32e JAARGANG
ZATERDAG 30 AUGUSTUS 1941
No. 99
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
ELKAAR VINDEN.
HET LOT No. 128713.
WIERINGER COURANT
Hoofdredacteur
Corn. J. Bosker, Wieringen.
Verschijnt eiken
Dinsdag, Donderdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs
per 3 maanden f 1.30.
AD VERTENTIëN
Van 1 5 regels f 0.60
Iedere regel meer f 0.12
UITGEVER
CORN. J. BOSKER WIERINGEN.
BUREAU
Hippolytushoef Wieringen
Telefoon Intercomm. No. 19.
TER OVERDENKING.
Het woord „moeder" is het eerste dat
ons hart uitspreekt vóór dat onze
mond het geleerd heeft.
Daar zijn van die herinneringen, wel
ke de smart als met een gloeiend ijzer
in onze ziel brandt.
Een zware ziekte geneest kleine
kwalen, een groot verdriet doet kleine
zorgen vergeten.
Wie zich zelf kan b e oordeelen zal
anderen niet licht ver oordeelen.
Het is nóg Augustus, de maand, waar-,
in wij somtijds nog zooveel zomersche
genoegens mochten smaken, mochten
genieten van heerlijke wandelingen door
bosch en beemd, van een volle rijke
oogst op 't veld, kortom van alle lust
en leven.
Dit jaar gelijkt het of alles in de boei
en van regen en wind is geklonken, of
alles van kilheid en somberheid moet
getuigen, en 's levens lasten daardoor
nog zwaarder vallen te dragen, en me
nige verzuchting zal weerklinken
„Waartoe dit alles
Het is goed, dat wij die vraag stellen,
maar dan tegelijkertijd pogingen doen
daar een antwoord op te vinden, dat wij
„zoeken" Want is het niet zoo, dat in
tijden van overheerschende zichtbare
harmonie, wij overmoedig en zelfzuchtig
FEUILLETON.
ROMAN VAN:
VICTOR VAN DUKE.
2.)
Ach, wat had zij vannacht toch heer
lijk gedroomd Zij had in een vreemd
land gewoond, onder palmen en bloei
ende bloemen. En zij was rijk geweest,
ontzaglijk rijkZij had een staf van
bedienden om zich heen gehad, die ie-
deren wensch van haar vervulden. Zij
droeg kostbare kleeren en prachtige
sieraden. De mannen hadden haar ver
wend, hadden aan haar voeten gelegen
knappe, interessante mannen niet
zulke ais Arnold Bekker, de facturist of
als Frans Mulder, de kassier. Neen, zul
ke mannen als men op het witte doek
te zien kreeg.
Ach, waarom was dat alles maar een
droom geweest Waarom was zij zoo
arm, dat zij door handenarbeid haar
brood moest verdienen Waarom was zij
een wees, zonder ouderhuis, zonder fa
milie
Haar vader was ambtenaar geweest
en had door een ongeluk het leven ver
loren. Haar moeder had als weduwe een
tamelijk goed pensioen gehad, tot zij
plotseling ziek werd en na eenige dagen
haar man in het graf volgde.
Leny was door haar moeder tamelijkJ
verwend geworden, ook toen zij reeds
een betrekking had. Als zij 's avonds van
kantoor naar huis kwam, was het gezel- j
lig moeder en dochter hadden een
heerlijk leventje geleid.
Nauwelijks twintig jaar oud stond Le
ny alleen op de wereld. Hoewel zij veel
verdriet had om den dood van haar
moeder, was zij toch verstandig genoeg
worden, wij de hoeken niet zien en het
onharmonische tot meestal onzicht
baar toe is terug gedrongen Dat wij
dan meenen alles alléén te kunnen,
en de genietingen voor ons zelf te moe
ten opeischen zonder rekening te hou
den met onze medemenscheh.
Maar als we op een eenzame weg
tegen storm en regen optornen, als don
kere wolkenmassa's over ons heen jagen,
dan voelen we onze kleinheid, en zoeken
we naar iets, dat onze eenzaamheid kan
helpen verlichten. Als bij opwelling groe
ten we een vreemdeling die ons tegen
komt, of zullen we trachten een gesprek
aan te knoopen, om „samen" verder te
gaan en als de ander een last draagt,
die ons te zwaar lijkt, zullen we pro-
beeren die over te nemen, en we tornen
„samen" op en het valt ons lichter.
