorp C. Stapel, Sijbecarspel:
A. G. A. Struik, Slootdorp C, Zijdewind,
Schagen.
Een kudde schapen verkocht.
Bij een veehouder in den Beemster is op
50 schapen beslag gelegd, meldt de Prov.
N.-H. Crt.
Slachtschapen mogen niet anders ver
kocht worden dan op ontvangstplaatsen
aan de N.V.C. In het onderhavige geval
had de eigenaar, wonende aan den Volger
weg, de beesten echter aan een anderen
persoon verkocht, Kooper zoowel als ver-
kooper zijn geverbaliseerd en de schapen
gemerkt.
De schapen moesten te Purmer^nd aan
de N.V.C. geleverd worden.
Kind verdronken te Schermerhorn.
In een onbewaakt oogenblik geraakte
het ruim lV»-jrig dochtertje van den heer
C. Kramer te Schermerhorn achter het
huis in het water. De moeder, die het kind
miste, spoedde zich ijlings naar buiten en
zag het kindje drijven. De ontboden ge-
neesheeren, dr. Heringa en dr. Schermer
horn, konden slechts den dood constatee-
ren. Een tragisch geval voor de ouders.
EEN ADVERTENTIE IN DIT
BLAD HEEFT STEEDS
SUCCES.
muur boven de bank, eenige potten en
pannen hingen hier en daar en ver
schillende dames-kleedingstukken lagen
overal verspreid.
Brazo goot frisch water in de wasch
kom en waschte gezicht en handen.
Zijn duizeligheid en slapheid trokken
weg en de heftige woede, die zich van
hem meester maakte toen hij wakker
werd, was gekalmeerd tot zij spottend
en ironisch was geworden, met genoeg
grimmige humor er in om hem gevaar
lijk kalm en vastberaden te maken.
Nadat hij zich gewasschen had liep
hij weer naar de voordeur en ging de
straat op. Hij liep de herberg in, waar
bij het avontuur met Millie had gehad,
stapte naar de toonbank en grinnikte
tegen den herbergier, een man, dien
hij nooit tevoren gezien had.
„Ik zoek een paar oude vrienden," zei
hij. De herbergier keek hem aan met
effen blik, waarin een spoor van woest
heid lag, daarom vervolgde Brazo „Jij
bent er geen van."
„Ik herinner mij niet, je vroeger ooit
gezien te hebben." zei de herbergier.
„Je bent 'n leugenaar," zei Brazo
vriendelijk en bewoog zijn rechterhand
een weinig. „Jij bent die kerel, die hier
gisteren aan een der tafeltjes zat. toen
ik even met Millie praatte. Je verdween
omstreeks den tijd, waarop ik minder
goed begon te zien. Herinner je je nu
„Het schijnt van wel." antwoordde de
herbergier. „Zooals je zegt, ging ik weg
voordat er iets gebeurde. Wat is er ge
beurd Het gelaat van den man was
verbleekt. Hij stond stokstijf. Zijn blik
was ontwijkend. Maar hij was met Bra
zo alleen.
(Wordt vervolgd.)