32e JAARGANG
DINSDAG 18 NOVEMBER 1941
No. 133
NIEUWS- SN ADVERTENTiEBLAO VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
iifVag
DE
HEERSCHZUCHTIGE
RENTMEESTERES.
WIERINGER COURANT
Duitschland strijdt voor Europa.
SLAGSCHIP MALAYA
ZWAAR BESCHADIGD.
Nieuwe gcoote successen der Duit-
sche marine in het Westen der
Middellandsche Zee. Aan het
Sow jet front zijn den vijand op vele
punten zware verliezen toege
bracht.
NOG ANDERE SCHEPEN
GETROFFEN.
Hoofdkwartier van den Führer,
15 Nov. (D.N.B.) Het opperbevel der
weermacht maakt bekend
Op De Krim hebben de aanvallen
der Duitsche troepen op Sebastipol
en Kertsj, ondanks taaien tegen
stand van den vijand, - verder ter
rein gewonnen-
In den'middensector van het Oos
telijk front zijn krachtige, door in
fanterie en tanks ingezette tegen
aanvallen van den vijand, afgesla
gen. De Sowjets verloren hierbij 44
tanks. -
Zware batterijen van het leger
hebben .met succes voor den oorlog
bèlartgrijke installaties van Le
ningrad bestookt.
Sterke formaties gevechtsvliegtui
gen en duikbommenwerpers hebben
bols j e wistische veldversterkingen,
troepenconcentraties, spoorwegen en
vliegtuigsteunpunten in het gebied
ten Zuiden van Moskou en ten Oos
ten van het Ladógameer aangeval
len. De vijand heeft zware verliezen
geleden aan menschen, zware wa-
pens en rollend materiaal.
Andere succesrijke luchtaanvallen
waren gericht op installaties van
den Moermansk-spoorweg. Moskou
en Leningrad zijn in (Jen afgeloopen
nacht gebombardeerd.
Zooals reeds in een extrabericht van
het Duitsche opperbevel is bekend
■^gemaakt, heeft de Duitsche marine
een nieuw groot succes behaald.
'Duikbooten hebben in het Westen
van de Middellandsche Zee een for
matie Britsche oorlogsschepen aan
gevallen. Daarbij brachten twee
duikbooten onder leiding van de
- luitenants-ter-zee eerste klasse
Resehke en Guggenberger het vlieg
tuigmoederschip „Ark Royal" tot
zinken en werd het slagschip „Ma-
laya" zoo zwaar beschadigd, dat het
de haven van Gibraltar moest wor
den binnengesleept. Andere Britsche
eenheden kregen' torpedotreffers.
DE KAUKASUS BINNEN BEREIK
Duitsche.. luchtmacht.
Berlijn, (DN.B.) Het gevechtsgebied
van de Duitsche luchtmacht strekt zich
thans reeds uit tot het voorterrein van op het hart, maar in het geheel niet
FEUILLETON.
Roman van den
bekenden schrijver
Victor van Dijke.
2.)
Olga Zabrouw draaide in gedachten
aan een van de goudblonde krulletjes
bij haar oor. „Ik ga niet vrijwillig te
rug. Ik ben schriftelijk aangenomen en
daar beroep ik mij op."
Eerst haalde de rentmeesteres achte
loos haar schouders op doch na enkele
oogenblikken zei ze onverschillig
„Klampt U zich' niet te veel aan Uw
recht vast. Het gaat hier toch maar om
een kort oponthoud op het slot. Tot nu
toe zijn alle gezelschapsdames weer ver
trokken. Mevrouw von Malten is zwaar
moedig en haar zoon is menschenschuw,
en als Ü'maar eerst eens op een nacht
de witte Amazone hebt gezien, dan ver
gaat U zeker het laatste restje levens
vreugde, dat U naar Maltstein hebt
meegebracht."
„Ik -ben niet bang voor een zwaar
moedige dame noch voor haar men-
schenschuwe zoon", bracht de trot-
sche olga Sabrow uit en 'voegde er aan
toe „Wie is echter de witte Amazo
ne
Ook Mariene Werner vroeg dit met
haar oogen.
Roberta Olbers vertrok even den mond.
„De witte Amazone is het spook van
het slot Maltstein."
