32e JAARGANG
DINSDAG 22 JULI 1941
No. 83
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
HET GOUD VAN DE
EENZAME HOEVE
WIERINGER COURANT
Hoofdredacteur
Corn. J. Bosker, Wieringen.
Verschijnt eiken
Dinsdag, Donderdag en Zaterdag.
Abonnementsprij s
per' 3 maanden f 1.30.
AD VERTENTIëN
Van 1 5 regels f 0.60
Iedere regel meer f 0.12
UITGEVER
CORN. J. BOSKER WIERINGEN.
BUREAU
Hippolytushoef Wieringen
Telefoon Intercomm. No. 19.
DE HONDSDAGEN.
Wanneer wij er aan herinneren, dat nu
de hondsdagen weer beginnen, en een
maand zullen duren (19 Juli-19 Augustus),
zal menig lezer een ironischen glimlach en
een soortgelijke opmerking niet kunnen
weerhouden. Hondsdagen Maar daar heb
ben wij al een flinke portie van achter den
rug, moet er nu nog een maandje bij
De troost is, dal de officieele hondsdagen-
termijn niet altijd met den werkelijken
klopt. De hondsdagen zijn zoo oud als de
wereld de Romeinen spraken van de
dies caniculares, en andere en nog oudere
volken hadden weer een anderen term. Zij
werden en worden zoo genoemd naar het
sterrenbeeld „De Hond" de voornaam
ste ster daarvan, Sinus, komt in die maand
tegelijk met de zon op en gaat tegelijk
met haar onder. Het was al in de oudheid
een periode van zeer bijzondere warmte
de beroemde Hippokrates, vader der ge
neeskundeheeft er allerlei mededeelinger
over gedaan en beschreef ook bepaalde
aandoeningen, die in die periode veelvul
dig voorkwamen, rnel name galziekten. Dat
de temperatuur zich echter niet aan de oï-
cieele maand houdt, hebben wij dit jaar
reeds aan den lijve ervaren. Maar laat ons
toch niet klagen Hoe hebben wij, na het
koude voorjaar, allen gesnakt naar den
zomer. Nu is hij er. Nu gaven de hondsdagen
ons een aardig voorschot. Wij dienen dit
blijmoedig te incasseeren en oog te hebben
voor alles, wat zoo weelderig en rijk
bloeit om ons heen. Welk een heerlijke to
mer Maar u weet het nu de hondsda
gen krijgt u nog
EEN WELDADIGE REGEN.
In 'l laatst der vorige week heeft zich
over ons gewest een weelderige regen ont
last. Ofschoon voor sommige veldvruchten
reeds te laat, is deze regen toch, vooral
voor hel weliand van onschatbare waarde?
en ook voor vele tuinproducten, die wei-
haast dreigden teniet te gaan.
Door de voorjaarskoude zijn de granen
laat boven den grond gekomen en door de
droogte rijpten de gewassen vooral op de
hooge zandgronden, te vroeg, twee tegen
strijdigheden dus. Zoo is men al druk aan
het gerst- en erwten-zichten, en aan de
groene erwten die we zagen, kon men zien,
dat ze te klein waren, lus niet volkomen
uitgegroeid.
Een geluk was de infiltratie, Dag en
nachten stonden de sluizen van onze pol
ders open om door middel van 'l randkanaal
water uit het IJselmeer in onze polders te
laten. Hoe weldadig dit voor 't land ge
weest is, zagen we b.v. op een stuk wei
land van den veehouder Monlsma aan den
Wieringer randweg. Een paar meter aan
weerszijden van de greppels, stond op 't
weiland heerlijk gras, en naar het midden
van de akker werd 't steeds minder. Maar
toch over 't geheel zag 't land groen en nu
met de regen is de grasmat onmiddellijk
prachtig.
