oma
Donderdag 18 September
CMUTZML MM
101!
Bosker's Papierhandel
auï ii rh mr'
PRODUCTIE...MEER...DAN...GELD.
Algemeene Handelskennisjj
Hippolytushoef - Middenmeer
DUITSCHE LANDBOUW.
Werkzaamheid van de „Ostland" in liet
vroegere Polen en in Frankrijk.
Vee ook uit Nederland.
Over de wijze, waarop de Duitsche
landbouw zich heeft gevoegd naar de
buitengewone eischen. die de oorlogstoe
stand aan dit zoo belangrijke onderdeel
van het economische leven stelt, heeft
men den laatsten tijd weinig nieuws
vernomen. Toch schijnt het, dat een ver
doorgevoerde centralisatie voor de ge
bieden, die tijdens den oorlog aan het
Duitsche Rijk zijn toegevoegd, tot
langrijke resultaten heeft geleid.
Dit mag men althans wel afleiden uit
een artikel, dat wij aantreffen in het
jongste nummer van de „Deutsche
Volkswirt" en wel van de hand van
Ministerialdirektor Lauenstein. De ver-
eeniging van deze gebieden met Groot-
Duitschland maakte het noodzakelijk,
om tot nu toe niet toegepaste methoden
aan te wenden, waardoor een zoo groot
mogelijke productiviteit van den land-
bouw in deze gebieden zou kunnen wor
den verzekerd.
Terwijl voor Duitschland zelf de re
sultaten van den z.g. „productieslag" en
de marktregeling werden verkregen door
een vrijwillige medewerking van alle
betrokkenen, moesten de problemen van
de toegevoegde gebieden worden opge
lost door een streng centraal beheer
Dit geschiedde door de oprichting van
de Ostdeutsche Landbewiptschaftuns-
gesellschaft m.b.H. (Ostland)," die aan
vankelijk alleen in het voormalige Pool-
sche land werkzaam was, doch die ver
leden jaar haar bemoeiingen uitstrekte
tot de door de Fransche regeering ont
ruimde gebieden van Oost- en Noord-
Frankrijk.
Wat het vroegere Polen betreft heeft
zij het beheer van het voormalige groot
grondbezit zelf in handen genomen
bovendien wordt regelend opgetreden
ten aanzien van het nog in handen van
Poolsche boeren gebleven kleine bezit.
Eenig begrip van den omvang dezer
werkzaamheid kan men krijgen als men
weet. dat niet minder dan 330 groote
bedrijven worden beheerd, terwijl het
aantal kleine bedrijven, dat onder toe
zicht is gesteld meer dan een half mil-
lioen bedraagt. In het geheel omvat de
Voorts moeten de landbouwmethoden
intensiever worden gemaakt, ten einde
aldus de gemiddelde opbrengst der
Europeesche landen die van 't Duitsche'
Rijk te doen benaderen. Alle Europee-j
sche landen zijn met groot begrip voor
do zaak aan de oplossing van dit pro
bleem gaan werken en de eerste resul-|
taten vallen reeds dit jaar te bespeuren.
De Duitsche militaire overheid had ter
stond na de staking der -vijandelijkhe
den in- West-Europa er voor gezorgd,
dat de oogst van 1940 werd binnenge
haald en voorbereidingen voor den
nieuwen oogst werden getroffen, waarbij
alle landen zich er op toeleggen de bin-
nenlandsche productie te verhoogen.
In Nederland en Denemarken,
de Europeesche landen met den in-
tensiefsten landbouw, is het gelukt
de productie bijna overal op het
.oude peil te houden. Vooral in De
nemarken, dat door zijn veredelings-
bedrijven in dierlijke producten
sterk afhankelijk was van den in
voer van overzeesch veevoeder, is
het b.v. gelukt, de boterproductie
bijna op het oude peil te handha*
ven.
Italië en Duitschland zijn wat de voe
ding betreft tegen de blokkade bestand,
Duitschland was bovendien door de
in de jaren voor den oorlog gevoerde
politiek van bevoorrading in staat over
al -in Europa met zijn voorraden te hulp
te schieten, waar een acute crisis in de
voedselvoorziening optrad.
Overal was Duitschland met zijn
ervaringen van jarenlangen stelsel-
matigen opbóuwenden arbeid op het
gebied van de voedselvoorziening
een helper vol begrip.