Ik zag een groep arbeiders zich in de
vroegte per fiets naar hun werk spoe
den. Op eens knapt er een band De
groep staat stil in volle kameraadschap.
Eén neemt de man achter op, de ander
neemt de fiets naast zich, en voort gaat
't weer Hier was geen sprake van
langdurig overleg hier was het „elkaar
vinden" een ongeschreven wet."
Waarheid is, dat het harde en het
zachte beide tot het leven behooren
uit onpeilbare diepte komen ze naar vo
ren en eerst in hun samentreffen doen
ze iets van den zin van het leven lich
ten.
Het aanvaarden van beiden, doet ons
onze „medemenschen vinden," en met
elkander optrekken, samen de lusten
genietende en de lasten dragende, die
't leven ons oplegt.
rt~
BINNENLANDSCH NIEUWS.
ARSENICUM IN DE THEE.
Gepoogd zijn vrouw te vergif
tigen.
De Haagsche politie is, dank zij een
waarschuwing van medische zijde, een ern
stige vergitigingszaak op hel spoor geko
men, welke een 58-jarige vrouw te Sche-
veningen bijna het leven had gekost.
Toen de hulp van den arts voor deze
vrouw werd igeroepen, was haar toestand
zorgwekkend. De verschijnselen wezen op
vergiftiging door middel van arsenicum.
Daar de patiënte zich niet bewust was, op
een of andere vvijze arsenicum tot zich te
hebben genomen, werd aan misdadig opzet
van derden gedacht.
De vrouw, F. II. W. geb. N. werd ter
verpleging in hel gemeentelijk ziekenhuis
aan den Zuidwal opgenomen en inmiddels
werd Zondag j.1. de politie van een en an
der in kennis gesteld.
Deze ging Zondagavond over tot aan
houding van de 33-jarige méj. C. S., die
als huishoudster reeds geruimen tijd bij
Mw, W. inwoonde.
Uit hel verhoor van de huishoudster kon
worden opgemaakt, dat op haar aanraden
de echtgenoot, de 55-jarige F. II. W„ se
dert enkele maanden telkens een zeer ge
ringe dosis arsenicum toevoegde aan de
thee, welke des ochtends voor zijn vrouw
bestemd was.
Daarop werd Maandagochtend j.1. ook de
echtgenoot gearresteerd.
Beiden hebben thans in hoofdzaak be
kend. Omtrent het motief tot deze vergif-
tiging is het onderzoek echter nog gaande
Hel meest voor de hand ligt de veronder
stelling eener ongeoorloofde ver
houding tusschen den echtgenoot - die
werkzaam is als huismeester - en de huis
houdster.
De toestand van Mw. \V. is thans van
dien aard, dat geen direct levensgevaar
meer aanwezig is.
Echtgenoot en huishoudster worden in
verzekerde bewaring gehouden.
Auto te water gereden.
Inzittenden gered.
Dinsdag had te Wildervank bij de Acht
tiende laan een ernstig ongeval plaats.
Uit de laan kwam per fiets Mw. K. Op
hetzelfde moment passeerde, komende uit
de richting beneden-Winschoten^ een
vrachtauto. Doordat Mw. K. vermoedelijk
de auto te laat opmerkte, was een botsing
c-nvermijdelijk. De chauffeur trachtte dit
nog te voorkomen, waardoor de auto met
de beide inzittenden in het water terecht
kwam. Mw. K. werd eveneens in het wa
ter meegesleurd. De chauffeur bevrijdde
zichzelf en zijn medepassagier en trok
daarna ook Mw. K. uit het water. Het
slachtoffer bloedde erg en werd in het
huis van den hee S. binnengedragen, waar
direct medische hulp werd verleend. Bij na
der onderzoek bleken de verwondingen ge
lukkig nog al mee te vallen direct le
vensgevaar is niet aanwezig.
De chauffeur en de mede-inzittende kwa
men er met schaafwonden af.
De auto werd later op het droge ge
bracht.
POSTAMBTENAAR IN ARREST,.
Hij stal aangeteekende stukken.
Duizenden -guldens buitgemaakt.
Reeds verscheidene maanden - het be
gon in April j.1. - werden aan het spoor
wegpostkantoor Centraal Station te Am
sterdam aangeteekende zendingen ver
mist. Het aantal was weliswaar niet groot -
slechts af en toe verdween er een - maar
het viel op, dat het steeds zendingen wa
ren met aangegeven geldswaarde, welke
ten tamelijk groot bedrag aan bankpapier
bevatten, bijv. f 1CC0 of meer, die niet op
de plaats van bestemming kwamen.
