32e JAARGANG
ZATERDAG 16 AUGUSTUS 1941
No. 93
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
DOLFIJN.
WIERINGER COURANT
Hoofdredacteur
Corn. J. Bosker, Wieringen.
Verschijnt eiken
Dinsdag, Donderdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs
per 3 maanden f 1.3
ADVERTENTIëN:
Van 1 5 regels f 0.60
Iedere regel meer f 0.12
UITGEVER
CORN. J. BOSKER WIERINGEN.
BUREAU
Hippolytushoef Wieringen
Telefoon Intercomm. No. 19.
.Heer, Uw wil geschiede."
En voor wie dat mag leeren verstaan
en voor wie dat leert kennen is het dan
tevens ook danken. Ja, vóór alles dan
ken. Want wie bidden kan bezit reeds!
zoo veel, dat er voor vragen haast geen
plaats meer blijft. Eerst danken, enj
dan overgave en dus verhooring. Een
verhooring, die in wezen niet anders is
dan wat zeelui beleven, die hun anker
hebben geslagen in een rots en die trek
ken aan den ankerketting als trokken
ze de rots naar zich toe, terwijl ze juist'
zichzelf trekken naar de rots. Gebeds-
verhooring is 't beleven, dat wij worden
getrokken, dat de Rots ons tot zich
trekt. Dit Rots is God. Elk echt gebed
is Zijn geschenk. Het vloeit uit God en
keert tot God. En dan kunnen we stil
vertrouwend wachten en gevoelen dat
God Liefde is.
Het kan ons rijk maken in onzen nood.
Het kan ons vrede geven.
TER OVERDENKING.
LIEFDE.
Niets op aarde is zoo zonder
ling alp vriendelijkheid,-
niets zoo zeldzaam als mede
gevoel niets zoo volstrekt
eenig, wondervol en zuïvei
Goddelijk als de niets afgun
stige onveranderlijke Liefde.
Dit is dan de Liefde met een hoofd
letter L, zooals een predikant dat Zon
dag j.1. zoo helder en duidelijk uitdruk
te niet de liefde die wij elkander zoo
nu en dan eens plegen toe te dragen,
maar de onveranderlijke Liefde Gods.
want God is Liefde
Zoo menig wankel hart vraagt dan
vol vertwijfeling maar als God Liefde
is, waarom is dan nu ons leven zoo
angstig en bezwaard 't Maakt ons zoo
moe en we kunnen er haast niet meer
tegenop.
Is dit niet een oppervlakkig denken
een denken zonder bidden, zonder te
kunnen afwachten wat God met ons
doen zal of met ons voor heeft Want
Zijn werken zijn immers ondoorgronde-j king der kaarten.
UITREIKING VAN NIEUWE
BOTER- EN VETKAARTEN.
's-Gravenhage, 13 Augustus. Naar wij
van bevoegde zijde vernemen, zullen de
nieuwe boter- en vetkaarten (de 3de
serie) in de verschillende gemeenten
worden uitgereikt in het tijdvak van 18
tot en met 30 Augustus.
Ook bij deze uitreiking is het verkrij
gen van een boterkaart of een vetkaart
afhankelijk van het gezinsinkomen.
Bepaald is dat degenen in aanmerking
komen voor een vetkaart, wier gezamen
lijk inkomen ligt beneden de volgende
normen
1 gezinslid minder dan f 1000,
2 gezinsleden minder dan f 1100,
3 gezinsleden minder dan f 1200,
4 gezinsleden minder dan f 1300,
5 gezinsleden minder dan f 1400,
6 gezinsleden minder dan f 1500 en
7 gezinsleden minder dan f 1600 enz.
Uitsluitend zij die op grond van deze
normen voor een vetkaart in aanmer
king komen, moeten een daartoe strek
kend formulier indienen bij de uitrei-
lijk."
Want niet dat is bidden 't vragen om
wat gedaan te krijgen, om welvaren, om
aardschen zegen, om wat anderen heb
ben en wij niet.
Bidden is oog hebben voor 't onbegrij
pelijke dat we overal tegenkomen bid
den is nadenken over 't wonderlijke in 't
leven der menschheid, 't zij bij voor- of
tegenspoed en dan te kunnen zeggen
F E U JJ. L E T O N
DE STUURMAN
VAN DE
6)
jtWat heb ik gezegd fluisterde Ge-
orge, „de ouwe heeft het ook in den neus.
Geen wonder bij de Kaap dachten wij
niet anders, of ons laatste uurtje had ge
slagen. Zoon vreeselijken storm heb ik
nimmer vóór of na dien lijd bijgewoond.
