DINSDAG 25 NOVEMBER 1941
No. 136
MIEOWg. 31 £S AOVERTENTIEBLAD *?©Ö#Cf
«WERINGEN £M OMSTREKEN
DE
HEERSCHZUCHTIGE
RENTMEESTERES.
WIERINGER COURANT
Duïtschland strijd voor Europa.
ROSTOV NA EEN FELLEN
STRIJD BEZET.
Voor de voortzetting van den oor
log is het innemen van het handels-
en! verkeeijscentrum aan den Don
van bijzondere jbeteekenis.
Uit 'het hoofdkwartier van den
Führer, 22 Nov.' (D.N.B.) Het opper-
bevel van.de Duitsche weermacht
maakt het volgende extra-bericht
bekend
Snelle troepen van het leger en
formaties der „Waffen-SS", onder
opperbevel van den „Generaloberst"
van Kleist", hebben na felle gevech
ten de stad Rostov, -aan den bene
denloop van den Don, ingenomen.
Daarmede is een handels- en ver-
keerscentrum in onze handen geval
len, dat voor het voortzetten van
den oorlog van bijzondere beteeke-
nis. is.
Aan de tot dit succes leidende
operaties hebben luchtstrijdkrach
ten, onder bevel van den generaal
Ritter von Greim, een schitterend
aandeel gehad.
Ruim honderd hoeren naar
Oostiand vertrokken.
Om slag te leveren voor voed'
selvoorziening van Europa .en
ons land.
VOETSPOREN GEVOLGD.
In het onlangs in opdracht van den
Rijkscommissaris uitgegeven boekwerk
„Die Niederlande im Umbruch der Zei
ten" herinnert de heer Van Etten in 'n
hoofdstuk aan het feit, dat verschei-
denen onzer voorvaderen naar Oost-
land trokken om daar voor zich en hun
gezin een nieuw bestaan te verwerven
in vruchtbaar land. De eerste trek was
in de vroege middeleeuwen, de elfde
en twaalfde eeuw.
Het was de eerste Germaansche te
genstoot in die streken, wan \vaar Ger
maansche volksstammen tijdens en na
de volksverhuizing verdrongen waven.
Ook later weer, na het eindtf van den
derttigjarigen oorlog en in de achttien'
de eeuw, trokken Noord-Nederlanders
en Vlamingen naar het vette land van
Pruisen, naar de boorden van Elbe en
Weser en verder Oostwaarts, in de zes-
i tiende eeuw vonden uitgeweken Mennoen het openbaar onder teezicht van een
nieten daar vrijheid en asyl.
nederzettingen werden
heden herinneren namen, oude gebou 1 kingszaal van het hoofdkantoor van
wen en sporen van hun ambachtszin Lotisico, Louise de Colignystraat 2, te
en asyl. Talrijke-notaris geschieden--^- Maandag 1-De-
gevormd en nog cember a.s. te 14 if^jpn wel in de trek-
aan die eerste Nederlanders, die het
Oostiand koloniseerden.
Pioniers van het nieuwe Europa.
In de voetsporen van deze pioniers
bij het weder in bezit nemen van ou-j
den Germaanschen bodem, die spoedig
werden gevolgd door duizenden uit
's Rijks gouwen, zijn thans ruim hon
derd Nederlandsche boeren getreden,
die Zaterdagmorgen tien uur als eer
sten uit Oldenzaal vertrokken'.
Zij zullen de op de bolsjewisten in
het Oostiand veroverde landouwen
gaan veranderen in 'vruchtbaai; akker
land en als bedrijfsleider en assistent
bedrijfsleider op de dorpen en ge
huchten die voorheen als ^Kolchosen
werden beheerd, worden geplaatst,
om met behulp der landbevolking in
het voorjaar vooral door den ver
bouw van broodgraan slag te leveren
voor de voedselvoorziening van Euro
pa en ons land.
Zij kwamen uit alle streken, er wa
ren Friezen onder en Groningers, Bra
banders en Zeeuwen, bedrijfsleiders uit
den Wiermgermeeer, zelfstandige boe
ren en flinke landbouwers. De oudste 'is
53 jaar, de jongste 19.- Binnenkort zul
len zij worden gevolgd door anderen.