Aanvankelijk viel de verdenking op een
ander dan degene, die later bleek de dader
te zijn. Het onderzoek, dat door de recher
che werd ingesteld, bracht echter de on
schuld van den eersten verdachte aan he'
licht en tevens, dat de thans gearresteerde
ambtenaar -aanzienlijke uilgaven deed, wel
ke zijn salaris hem niet konden veroorlo
ven. Dit deed de verdenking op hem val
len, hoewel hij niet op de afdeeling aange
teekende stukken werkzaam was. Zijn gan
gen werden nauwkeurig nagegaan en het
bleek^ dat de man sommige uitgaven met
groot bankpapier betaalde. Met behulp
van gemerkte bankbiljetten slaagde men cr
tenslotte in, den dief te ontmaskeren,
waarna hij werd gearresteerd.
Hoeveel de ambtenaar, die 39 jaar is, in
het geheel verduisterd heeft, kon nog niet
j worden achterhaald, doch vermoedelijk zal
1 dit een eaanzienlijk bedrag zijn.
Gnze correspondent te Zaandam deelt
I nog mede, dat korten tijd geleden uit
Zaandam een aangeteekende brief msl
f 72C0 naar Haarlem werd verzonden. Ook
deze brief is nooit terecht gekomen. Waar
schijnlijk is hij ook te Amsterdam gestolen.
Alg. Handelsbl. 1
I
I W.A.-VERGADERING TE UTRECHT.
j De N.S.B.-persdienst meldtDinsdag-
j avond is te Utrecht een W.A.-vergade-
ring gehouden.
Commandant Zondervan wees in zijn
rede op den groei van de beweging en
dientengevolge ook de op geweldige uit
breiding, die de W. A. heeft ondergaan.
Aan alle kanten moesten wij echter
onze weermannen afstaan. De S.S., het
N.S.K.K., de Nachrichtentroepen, het
Vrijwilligerslegioen Nederland, zij alle
eischten honderden weermannen op.
Nu het de wensch is van den leider, dat
er een W.A.-regiment naar het Oost
front vertrekt, zullen er wederom 3000
weermannen uit Nederland weggaan.
Daarom heeft de leider thans ook het
bevel gegeven, dat er voor de manne
lijke leden der beweging tusschen 18
en 40 jaar W.A.-dienstplicht zal be
staan. Elke man moet goed begrijpen.
dat het een groote eer is om in de W.j
A. te worden opgenomen. Elke weerman
1 moet het tevens als een voorrecht be-1
i schouwen om mee te marcheeren met
het W.A.-regiment aan het Oostfront.)
Later zult gij met trots kunnen getui-1
te sluiten voor den strijd tegen het
goddelooze bolsjewisme, tot behoud van
onze christelijke beschaving en besloot
zijn rede met de aansporing tot de aan
wezigen om onzen leider Mussert in
trouwe te volgen op het pad, dat hij ons
wijst.
In Zeist sprak de opperheerbanleider
Van t' Hof in denzelfden geest.
VERDWENEN KIND TERUG
VONDEN.
Dinsdagmiddag ging mevr. B., wonen
de aan den Stetweg te Castricum, met
haar 4-jarig dochtertje naar de duinen
aldaar om wat bramen te plukken. Te
ongeveer 4 uur werd de kleine vermist.
De politie werd met het geval in kennis
gesteld, waarna deze met behulp van
jachtopzieners, personeel van de pro
vinciale duinterreinen en een aantal
burgers er op uittrok om de- verdwenen
kleine te zoeken. Tot middernacht wa
ren de pogingen vruchteloos. In den
vroegen morgen hervatte men het zoe
ken, dezen keer met méér succes, want
om kwart vóór zeven vond men het kind
slapende in „de Zeeduinen". Men kan
zich de blijdschap der ouders indenken
na een angstigen nacht te hebben door
gemaakt.
PROVINCIAAL NIEUWS.
AARDAPPELEN IN BESLAG GENOMEN.
Bij een door ambtenaren van den
C.D.D. gehouden controle v/erden bij een
twaalftal arbeiders, in de werkverschaffing
te Wieringemeer werkzaam, aardappelen
in beslag genomen, van hoeveelheden vari
ërende van 15 tot 25 Kg. Proces-verbaal
werd tevens tegen de overtreders opge
maakt.