Beide meisjes lachten onwillekeurig,
den Kaukasus. Zij bombardeerde daar
Tamanskaja, een kleine doch door haar
ligging belangrijke plaats, die het eer
ste station vormt op den weg van Kertsj
naar het O. Tamanskaja ligt tegenover
Kertsj. Bovendien werden Anapa en
Tuapsse gebombardeerd. Anapa is een
herstellingsoord en havenstad. Naast de
naven ligt een vliegveld met een oplei* j
dingsschool voor bestuurders en een
school voor valschermjagers. In de
buurt bevindt zich een kamp voro pant
sertroepen. Tuapsse is eveneens haven
stad en badplaats.
Zoo gaat het dag ir? Wag uit, en de ei- en daar heeft een zuiger zijn slobberen-
landers staan er naar te kijken met ge-'de slurf over boord geworpen. Daar va-
mengde gevoelens. Zwijgend, want wac ren behendige sleepbooten de leege bak-
zij zouden willen zeggen, ligt hun zwaar, ken langszij den molen en den zuiger,
BINNENLANDSCH NIEUWS.
Bedijking van den derden polder
i
in hst tJsselmeer begonnen.
De kraagstukkenvlechters zijn op Marken
neergestreken. Het einde van het laat
ste Zuiderzee-eiland in zicht. Een
dijk tusschen Marken en Edam reeds in
aanleg.
GRONDVERBETERING TOT GROOTE
DIEPTE.
Een speciale verslaggever schrijft in
het Algem. Handelsblad
Het is druk op Marken, ja 't is druk
in November Maar het zijn geen Ame-
rikaansche toeristen, die in de haven
buurt bij Sijtje Boes het huisraad en de
kl'eeren komen bekijken, waardoor die
drukte wordt veroorzaakt. In de haven
buurt is het stil zoolang de vloot buiten
is, en als zij binnenkomt, gaat het er
er ook nog heel wat rustiger toe dan
bij de aankomst van een boot vol vreem
delingen met fototoestellen en ahdere
attributen. Neen, de drukte van dit oo
genblik heerscht op de Zeoreide van
Marken, een eindweegs buiten de buur
ten, die hier werven heeten.
Vraag den Markers niet waar de Zee-
reide is, want zij zullen het niet weten
vraag naar de Seraai en zij zullen u
•wijzfen naar het lage land ten noorden I
van de bebouwde kom rondom de kerk.
Zoo spreken zij den naam uit van het
"onbebouwde hooiland, dat vóór de af
sluiting van de Zuiderzee gedurende een
groot deeh van den winter onder water
.placht te, staan. Daar heerscht nu een
drukte yan jewelste, want daar is een
kolonie kraagstukkenvlechters neerge
streken. Zij hebben daar hun loodsjes en
hun mijten van teenhout. Dag in dag
uit werken zij er aan hun vlotten, die
alle zijn gedoemd tot zinken te worden
gebrachtdes avonds trekken zij weg
naar hun woonketen bij de havenbuurt
en des ochtends hervatten zij hun taak.
op de tong.
Als bonte kraaien
Kraagstukkenvlechters op een eiland
zijn als bonte kraaien op het strand.
De kraaien kondigen het einde van den
zomer aan en daarmee van de strand-
genoegens. De kraagstukkenvlechters
kondigen het einde van het eiland aan
en daarmee van de trotsche zelfvoldaan
heid der bewoners, die uit dj afzonde
ring is voortgesproten. Het is moeilijk
verklaarbaar waarom, maar eilanders
voelen zich nu eenmaal zelfvoldaan. Zij
hebben zoo het gevoel van „Wij op ons
eiland, wij kunnen ons zelf wel redden,
wij hebben jullie van den ^al met al je
drukte en je gerij van treinen, trams en
auto's niet noodig, wij zijn niet afhan
kelijk van anderen, wij zijn ons zelf
Dat gevoel krijgt nu een knauw, want
de kraagstukkenvlechters zijn gekomen.
Wieringen heeft de - kraagstukken
vlechters zien komen en Wieringen is
nu geen eiland meer, Urk heeft ze zien
komen en Urk is geen eiland meer,
Schokland heeft ze zien komen en Schok
land is geen eiland meer. Marken ziet
ze nu komen en binnenkort zal Marken
geen eiland meer zijn. Binnenkort.
dat wil zeggen over een jaar of wat. De
aanleg van den Zuid-Westelijken Zui
derzeepolder is nog maar pas begonnen
en er gaan dus nog wel eenige jaren
overheen vóór de bodem droog zal val
len achter het lage land van Marken,
gelijk dat thans geschiedt achter het
lage land van Urk.
Op 1 April j.1. heeft de dienst dei-
Zuiderzeewerken een kantoor geopend
"te Edam onder leiding van ir. G. P. Fries,
die in de achter ons liggende jaren
werkzaam was op Urk en in De Lem
mer, in hoofdzaak" bij den bouw der al
daar gevestigde gemalen van den N. O.