Er bestaat thans geen twijfel meer
ever, dat Europa door de blokkade op
het gebied van de voedselvoorziening
Biet ernstig gevaar'meer kan loopen,
vooral niet op den langen duur.
Thans reeds is de stand der voedsel
voorziening beter dan in 1939.
VERNIETIGING VAN BACILLEN.
Door middel van ultraviolette stralen.
Een Amerikaansch onderzoekingsecht
paar, William F. Welles en zijn vrouv.- Mil-
dred, die beiden aan de medische "hooge-
school van Pennsylvania verbonden zijn.
hébben met "succes ultraviolet licht toege-
oppeivlakte van het gebied, dat tot het past voor de vernietiging van bacillen van
beheei van de Ostland kan worden ge- besmettelijke ziekten in schoollokalen,
rekend 5 millioen ha. Jn drie verschillende scholen bereikten
Ook het bedrijf in het Westen is van 7ij daarmede gedurende een mazelen-epi
groote beteekenis. Hier omvat de werk-j demie een duidelijk merkbare daling van
zaamheid van de Ostland een opper-het aantal gevallen. De experimenten wer-
vlakte van 2,68 millioen ha. Opgemerkt' den ondernomen in een school te German-
kan worden, dat aan de eigendomsrech- J lown en in twee scholen te Swarthmpre in
ten van de boeren niet geraakt wordt.Pennsylvania. Mr. and Mrs. Welles brachten
Uit het vervolg van het artikel blijkt jin de klaslokalen dezer scholen eenvoudig
evenwel, dat op organisatorische gron- indirect uitstralende apparaten met ultra
den toch wel degelijk in de bedrijven violette stralen. Tijdens de lesuren waren
werd ingegrepen, zonder dat rekening de toestellen voortdurend in gebruik. Met
kon worden gehouden met de aan den
eigendom verbonden beschikkingsrech
ten. Slechts op deze wijze was het mo
gelijk om op korten termijn een eenigs-
zins bevredigenden oogst te verkrijgen.
Omtrent de wijze, waarop de voor-
loopige resultaten werden bereikt meldt
het artikel nog, dat zoowel in Polen als
in Frankrijk, ploegen, paarden, benoo-
digdheöen en ook zaaigoed werden in
gevoerd. Verder werden door een om
vangrijken invoer van hoogwaardig fok-
vee uit Denemarken en Nederland, de
oorlogsverliezen op 'vee naar getal inge
haald. terwijl tegelijktijdig de kwaliteit
werd verhoogd. Alleen tot den herfst
van 1940 werden voor het Oosten 30.000
stuks rundvee beschikbaar gesteld. Ver
der 100.000 varkens en 20.000 fokscha
pen.
hun stralen doodden zij de door de natuur-
lijkè luohlslroomingen in de lokalen circu-
Icerende bacteriën. De uitwèrking was,
dat in deze klassesn slechts een derde ge
deelte van het aantal kinderen uit de niet-
bewerkte klassen, mazelen kreeg. Boven
dien waren de experimenten gehouden in
de laagste klassen en het is normaal d^t in
de lage klassen driemaal zooveel kinde-
ren ziek worden als in de hoogere.
Mr. Welles die becterioloog is, meent,
dat de slralenbehandeüng der lucht ook op
andere plaatsen, waar veel menschen bijeen
komen, toegepast kan worden, b.v. in ker
ken, theaters, vergaderzalen, kazernes a!
moet men dan ook constateeren, dat deze
uitbreiding, van een epidemie in den weg
staat^ doch de reeds uitgebroken ziekte
niet geneest.
HOE GAAT EUROPA OEN
WINTER IN
Door bevoorradingspolitiek kon
verleenen.
Inzameling van kroos als
veevoeder.
Dat er allerlei dingen zijn, die men in
normalen tijd als waardeloos beschouw 1,
doch die in lijden van schaarschle en zui-
nigheid groote waarde blijken te heben.
Duitschland overal bij acute crisis hulp
u"ordt bewe/en door hetgeen men thans
Nederland met eendenkroos gaat doen,
Onlangs is gebleken, dat dit eendenkroos
in gedroogdén toestand een belangrijk vee
voeder is.
