DONDERDAG 2 OCTOBER 1941
NIEUWS- EffS ADVERTENTIEBLAD VOOR
RII-RINGEN EN OMSTREKEN
Goede vorderingen aan het Finsche
front der verbonden troepen
Oproep aan het
N ederlandsche
Volk
HET LOT No. 128713.
WIERINGER COURANT
Alle tegenaanvallen der Sowjets afgeslagen. - In het Ladogameer .is het
laatste eiland, dat nog' in bolsjewistische handen was, bezet.
Zware verliezen voor de Sowjets.
Berlijn, 30 Sept. D.N.B. Aan het Finsche front tusschen het Ladogameer
en het Onegameer hebben de verbonden troepen in de gevechten op 28 en 29
September verder goede vorderingen gemaakt en verscheidene door de Sowjets
hardnekkig verdedigde plaatsen veroverd.
'De bolsjewisten trachtten in den loop van deze gevechten verscheidene ma
len vergeefs het Finsch oprukken te stuiten door tegenaanvallen. Al deze
tegenaanvallen werden door de Fin-sche troepen afgeslagen met zware ver
liezen voor de bolsjewisten.
In den sector van één Finsche divisie werden in den loop van deze gevech
ten ruim 5000 gesneuvelde Sowjetsoldaten geteld. Verscheidene, stukken ge
schut der Sowjets en talrijk ander oorlogsmateriaal is door de Finnen buitge
maakt. In het Ladogameer bezettende Finsche troepen het laatste eiland dat
nog in bolsjewistische handen taas.
BRITTEN ACHTEN POSITIE DER SOWJETS in het Zuiden ONGUNSTIG
..Berlijn 30 Sept. (D.N.B.) Hedenavond.heeft majoor Lewis Hastmgs voor .de
Londensche radio o.m. verklaard, .dat.de positie der Sowjets in het Zuiden
ongunstig is. De Duitsche druk is hard. In het Zuiden houden de Sowjets ee-
nige punten aan de oevers van den Dnjepr, maar hun posities zijn onze
ker. De bedreiging van het grootste industriegebied in het Zuiden der Sow-
j et-Unie is eveneens zeer ernstig.
"Wij in Engeland verleenen, aldus den majoor, den Sowjets weliswaar alle
hulp, die we kunnen geven, maar slechte geografische factoren kan men daar
mee niet te niet doen.
LANDOUW.
Duizenden zijn noodig, om het
Winterhui «werk te deen slagen
De winter staat voor de deur en ve
len zien in gerechtvaardigd "vertrou
wen uit naar de helpende hand van de
gemeenschap.
Wij allen zijn ons de ernstige zorgen
bewust, waaronder een deel van het
het Nederladsche volk de komende
maanden gebukt gaat. Moeders en va
ders zullen met bezorgdheid naar hun
kinderen zien. Kinderen, die een strijd
om het bestaan hebben leeren kennen,
weten hoe hun oudjes juist in de win
termaanden een extra verzorging noo
dig hebben.
Winterhulp heeft het vorig jaar
haar taak aangevangen, om in geza
zamenlijken arbeid (van het geheele
volk, al deze zorgen en.nooden weg te
nemen.
Het is ons den afgeloopen winter
niet gemakkelijk gemaakt om dit ide
aal te verwezelijken. En toch, ondanks
dwaze geruchten en hfelaas zelfs ver
dachtmakingen, waaraaan deze tijd
zoo rijk is, konden wij in de eerste
FEUILLETON.
ROMAN VAN:
VICTOR VAN DUKE.-
16.)
„Maar Haantje", iJ,achte Leny. „ik
heb toch hetzelfde gezicht
„Neen, dat begrijp ik niet.... en ik
wil het ook niet begrijpen. In mijn
tijd deed leen fatsoenlijk meisje niet
aan zulke dingen."
Juffrouw Haan was blij, dat zij nu
al haar opgekrdpte klachten kon
luchten.
Anders had Leny nooit" tijd voor
haar, maar vandaag deed zich einde
lijk de gelegenheid voor. Zij had steeds
alles alleen moeten vèrwerken, al die
weken, dat zij nu hier waren. Het
was begonnen, dat juffrouw Haan
urenlang in een van de eerste mode
salons moest blijven en het eene cos
tuum na 't andere moest bezichtigen
en aanpassen. Men had haar een cor
set opgedrongen, dat was absoluut
noodig voor haar figuur, vond men.
