(Bcwetigbc ©cftgtcn.
(ingezonden.)
Het plekje waar Z. M. koning van Hanover te Londen
den voet aan wal zette stond vol inet brandnetels. De Aarts
bisschop te Milaan heeft den grondsteen van den ijzeren spoor
weg gezegend. Het wordt onwaar genoemddat Z. M.
Graaf van Nassau de Minister van finaritien 50,000 Gulden
zoude geschonken hebben. Genoemd Minister heeft zijn
ontslag gevraagd tot spijt van buttenlandsche speculanten.
Een tweede onzigtbare komeet is ontdekt. Groole sprink
hanen rigten in den kerkdijken staat vele verwoestingen aan.
Samuel Maijer heeft aangeboden om O' Connell uit deu
weg te ruimen. Een Amerikaanseh kapitein heeft zonder
schip een groote reis ondernomen. Een kuipersbaas heeft
met behulp van buskruid een luchtsprong gedaan. Een baas
schoenmaker is met laag soort in verzoeking gekomen. Ee-
nige valken hebben jagt op duiven gemaakteene g'-oote
valk echter heeft een duifje zoo nagevlogen dat hij blaauw
geworden is. Salomon von Rothschild is burger van Wee-
nen gemaakt. Te Aken waren 146 bassen in eene zang
partij. Vijf nieuwe galoppen voor de piano te koop. Door
een onbekende is aan de St. Pieterskerk te s' Hertogenbosch
een orgel ten geschenke gegeven. Een ondermeester met
een fraaije handen met vlug omgaan met het pennemes
wordt gevraagd. De prins Joinville is te Brazilië gekomen
om princes Januaria te huwen maar de schoonheid van ha
re zuster Dona Francisca heeft hem betooverd. Te Parijs
is de kamer det Gedeputeerden door eene dame in groote
opschudding gebragt.
M is Ui ft E L. W K 1£ Bi.
Duitsche JSOEJH'MSj'JVST in de Middeleeuwen.
indien Duitscblaiids steden in liet lot van Egypte deelden
zijne gehouwen zouden ons verkondigen wat zij eens waren.
Zij leggen voor de nakomelingschap een krachtvol getuigenis
af van de gezindheid en het werken dier mannen welke ze
hebben opgehaald.
Iu liet midden van de 13e eeuw begon die bouwkunst zich
in haren bloei te ontwikkelen, welke onder deu naam van
Gothische bekend staat doch die veeleer de Duilscne verdient
genoemd te worden omdat hare edelste en verheveuste hou
ding van Duitsche meesters is uitgegaan en Duitsche meesters
ook in andere landen de belangrijkste gebouwen in dezen
traut hebben opgeti okken.
Zij is een voortbrengsel van de Gerinaansch-Cliristelijke
rigting der kunst, en is even gelijk de eigeiidommelijkepoesie
van die tijden volslagen onafhankelijk van den antieken trant
zonder daarom eene geringere plaats te beslaan dan deze want
de schoonheid der vormen de smaak en stijl zijn in alle kun
sten geenszins aan een vast bepaalde manier en regel gebon
den maar kunnen even zoo veelvuldig zijn, als de verschei
dene rigting van zin en geest i>ij volken en lijden welke
zich met eigene vrijheid ontwikkelt, en in de kunst met oor
spronkelijke schepping-kracht, zonder moddellen van builen
}e volgen zich openbaart
Het eigendoinnielijke der Duitsche bouwkunst ligt in hare
slanke zuilen, over welke, op versierd kioonwerk «Ie ribben
en reijen der gewelven omhoog stijgen; in de iiooge geloogde
Venstex-s welke de ruimte tusschen de pilaren tol aan hel dak
aauvullen in de lichte en uiterst stoute hoogte der verwul
ven in de overal met lofwerk eit sieraden overdekte uitstek
ken en kanteclcu welke het hoofdgebouw omgeven.
Ouder de bouwmeesters uit die tijden heeii niemand zoo
schitterenden roem behaald als Er win von Steii/bach die
in den jare 1277 den toren van de Domkerk te Straatsburg
begon le bouwen. Hier verschijnt de kunst iu liare voltooijiug.
