32e JAARGANG ZATERDAG 5 JULI 1941 No. 76 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN HET GOUD VAN DE EENZAME HOEVE WIERINGER COURANT Hoofdredacteur Corn. J. Bosker, Wieringen. Verschijnt eiken Dinsdag, Donderdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per 3 maanden f 1.30. AD VERTENTIëN Van 1 5 regels f 0-60 Iedere regel meer f 0.12 UITGEVER CORN. J. BOSKER WIERINGEN. BUREAU Hippolytushoef Wieringen Telefoon Intercomm. No. 19. TER OVERDENKING. Men gaat de aarde dikwijls rond om de bloem van het geluk te zoeken en ziet niet hoe zij in eigen tuin bloeit. Wacht u voor beloven als voor een misdaad, als gij niet zeker zijt dat gij het beloofde kunt volbrengen. De dood eener moeder is de eerste smart, die men zonder haar beweent. 't Leven alleen is de school van 't leven, Levenservaring het heilige boek, God door Uw wijzende vinger geschreven, Daar ik niet vrucht'loos de waarheid in zoek. Deze laatste regelen zijn van onzen onvergetelijken dichter DE GÉNESTET die zijn indrukken en aandoeningen en gedachten teruggaf in een vorm die hij niet behoefde te zoeken, dichter die greep uit het volle rijke menschenle- ven, dat hem zooveel had geleerd.... Het was Woensdag tachtig jaar gele den dat Petrus Augustus de Génestet „de dichter der vrije vroomheid'' zooals hij zoo vaak is genoemd, voor altijd de oogen sloot. Op het kerkhof te Beekhuizen bij Rozendaal werd hij ter ruste gelegd door zijn vrienden is op het graf een eenvoudig monument opgericht waarop de woorden „Fiat Voluntas" („Uw wil geschiede") door den dichter in dagen van rouw en beproeving met aandoen lijke weemoed uitgesproken. Nog geen twee-en-dertig jaar heeft De Génestet geleefd, maar weinig dich ters zijn in de tweede helft der negen- FEUILLETON. door Charles Alden Seltzer. 52.) „Als hij een man was, zou hij zich allang bewogen hebben." hoonde de an der. „Hij is een groots lafaard, geloof ik. Kom daar uit, zooals Bill je zegt Brazo glimlachte. „Je pistool zou in je hand springen," zei hij. „Je zou het tegen kunnen houden, want je bent te veel gewend het te gebruiken op man nen, die naar je kijken." Het gelaat van den man kleurde van opkomende woede. Maar hij gaf Bill sluw een wenk. „Ha, ha lachte hij. „Hij is lang van stijl, Bill „Duivels, schiet hem een kogel tus- schen zijn ribben, King," zei Bill. „Ik zou mij door niemand laten zeggc-n dat ik hem in den rug verlangde te schie ten Beide mannen stonden nu schrap. Ieder oogenblik kon de drang om het pistool te trekken en te schieten hen te machtig worden. En dan, tusschen twee vuren, zou Brazo doorboord worden. Hij zou misschien in staat zijn om een ol twee schoten te lossen, maar zijn eigen dood zou onvermijdelijk zijn. Toch dacht hij er niet aan, om zich zonder strijd gewonnen te geven. Met gespannenj spieren, grinnikte hij uitdagend. Zijn spieren op het punt van hande' tiende eeuw zóó populair geweest als de man wiens „Haantje van de toren" zoo velen ontroerde. Een teringlijdster die zoo gaarne her stellen zou en steeds tuurt naar het haantje van de kerktoren, hopend, steeds flauwer, maar nopend niettemin, dat het eindelijk een zoele zuidenwind zou brengen Er wordt in dit gedicht niet gejam merd of gedeclameerd, er is niets zie kelijks in, maar tóch of liever juist daardoor ontroert het. Vóórdat die „lieve Levenslust" kon zeggen„Uw wil geschiê heeft zij lang geworsteld de onderwerping viel haar niet gemak kelijk. En als zij het gezegd heeft, werpt zij de volgende dag tóch nog even een blik naar buiten Half zegevierend, kalm, beslist, half strijdens-, hopens-moe. En toen niet meer. Men weet niet wat dieper treft, deze berusting of het slot van het gedicht Naar 't haantje van de toren keek met droeve glimlach één. 