En wat een gemak is het zoete IJselmeer
water dat ingelaten werd, voor de boeren
geweest als drinkwater voor het vee. In
derdaad kunnen we ons gelukkig prijzen,
dat met het tot stand komen van het groo-
te werk van ir. Lely, ook voor het zoete
water uit het IJselmeer zoo prachtig werd
gezorgd,
We hebben het nu met deze droogte te
meer kunnen waardeeren.
FEUILLETON.
door
Charles Alden Seltzer.
59.)
HOOFDSTUK XXXI.
Een instinct beheerschte Brazo. leder
zintuig leek gestorven, want hij had geen
bewust gevoel, toen hij tenslotte overeind
kwam en in de duisternis heen en weer
stond te zwaaien. Hij had geen flauw ver
moeden waar hij was of waarom hij pro
beerde op te slaan. Hij stond op, omdat hij
op weg was ergens heen, toen hij viel en
omdat hij aangedreven werd door de men-
schelijlce gewoonte om op te slaan. Hij
was vergeten, waarheen hij had willen
gaan, maar hij was opgestaan met zijn ge
zicht naar het rancho-huis gekeerd en hij
begon er naar toe te wankelen. Hij wist
niet, dat hét rancho-huis daar was, maar
het geheimzinnig instinct, dat hem op de
been had gedreven, maakte zich van hem
meester, spoorde hem aan om de rest van
zijn vitaliteit in te spannen in een poging
om het doel te bereiken, dat door zijn brein
cirkelde. Het was het vechters-instinct.
Eerst toen hij verscheidene honderden
voeten voortgewankeld had keerde zijn
bewustzijn terug. En met het bewustzijn
kwam langzaam de kracht terug, die hem
begeven had, de vreeselijke angst, de nor-
sche woede, de doodelijke haat voor de
mannen, die Ella in zijn afwezigheid had
den aangevallen.
iHij wist niet hoe lang hij bewusteloos
was geweest, maar terwijl hij voortrende,
merkte hij, dat er nu licht in het rancho-
huis was, zoodat hij begreep, dat hij te
laat gekomen was. Toen hij de veranda
VERDUISTERINGSTIJDEN.
Men is verplicht te verduisteren tus-
schen zonsondergang en zonsopgang op
Dinsdag 22 Juli van 21.49 tot 5.43
Woensdag 23 Juli van 21.48 tot 5.45
Donderdag 24 Juli van 21.46 tot 5.46
Vrijdag 25 Juli van 21.45 tot 5.47
Zaterdag 26 Juli van 21.43 tot 5.49
DE LEGE SCHOOLBANK.
Voor de vacantie was begonnen,
Was heel de klas tevreê.
De jongens schreven op hun leien
Ik ga met Pa zijn auto mee,
Ik krijg een hond of een konijntje,
Ik ga logeeren in het Gooi,
En allen hadden ze wat anders,
En alles was maar even mooi.
De kleine Jan had^>onderd planne^
Wat of hij al dieyajd zou doen.
Hij zou zijn zusje fluiten leren
Of touwtje springen voor een zoen.
Hij zou gaan tekenen en knippen,
Soldaatje spelen met zijn vlag,
In 't bad zijn scheepje laten varen,
En alles doen, wat of maar mag.
Toen de vacantie was verstreken,
Zat heel de klas weer bij elkaar
Met bruine, vrolijke gezichten
En al het huiswerk netjes klaar.
Ze hadden allemaal verhalen,
Ze raadden wie het meeste kreeg,
Konijnen, spoortjes, scheepjes boeken.
.De bank van kleine Jan was leeg.
Z'n leitje en z'n sponzedoosje
Die stonden op z'n plaatsje klaar,
Z'n potlood en z'n schone schriften
Die lagen in z'n lessenaar.
De jongens keken naar z'n bankje....
Toen werd het stilletjes in de klas.
De juffrouw zei, dat kleine Jantje
Voor altijd met vacantie was.
J. H. SPEENHOF.
(Uit Liedjes, Wijze
bundel.]
en Prentjes, 7e
GEVAARLIJKE BETOOGINGEN.
Een waarschuwing aan alle Nederlanders.