Maar kijk eens, daar hebben wij het al."
En andermaal wees hij in de verte.
Nauwelijks had Walter den blik in de
aangeduide richting geslagen, of bij he.-n
was aanstonds de laatste twijfel aan Ge-
orge's voorspelling geweken. Zoo ver het
oog reikte, breidde de heldere, heerlijk
blauwe hemel zich als een schoon azuren
gewelf over den onafzienbaren waterplas
uit alleen vertoonde zich heel in de
verte een bijna onmerkbaar wit vlekje,
ter groote van een manshand, even bo
ven den horizon.
De minder geoefende zou dit hebben ge
houden voor eene meeuw of hel zeil van
een stoomschip; doch het scherpe oog van
den zeeman bedroog zich zoo gemakkelijk
niet. Voor hem was dit vlekje heel iets an
ders een wolkje, dat weldra eene wolk
zou zijn hij zag in dat schijnbaar nietsbe-
duidend vlekje het onbedriegelijk voorlee-
kent den zekeren bode van een naderen
den, snel-opkomenden storm, maar een
storm tevens, zoo verschrikkelijk, zoo ont
zettend in zijn allesvernielende kracht,
dat zelfs het hart van den sloulmoedigslen
zeeman met bange vrees vervuld.
„Nou, Rob, daar broeit wat", sprak een
matroos tot zijn makker een reeds gejaar
den man met verweerd, perkamentachtig
gelaat en grove, ruwe knuisten, „wat
Leveren zij geen formulier in, dan
ontvangen zij boterkaarten.
Voorts is de leeftijdsgrens, ten einde
in aanmerking te komen voor eene heele
dan wel een halve boter- of vetkaart,
thans bepaald op 4 jaren en derhalve
gelijk gesteld aan de leeftijdsgrens voor
de distributiekaarten voor brood
vleesch.
De personen, die voor 2 September
1937 geboren zijn, .ontvangen derhalve
een heele boter-, vetkaart en zij,
die geboren zijn na t? September 1937,
een halve.
PRIJSREGELING VOOR WILD.
Naar de gemachtigde voor de prijzen
meedeelt, zijn thans met het oog op de
opening van hel jachtseizoen, prijzen voor
de verschillende wildsoorten vastgesteld j
Behalve de verkoopprijzen bij verkoop j
door jagers, opkoopers en groothandelaren^
zijn ook maximumprijzen vastgesteld voor
levering aan consumenten.
De prijs, welke ten hoogste aan den
consument bij levering aan huis in reke
ning mag worden gebracht, bedraagt
voor wilde konijnen f 1,70 per stuk,
voor tamme konijnen f 2,70 per Kg.,
voor hazen f 3 per Kg. en voor wilde een
den f 2,10 per stuk. Al deze prijzen zijn
panklaar.
Voor de prijzen welke jagers, groothan
delaren en opkoopers in rekening mogen
brengen alsmede voor de prijzen der an
dere wildsoorten, wordt verwezen naar de
elders in de pers geplaatste officieele pu
blicatie van den gemachtigde voor de
prijzen.
Geen menu's meer in de Fransche taal.
Slechts eigen of Duitsche taal
toegestaan.
In de Staatscourant van 14 Augustus
1941, nc. 157 is opgenomen een beschik
king van den Secretaris-Generaal van het
Departement van Landbouw en Visscherijj
waarin wordt bepaald, dal in restaurants
en andere aangelegenheden waar maaltij
den worden verstrekt voor het gebruik van
de Fransche taal voor menu's en dagkaar
ten achterwege dient te worden gelaten.
Naast de Nederlandsche, is in het alge
meen slechts het gebruik van de Duitsche
taal voor aanduiding der gerechten toege
staan restaurants van een bijzonder ka
rakter, zooals Indische, Italiaansche en
Chineesche restaurants en dei gelijke, mo
gen met de hun eigen aanduiding van ge
rechten doorgaan.
Veehouder doodelijk verongelukt.
Woensdagmiddag is te Kethel in den
polder, een doodelijk ongeluk gebeurd,
waarvan de 54-jarige veehouder L. Hof
stede het slachtoffer geworden is. Hofste
de moest een koe van een erf halen dat
aan den overkant ligt van de wetering
kleine polder, langs den polderweg, uitko-
Imend in de poldervaart. Over de wetering
ligt een rolbrug. Toen de man met de koe
zich op deze brug bevonden, dompte deze
plotseling, waardoor hij tegen de schoei-
ing werd geslingerd. Bovendien viel het
zware beest op hem. Omstanders haalden
den zwaar gewonden man uit het water.