Dan had men haar willen overhalen
een japon te koopen, waardoor zij op
haar ouden dag met bloote armen zou
loopen. Zoo iets had zij nog nooit mee
gemaakt. Maar zij had haar eigen zin
weten door te drijven. Zij had altijd
hooggesloten japonnen met lange
mouwen gedragen en daarom was zij
nooit af te brengen geweest.
Toen kwam dat vreeselijke autorij
den, waarbij men zijn leven niet
ker was. Naar de rennen, naar de
werkperiode, met behulp van honderd
duizenden in den lande, een bedrag
van zes mlldoen voor hulpverleenjrng
ter beschikking stellen.
Deze inzet van tallooze getfers, de
duizenden collectanten, in—alle gemeen
ten onder de persooonlijke leiding van,
de burgemeestess en de stille werkers,
zij hebben tezamen velen, die nood ken
den, naast vreugde, een "gevoel ge
bracht van veilig geborgen te zijn in
deze -groots familie, het volk van Ne
derland.
Na den eersten October zult u weer
onze bussen hooren rammelen. Lïjstcol
lecten zullen onze kasmiddelen verstèr
ken. Daarnaast vertrouwen wij op rui
me giften van hen, wier levensomstan
digHeden én bedrijven zuiks ..mogelijk
maken.
Duizenden vrijwilligess medewerkers
(sters) zijn noodig, om als collectanten
(trices) door persoonlijken inzet, dit
voor ons volksbestaan noodzakelijke
werk te doen slagen.
Deze winter zal hoogere eischen aan
ons allen stellen. Welnu dan, gave en
arbeid tezamen zijn bij machte, deze
harde maanden te overwinnen. Wat
ook moge scheiden, wij zullen daaron
der nimmer de minstbedeelden laten
lijden. Wij willen ook nu sterk zijn en
daarom zorgen
VOOR HET VOLK, DOOR HET VOLK
ENKELE OPMERKINGEN.
Vanaf deze plaats meen ik nog enkele
zaken onder de aandacht van onze boeren
te moeten brengen.
Meer dan ooit is het landbouwbedrijf
aangewezen op zelfvoorziening en willen
we de groote capaciteit zoo goed moge
lijk in stand houden den dienen we toch
alle zorg te geven aan de plaats waar on
ze culluurgewassen staan, dus aan gras-
en bouwland.
Allereerst komt aan de orde de kwes
tie van de ontwatering.
In herfst, winter en vroeg voorjaar stel
len zoowel gras- als bouwland dezelfde ei
schen aan de grondwaterstand" en wel een
zoo laag mogelijke stand van sloot
grondwater. Om dit te bereiken dient het
water snel uit de greppels in de slooten te
komen. Het belang van vroeg en goed
greppelen is zonder meer duidelijk
Maar al zijn er greppels dan moet het
overtollige bodemwater ook snel daarin
kunnen toevloeien.
Dit laat weieens te wenschen over. Al
leen begreppelen is niet afdoend indien
de grond zelf slecht doorlatend is.
Laat iedere grondgebruiker zich nu
eens jjp de hoogte stellen met de hoeda
nigheid van de onder zijn beheer berusten
de perceelen
Op grasland is een .plaat" in de onder
grond, 'n heel kwaad ding. Doet men er
niets tegen dan verdwijnt zooiets zeker
niet
Oifi er wat tegeo te kunnen doen moet
men wat meer welen. Het begin van deze
zaak ligt in het laten onderzoeken van 'n
grondmonster. Alleen dan krijgt men aanwij
zingen of een bekalking voor- of nadeel
zal brengen, of een extra gift stalmest op
zijn plaats zal zijn^ of diepere ontwatering
op zich zelf een goede hulp tegen het
kwaad kan zijn enz.
Wie oordeelkundig een grondmonster
wil laten nemen, wende zich tot de assis
tenten von de Landbouwvoorlichlingsdienst
hij kan dan de noodige voorlichting zon
der meer krijgen.
Nu een ander punt.
Op verscheidene bedrijven is men van
plan een stukje grasland laat te maaien,
om het gras dan op stal te vervoederen.