De bevelhebber der weermacht in Neder
land, generaal der vliegers, Fr. Christian-
sen, deelt mede
In verband met de talrijke vijandelijke
liegtuigen, welke in den laatsten tijd bo
en Nederlandsch gebied omlaag zijn ge
schoten, is het herhaalde malen voorgeko
men dat bij het vervoeren van de gevan
gen genomen Engelsche leden der beman
ning de bevolking sympathiebetoogingen
jegens de gevangenen heeft gehouden.
Dergelijke betoogingen voor den vij
and, welke vooral werden gehouden op
de stations en in de straten, hebben in ie
der geval het karakter van een brutale
provocatie van de Duitsche weermacht.
De terughoudendheid, welke de Duit
sche weermacht tot nu toe in dergelijge ge
vallen in acht heeft genomen, schijnt door
dwaze betoogers als zwakte te worden be
schouwd. De bevolking wordt derhalve
hiermede nogmaals gewaarschuwd.
Deze waarschuwing geschiedt, omdat
de weermacht thans opdracht heeft in
dergelijke gevallen op te treden en zoo
noodig van de wapens gebruik te maken
De gevolgen moeten dan door de betoo
gers zelf worden gedragen.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
bereilcte, zag hij^ dat de voordeur wijd open
en aan splinters geslagen was. Hij trok
zijn pistool toen hij de deur insprong, maar
een enkele blik zei hem, dat hier nie
mand was om neer te schieten.
Wilson's mannen waren gekomen en
weer weggegaan. De meubelen waren om-
ergeworpen, de kleeden stukgelrokken.
de voorkamer was een ru-ine. Hij snelde
naar de deur, die naar de eetkamer leid
de en zag in het licht van een étagëre-
lamp dezelfde chaotische wanorde. Hij
keek de keuken rond en bij het flauwe
licht, dat uit de eetkamer viel, merkte hij,
dal deze ook een' ru-ine was. Zij hadden
zelfs de kasten van den muur getrokken.
Brazo wist waarom. Zij hadden Jim Llen-
ley's papieren gezocht, die, naar zij hoop
ten, de plaats zouden noemen waar Hen-
ley zijn „slag" had geslagen.
Maar Brazo was in een oogwenk de keu
ken uit. Hij sprong door de eetkamer, de
voorkamer in, de trappen op. Tastend liep
hij door de bovenkamers, roepend in de
hoop, dat Ella zich daar verborgen had.
Zij was niet boven.
Toen hij den voet van de trap bereikte,
stond hij een oogenblik te duizelen, ver
blind door een nieuwen aanval van woe
de. Toen snelde hij de veranda op, sprong
naar beneden en stormde terug naar het
huisje.
De maan was nu opgekomen en scheen
kalm naar beneden, de wereld badende in
zilveren schijn.
Brazo stond even over Brinn heengebo
gen en vertelde hem het gebeurde.
Zeker raasde de korte man. „Dat
komt er van, dat je haar verlaten hebt
Nu hebben zij haar te pakken en zij zal
het hard te verantwoorden hebben Zij
zijn weg Ik hoorde hen niet meer dan
een half uur geleden Zij joegen hier
langs, alsof de duivel ze op de hielen zat
Zij hebben haar te pakken en ze brengen
haar naar hun schuilplaats. Je weet, waar
dat is O, de verdoemelingen, ik wou dat
ik overeind kon komen. Het is jouw schuld,
STEKENDE MUGGEN.
Werd Urk al weer geruimen tijd geteis
terd door een zware rouggeuplaag, het was
Brazo Vervolgde hij, terwijl zijn stem
bijna overging in een gehuil. „Wat sta je
daar toch Ga haar halen
Hij wrong zich en probeerde weer om
op te staan, toen Brazo de deur uitsprong.
Maar zijn lichaam scheen ergens verlamd
tc zijn en hij kon zich alleen op zijn rech-
terelleboog opheffen en dat nog maar voor
een oogenblik. Hij zonk weer terug op den
vloer en lag daar te mopperen en nutle-
looze verwenschingen te schreeuwen.