Nog in December vertrekken eenig;
transporten en in Januari vermoedelijk
400 man. Via Berlijn zullen zij zich
voor een ver'oüjf van vier weken naar
een kamp in Litzmannstadt, „het oude
L-odz", begeven. Daar worden zij inge
ënt tegen verschillende ziekten en ver
trouwd geraakt met hun uitrusting, die
geheel op de omstandigheden in Oost
iand is berekend. Vervolgens zullen .zij
doorreizen naar de plaatsen van be
stemming in Wit-Rusland en vermoede
lijk ook in de Oekraïne. Voorlóopig
gaan zij allleen en blijft hun gezin
achter.
Het eerste transport van Nederland
sche boeren, die hun streven voor eei.
betee toekomst van Europa met een
daad bezegelen en onder wie er ver-
scheidenen waren, die hier in Nèder-
lar.d een behoorlijken werkkring had
den, is vertrokken. Hun daad mogeve
len anderen tot vooorbeeld strekken.
's Gravenhage.
FEUILLETON
Roman van den
bekenden schrijver
Victor van Dijke.
5.)
Er werd bij Olga op de kamerdeur ge
klopt, dadelijk daarop bij Mariene,. Ol
ga was werkelijk heel zenuwachtig,
want met een luide schreeuw vloog zij
op en keek beschaamd voor zich, toen
op het „binnen" van. Mariene het ka
mermeisje verscheen, om af te nemen.
Het meisje begon dadelijk de schalen
en borden in elkaar te zetten en ver
telde onderwijl, alsof men haar iets had
gevraagd
„Hebt U zoo hard geschreeuwd, juf
frouw, toen ik klopte Maar hier in
het oude slot worden de gezelschaps
dames altijd zoo gauw confuus, dat heb
ik al verschillende keeren meegemaakt".'
Niet alleen de gezelschapsjuffrouwen,
ook de kamermeisjes wisselen hier steeds.
Haar stem werd geheimzinnig „Het
onweer is voorbij, alles is stil, en opeens,
zonder dat een mensch in de bibliotheek
is, valt er een groote boekkenkast oni,
van boven tot onder volgepropt met
boeken."
Zij onderbrak haar werk en leunde
met de handen op de stoelleuning. „Hier
in het slot is het een vreemde geschie
DE WINTERHULPLOTERIJ.
Naar men nader meldt, zal de trek
king van de Winterhulplotèrij, die be
langeloos wordt verzorgd door den di
recteur van Lotisico te 's-Gravenhage
denis en de witte amazone schijnt hier
ook verschillende malen te hebben rond
gespookt. Als men dat spook ziet, ver
gaat het lachen. Mijn zuster heeft het
gezien zij was voor haar trouwen ka
mermeisje bij Mevrouw von Malten.
Dadelijk na den moord verscheen het
spook." Kaar oogen schitterden terwijl
zij het verhaal deed want zij had een
dankbaar gehoor gevonden bij de twee
jongedames. „Er rust een vloek hier op
het huis, omdat er een moord in ge
pleegd is, die nooit werd opgehelderd."
Zij kwam niet verder. Mariene maakte
een handbeweging waarmede zij plotse
ling een eind aan het gesprek maakte.
Met veel geraas begon het meisje de
tafel verder af te ruimen en verdween
toen met een vriendelijke „goeden-
iiacht-groet."
Olga merkte op „Het leek me toe,
dat het meisje van plan was mijnheer
von Malten van den moord te beschul
digen, doch dat zij er eigenlijk den moed
toe miste."
Mariene schudde het hoofd en zei, ta
melijk hard „Mijnheer von Malten is
geen moordenaar, hij heeft den moord
net zoomin begaan als ik."
De andere keek de spreekster verwon
derd aan.
„Hij moet wel een zeer sympathieken
indruk op U hebben gemaakt in het
korte oogenblik, dat U hem hebt ge
zien."
Mariene haalde de schouders op.
„Dat weet ik niet, ik weet alleen, dat
als een moordenaar er zoo uit ziet als
mijnheer von Malten, ik geen cent meer
'durf te geven voor mijn menschenken-
nis, waarvoor mijn vader mij steeds zoo
geprezen heeft. Hij zei altijd, dat ik van
kind af aan een goeden kijk op de men-
schen had, of ik sympathie of antipa
thie voor iemand voelde."
De laatste waarschuwing.
Nu er nog een week uitstel is gegeven
voor de vrijwillige aangifte van te
scheuren grasland wil ik nog enkele
punten nader toelichten.