Op advies van dr. van der Key werd hij
naar de dr. Moletstichting te Schiedam
vervoerd, waar hij evenwel korten tijd la-
idingen is overleden.
aan Zee 55 woningen gebouwd worden op
het bouwterrein dier gemeente, gelegen
tusschen den Watertorenweg, de Wilhel-
minaslraat en de Prins Hendrikstraat cn
het daarbij aansluitend particuliere bouw
terrein.
Clandestiene slachtingen.
De Zwolsche politie heeft proces-verbaal
opgemaakt tegen een aantal personen, die
frauduleus geslacht hebben en legen de
koopers van het vleesch. Hel betreft hier
ongeveer 150 personen, waarvan onge
veer 130 „klanten" waren.
Er bleken in totaal 15 koeien, 7 kalve
ren en 60 varkens in den frauduleuzen han
del verdwenen te zijn, die in kisten^ zak
ken en zelfs per taxi Zwolle binnen waren
gesmokkeld.
Verder werd een levende koe, die reeds
aan een slager verkocht was, op het nip
pertje van den frauduleuzen slachtdood ge
red en ter beschikking van den provinci
alen voedselcommissaris gesteld.
DOODELIJKE VAL UIT BOOM.
De 7-jarige M. van Leuken uil Lieshout
kwam. toen hij in een boom wilde klim
men, te vallen, als gevolg waarvan hij een
arm- en beenbreuk, alsmede een zware
hersenschudding opliep. Overgebracht naar
het St. Antoniusgaslhuis te Helmond, ;s
hij daar overleden.
NOODLOTTIG EINDE VAN EEN
UITSTAPJE.
Man en vrouw jammerlijk verdronken.
Een droevig ongeval is Woensdag ge
beurd. waar twee menschen te water
zijn geraakt en verdronken. Het echt
paar J. Veenstra-Huizinga was met
buurtbewoners een uitstapje gaan ma
ken. Na afloop brachten zij gezamenlijk
te Vierverlaten in een café nog eenige
oogenblikken door.
Toen de man en de vrouw om elf uur
na sluiting van het café, te voet naar
huis terugkeerden het was toen nood
weer met zwaren storm en regen zijn
zij vermoedelijk tengevolge van de duis
ternis, bij de brug over het Hoendiep te
water geraakt en verdronken. Toen hun
vijf kinderen, die alleen thuis waren,
Donderdagmorgen wakker werden, mis
ten zij vader en moeder. Zij waarschuw-
,den de politie, die na een ingesteld on
derzoek is gaan dreggen in het Hoen-
idiep. Bij de brug haalde zij het lichaam
•an den 50-jarigen vader op later is
de 45-jarige vrouw opgehaald.
Huizen voor Heldersche vluchtelingen.
Ten behoeve van de huisvesting van Hel
aersche vluchtelingen zullen te Egmor.d
ACHT ZEVEN ZES DUBBEL NUL.
Kent u dit getal
Acht-zeven-zes-dubbel-nul, is een ge
tal, dat in de afgeloopen weken herhaal
delijk in de couranten heeft gestaan.
Geen wonder, want over dit geval kan
niet genoeg geschreven en gesproken
worden.
Het is een getal dat van buitengewoon
groote beteekenis is.
Het is het gironummer van de Neder
landsche ambulance.
Iedere Nederlander moet
dit getal kennen.
Maar er moet meer gedaan worden.
Als u dit getal kent en weet waar
voor het dient dan rest nog slechts de
daad.
Dan neemt u een girobiljet en stort uw
bijdrage voor de Nederlandsche ambu
lance. Honderden deden hun plicht
reeds.
Nu is het uw beurt.
Acht-zeven-zes-dubbel-nul.
Nederlandsche ambulance. Koningin
negracht 22, 's-Gravenhage.
dunkt je, krijgen wij er ons deel ook nog
van
„Dat zou ik gelooven", was het ant
woord, 5,zet je zuidwester maar vast, Bill
het zal er ongemakkelijk gaan spoken,
maat. Binnen een half uur wil ik wedden,
dat.
De forsche stem van den kapitein weer
klonk andermaal over het dek de gan-
sche bemanning was druk in de weer met
het zoo snel mogelijk uitvoeren der ont
vangen bevelen, en de matrozen, vooral
de ouderen, wierpen nu en dan een bezorg
den blik naar den horizon.
Het wolkje werd zienderoog grooter en
kwam steeds nader hei breidde zich snel
Ier en sneller uit en vormde eindelijk een
donker, dreigend, snel langs den hemel
voortvliegend wolkgevaarte.