Brazo stond in den stal en wierp zadel
en hoofdstel op Blinky. Juist buiten de
staldeur sprong hij in het zadel en joeg
Blinky over de vlakte, die naar het Wes
ten het boschje in, leidde. Maar hij ging
bet bosch niet in, maar reed langs den
zoom en den oever der rivier naar een
doorwaadbare plek. Hij werd nat van het
schuim, dat Blinky's voorbeenen over
hem heenjoegen.
Blinky sprong snel voort over den bo
dem van het bassin. In dien eersten vree-
selijken aanzet scheen hij begrepen te heb
ben wat van hem verlangd werd. Hij ver
minderde zijn vaart niet toen hij het hoog
land bereikte en hij stak met een stuk of
zes reuzensprongen den top van den rots
wand boven het bassin over. Zonder aan
sporing spoedde hij zich voort over de
hoogere vlakte, dook met duizelingwekken
de snelheid in een ravijn en snelde over
vlakte daar achter met lange, golven
de galopsprongen.
Het was helder maanlicht en het pad
oor hem uit zichtbaar. Blinky was al
neer in deze streek geweest en had wei
nig leiding noodig. Hij snelde voort over
hel land als het een of andere gevleugelde
dier, dat alleen de hoogere punten hier en
daar aanraakte, terwijl stofwolkjes opste
gen, die zijn vordering aanduidden. Hij
erdween achter een lange boschlijn en
kwam verderop weer te voorschijn tegen
een achtergrond van blauwen, met sterren
bezaaaiden hemel. Een tijdlang was hij ver
dwenen in een ravijn, maar plotseling
schoot hij er uit, een andere vlakte op,
nog gelukkig, dat deze zwermen muggen
niet gevaarlijk waren. Thans is hier echter
ongelukkigerwijs verandering in gekomen.
Een nieuw soort muggen is gekomen, wel
ke zeer gevaarlijk blijken te zijn. Deze
beesten zijn iets langer dan een gewone
huisvlieg en voorzien van 'n scherpe angel,
Op Urk is een algemeen verdelgingsproces
begonnen. Enkh. Crt.
Maximumprijzen voor inmaakglazen.
Wanneer er dezen zomer weer groente
en fruit door de huisvrouwen wordt inge
maakt, zullen zij de inmaakglazen kunnen
koopen voor prijzen, die van heden af aan
een maximum zijn gebonden.
De behoefte aan inmaakglazen wordt
voor een groot gedeelte gedekt door de
Nederlandsche industrie hetgeen er te
weinig is, zal uit Duitschland kunnen wor
den ingevoerd. Besprekingen, welke reeds
zijD gehouden, hebben tot een gunstig re
sultaat geleid.
De maximumprijzen, welke na overleg
met den Gemachtigde voor de prijzen wer
den vastgesteld, zijn verschillend voor Ne
derlandsch fabrikaat en voor buitenlandsch
fabrikaat. De Nederlandsche inmaakglazen
zijn iets goedkooper dan de Duitsche.
Een glas van één liter inhoud dat in ons
land is gemaakt, zal 22 cent kosten, de in
gevoerde glazen van denzelfden inhoud
kosten 26 cent.
De kooper kan de Nederlandsche glazen
onmiddellijk onderscheiden van de inmaak
glazen van buitenlandsch fabrikaat. De
eerste dragen op het deksel als kenmerk
den naam ^Vegla."
Stoomleiding gesprongen
Stoker aan brandwonden overleden
Toen Zaterdagmorgen de boot van de
reederij Koppe uit Amsterdam, die eiken
Zaterdag een passagiers- en vrachtdienst
tusschen Middelburg en Amsterdam onder
houdt, door het kanaal door Wlalcheren
voer, sprong ter hoogte van de Arne in de
machinekamer een stoomleiding. De stoom
verspieidde zich met groote kracht door
de machinekamer, tengevolge waarvan de
27-jarige stoker J. HillebrancF uit Amster
dam dusdanige brandwonden opliep, dat
hij vrijwel onmiddellijk aan de gevolger
overleed. De boot kon de reis niet voort
zetten zoodat de passagiers naar Middel
burg moesten terugkeeren.