Hier en daar wordt „gezegd" dat be
paalde gedeelten van het Noord-Hol-
landsche grasland absoluut zijn vrijge
steld van eventueele scheurplicht.
In deze vorm is het „gezegde" onjuist.
ieder die over voor scheuren geschikt
grasland beschikt doet er goed aan zijn
portie 'aan te geven.
Deze portie zal, indien tot dwang moet
worden overgegaan, tenminste 15
van al het grasland uitmaken.
Mocht er dan nog niet voldoende land
onder de ploeg komen dan kan zelfs
verplichte scheuring tot een hooger per
centage worden .opgelegd. Aan deze
dwang valt dan niet- te ontkomen, ter
wijl na 29 November a.s. geen premie
betaling meer wordt toegezegd.
Wis niet zeker is of zijn land zich voor
scheuren leent doet er toch goed aan
een vrijwillige aangifte te doen. .Met
scheuren kan hij dan wachten totdat
het aangewezen perceel is
beoordeeld ter plaatse. Voor dat doel is
ïeeds de -medewerking ingeroepen van
een aantal tot oordeelen bevoegde prac
tici. Natuurlijk kan. dit keuren pas be
ginnen na 29 November, omdat dan be
kend is waar de aangegeven perceelen
zijn gelegen.
Wie absoluut weet dat zijn land zich
niet leent voor bouwlandgebruik omdat
het b.v. ligt in het laagveengebied kan
van aangifte afzien.
Hieruit moet dus niet gelezen worden
dat bepaalde gemeenten zonder meer
zijn vrijgesteld, maar wel dat diegene
welke'niet opgeeft dit op éigen risico
achterwege laat.
Is wel een aangifte gedaan en wordt
het land niet geschikt bevonden bij de
keuring, dan vervalt, door onze afkeu
ring, de aangegeven scheurplicht
WeLkan nog medegedeeld worden dat
het aantal aangegeven ha nog lang niet
voldoende is om de scheurdwang over
bodig te maken.
Nu nog een paar practische mededee-
lingen. Voor pootaardappelen moeten de
laiidgebruikers zelf zorgen, zooiets kan
onze dienst niet op zich nemen.
Men mag op gescheurd land alleen
voederbieten zetten indien men deze ook!
reeds in 1941 heeft verbouwd. Wie toch
voederbieten wil zaaien kan dit doen
door méér te scheuren dan de opper
vlakte welke straks schriftelijk zal wor
den medegedeeld aan iedere daarvoor
in aanmerking komende grondgebrui
ker.
De erwtenteelt mag op nieuw land
worden overgedragen indien er in 1941
ook reeds erwten op het bedrijf waren.
De totale oppervlakte erwten mag niet
worden vergroot. Wie dus geen erwten
had in 1941 mag ze ook nu niet zaaien
op het nieuwe bouwland.
Nu zijn de hoofdlijnen nogmaals uit
gestippeld en ik hoop dat de aangifte
van iedere graslandgebruiker op goed
land zoo zal zijn dat wij na 29 November
niet behoeven over te gaan tot het op
leggen van scheurdwang. Dit laatste is
te voorkomen door diegenen welke mee-
nen nog rustig te kunnen afwachten
totdat de „anderen" hét hebben opge
knapt.
Ik wijs de categorie van afwachters
er op dat een „tekort" aan nieuw bouw
land allereerst op hun bedrijven zal
worden verhaald
De Productiecommissaris voor
Noord-Holland,
Ir. G. J. LIENESCH.
Schagen, 21 Nov. 1941.
Nieuwe kunstmestbonnen
aangewezen.
Het Rijksbureau voor de Voedselvoor
ziening in Oorlogstijd maakt bekend
Met ingang van 24 November 1941
wordèn geldig verklaard
Stikstofbonnenserie voorzien van
opdruk No. 3
Fcsforzuur bonnenserie- voorzien van
opdruk No. 3
Kalibonnen serie voorzien van op
druk No. 4.
De stikstofbonnen No. 3 behouden hun
geldigheid tot 15 December 1941.
De fosforzuurbonnen No. 3 en de ka
libonnen No. 4 behouden hun geldigheid
tot 15 Januari 1942.
In tegenstelling met het. oorspronke
lijk bepaalde zal ook de fosforzuurbon
No. 2 geldig blijven tot 15 Januari 1942.