Motorfiets met generator
De heer Jan Martin te Eergen rijdt mo
menteel met een motorfiets met generator.
Voor zoover ons bekend, is hij in onze om
geving de eerste die een dergelijke motor
fiets berijdt. Alkm. Crt.
gen, dat ook Nederland zijn deel heeft
i gehad aan den strijd in het Oosten.'
Onze inzet in het Oosten zal voor den
Führer het beste bewijs zijn, dat Ne
derland waard is vrij te zijn.
Commandant Zondervan wekte ten
slotte de aanwezigen op. om zich aan
om alleen door het leven te gaan. Zij
was niet zoo sentimenteel om aan de
ouderwetsche meubelen van haar ouders
te blijven hangen, waarmee zij toch
niets kon uitrichten, want zij verdien
de toch niet genoeg om een eigen wo
ning te kunnen betalen. Daarom had
zij alles verkocht. Lang had het geld,
dat zij ervoor ontvangen had, niet ge
duurd, heel gauw was het verbruikt. Nu
had zij niets anders, dan hetgeen zij
verdiende. Het was weinig, doch zij kon
er juist van rondkomen. Maar prettig
was dit leven niet, daarvan was Leny
volkomen overtuigd.
„Juffrouw Winter, of U bij den direc
teur komt."
De stem van Hendriks drong opeens
tot haar door. Zij had stil voor zich uit
zitten typen en daarbij haar gedachten
den vrijen loop gelaten. Zij keek den'
jongen verschrikt aan, maar snel was<
zij zichzelf weer meester en stond op,'
om naar den directeur te gaan.
Even later stond zij in het heiligdom,'
in het privé-kantoor van Albert Visser,
directeur-eigenaar van de fabriek.
„Goeden morgen, mijnheer Visser."
„Goeden morgen, juffrouw Winter. Ik
heb verschillende brieven en stukken te'
dicteeren. Gaat U zitten."
Leny had aan een kleinen tafel plaats
genomen en keek vragend naar den
directeur, die rusteloos de kamer op en
neer liep.
Albert Visser, was een kleine oude
heer, die zeer goed was voor zijn perso
neel, maar ook heel streng kon zijn, ais
zijn bevelen niet precies werden opge-|
volgd.. Hij liet geen enkele nalatigheid
over zijn kant gaan, daarom alleen alj
niet. omdat hij zichzelf ook geen enke-i
le nalatigheid veroorloofde.
Meestal stond zijn gezicht ernstig, hij.
had een taaie wilskracht en was gewend
zijn doel zeker te bereiken. Zijn oogen
waren verstandig en helder.
„Eerst moeten wij aan Nieboer schrij
ven, de directeur van de hoenderfokke
rij. Ik heb gehoord, dat hij met de af
rastering niet heelemaal tevreden is,
schrijft U hem dus
De directeur wilde juist met dicteeren
beginnen, toen er aan de deur werd ge
klopt.
Theo, de achtentwintigjarige zoon van
den directeur, een goed gekleede jonge
man in sportcostuum kwam binnen.
Lachend boog hij even voor de kantoor
juffrouw en gaf daarna zijn vader een
hand.
„Neem me niet kwalijk, vader, dat ik
U onder kantoortijd even lastig val.
maar deze brief heeft haast."
Hij reikte zijn vader een brief over.
en toen deze hem opmerkzaam door
las, praatte Theo even met Leny, die
hij af en toe wel eens in een bioscoop
had gezien.
„En, hoe vond U de laatste Brooks-
film De filmster was een mooie vrouw,
vindt U niet Trouwens, ik vind, dat
U wel een beetje op haar lijkt," zei hij,
terwijl hij het meisje oplettend aankeek.
„Hè, meneer Visser, daar heb ik ook
niet veel aan, ik ben toch maar steno
typiste
„Zoudt U een filmster willen zijn
„Dat behoeft U niet te vragen, dat is
vanzelfsprekend. Filmster zijn is toch
zeker iets heel anders dan steno-typis
te."
„Dat is zeker, juffrouw Winter. Maar
alle meisjes kunnen nu eenmaal geen
filmsterren worden Hoe zouden wij
dan het werk op kantoor klaar krijgen
Een bekwame steno-typiste is toch ze
ker ook wat waard
Ja, maar het is van het noodlot toch
niet billijk, dat de een zoo ontzaglijk
veel geluk heeft, terwijl het een ander
zoo slecht gaat. Het zou tenminste een
beetje gelijkmatiger verdeeld kunnen
zijn."