't Blonk in de blauwe lucht en wees naar 't zoele Zuiden heen. En is „Naar de Natuur" dat even populair is geworden minder voor treffelijk omdat het minder regels be vat Ik zie een graf gedolven Op 't kerkhof te Bloemendaal De lijkbaar staat te wachten Vlak bij het kerkportaal. Geen woord wordt er gezegd over bet contrast tusschen die grafkuil, waar in straks het stoffelijk overschot zal worden neergelaten, en die woelige, spelende kinderen, stoeiend, vechtend, vrijend „al op de grafkuilrand", en dit alles in verwachting van hetgeen er komen zal„Daar wordt er een begra ven, dat is een aardig geval Er wordt geen bespiegeling geleverd over de onbezorgdheid der kinderen die nog niet denken aan sterven en toch eerbied toonen voor de Dood, zooara de sombere stoet nadert. Het wordt slechts weergegeven met enkele toetsen maar ge ziet het. Ge voelt het contrast en ge ontroert door de eenvoud der laatste regels Zij spelen daar nadert langzaam De staatsie het wachtend graf. Zij steken de hoofden tezamen En nemen de petjes af. In Amsterdam de 21ste November 1829 werd De Génestet geboren. Reeds vroeg verloor hij zijn ouders, kwam daarna in huis bij zijn grootmoeder in Breukelen, was een jaar op de kost school te Barneveld en ging toen naar Amsterdam, waar hij* ;n verdeie op voeding genoot bij zijii} lom, den kunst schilder Kruseman. In 1847 deed De Génestet staatsexamen, werd student aan het'Atheneum, vervolgens aan het seminarium der Remonstranten. Toen hij in 1852 proponent was geworden, nam hij een beroep aan naar Delft, en in hetzelfde jaar trad hij in het huwe lijk met Henriëtte Bienfait. Na een hoogsrtgelukkige echtverbin tenis van slechts zeven jaar stierf zijn vrouw en kort daarop zijn jongste kind, waardoor zijn zwak gestel zoodanig werd geschokt, dat hij ontslag nam als predikant en zich te Amsterdam ves tigde. 's Zomers woonde hij te Bloemen daal. Weldra noopte een keelziekte De Génestet herstel te gaan zoeken in' Rozendaal, waar hij spoedig daarop 2 Juli 1861 overleed. Leest zijn „Eerste Gedichten," zijn „Lekendichtjes" veelal van polemi sche of kritische inhoud, zijn latere bundel „Laatste der Eerste." on het wordt u duidelijk dat De Génestet in het literaire leven van zijn tijd een aantrekkelijke figuur was, die door de innige toon, de zachte ironie en de op-| rechte ernst van zijn poëzie ook nog tot het hart van latere geslachten kan spreken. In De Génestet is geen bitterheid, wel dartele spot, wel scherpe of wee moedige terechtwijzing, vol verontwaar diging soms, maar geen haat of verach ting. En hij heeft de moed om het mooi geloof van zijn hart boven alle dogma tische wijsheid dapper uit te zingen in zijn frissche, prikkelende strofen. len, hoorde hij een koude, heldere stem door een der zijramen komen. Brinn's stem. „Beweeg je geen van allen, men- schen beval Brinn. „Ik ben van plan om zelf een beetje mee te helpen, als dit zaakje afgehandeld wordt Een dubbelloops geweer bevond zich in Brinn's handen. Brinn's schouders kwamen even boven de vensterbank uit en zijn ellebogen rustten op de venster bank in een houding, dat hij snel in alle richtingen kon draaien. Zijn vingers rustten op de trekkers en zijn wang lag tegen de kolf van het wapen. Zijn oogen waren helder en vurig. Als Brinn met een revolver in het raam verschenen was, zouden Bill en King misschien ge handeld hebben. Maar het hagelgeweer is op korten afstand veel doodelijker dan de revolver.. Het scheen, dat Bill en King dit wisten, want beiden begon nen hun handen op te steken. Brazo verliet de toonbank. Volgens Brinn's aanwijzing, trok hij de pisto len uit de holsters der moordenaars en dwong de