Maar deze ïeuzenacii'.ige toren is bij lange na niet geheel
door Erwin voleindigd; ook niet naar zijn oorspronkelijk
plan uitgevoerd, hetwelk, naar de voorhanden zijnde dimen
sies op een werk van middelbaren omvang zoude uilloopeu.
Eerst in den jare 1439 werd de toren voltooid, en uewij! ieder
van de volgende meesters naar zijn eigen gedachte baai aart
voortbouwde zoo iaat zich aan dit gebouw met een enkeien
opslag van het og den veranderden en reeds zinkenden smaak
in deze bouworde overzien want in de 15e eeuw ging reeds
het oude wezen tl ijk verhevene iu verkuusteling en overlading
verloren.
De Slefanus toren le Weenen de Freiburger doin en vele
andere kerken beiiooren evenzoo tol den besten tijd der Duit
sche bouwkunst. Wanneer men den kunst vollen geest in'aau-
merkiiig neemt, welke in de vinding en oulvverping van deze
ten hemel opstijgende massa's omzweeft de kennis eu zekerheid
iu de uitvoering en den grooteu tecnuisciien smaak i;i de
hoogst zorgvuldige en vlijtige behandeling der enkele deeieu
dan gevoelt men zich lot bewondering en verceriug van tijden
aangetrokken waarin er meesters optraden die zoo dachten
en uitvoerden, waarin zoo vele handen gereed waren om hunne
gedachten in het leven le brengen en waarin burgers van
enkele Sleden tot geen beter doel, dan zulke stoute out werpen
hunne schatten wisten te besteden.
Iulusschen ware de voltooijiug van zulke kolossale gevaarten
bijkans niet mogelijk geweest zonder de medewerking der toen*.
niaaJs reeds bestaande moederschappen, Reeds bij de Romei
nen bestonden er vereenigingen van bouwkundigen Jater zet
ten zij in de kloosters hun bestaan voort. Iu de elfde eeuw
kwamen zij uit deze voor den «lag, en vormden zich tot we
reldlijke gezelschappen. In Engeland namen deze vereenigingen
eerst een eigcndominelijkcn vorin aan. Zij hielden zich bezig
met ondernemingen van groote bouwstukken en hun gemeen
schappelijk werken naar wél begrepen regels maakte de gro-iie
ontwikkeling en overeenstemming van hunnen arbeid mogetij n
Hunne leer plantten zij als eene geueiuieuis door de <li ie graden
van leerlingen gezellen en meesters voort. De voor de ont
wikkeling en uitbreiding der Duitsche kunst gewigtigsie ier-
eeniging van bonwheeren en slceninetzelaien was diowelke
in Straatsburg door Erwin von Steiubuch geslicht is gewoiden.
Uit Dui'schland Engeland en Italië lokte hij meesters tot
i zich en gaf zijne vereeiiigiiig de inrigting welke reeds vroe
ger in Engeland was aangenomen. Zulk een gild heette eene
tintte; en alle die zicu iu Duitschland herouden traden ouder
ling in vei biudtenisiulusschen bleef die van Straatshuig de
eerste.
Deze hutten lieelen ook loges derzcl ver leden vrije mrtzeloren
dewijl zij bijzondere vooiiegten en vrijheden genoten ben
nam iu Engeiand ook builen de cigcuUijkc kunslgetiootcu
andere mannen van kennis en aanzien op, die den naam v.ui
aaxigenouiene metzeiaren droegen.
Be tegenwoordige §ïav®nisclse bevolking van
ktliircjsa.
Tiet. groote volksgezin der Slavoniers in Europa verdeelt
zich volgens de taal in twee groote hoofdstammen den Zttid-
oostelijken eu den westelijken Tot deu Ziiid-ooslelijkea stam
tellen zich de Russen de Bulgaren en Serviërs tot ben Wes
telijken de Czechen de Polen eu de Lnsciiitschaniei's feen
Wendisclxe volkstam iu den Lausitz) Volgens de meest naauw-