De wind ging plotseling Iggen, de zon
verborg zich achter den donkeren sluier,
eene sombere^ onheilspellende stilte lag
over de zee. F
Doch dit duurde slechts kort in de
verte deed zich een vreemd, eigenaardig
dof geluid hooren, als van een verwijderden
donder, hetwelk steeds nader kwam, cn
plotseling .werd de „Dolfijn" door zulk een
geweldigen rukwind aangegrepen, dat het
geheele vaartuig krakend over zij ging en
slechts met moeite door een snélle bewe
ging van hel roer voor een gevaarlijke
overhelling behoed werd.
Op dezen eersten windstoot volgde een
tweede, een derde, met steeds toenemende
hevigheid, en thans barstte de storm in
zijn volle woede los.
Huilend en loeiend dreef hij het vaar
tuig pijlsnel over de golven voort de
stuurman hield met beide handen het rad
omklemd de matrozen grenen zich aan
de touwen en strengen vast, om niet over
boord geslagen te worden door de zware
stortzeeèni die al wat los vvas, binnen enke
Ie minuten hadden weggespoeld.
In ijlende vaart joeg jn de nu bijna
zwarte wolken langs het uitspansel hoo
ger en hooger werden de 'golven, en met
donderend geweld stortten zij op en over
EEN UITSPRAAK VAN CHURCHILL
Het was op 20 Januari 1940 dat Chur-
chill in het Lagerhuis verklaarde Het
bolsjewisme is geen politiek systeem, maar
een ziekte.
Dit was naar aanleiding van het feit,
dat de Sowjet-Unie het kleine dappere
Finland had aangevallen.
Sindsdien is het bolsjewisme waarlijk
niet veranderd. Het is een gevaarlijke
ziekte gebleven, die zoo spoedig mogelijk
moet worden uitgeroeid.
Bolsjewisme is de kanker die vreet aan
de Westersche beschaving, het is een ge
vaarlijk gezwel in het lichaam van Europa,
dat moet worden uitgesneden.
Europa kan alleen dan weer gezond en
gelukkig worden als het bolsjewisme radi
caal wordt uitgebrand. Hier is geen com
promis mogelijk. Hier zouden zachte heel
meesters stinkende wonden maken.
Adolf Hiller heeft dit ingezien en de
tienduizenden, die zich meldden voor de
vrijwilligerslegioenen, hebben den Fuhrer
begrepen.
Landgenooten begrijpt dat het bolsje
wisme te vuur en te zwaard bestreden
moet worden, meldt u aan bij het
Vrijwilligerslegioen Nederland
Koninginnegracht 22, 's-Gravenhage.
elkander en deden het schuim naar alle
zijden rondspatten.
I Boven het oorverdoovend geloei van den
storm en het bruisen der golven, klonk de
j krachtige stem van den kapitein uit, die
I niet den roeper aan den mond zijn bevélen
i gaf.
J Een vreeselijke windstoot deed het schip
j lot in zijn diepste voegen kraken, een ake
lig geknars liet zich onmiddellijk daarop
hooren en de grrote mast, als een riethalm
in tweeën gebroken, sloeg over boord, doch
bleef door de menigte van touwen aan het
schip verbonden en kwam nu telkens met
een deunenden bons tegen de zijde van het
vaartuig rammen.
Op bevel van den kapitein snelden de ma
trezen met bijlen toe, om het want te kap
pen, en ook Walter bood ijlings de behulp
zame hand. Juist meende hij op den stuur
stoel toe te snellen, om het hevig slingeren
de roer te helpen bedwingen, toen een
kreet van den stuurman hem terughield.
,Het roer is»weggeslagen
Walter gevoelde, hoe een kille huivering
hem op het hooren van dezen uitroep door
de leden voer.
Het roer weggeslagen Dat was hun ai-
Ier ondergang Zonder mast, zonder roer.
ten prooi aan wind en golven, en lot over
maat van ramp. dreef de storm het vaar
tuig hoe langer hoe meer naar de Koraal
eilanden en de gevaarlijke riffen, die zich
daar in menigte bevonden. Ook de kapi
tein ontroerde geweldig bij het vernemen
van deze nieuwe ramp, doch bijna oogen-
blikkelijk herstelde hij zich en, den stuur
man de hand op den mond leggende, wees
hij op de matrozen. De man begreep hem
en knikte zwijgend toen ging hij naar
zijn plaats terug.