mannen om naar buiten te gaan in de dieper wordende schemering. De mannen stonden daar norsch en zwijgend, toen Brinn om den hoek van de herberg kwam, het geweer in de hand. Brinn grinnikte tegen Brazo. „Hun paarden zijn in het bosch." zei hij. „Ik neusde daar een beetje rond en zag hen aankomen. Zoodra ik hen rond zag sluipen, wist ik, dat zij het een of ander in den zin hadden, daarom haal de ik mijn hagelgeweer dat niet zoo erg spreidt, als je van dichtbij schiet. Het schijnt, dat die jongens dat wis ten, nietwaar Wel, ik ben er voor om ze de wereld uit te blazen Wil jij het' GROENTEN EN GROENTENPRIJZEN. Waarom hoogere prijzen en minder aanvoer? Een veelvuldig voorkomende klacht van de Nederlandsche huismoeder in deze da gen betreft de groenten. lederen dag moet de groenteboer vele malen hooren, dat hij ondanks den tijd van het jaar nog zoo duur is. Vergeleken bij vorige jaren is dit ook inderdaad het geval, maar er worden verwij ten aan de overheid gericht en conclusies getrokken, welke in geenen deele in over eenstemming zijn met de feiten Teneinde een juist beeld van den bestaan den toestand te krijgen, heeft een verslag gever van hel A.N.P. zich tot een tot oor delen bevoegde instantie gewend, waar hem een uiteenzetting werd gegeven, betreffen de het huidige prijspeil der groenten en de factoren_ welke hiertoe hebben medege werkt. Overheid steunt den tuinder niet meer. Vooreerst - zoo werd uiteengezet - speelt een rol het feit, dat dit jaar in tegenstelling tot vorig jaren, de tuinder geen steun meer ontvangt uit de schatkist en dat hij in plaats daarvan uit zijn product een prijs krijgt, beslaande uit den kostprijs plus een onder- nemersloon. Vorig jaar is de tuinbouw nog lot 1 Juni gesteund met ongeveer 6 millioen gulden en in 1939 bedroeg deze steun zelfs 20 millioen Intusschen was deze steun uit de schat kist, niet zóó groot, dat er productiekosten én ondernemersloon in vervat waren. Met doel van den steun was slechts, om den tuinbouw in stand te houden. Eij de redelijke belooning, die de luinbou wer dit jaar „voor het éérst" van den con sument ontvangt, moet het publiek niet ver geten, dat de productiekosten óók in den tuinbouw zijn gestegen. De weersgesteldheid. Dan is er een zeer belangrijke factor de wersgesteldheid. Het koude weer in het af- geloopen voorjaar heeft uiteraard op de te genwoordige prijzen van vele soorten groen ten invloed geoefend. Enkele voorbeelden mogen dit verduidelijken. Tot voor kort be droeg de productie van asperges nog niet de helft van die van vorig jaar in dien tijd tengevolge van de langdurige koude zal zij ook zeer ongunstig blijven. De peen van den kouden grondi die in andere jaren tegen 15 a 20 Juni beschikbaar komt, is dit jaar nog niet gereed en ook de bloemkool en andere groenten zijn verlaat. Wat de aardbeien betreft, heeft men sedert menschenheugenis niet beleefd, wat men dit jaar moest ervaren, namelijk dat er geen aan sluiting is tusschen de glascultuur en de teelt van den kouden grond. In andere jaren wordt de prijs van de laatste glasaardbeien gedrukt door den aanvoer van de eerste aardbeien van den kouden grond. De weers omstandigheden van dit jaar leiden uiter aard tot stijging van de aardbeienprijzen. Wisselingen in den aanvoer. Er wordt geklaagd, dat de prijzen van groenten als radijs, spinazie en sla soms plotseling stijgen. De prijsschommelingen van dergelijke groenten zijn echter voor een groot deel het gevolg van wisselingen in den aanvoer, waarvan de omvang een groote rol speelt bij de prijsvorming. Wat spinazie en sla aangaat, de tijd, dat daarvan een groote overvloed werd aange- oerd, is op hel oogenblik alweer voorbij den zomer is zeer