Polder. Daar in het deftige oude huis
aan de Voorhaven van het stille stadje
wordt de droogmaking van den derden
Zuiderzeepolder, die alweer een stuk
grooter zal worden dan de tweede,
voorbereid. Van daar uit ook worden de
thans begonnen werkzaamheden geleid.
Te Edam zelf bespeurt men er nog wei
nig van, maar in de haven van Volen-
dam en Monnikendam vormen de woon
schepen en de sleepbooten de onmisken
bare verschijnselen, die men overal aan
treft, waar wordt ingepolderd.
Drukte op de Gouwzee.
Maar duidelijk is het pas op de Gouw
zee., Daar ligt een kreunende baggermo
len zijn eindeloozen slier van druipende
modderemmers boven water te zeulen
maar een bliksemstraal deed het lachje
op hun gezichten verstarren en hun
handen grepen naar de ooren, daar het
nu met zoo'n geweld onweerde, dat men
zou meenet?dat op hetzelfde oogenblik
alles om hen heen in elkaar stortte.
Toen het weer stil geworden was, sprak
de derde aan tafel, met een diepe stem
„Ik heb de witte Amazon van Maltstein
reeds meerdere malen gezien en anderen
zagen haar eveneens ook Mevrouw von
Malten is ïëeds meerdere malen van het
spook geschrokken. De witte Amazone
is een van de voorouders van de familie
von Malten. Toen zij nog leefde was een
sneeuwwit paard haar lievelingsdier en
zij was een roekelooze rijdster. Op een
van haar wilde ritten stierf zij aan hart
verlamming, en sindsdien, dat is nu
tweehonderd jaar geleden, rijdt zij zoo
nu en dan om het slot. Zij draagt een
lang, wit rijkleed en laat zich steeds
zien, als de familie von Malten een ge:
waar dreigt."
Zij stond bruusk op. „Wij kunnen hier
niet langer blijven zitten, en de auto zal
ons ook wel door dit weer brengen."
Mariene "VVerner jci nu aarzelend
„Makr wij kunnen toch niet met zulk
weer wegrijden."
„Ik ga nu heen," was het grove ant
woord. „Het staat U Natuurlijk vrij hier
te blijven."
Mariene Werner dacht aan haar lee
ge portemonnaie en eveneens aan het
feit, hoe blij zij geweest was eeri betrek
king gevonden te hebben. Daarom zei ze
snel„Natuurlijk rijd ik met-U mee."
De slanke vrouw wierp haar regen -
mantel weer om, zette de muts op en
ging vooruit, er niet aan denkend, de
beide vrouwen, die haar volgden, metj
hun bagage te helpen. Buiten, op het)
perron en aan den uitgang van het sta
en daar halen zij de diepliggende volle
weg om ze naar „het werk" te brengen.
Het werk is in dit geval het eerste ge
deelte van den dijk van den Z. W. Pol
der, waarvan nu reeds achthonderd me
ter kant en klaar boven water ligt. Ir
alle stilte, alsof het niets bijzonders
was, is men in den voorzomer van dit
jaar begonnen met het maken van dit
eerste dijkvak, dat zich ergens tusschen
Marken en een punt aan de kust van
Noord-Holland ten Noorden van Edam
uitstrekt. Twee-en-een-halve kilometer
van dat gedeelte is aanbesteed. Dat
wordt nu in gereedheid gebracht tot op
een gedeelte van de kruin na. Dit stuk
dijk zal reeds voorloopig als opslagplaats
worden gebruikt voor materiaal, dat bij
de verdere inpoldering noodig zal zijn.
Het wordt in de eerstkomende jaren
noch met Marken noch met het vaste
land verbonden.
Als een kunstmatig eiland, gelegen
op een kilomter .afstand van Marken,
zal het zich blijven uitstrekken tot de
overige dijk gereed is. Dan zullen ook
hier de „gaatjes" worden opgevuld.
Hoe de dijk zal komen te loopen is nog
niet geheel en al vastgesteld. Voor een
deel weet men het echter al wel zeker.
Het zuidelijkste punt van den Z. W.-
Polder zal gelegen zijn zes kilometer ten
Zuiden van Marken van daar zal ee
nerzij ds een dijk loopen naar Uit eiland
en anderzijds een dijk in de richting van
het eiland Urk. Tot nu toe is 34 kilome
ter van dezen laatsten dijk vastgesteld
en uitgezet. Verder nog niet. Het ligt in
de bedoeling, dat deze ergens linksaf zal
buigen om over het zuidelijke gedeelte
van het Enkhuizer Zand de kust in de
buurt van Enkhuizen op te zoeken.