Wie is de oudste Nederlander
Het bericht, dat de oudste Nederlander,
de heer P. Vermaas te Goes, op ruim 105-
jarige leeftijd is overleden, behoeft in zoo
verre rectificatie, dat hij „SLECHTS" de
leeftijd van ruim 103 jaar heeft bereikt.
Hij werd namelijk geboren de 19e Oct. 1837
Tot na zijn geboorte-eeuwfeest maakte
hij nog geregeld buiten zijn wandeling,
doch kort na zijn honderdste verjaardag
kreeg hij een neusaandoening welke ItSm
veel last veroorzaakte, terwijl bovendien
zijn gehoor steeds minder werd. Het vorig
j jaar brak hij een been, waardoor hij bedle
gerig werd en een zijner dochters hem
moest verplegen, Op zijn laatste verjaar-
I dag werd hem o.a. van de zijde der Duit-
sche autoriteiten een gelukwensch toege
zonden.
Hoewel 103 jaar reeds een respectabele
leeftijd is, komt dit in ons land wel meer
voor. Nog eind Maart j.1, overleed te Schie
dam de heer Willem Vrijland in de ouder
dom van 103 jaar, terwijl in Juli van het
vorig jaar de heer J. M. Littig te Dora-
recht eveneens op ruim 103-jarigen Teet-
tijd overleed.
104 jaar is natuurlijk weer zeldzamer,
j deze leeftijd werd ruim overschreden door
de destijds oudste Nederlandsche weduwe
J. A. de Smit-Rog te Weesp, die 14 Sep
tember 1835 werd geboren en eerst op 29
j Mei 1940 overleed.
Het vorige decennium heeft ons land
zelfs een circa 106-jarige gekend, t.w. de
weduwe Magnee-Prechter te Maastricht,
die 7 Augustus 1827 het eerste levenslicht
aanschouwde en pas in 1933 haar oogen
sloot.
Wie thans de oudste inwoner of inwoon
ster hier te lande is, valt moeilijk te zeg
gen. Ware het vorig jaar op de vastge
stelde tijd de tien-jaarlijksche volkstelling
gehouden, dan hadden we precies 't aantal
honderd- en meerjarige Nederlanders ge
kend. Om na te gaan) wie thans de oudste
is, nemen wij als uitgangspunt de heer J.
M. Littig, die volgens een A.N.P.-bericht
d.d. 16 Februari van het vorig jaar die dag
103 jaar werd en toen de oudste inwoner
van Nederland was, doch die, zooals wij
i boven aanstipten, inmiddels is overleden.
Wij laten hieronder in chronologische
volgorde de namen volgen van degenen,
die na hem werden geboren en den leeftijd
van 100 jaar bereikten, doch van wie wij
niet weten of zij nog in leven zijn. Dit zijn
de volgende personen
Mej. M. C. H, Olyslagers ten Den Haag
13 Dec. 1837.
De heer Pater te Oude-Niedorp
2 Maart 1838.
De heer C. M. Siebert te Enkhuizen
14 April 1838.
Wed. C. Ebli-Watering te Arasterdam
9 Mei 1838.
Wted. A. Qurijnen-Oerlemans te Hoeven
22 Juli 1838.
De heer J. v.d. Velde Molenwijk te
Smilde 23 Oct. 1838.
Wed. C. v. Rijswijk-Brekelmans te Berkel
12 Nov. 1838.
De oudste nog in leven zijnde van boven
genoemde personen is dus thans de oudste
mwoner resp. inwoonster van ons land.
(J. H. M.)
waar een lange lijn stofwolkjes aanwees
waar hij passeerde.