De verbruikers dienen hun kustmest-
zegels eenige dagen vóór de vastgestelde
vervaldata bij hun leveranciers in te
leveren, opdat déze voor tijdige inzen
ding aan het R.V.O. Kunstmestdistrict
bureau kunnen zorgdragen.
De kunstmestbonnen, weina na den
vervaldatum binnenkomen, kunnen door
bet R. V. O.-Kunstmestdistrictbureau
onder géén voorwaarde meer worden
geaccepteerd.
Hoofdredacteur
Corn. J. Bosker, Wieringen.
Olga zweeg en scheeh bij zichzelf te
overleggen. Even later zei ze hoofd
schuddend „Hoe is het mogelijk, dat
een groote boekenkast zoo ineens uit
zichzelf kan omvallen Kom, ik ga sla
pen maar dat weet ik wel, ik grendel
mijn deur secuur, want ik ben ziek van
angst."
De beide jonge vrouwen namen af
scheid maar toen Olga, ondanks haai"
angst reeds lang in diepen slaap ver
zonken was, zat Mariene nog steeds aan
het open venster in een gemakkelijke
leunstoel en staarde naar buiten. Een:
weinig opzij van haar raam brandde een|
lantaarn, zooals zij had bemerkt, maar,
de lichtkrans was niet groot Als eeni
kleine, glinsterende waterdruppel viel(
het licht op den grond. Er was niet veel
te zien in de duisternis, een boom, met
nog bijna kale takken en 'een stukje
muur.
Het deed Mariene goed in de koele
nachtlucht te zitten, die door het 011 -
weer gezuiverd was en nog naar regen
rook. Zij dacht aan Achim von Malten
en voelde weer deze zekerheid hij had
den moord niet begaan, al rustte er ookj
een verdenking op hem. Zij geloofde
aan hem, ofschoon zij zijn gezicht
slechts vluchtig had gezien en zij nau-J
welijks een oordeel over hem durfde,
vellen.
Toen zij eindelijk ingeslapen was, had.
zij een eigenaardige droom. Zij zag
Achim von Malten. Hij gaf haar een'
hanger in den vorm van een klaverblad,!
dat geheel bezet was met groene stee-'
nen. Zij kon zich den volgenden morgen
nog precies herinneren, hoe het sieraad
er uitgezien had. En zij herinnerde zich
'ook, dat zij het met .een gebaar van af-j
schuw van zich afgeschoven had, en datj
Achim von Malten het eveneens met
1 een gebaar van afschuw had weggegooid.
Zij moest om den droom lachen en vond
het groote onzin. Men zei altijd, dat het
geen men den eersten nacht in een huis
droomt, in vervulling, gaat. Wat moest
er echter van deze onzin in vervuiling
komen
HOOFDSTUK 3.
TWEE GEZELSCHAPSDAMES.
Augusta Helm bracht zelf het ontbijt
bij Mariene op de kamer en wenschte
haar vriendelijk goeden-morgen.
„Bij de andere juffrouw heb ik het
ontbijt ook al gebracht," zei ze. „Wilt
U na het ontbijt, laten wij zeggen, over
een uur naar beneden komen. In de hall
bevindt zich altijd een van de bedien
den. U kunt zich door hem bij Mevrouw
von Malten laten aandienen. Het beste
is, dat de andere juffrouw gelijk met
U meegaat."
Zij lachte vriendelijk. „Moed houden
maar, de zaak zal straks wel verkeerd
loopen."
Mariene had vertrouwen in de resolute
en toch zoo goedig uitziende huishoud
ster.
Zij zei„Ik zal aan Mevrouw von
Malten vragen of zij de baronesse in
dienst wil nemen, zij heeft het harder
noodig dan ik."
Augusta lachte en antwoordde„De
baronesse heeft mij zoo juist ongeveer
hetzelfde verteld zij dacht, dat U het
harder noodig had. Niemand heeft haar
hulp noodig, terwijl U toch Uw vader
wilt ondersteunen." Zij klopte Mariene
op den schouder. „Laat Mevrouw von
Malten zelf een beslissing nemen zij
laat zich toch niet beïnvloeden dat
weet ik zeker."
Zij ging en even later kwam Olga Za-
brow binnen. Zij had een zonnige stem
AUTOBUS.