Hoofdredacteur
Corn. J. Bosker, Wieringen.
Verschijnt eiken
Dinsdag, Donderdag en Zaterdag.
Abonnementsprlj s
per 3 maanden f 1.30.
I BUREAU:
I Hippolytushoef Wieringen
Telefoon Intercomm. No. 19.
Bijkantoor
Brugstraat 23. Micjdenmeer. Telefoon 23.
Fabrieksaardappelen bestemd
voor menschelijke consumptie.
Het Rijksbureau voor de Voedselvoor
ziening in Oorlogstijd maakt bekend,
dat de fabrieksaardappelen, welke door
de telers worden gereserveerd^ voor
menschlijke consumptie, in ieder geval
zullen worden afgenomen en wel tegen
de voor consumptie-aardappelen van
den zandgrond vastgestelde prijzen
eventueel vermeerderd met bewaarloon.
Deze garantie geldt echter uiteraard
slechts, indien de aardappelen inder
daad voor menschelijke consumptie ge
schikt zijn.
De desbetreffende telers behoevqp
daarom niet. bevreesd te zijn, dat te zij
ner tijd met de bedoelde aardappelen
blijven zitten of de aardappelen slechts
tegen lagere prijzen zullen kunnen ver-
koopen.
Afmaaien van onrijp koolzaad
verboden.
Het Rijksbureau voor de Voedselvoor
ziening in Oorlogstijd maakt bekend,
dat bij besluit van den Secretaris-Gene
raal van het Departement van Land
bouw en Visscherij, het afmaaien van
onrijp koolzaad is verboden. Dit verbod
geldt echter niet, indien het koolzaad
is, geteeld op verloren hoekjes erfper-
ceelen of z.g. snitjekampen.
In de overige gevallen geldt het ver
bod eveneens-niet, indien en voorzoover
voor het afmaaien door of vanwege de
Landbouw-Crisis Onderlinge vergunning
is verleend.
Voedertoewijzing aan paarden
voor het scheuren van grasland.
De Regeeringscommissaris voor de
Bodemproductie maakt na overleg met
het Rijksbureau voor de Voedselvoorzie
ning in Oorlogstijd bekend, dat ten^ be
hoeve van het scheuren van grasland
een extra toewijzing van mengvoeder
voor paarden kan worden verstrekt, ten
bedrage van 40 kg per ha te scheuren
grasland.
Zij, die een vooiloopige goedkeuring
voor het scheuren van grasland hebben
gekregen, kunnen desgewenscht bij de
Plaatselijken Bureauhouder van hun
district een bon voor de betreffende
hoeveelheid paardenvoeder aanvragen.
Vanzelfsprekend wordt dit voeder al
leen verstrekt, wanneer men het land
met paarden wordt bewerktdaarom
zal voor die perceelen, welke met den
tractor worden geploegd, of welke wor
den gespit, geen toewijzing worden ge
geven.
Zij, die een voedertoewijzing hebben
ontvangen, komen dus niet meer voor
benzinetoewijzing in aanmerking.
Ten slotte wordt er de aandacht op
gevestigd, dat voor oppervlakten kleiner
dan 1/4 ha geen extra voedertoewijzlnff
wordt gegeven.
tion bevond zich niemand meer. Rechl
tegenover het statjon was een café waar
in de reizigers, die de trein hadden ver
laten, zich even hadden teruggetrokken
om het erge onweer af te wachten.
Een elegante limousine stond onder
het over hangende glazen dak van het
station en Roberta Olbers opende een
portier.
„Wilt U maar instappen Over twin
tig minuten zijn wij, als alles goed gaat.
op het slot."
Het klonk een beetje beangstigend,
dat„als alles goed gaat." Olga Sabrow
voelde zich niet erg op haar gemak,
trouwens Mariene Werner ook niet. Zij
zaten naast elkaar in de zachte lederen
kussens terwijl hun bagage' aan hun'
voeten lag. De wagen schoot zoo plotse-]
lïng vooruit, dat. de beide meisjes tegen
elkaar aanvielen, zoo reden zij door denj
stroomenden regen en door het zware
onweer.
Olga Zabow zei zachtjes: „Ik vertel
de *U in den trein, dat ik naar kennis-]
sen op Met landgoed ging. Ik zei dat
echter zonder er bij na te denken."