Berlijn, 5 Sept. <A. N. P.). „Hoe gaat
Europa den winter in schrijft de
„Militarische Korrespondenz aus
Deutschland" boven haar weekoverzicht
1 Als men nu weet, dat er in Nederland
en zij vervolgtIn tegenstelling tot den
wereldobrlog as de toestand voor het
vasteland van Europa aanzienlijk be
ter dan destijds voor Duitschland. De
snelle, groote successen van de Duitsche
weermacht hebben tevens ten gevolge
dat' thans onder Duitsche leiding de
voedingsmogelijkheden beter worden
benut. Alle Europeesche regeeringen
streven ernaar met al haar krachten
en thans reeds met groot succes om
- de voedingscapaciteit zoo hoog moge-
lijlf op te voeren.
„Generaal tijd," dien men in Enge
land gaarne als bondgenoot noemt, be-
wijst in economisch opzicht meer een
bondgenoot voor het vasteland te zijn.
Europa zou Veel meer menschen: tu'éd en daarvan in een schrijven
kunnen voeden dan er op het OO- gemeentebesturen doen blijken,
genblik wonen. Het is derhalve zaak.; De thans geschapen organisatie is van
de beschikbare mogelijkheid veeleien aard, dat alle gemeentebesturen wordt
Sterker dan tot dusver het geval' verzocht de sloolen welke tot hun gebied
was uit te buiten, d.W.Z. de te be- j behooreV van kroos' te zuiveren en dit op
bouwen oppervlakten te vergrooteneei* punt bijeen te brengen, in hoeveelhe-
en den aanplant stelselmatig telden van minstens 15.000 Kg. Deze kroos-
verrichten. massa's worden naar drogerijen gebracht
ongeveer 90.0C0 ha. stilstaande slooten
zijn, die als het kroos er gemiddeld 1 m.m.
dik op ligt, 30,000 ton gedroogd kroos kun
nen opleveren (90 pCt, van het kroos is
water), dan begrijpt meni dat het zonde
zou zijn, dit kroos niet als veevoeder te
gaan verwerken.
w
<M
e fn
o N
3 '8 'S
Ten aanzien heden "vele meubelen gemaakt worden van vervangingsmateriaal, is het wel
verstandig, zolang nog de goede kwaliteit bij
Meubelfabriek EIK EN LINDEN - ALKMAAR Lidesigrachi 10-16
te koop is, hiervan zo snel mogelijk gebruik te maken.
Betaüng direct bij
aankoop. Monsterzalcri geopend van, 9—12 en l'/s5Va uur.
Verpakking en Zaterdags 9—1 uur, 's.middags 2'L—5 uur.
assurantie 3%.
Het Rijksbureau voor Voedselvoorziening
in Oorlogstijd heeft zijn instemming be
tuigd met de plannen, voorgelegd door de
firma's Crok en Laan te Wormerveer en
Van Vloten's Handelmij. te Amsterdam, om
dit kroos te doen verzamelen, te drogen,
en er, door vermenging met andere ingre
diënten, veevoeder van te maken. Ook de
Vereeniging van Nederlandshe gemeenten
heeft haar instemming met dit plan be
de
ingevolge de Vestigingswet Kleinbedrijf 1937. j
De nieuwe cursus van de afdeeling WIERINGEM van het
Instituut voor Middenstandsontwikkeüing zal op
aanvangen.
Aanmelding van leerlingen van lieden af bij de bestuursleden
CORN. J. BOSKER, C. DUIJNKER Az. te Hippólytushoef of bij den
cursusleider, den heer JOFRIET. Den Oever.
De cursus heeft een OFFICIEELE ERKENNING, hetgeen vooral
thans, nu steeds straffer de hand wordt gehouden, aan de examen-
-eischen, van de grootste beteekenis is.
Leerlingen van erkende cursussen genieten bovendien f 5.— reduc
tie op het examengeld.
HET BESTUUR,
CORN. J. BOSKER, Voorz.
C. DUIJNKER, Secr.
ZATERDAG- EN ZONDAGAVOND
DEN OEVER.
[UITVOERING der
(Dir. JOÏL v. GLABBEEK)
GEMENGD-, VROUWEN- EN KINDERKOOR
Opvoering van de groote NON-STOP Laehrevue
in 't proloog en 13 taf^reelen door liet Amslerd. Ensemble
„DE TROUBADOURS" onder leiding van Jan Dantino.
Een avond van groote vroolijkheid.
ZAALOPENING 7 UUR. AANVANG 7.30 UUR.
Entree 85 cent, alles inbegrepen.