Wie di straks gaat do§n handelt in eigen
belang indien hij op dit gemaaide land nog
een stalmestgift brengt, desnoods met ver
sche stalmest. I.aal men dit na, dan is
het risico ~op uitwinteren van onze goede
grassen groot en de schade welke hier
door ontslaat, bemerkt men pas goed in
het volgende weideseizoen.
Waar het gaat over landverzorging
raag ook iets gezegd worden van het
bouwland.
Hel is al tijd om stalmest op dit land uit
te rijden. Wil men van deze mest straks
profijt hebben dan is het van groote betee
fé'szij had heelemaal niet vreemd
gestaan in de wereld, had vroeger met
haar man eens een -groote reis ge
gemaakt,maar zoo'n Sodom en Go-
morra - neen, daar had zij geen ple
zier in.
's-Avonds kon men niet alleen over
straat gaan, zonder de meest schaam
telooze dingen te hooren, zelfs haar
leeftijd dwong geen eerbied af. En in
het hotel Daar was het s-avonds
zóó bedrijvig, dat men zichzelf verloor
en moest naar zijn kamer gaan, om
zijn rust terug te vinden. In die ka
mer, met zijn fijne, sierlijke meubel
tjes, waar men niets mee kon begin
nen. Neen, dat was niets voor haar.
Zij wilde naar huis.
Het duurde lang voordat juffrouw
Haan uitgepraat was.
Leny had moeite haar te kalmeeren
en eindelijk van haar gedaan te krij
gen.. dat zij haar niet opeens in de
steek liet.
Zoodra er nu een gezek-chapsjuf
frouw was, zou zij naar huis gaan en
daar een pension- beginnen, haar lie-
velingswensch.
„Ik ga een lange reis ma'sen, HHan
tje, zoo gauw ik iemand h-eb gevon
den. Ik wil nu de wereld in, van het
leven genieten
Ach, hemel, juffrouw Le:ay, ik ben
toch zoo bang, Ik zou veel liever heb
ben gehad, dat U de hoofdprijs niet
had getrokken. De gedac'.ite wil maar
niet van me weg, dat b.et geen geluk
voor U zal zijn."
Houd nu op met je jammerklach
ten, Haantje Het is toch allemaal on
zin Ik weet wat ik doe én heb mijn
leven vast in mijn ha nd. Je hoeft voor
mij geen angst te hebben. En dat ik
van mijn leyen genieten wil, dat moet
je toch kunnen Begrijpen. Daartoe be
hoort in de eerste plaats 't makeu van
verre reizen. Pas maar op, dat je op
zekeren dag geen briefkaart uit Hono
loeloe van me krijgt."
„Lieve help, wilt U nóar de wilden?"
„Ja, naar de wilden. En ik trouw
met een zwarten man daar, en met
het huwelijk mag je overkomen
„Lach me maar niet uit, Leny
„Ik lach je niet uit, Haantje, il
weet, wat ik aan je heb en dat jij de
eenige bent, waarop ik vertrouwen kan.
Maar - eerst moet ik weg, uitvliegen.
Later, als ik ouder en rustiger gewor
den ben en mij aan het vele geld ge
iend heb, wordt ik misschien "wel Zui;
nig."
Ik gun je het beste, kind. Als je al
tijd je hoofd helder houdt en er maar
niet op los gaat leven. Want ook zoo'n
groot kapitaal kan tenslotte opraken,
als men het het raam uitsmijt."
„Nu, zoover ken je me toch wel,
Haantje. Ik ben mijn heele leven ver
standig genoeg geweest en heb gewe
ten, wat ik te doen had, ik zal ook nu
mijn hoofd niet verliezen. Maar nu
houden Pt op met dit gesprek. Het is
bu?vén mooi weer en de zon lacht. We
gaan ons kleeden en rijden naar bui
ten. Daar is alles in volle bloei - het
moet er heerlijk zijn
Even later zaten ze samen in de
mooie, open auto, die hen door de druk
ke straten van Londen voerde - naar
buiten - naar de bloeiende weiden en
boomgaarden.
HOOFDSTUK 11.
„Elegante jonge gezelschapsdame
kenis de stalmest niet te diep weg te
ploegen. De rotting van de mest vraagt
voldoende toetreding van lucht en hoe
dieper men in de bouwvoor komt des te
ongunstiger wordt de luchttoetreding.
op licht land, dus op de zandgronden, is
het zaak voldoende aandacht te schenken
aan de diepte van zaaien der wintergra
nen.