Een autobus zoekt zijn weg in' de
duisternis. De dijk is maar smal. Het
water is ergens verborgen, dichtbij en
verraderlijk. Achter den rug van den
chauffeur klinken de vele stemmen van
menschendie elkaar ieaeren morgen
terug zien. De een gaat naar zijn werk,
de tweede naar zijn dienstpost, de jon
gens moeten over een uur op de school
banken zitten.
Het is te donker om de les- nogmaals
te repeteeren, maar ze overhooren el
kaar een stuk geschiedenis, en een zit
er met de vingers tegen de ooren en
graaft ergens diep uit zijn geheugen de
vele stadjes en dorpen naar boven, die
hij -straks op dé blinde kaart zal moe
ten aanwijzen.
Dan rukken inegns de armen van
den chauffeur aan het stuurwiel. De
bus dompt zijn kop naar beneden, de
menschen vallen over elkaar. Een ruit
gaat krijzelend in scherven. Een klei
ne jongen gilt. Een oude man spert de
oogen wijd open en krampt zijn mage
re hand om den rfikkelen handgreep
vóór hem. De bus maakt een slag en
direct daarop nóg een. Dan klotst het
water tegen de ruit. Het perst zich naar
binnen. Het klettert door de naden en
de raamspleten.
Een autobus ligt als een logge, Tie-
glaasde kist in het duistere, ijskoude
water van den IJssel
Als de lijken geborgen zijn, is de
mond van den chauffeur voor altijd ge
sloten. Hij kan niet meer zeggen wat
hij nog gedaan heeft in die laatste se
conde, wat hij heeft willen doen en
hoe de knekelvingers van den dood
naar zijn leven grepen en naar de le
vens die hem waren toevertrouwd.
Moeten we vanmorgen niet eens den
ken aan de mannen, cHe deze zware
taak nog iederen dag volbrengen Nu
duisternis en dood machtiger waren
dan een van hen, lezen wij het relaas
vol afgrijzen en kunnen we niet méér
doen dan de vele treurenden sterkte en
troost toebidden.
Maar de chauffeur, die in de mees
te gevallen dan tegenwoordig ook 'nog
stoker is, hij moet vanavond en mor-
genvroeg, in half duisteren of pikdon-
beren nacht, weer. achter zijn stuur
wiel kruipen en vechten tegen het ver
raad van de ondoordingbare duister
nis, beladen met een verantwoording,
die slechts een enkele maal in zijn vol
len omvang blijkt Algem. Hbld.
ming en haar bewegingen waren vrijer
dan den vorigen dag. Ze zei„Als de
zon schijnt, is het leven niet meer zoo
zwartgallig. Weet U, ik verdwijn, en U
blijft hier."
Mariene schudde het hoofd.
„Ik 2al aan Mevrouw von Malten vra-
g'en, of zij er in wil toestemmen dat U
hier blijft."
Olga Zabrow weerde haar levendig af.
„Denk aan Uw vader Op mij alleen
komt het er niet zoo erg op aan, ik heb
gisteren al gezegd, misschien loop ik
nog wel tegen een meisjeshandelaar aan.
Als ik mij er voldoende moeite voor
geef, wie weet, wat ik dan nog bereik."
Marlen legde zacht haar rechterhand
op den schouder van Olga.
„Waarom bent U zoo bitter Kom
laten wij er ons verder maar niet in
verdiepen, want debeslissing ligt toch
niet in onze macht."
De lichtbruine oogen van de barones
se hadden een nadenkenden blik. Me-
chanisch maakte zij haar zijden sjaal
om den hals vast en antwoordde
„Eigenlijk moet men den inhoud van
een film of van een droom niet vertel
len, voor andere menschen zijn ze bei
den oninteressantmaar mijn droom
van vannacht was toch wel eigenaardig.
Ik was in een kamer de inrichting
kan ik mij niet meer herinneren met
U en mijnheer von Malten samen. Ik
zag hem in mijn droom heel duidelijk,
hoewel zijn gezicht naar U toegekeerd
was. Hij gaf U
Mariene keek gespannen op. Wat ei
genaardig Waarschijnlijk wilde de ba
ronesse denzelfden droom vertellen, die
zij zelf had gehad. Zij verwachtte bijna
zeker te hooren „Hij reikte U een han
ger over in den vorm van een klaver
vier."
(Wordt vervolgd.)