Maar een luide kreet van ontsteltenis
steeg onder de bemanning op, toen eenige
oogenblikken later het schip door een
reusachtige golf opgenomen en niet een ver
schrikkelijk gekraak op een rtf geworpen
werd.
Balken en planken vlogen naar alle zij
den rond, en toen de nu radelooze matro
zen een blik op hun kapitein wierpen^ za
gen zij, hoe de ruwe, doch vrome zeeman
eerbiedig het hoofd ontblootte en hen door
gebaren trachtte te beduiden, zijn voor
beeld te volgen want het ijselijk geloei
van den storm, die nog immer in kracht
toe scheen te nemen, maakte het thans on
mogelijk, zich door woorden te doen ver
staan. De bemanning had echter geen nade
re aanduiding noodig zij begreep maar al
te goed, dal de „Dolfijn" reddeloos verlo
ren was, en dat de kapitein hen uitnoodig-
det lol het gebed hun toevlucht te nemen
en zich tot den dood voor te bereiden.
Het was een roerend, doch tevens verhe
ven schouwspel, die mannen, te midden
van den feilen storm en met een gewissen
dood voor oogen, te zien nedergeknield op
het zoo zwaar geteisterde wrak, dat ieder
oogenblik uit elkander dreigde te slaan.
Even terzijde van den thans verlaten
stuurstoel lag Walter neergebogen. Zijn ge
laat droeg een kalme, vastberaden uitdruk
king, doch toen hij van onder zijn kleede
ren een medaillon te voorschijn haalde en
een blik wierp op het zich daarin bevin
dende portret, kwam er een trek van groo
te, onuitsprekelijke smart op zijn voorhoofd,
in hevige ontroering drukte de zee
man het kostbare liefdepand aan de lippen.
Op hetzelfde oogenblik kwam een ont
zettende golf aanrollen, die het vaartuig
hoog ophief en het met donderend geraas
op de riffen wierp.
De .Dolfijn", hel schoone, sterk ge
bouwde schip, was in weinige uren een
prooi der woedende elementen geworden,
en op de verlaten kust dreef den volgen
den dag een gedeelte van den achterste-
.•en rond, waarop het woord .^Dolfijn" als
een wreede bespotting te lezen was.
HOOFDSTUK V.
Mei een fraaien ruiker van de heerlijk
ste rozen, die de tuinman op haar bevel
zorgvuldig en smaakvol had samengevoegd,
in de hand, spoedde Marianne, Johanna's
oude kamenier, zich voort naar het kasteel.
Marianne was een dier oude, getrouwe
dienstboden zooals men ze tegenwoordig,
vooral in de groote steden, slechts zelden
meer aantreft een dier goedaardige zie-
len^ die door jarenlange en onkreukbare
eerlijkheid het volle vertrouwen harer
meerderen had verworven en tengevolge
daarvan zich wel eens een enkele maal de
vrijheid veroorloofde, ongevraagd haar
meening ten beste te geven, wanneer de
gelegenheid zich daartoe voordeed.
De oude kamenier, reeds als jong meisje
op het kasteel gekomen, stond in blakende
gunst bij Johanna, wier wenschen zij
scheen te raden.
„De freule zal gaarne wat rozen uit dit
laantje hebben, Hendrik", had zij dien mor
gen tot den tuinman gezegd, en thans rep'e
de goede ziel, zoo snel hare oude, stramme
beenen zulks veroorloofden zich met den
ruiker voort, naar de kamer harer jeugdige
meesteres.
t fs vreemd", mompelde zij zacht en
schudde met een erg diepzinnig gezicht het
hoofd, terwijl ze het bruggetje overstak,
dat naar den tuin leidde, ,,'t is vreemd; de
freule wordt in de laatste dagen hoe langer
hoe stiller en afgetrokkener. Ik begrijp er
nandal van, op mijn woord. Zij zingt
niet meer_ zij gaat niet meer rijden of wan
delen, niets van dat alles. Den geheelen
dag zit zij op haar kamer, en als ik 's mor
gens kom, om haar te helpen kleeden, zie
ik soms duidelijk dat hare oogen rood zijn.
Wat er toch aan .haperen mag
Zij bracht den ruiker even naar het ge
laat en ademde de heerlijke geuren in, die
daaruit opstegen.
„Wat kostelijke bloemen", ging zij voort,
,ik kan mij heel goed begrijpen, waarom de
freule zoo bijzonder op die rozen gesteld is
en tegenwoordig geen andere op haar ka
mer wil hebben, dan juist die uit het ro
zenlaantje. 't Zit hoofdzakelijk in de geu
ren, natuurlijk."
1 Wordt vervolgd.