riskant, om spinazie en sla te teeleh^ omdat enkele heete dagen deze groenten kunnen doen bederven. De bonenoogst is nog niet gereed, maar ook in andere jaren beschikken wij eerst in Juli over boonen. Het koude weer van dit voorjaar heeft op den boonenoogst geen be langrijken invloed, omdat men ze eerst tegen 10 of 20 Mei pleegt te zaaien. Princesseboo- nen, snijboonen en pronkboonen beloven 'n matige opbrengst, maar de teelt is gelukkig zóó, dat dit gewas voldoende zal opleveren tot eind September en tegen dat tijdstip zijn de herfstgroenten gereed. Binnenlandsche vraag is grooter. i Bij de beoordeeling van de groentenprij- zen in het algemeen, behoort men in aanmer I king te nemen, dat de „binnenlandschs vraag naar groenten veel grooter.. is dan in nor- malen tijd, als gevolg van de omstandigheid, dat aardappelen en vet in beperkte mate be schikbaar zijn. Naar groenten als radijs Ic.malen is veel meer vraag dan gewoonlijk omdat men die als broodbelegging wenscht te gebruiken^ nu men zich kaas en worst in beperkte mate kan aanschaffen. Het feit. dat men er meer en meer toe overgaat, sla en komkommer bij de boterham te eten, ver groot voorts de vraag naar deze groenten. In het algemeen kan worden verklaard, dat er dit jaar naar schatting voor twintig lot dertig procent meer aan groenten is geteeld dan hel vorige jaar, maar het grootste deel is nog niet voor verbruik ge reed. De moeilijke overgangstijd, dien elk jaar met zich brengt, namelijk de periode, gedurende welke de oude groenten op zijn en de nieuwe nog niet voldoende kunnen worden aangevoerd^ is dit jaar „later en langer" dan in andere jaren. Een troost voor het publiek is dus, dat na dezen tijd weer een andere komt. doen Hij bood Brazo het geweer aan, die tegen hem grinnikte en zijn hoofd schudde. „Ik ben niet bloeddorstig," verklaar de Brinn. „Maar als zulke kerels hier heen komen, van plan om een man tusschen hen in, dood te schieten, zou ik hun toch wel willen geven, wat hun toekomt. Jaag ze het bosch in en ik zal ze wegblazen Het viertal ging het bosch in en hield stil, toen zij bij twee paarden kwamen, die bij een drogen waterval stonden vastgebonden. Brinn hield nog altijd het hagelgeweer vast en nu stond hij tegen over de beide moordenaars, den loop van het geweer op hen gericht. „Stap een eindje achteruit, jullie schurken beval hij. Brinn's oogen vlamden boosaardig. Hij was van plan om de mannen te dooden. Bill en King beefden, want zij wisten, dat de dood in een buitengewoon onaan gename gedaante op den loer lag. Zij wankelden achteruit, met opgeheven handen en aschgrauw gelaat. „Jullie kwamen op mijn vriend jagen, nietwaar zei Brinn, wreed glimla chend. „Jullie zouden hem een kogel in het lijf gejaagd hebben, zonder hem een kans te geven, nietwaar Hem beslui pen Hem tusschen jullie in zien te krijgen Daar als een paar Turksche buizerds staan te wachten 1 Hem be spotten Wel, vervloekte kinkels, ik zal jullie leeren Ik zal jullie doodschie ten Brinn scheen zijn zelfbeheersching verloren te hebben. Zijn oerinstincten waren opgewekt. Brazo had hem aldoor beschouwd als een zachtmoedig man, rustig en teruggetrokken. Maar nu wa ren zijn hartstochten aan het opbrui sen. De verandering, die hij ondergaan had, was verbazingwekkend. Brazo besloot om deze verschrikking te voorkomen. Hij stapte naar Brinn toe en legde een hand op den schouder van den korten man. „Luister eens, Brinn," zei hij, „dat kun je niet doen. Het is moord Brinn keerde zich om en keek naar Brazo. De oogen van den kleinen man schitterden van boosaardigen harts tocht. „Wie zal het mij beletten vroeg Brinn en. Zijn blik hield dien van Brazo vast. En nu herinnerde Brazo zich