Plaatsbespreking vanaf heden aan de zaal vanaf 4.30 n.m.
tot 5.30 en 7.00 nm. tot 9.00 uur.
LOONLIJSTEN - fEW AARMAP.
LOONLIJSTEN (Loonbelasting.)
BOSKER's DRUKKERIJEN
HIPPOLYTUSHOEF MIDDENMEER.
i voor elke duizend Kg. wordt een pre-
ie vergoed van f 2.50
Voor de werkloozen ligt hier dus een-
mooi arbeidsterrein. En indien de boeren
zelf voor de kroosinzameling zorgen, hel
pen zij hel vee van zichzelf en van ande
ren in leven houden en weiken aldus mee
aan ae voedselvoorziening van ons volk.
Na het drojfen wordt hel kroos lol koe
ken verwerkt en zoo verkrijgt men een
hoogwaardig veevoeder.
Wier den, Woerden en Terpen.
Dit zijn enkele namen van -door men
schen opgeworpen hoogten, die in de
cultuurgeschiedenis van ons land, vooral
van Noord-Nederland, gToote bekend
heid verkregen. De woerden komen ech
ter in het lage land der groote rivieren
voor, in hoofdzaak in de Betuwe. Bo
vendien kennen wij nog uit Zeeland de
niet bewoonde vliedbergen of hillen,
terwijl men de hoogten, waarop vele
boerderijen van het Kampereiland ge
bouwd zijn, wel tot de groep van reeds
vroeg bewoonde plaatsen in het water
rijke Nederland kan rekenen. De wier
den en terpen, zooals ze in Groningen
en Friesland worden genoemd al ont
breken in laatstgenoemde provincie
plaatsnamen met wier en werd (ward)
volstrekt niet zijn echter in vele op
zichten veel belangrijker. Het is echter
niet waar, dat elke plaats, welker naam
op wier, werd of weer eindigt, op een
kunstmatige hoogte ligt. Een natuur
lijke hoogte droeg hoogstwaarschijnlijk'
reeds dien naam, en op zulke hoogten
vestigden zich de .menschen in den
praehistorischen tijd het eerst op. Op
zandgronden in Friesland vindt men
immers plaatsen met den uitgang -terp,
zooals Olterterpterp beteekent dan
ook dorp. In Groningen komt dan ook
nog de naam warf voor, die in de lage
landen van N.W. Duitschland tot in
Sleeswijk-Holstein algemeen bekend is.
Talrijke wierden zijn in den loop dei-
jaren verdwenen, afgegraven om den
waardevolleri mest, welke er iii werd ge
vonden. Tientallen zijn echter nog dui
delijk kenbaar in het landschap, even
eens aan den aanleg van de dorpjes, die
er op zijn verrezen deze dorpjes be-
hooren vaak tot de meest" schilderach
tige van ons land. Friesland telde er
vroeger misschien wel vijfhonderd, Gro
ningen ongeveer tweehonderd.
Men kan zeggen, dat het Friesche klei-
westen, Westergo, er dicht mede be
dekt was. Van den omvang der wierden
t il terpen maken velen zich een geheel
verkeerde voorstelling. Het zijn lang
niet alle kleine ronde hoogten, van bijv.
50 tot 100 meter in doorsnede, er zijn
zelfs zeer groote bij. De behoefte aan
landbouw- en welgronden, veilig gele
gen ook bij hooge watervloeden een
behoefte, welke vaak in verband stond
met de zich uitbreidende bevolking van
den woonheuvel dwong de bewoners
lot voortdurenden arbeid. Op de hooge
zandgronden bezaten de stammen hun
echgronden, waarop de landbouwgewas
sen konden worden géteeld, hier schiep
men als het- ware zelf zijn esoh. Zoo
vindt men dan ook een grootte van
15 ha opgegeven voor de wierde, waar
op Warfum ligt (deze is bovendien 7
meter hoog, zwak af hellend naar de
randen), voor de Rottumer wierde 12
ha, voor^de Ezinger wierde zelfs 16 ha.
Leeuwarden en Dokkum zijn op wierden
aangelegd.
Het ligt voor de hand, dat bij het ont
waken van de belangstelling voor eigen
bodem in de vorige eeuw ook veel aan- 1
dacht werd besteed aan deze hoogten.