Gewoonlijq zaait men veel te diep. Zoo
wel tarwe als rogge ontwikkelen veel be
ter indien ze niet meer dan 2 cm. diep
zijn gezaaid. Meestal loopen de wielen
van de zaaimachine te diep in de bouw
voor op zandgrond en daardoor zakken
de zaaipijpen weer te diep.
Wie op dit euvel is attent gemaakt kan
er dus zooveel mogelijk rekening mee
houden.
Tenslotte nog iets over de bewaring
van de mest
Niet genoeg kan er opgewezen worden
dat het van zeer groot belang is de gier
kelder in orde te hebben.
Waar ammoniak direct kan vervluchti
gen, verliest men gedurende de winter
meer ammoniak dan men bewaart. Waar
nog niet aanwezig, dient bij de gierkelder
een goede stankput te worden gebouwd.
Pompgat en mangaten sluile men herme
tisch af met behulp van klei of mest op
de randen van de deksels. De «""gaten voor
het lekwater uit de mest kan men sluiten
met een stop, welke men opent indien het
noodig is.
De vaste mest moet men goed stapelen,
zoo hoog als maar mogelijk is.
Slechts goed gestapelde mest houdt een
hooge bemestingswaarde.
SCIIAGEN, 29 September 1941.
De Rijkslandbouwconsulent voor
Nord-Holand te Schagen,
Ir. G. J. LIENESCII.
8INNENLANDSCH"NIEUWS.
Clandestien schapen geslacht.
Politie en crisisambtenaren hebben op
een heideveld in de gemeente Ede ie
mand aangetrofen, die daar bij hel krie
ken van den dag een zak met rogge ver
voerde. Even later hield men op dezelf
de plaats twee mannen aap, die een zak
met schapenvleesch transporteerden, dat
afkomstig bleek te zijn van iemand uit
een naburige gemeente, welke persdon te
Ede had geslacht bij een man, van wien
het schaap ook afkomstig was. Het
schuurtje, waarin de schapen waren ge
slacht was een vieze ruimte, verontrei
nigd door uitwerpselen en behangen met
spinragen.
Het onderzoek wees verder uil, dal de
man, bij wien geslacht was, reeds twee
schapen had geleverd. Bij een op zijn be
drijf gehouden controle bleek, dat hij
voor 17 schapen en 1 kalf geen vergun
ning had. Een koe, die bij hem weidde,
behorde aan iemand te Ede, die voor he?
houden van dat rund evenmin vergunning
en reisgezellin gevraagd. Vereischten
elegant voorkomen en kennis der mo
derne talen. Zich te melden bij den
portier, Hotel „The King."
Wil Noslta had deze regels reeds eeni
ge malen overgelezen en in haar
oogen was een eigenaardige glans geko
men. Hier deed pich een kans voor,
om te toonen wat zij kon. Het scheen
een rijke vrouw te zijn - een vrouw,
die zelf niet heelemaal op de hoogte
was van de groote wereld en daarom
een deskundige gezelschapsdame zocht
Een betrekking geknipt voor Wil Noska
Zij was zóó in gedachten verdiept,
dat zij opschrok, toen de deur open
ging en haar man de hotelkamer,die
slechts van het aliernoodigste voorzien
was, binnentrad.
Wil sprong op, gaf haar man een
kus en reikte hem toen ae adverten-
tentie-pagina over met de woorden
„Kijk, eens, Rob, het is misschien V/el
iets voor ons."
De man Jas de advertentie en zei
met ruwe lach „Er wordt een dame
gevraagd. Wil, wat heb ik daaraan
„Het is natuurlijk iets voor mij. Ik
wil gaan sollieiteeren. Dat wij hier
vandaan moeten is zeker. Men begint
reeds argwaan te krijgen en het staat
ook vast dat er iets moet gebeuren.
Dit leven houdt ik niet meer uit Jij
ziet toch geen kans iets te bereiken,
dus moet ik maar weer aan het werk.
„Stel je niet zoo aan", zei de man
ironisch, terwijl hij zijn mooie slanke
handen bewonderde.