„Zoo, juffrouw Winter, wat hoor ik
daar Bent U niet tevreden met Uw
lot Wat zou U eigenlijk beginnen, als
U op staanden voet rijk werd Zoudt U
dadelijk trouwen
„O, neen, dat het allerminste
Op dat oogenblik was Albert Visser
klaar met het lezen van den brief en
wendde zich tot zijn zoon.
„Nou, Theo, dat is heel erg voor je
vriend. Die arme Guus ban er niets aan
doen, dat hij in zoo'n moeilijk parket
gekomen is. Maar ik kan hem niet
helpen. Ik ben niet zoo rijk, dat ik een
zoo groot bedrag in een van te voren
reeds verloren zaak kan steken. Dat zou
gelijk staan met het geld uit het raam
te gooien."
„Maar vader Guus zit zoo in de
klem En hij is zoo'n fijne kerel."
„Dat weet ik wel, en voor Guus zelf
doet het me ook verdriet, maar ik kan
toch niets voor hem doen."
„Dan moet hij het landgoed verkoo-
pen, er blijft hem niets anders over.
Gaat het heusch niet, vader, kunt U
hem werkelijk niet helpen
„Je kent me toch Theo, als ik ergens
een uitweg voor hem zag, zou ik hem
zeker helpen. Maar mijn geld is voor
dit geval niet meer dan een druppel op
een gloeiende steen. Hij zou even .ge
holpen zijn, maar dan zat hij weer in
de zorg. Het goed is zwaar belastmen
zou van meet af ^an de zaak moeten
herzien en daarvoor heb ik geen geld
genoeg beschikbaar.
„Misschien hebt U gelijk, vader. Maar
ik vind het jammer voor het mooie
landgoed. U moet het huis eens zien,
en het park, de weiden, de velden, de
prachtige bosschen
„Dat kan allemaal wel waar zijn, jon
gen, ik kan heusch niets voor hem doen.
Maar het is goed, dat je juist hier bent,
want ik moet even met je praten."
Visser keerde zich naar Leny en zei
„Ik zal U straks wel dicteeren, juffrouw
Winter. Ik laat U wel roepen."
Leny stond op en verliet de kamer,
onderwijl een medelijdende blik op
Theo werpend. Nu kreeg hij er weer
van langs voor zijn geboks, en hij zou
een harden dobber met zijn vader heb
ben. Maar, hij was een stijfkop, mis
schien zou hij het wel winnen.
Albert Visser wachtte even tot de deur
achter het meisje gesloten was en be
gon toen
„Theo. ik moet je zeggen, dat ik hee
lemaal niet over je tevreden ben. Je
denkt aan niets anders dan aan boksen,
al het andere is je onverschillig. Je be
kommert je heelemaal niet om de fa
briek. Dat gaat zoo niet langer. Je bent
mijn eenig kind en mijn opvolger. Je
zult eindelijk moeten beginnen met je
in de fabriek in te werken en het bedrijf
te leeren kennen. Het is schandelijk om
je kostbaren tijd met die onzin als bok-
sente verknoeien."
„Onzin Maar vader, hoe kunt U dat
zeggen En dat tegen mij, de aanstaan
de kampioenbokser
„Luister eens mijn zoon. Zoolang het
niets anders was dan een sport, goed.
Maar nu ik gemerkt heb, dat je er over
denkt, van het boksen je beroep te ma
ken, nu kan ik het verder niet meer
rustig aanzien. Daar moet bijtijds een
stokje voor worden gestoken. En ik zeg
je in vollen ernstafgeloopen daarmee,
vandaag nog Ik heb er nu genoeg
van
Theo Visser was bleek geworden. Dat
harde bevel van zijn vader kwam heele
maal onverwachts.
„En als ik nu met alle geweld bokser
wil worden, vader Als ik nu eenmaal
geen koopman ben vroeg hij.
„Dan houdt alles op. Ik geef je tot
vanavond tijd om te overleggen. Je
kent mijn standpunt. Je kunt op je ge
mak bij jezelf te rade gaan of je je daar
naar wilt richten of niet. Ik verwacht
vanavond je beslissing."
(Wordt vervolgd.)