Pas üi. de twintigste eeuw kwam men
tot methodisch onderzoek, waartoe de
in 1916 opgerichte Vereeniging voor
Terpenonderzoek krachtig bijdroeg'. Wa
ren reeds van vroegere afgravingen tal
rijke cultuurresten van de vroegere be
woners der terpen bekend geworden
ze werden reeds bijna 100 jaar geleden
beschreven bij het zorgvuldige weten
schappelijke onderzoek konden toch
eerst zeer groote resultaten worden be
reikt. Het v/as ook hier de Groninger
archaeoloog prof. dr. A. E. Van Giffen,
die de geschiedenis van den' Voortijd en
den Vroeghistorischen tijd met bijzon
der interessante gegevens kon verrijken.
In het bijzonder hebben de opgravingen
te Ezinge, in 1925 begonnen, waardevol
le uitkomsten opgeleverd. Duidelijk
bleek, dat de hoogte uit. lagen bestaat,
die in verschillende tijden werden op
geworpen. De vloeden, die in het tweede
deel van het laatste duizendjarig tijd
vak voor Chr. geboorte steeds hooger
kwamen opzetten de oorzaken daar
van laten wij buiten beschouwing
dwongen de bewoners tot ophooging.
Zoo luidde een logisch lijkende verkla
ring, maar tegenwoordig schijnt Van
Giffen van oordeel te zijn, dat de wier
den vrij snel tot hun tegenwoordige
hoogte zijn opgeworpen, doch dat de
inklinking van den bodem van zoo groo
te beteekenis is geweest, dat telkens
v/eer tot zerhooging moest worden over
gegaan.
De ophoogingen maakten natuurlijk
telkens weer nieuwe woningen noodig,
en zoo werden dan in de Ezinger wier
de de resten van huizen uit verschillen
de perioden gevonden, brokstukken van
muurjtcs en heiningen van rijswerk,
palen, overblijfselen van den haard. Er
werden resten van huizen gevonden, die
7.20 meter breed en 23 meter lang wa
ren, dus ruime boerenschuren. Zij kwa
men voor in de „derde laag," welke uit
ongeveer. 200 jaar voor Chr. moet datee
ven, in de vierde laag werden overblijf
selen gevonden van een drieschepig hal
lehuis van niet minder dan 25 metér
lengte. De vijfde laag bevatte resten van
Romeinsch aardewerk. Na 400 begon de
laatste phase, die van de voorafgaande
door een aschlaag was gescheiden de
wierde zou door een Angelsaksischen
stam veroverd zijn bij een strooptocht
langs de kust.
Inderdaad, de huizenbouw, de gevon
den werktuigen en sieraden, de resten
van huisdieren, van aardewerk en me
talen, de aanwezigheid van allerlei ge
ïmporteerde artikelen, rechtvaardigen
de conclusie, dat de eerste bewoners
van de wierden, de Nederlanders in
deze streken van de eeuwen voor en na
Chr. geb. reeds een aanzienlijke cultuur,
hoogte hadden bereikt. Van „barbaren"
kan allerminst worden gesproken. De
veronderstelling is geuit, dat aanvankec
lijk ""de vruchtbare kwelders, om de
Friesche en Groninger zandgronden
gelegen, alleen in de zomermaanden
werden bezocht met het vee, later bleef
men er ook in den winter wonen op de.
veiliggeacnte hoogten dit schijnt om
streeks 300 voor Chr. zoo te zijn begon
nen. Het aantal blootgelegde woonvlak-
ken met de daarin gevonden cultuur
resten heeft geleid'tot de onderscheiding
van een vöör-Romeinsche, een Romein-
sche, een Angelsaksische en' Frankische
periode. Vooral mest werd gebruikt om
de wierde op te hoogen, voorts riet en
stroo, ook werden graszoden gebruikt.
Het stroo was afkomstig van erwten,
koren en vlas, de mest vooral van de
runderen, al werden ook varkeus, scha
pen en paarden gehouden, eveneens
kippen, en eenden. Men leefde dus ei
genlijk op een. mestvaalt, de frissche
zeewind zal echter voor de noodige ver-
verschin g hebben gezorgd. Op vele
plaatsen worden nog onderzoekingen" in
de wierden verricht. Wij hopen, dat er
eens van bevoegde hand een speciaal
werk over de resultaten der opgravingen
zal worden gepubliceerd, al bevatten
sommige streekboeken dan ook reeds
vele gegevens.
H. Post.