„Nu, heb is niet altijd het hoofdaan
deel moeten opbrengen Jij hebt
niet veel anders te doen dan te leven
van wat ik verdien en de nobele heer
Hoofdredacteur
I Corn. J. Boskcr, Wieringen.
Verschijnt eiken
Dinsdag, Donderdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs
per 3 maanden f 1.30.
ADVERTENTI6N
Van 1 5 regels I 0.60
Iedere regel meer f 0.12
OITGEVER
CORN J. BOSKER WIERINGEN.
BUREAU'
Hippoiytushoef Wieringen
Telefoon Intercomm. No. 19.
bezat. Al het onrechtmatig gehouden
vee en de onrechtmatg vervoerde goede
ren werden in beslag genomen en tegen
de schuldigen werd proses-verbaal opge
maakt.
GEMEENTE WIERINGEN.
Succes-Nieuws.
Succes 1 wist Zondag tegen Zaandijk
een gelijk spel te behalen. Waar beide
partijen voor de rust vrijwel even sterk
bleken, in de tweede helft was het Zaan
dijk, welke geheel den toon aangaf.
Succes speelde eerst voor den vrij ster
ken wind, en binnen vijf minuten wist
Albert reeds een prachtig aangegeven
bal te doelpunten 1-0. Zaandijk wist zich
spoedig los te werken, bij een mooien aan
val volgde een vliegend schot, dat
Posthumus met moeite tot corner wist te
werken. Zaandijk had pech, toen hun
eminenten linkshalf het veld moest verla
ten, wegens een opgeloopen blessure.
Hun invaller was nog maar net in het
veld, toen hij de bal met de hand bewerk
te in het beruchte gebied. Rijkers vol
trok het vonnis en het was 2-0. Even la
ter was het de goed spelende Kemna, die
bij Succes uit moest vallen, zijn plaats
werd door de Loos ingenomen.
zaandijk wist nog een tegenpunt te ma
ker- doch de scheidsrechter had reeds
voor buitenspel gefloten.
Nog voor de rust kroop Zaandijk door-
het oog van de naald, een prachtig aange-
gegeven bal van de Loos, werkte Albert
net naast de paal- Dè rust ging in met 2-0
voor Succes.
Na de hervatting had Zaandijk direct
een icgenpunt. Een hunner spelers werd
wat te hard van de hal afgewerkt en de
scheidsrechter gaf pynalty. welke de gas
ten wisten te benutten, 2-1. Aan de ande
ren kant noteeren we een vliegend schot
van C. Lont, dat rakelings langs ging. Zaan
te spelen. Ik heb er genoeg van om
steeds weer hard te moeten sjouwen
en mij door jou te laten uitbuiten."
„Ik houdt je toch niet vast, mijn
beste Een man als ik kan overal 'n
vrouw en zelfs een rijke vrouw vin
den."
Je schept op
Zij was dicht op hem toegetreden en
keek hem met- haar groote, zwarte oo
gen boos aan. Zij was jaloersch, haar
neusvü-sugels trildpn. Maar de man
wist, hoe hij met haar moest omgaan,
hij legde zijn arm om haar schouders
en zei „Kleine kat, wat wil je eigen
lijk
„Waarom plaag je me zoo, Bob Ik
doe alles voor je, aleen ik ben niet zoo
zacht, zoo week, als jij graag zou willen
hebben."
„Maar ik weet, dat je tegen andere
vrouwen wel zacht en lief bent. En ik
wil niet dat je altijd met andere vrou
wen aan het flirten bent. Je bent van
mij. je mag alleen naar mij kijken. Ik
krab je je oogen uit, als ik nog eens
zie, dat je je zoo gedraagt als gisteren.
„Heks 1" Hij sprong op en ging naar
haar toe, maar toen hij weer zijn ar
men om haar heen wou slaan, maakte
zij zich los en zei .iaat me met rust.
Ik moet dadelijk naar dat hotel om mij
aan die dame voor te stellen. Misschien
heb ik geluk, dan kunnen wij hier ver
dwijnen. opnieuw beginnen."
Zij begon zich zorgvuldig te kleeden.
Wil Noska was een Poolsche, uit het
West-Russische gouvernement Podolie.
Haar vader was heel rijk geweest en
had buiten zijn jeneverstokerij een
groote veestapel bezeten.
Wordt vervolgd.