plotseling. De gloed in Brinn's oogen had een ver geten beeld in zijn herinnering doen le ven, had een levendig tooneel uit het verleden weer opgewekt. Het licht, dat op dit oogenblik in Brinn's oogen gloei de was hetzelfde, wat gestraald had in de oogen van den man, die. zich in Bain's Camp op een elleboog oprichten de, hem beschuldigd had van moord, op den betaalmeester Brazo glimlach te zoo grimmig, dat het Brinn ontnuch terde. ,Ik kon het mij tot dusverre niet herinneren," zei Brazo. „Je bent het dus te boven gekomen En ik dacht zeker, dat je gestorven was!?" De kleine man lachte. „Wel, wat zul je nu gaan doen zei hij. „Niets, dunkt mij. Je hebt het weer zoo wat goed gemaakt door deze kerels te beletten mij te dooden. Maar je zult ze niet vermoorden." Hij greep het hagelgeweer bij het slot, stak een wijsvinger onder de over gehaalde trekkers, zoodat zij de slag pennen niet konden raken. Hij trok het DE OORLOG. Sowjettroepen verloren grootste deel van hun materieel. Slag bij Bialistok nog grooter dan die van September 1939 tegen de Polen en zelfs dan die in Mei-Juni 1940 in Vlaan deren tegen de Franschen en Engelschen Ca. 5800 pantserwagen vernield, dubbel zooveel kanonnen buit gemaakt als op de Polen. SNEEUWSTORMEN RONDOM LEMBERG. Berlijn, 3 Juli (D. N. B.' Het D.N.B. heeft de volgende toelichting ontvangen op het weermachtsbericht van heden Bekijkt men de groote vernietigende veldslagen in de groot-Duitschen vrij heidsstrijd sinds 1939, dan moet de slag een Oosten van Bialistok hooger worden gewaardeerd dan de veldslag in de bocht van de Weichsel, die tijdens den veldtocht tegen Polen van 10 tot 20 September 1939 werd geleverd en wel ken het weermachtsbericht van die da gen reeds „een van de grootste vernie tigende veldslagen/ aller tijden" heeft genoemd. Een nog grooteren omvang had de tijdens den veldtocht in het Westen van 21 Mei tot 4 Juni 1940 ge leverde vernietigingsslag in Vlaanderen en Artois. Deze slag leidde tot de vol ledige ineenstorting van het Fransche noordelijke leger en tot de zwaarste verliezen voor het Engelsche expeditie corps. Dit resultaat werd in onophou- wapen uit Brinn's niet weerstrevende handen en keek Bill en King aan. „Spring op je paarden en maak, dat je wegkomt 1" beval hij. „Als je vijftig meter ver weg bent, schiet ik op jullie 1" Hij stond met gericht geweer, terwijl de mannen naar hun paarden snelden. Achter hem stond Brinn te razen „Maak er vijfentwintig van gilde hij. „Dood ze De mannen zaten in het zadel en de paarden renden. Brazo zette het hagelgeweer aan den schou der en wist, dat Brinn achter hem stond te schreeuwen, dat hij schieten moest. De mannen passeerden de vijf en twin tig meter en het geweer ging niet af. Zij stormden voorwaarts, over de halzen van hun paarden gedoken, toen zij naar schatting vijftig meter hadden gereden. Nog ging het geweer niet af. Snel reden de mannen het terrein af en Brazo liet het geweer zakken en keerde zich naar Brinn, die onder vreeselijke vloeken zijn afkeuring te kennen gaf. „Waarom schoot je ze niet neer Waarom schoot je ze niet neer her haalde hij telkens en telkens weer, als of zijn hersenen het ontstellende feit niet konden verwerken, dat Brazo de mannen ongestraft had laten gaan. „Och kom, Brinn," zei Brazo, „ik was bang dat ik de paarden zou treffen." „Wat, duivel 1" schimpte Brinn. „Hun paarden Wel vervloekte gekZie je dan niet wat ik zie „Luister Er zitten een dozijn of meer van die kerels achter dien rotsranri. die uitsteekt van die groote klip, beneden aan de rivier. Waarschijnlijk Wilson's mannen. En je hebt er twee van laten ontsnappen (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1941 | | pagina 1