Hij verdween weer aan den voet van
een lange helling. Even later liet het
maanlicht hem zien diep in het rietgras
van een laagland, een hobbelend, voort
stormend, donker projectiel door een sma
ragdgroene zee. Langzamer ging hij een
verre helling op en bleef een tijdlang op
den top staan. Vervolgens was hij plotse
ling weer verdwenen en de stilte sloot
zich achter hem en verzwolg hem.
Een half dozijn jakhalzen sloop uit een
boschje en staarde hem, met trillende neus
vleugels na. Een tijdlang volgden ze de
hoefindrukken in het zand. Andere bewo
ners van hel land vluchtten hier en daar
heen, verschrikt door het voortspringende
monster, dat door het domein ricochet-
teerde.
Blinky rende al maar door en deed zijn
best. Zijn berijder scheen te weten, dat er
niet meer van hem gevraagd kon worden,
want de sporen raakten Blinky niet aan
en er kwam geen geluid, geen woord van
lof of blaam.
Op een andere hooggelegen vlakte, ver
in het Westen, minderde Blinky zijn vaart.
Hier was hij geweest op een andere kee^
die hij zich herinnerde en zijn slimheid
bracht hem naar een zekere plek, waar hij
eens vastgebonden was geweest. En toen
hij vermoedde, dat zijn rit ten einde was,
bleef hij staan, zette zijn beenen ver uit
elkaar en zoog lucht in zijn uitgeputte lon
gen.
Brazo gleed van zijn rug.
Aan den rand der helling, die hij afge
daald was, op zoek naar Elll's valies,
bleef hij staan en staarde naar beneden
op Wilson's huisje, op de corral, op het
omliggende land. Het feit dat er geen licht
brandde in het huisje en dat er geen paar
den waren in de corral, deed hem hijgen
van verbazing. Hij had gedacht, dat hij hen
hier zou vinden dat zij Ella hierheen ge
bracht zouden hebben.
Brinn had hem verteld dat hij Wilson
en zijn mannen hoorde wegrijden een half
uur voor Brazo bij hem verscheen, na
Brazo's herstel van zijn periode van be
wusteloosheid. Toch waren zij er niet,
evenmin had hij onderweg een spoor van
hen gezien. Hadden zij een andere plaats
van samenkomst
Hij kende alleen deze eene.
Hij gleed de helling af en rende naar
de schuilplaats. Aan de deur bleef hij staan
om te luisteren, want deze stilte kon be-
teekenen, dat zij vervolging hadden ver
wacht en er zich op voorbereid hadden
door hun paarden te verbergen en hem
op te wachten in het duister van de
schuilplaats. Maar ofschoon hij verschei
dene minuten naast de deur staan bleef,
hoorde hij binnen geen geluid. Toen zette
hij zich schrap en trad de deur binnen.
Nog geen geluid. Er was niemand bin
nen. Hij zocht, maar stak geen licht aan.
Hij was ten prooi aan een koude, maar
machtelooze woede. Zij hadden een ver-
olging verwacht en hem een poets gebak
ken. Hij was er zeker van, dat zij geen an
dere schuilplaats hadden. Hij was overtuigd
dat zij hem over het pad hadden zien rij
den en toen een boschje ingegaan waren,
om hem te laten passeeren. Zij zouden in
het bosch blijven tot eenigen hunner hem
nageslopen waren en hadden kunnen doo-
den. Hij beklom de helling en stond naast
Blinky. Het paard ademde nog snel, waar
was blijkbaar in goede conditie. Maar hij
steeg niet op voor hij zorgvuldig het omlig
gende bosch en de struiken had bespied
en een tijdlang op den terugweg had ge
keken.
Een gevoel van onmacht, dat in de laat
ste paar minuten in hem was opgewekt,
werd sterker. Hij voelde een ontzettend
verlangen om toe te slaan, om in een hef
tig physiek contact te komen met den
man, die Ella ontvoerd had. Maar zijn op
positie nam even snel af als de stralen der
maan, die door de bosschen op hem neer
vielen.
Wordt vervolgd.