De andere antwoordde vluchtig „Dat
is niet van zooveel belang, de hoofdzaak
is, dat wij levend aankomen. De yrouw
rijd als een duivelin."
Ja, de vrouw reed inderdaad als een
duivelin, die aan het stuur zat. Zij
dacht aan hetgeen Mevrouw von Malten'
gezegd had „Wij zullen het nog één
maal probeeren met een gezelschaps-j
dame.. Als deze het nu weer niet uit-(
houdt, dan blijf ik verder met mijn zoon:
alleen, dan doe ik geen moeite meer om
een jonge, levenslustige vrouw in onze
treurige nabijheid te lokken. Dan schijnt
bet niet te mogen."
En terwijl zij door het onweer reed,
dacht zij verder „Een van de twee daar!
binnen gaat morgen alweer wegzij
overlegde hoe zij het verblijf van dege
ne, die achterbleef, tol een ware hel zou
kunnen maken. Zij wilde de eenige zijn,
die Mevrouw von Malten en haar zoon
gezelschap hield zij wist hoe zij met
hen moest omspringen zij kende hun
zwakheden en wilde hier partij /van
trekken.
Zij wilde geen andere menschen in de
nabijheid, die zich verdienstelijk zou
den maken en haar eerzuchtige plan
nen zouden kunnen verijdelen. Zij wist
wat zij wilde en liet zich daar niet van
af brengen.
De bezitters van het slot Maltstein
waren schatrijk en het heele kapitaal
van Maltstein bevond zich in handen
van de beide mer\schen, die het geld
niet wisten te gebruiken. Zijzelf zou dat
voortreffelijk weten te doen. Zij lachte
bij zichzelf. Ja, zij wist, wat zij wilde.
Zij was van haar hoofd tot haar voeten
geoncentreerde wil.
Zij had al veel toereikt, toen zij, na
den dood. van haar vader, in leven rent
meester van de bezittingen van Malt
stein. zijn betrekkingen en verplichtin
gen had kunnen overnemen. Zij had de
landbouwschool bezocht en was onder lei
ding van haar vader volkomerf met alle
werkzaamheden op het slot vertrouwd
geraakt. Dikwijls had hij tegen Mevrouw
von Malten gezegd „Er is geen man
zoo knap als mijn dochter Roberta
Roberta Olbers, de vijf en twintig ja
rige was nu reeds rentmeesteres van slot
Maltstein. De beide jonge vrouwen ach
ter in de auto hielden haar echter voor
de vrouw van den rentmeester.
Eindelijk reed de auto de breede op
rijlaan van het slot op.
Roberta. Olbers schelde luid. Er ver
scheen een witharige bediende, die ver
wonderd de beide jonge vrouwen be
keek, die hij binnen moest laten. Rober
ta wierp mantel en muts af, en hier, in
het volle licht, zagen de beide vrouwen
pas, hoe eigenadVdig en interessant haar
bruinverbrand gezicht was, en hoe fel
de donkere oogen schitterden.
De bediende bracht de drie jonge da
mes bij Mevrouw von Malten. Zij was
een kleine vrouw met grijs haar en een
uitdrukking van angst op het gezicht.
Zij zat bij een open haardvuur en wreef
zich verkleumd de handen
Zij trok, nadat zij Roberta Olbers had
aangehoord, haar wenkbrauwen om
hoog.
„Wat moet ik met twee jonge dames
beginnen Daar heb ik weer een mooie
domme streek uitgehaald.Natuurlijk,
ik weet het al. Eerst heb ik juffrouw
Zabrow geantwoordlater besloot ik
toch juffrouw Werner te nemefi €H
schreef haar dit. Ik heb natuurlijk ver
geten den eersten brief te vernietigen, en
zoodoende heeft Fans natuurlijk beide
brieven met den postbode meegegeven."
Zij glimlachte vermoeid tegen de bei
de jonge vrouwen.
„Wij hebben kamers genoeg in het
slot. Daarom is het het beste, dat U
beiden vannacht hier blijft. Dan zullen
wij morgen wel verder praten. Ik zal
het diner boven op Uw kamer laten
brengen. Het onweer heeft mij nervêus
gemaakt, ik ben op het oogenblik niet
in staat mij verder met U bezig te hou
den."
Zij drukte Roberta de hand en zei
„Goeden nacht, Roberta. wel bedankt
voor het afhalen van de beide dames.
Wees zoo goed even aan Augusta te
zeggen, dat zij nog een van de logeer
kamers in ordê moet maken."
(Wordt vervolgd.)