weigerde haar echter ter dienst te staan, vermits hij zijne handen niet wilde bezoedelen met het bloed eens aiaus die niet alleen zijn koning maar ook zijn zoogbroeder was. Rosamunda had hem le veel geopenbaard o;n hem los le laten en daalde af lot eeue laaghartige list 0111 hem in haar net te verstrikken. Wetende dat hij een geheim n omgang met eene liarcr hofdames had aangeknoopt lag zij zien op zekeren nacht in haar bed, en ontving den jongeling die op gewonden door den wijn, zich gelukkig gevoelde, dat alle zijne begeerten zoo voorkomend werden beantwoord. Doch hoe ver schrikte hij, toen hij zijue misvatting ontdekte. Nu verklaarde de laaggezonkene vrouw dat hij te kiezen had tusschen den voorslag dien zij hem had gedaan of den dood als overspeler want dat zoo als de zaak nu stond Alboin of hij moest sterven; terwijl zij zijne eerzucht ontvonkte, door hem hare hand en het Lombardisck-Italiaansch koningrijk te beloven. De beschaamde jongeling koos zelfbehoud boven de eeren gaf zijne bewilliging tot het plegen eener misdaad welke zijn hart verafschuwde; alleenlijk waande hij zijn geweien gerust te stellen, door een ander te laten doen wat eergevoel hem belette. Spoedig waren er handlangers gevonden, die den moord op zich namen. Een zekere Perideo een stoute knaap zon den hoofdslag toebrengen. Men koos .daartoe ceuen middag terwijl Alboin zich door zijnen gewonen middagslaap verkwikte. Die schrikkelijke mid dag kwam spoedig. Rosamunda zich verzekerd hebbende dat baar slagtoffer sliep, verwijderde alle wapenen uit het vertrek en boud zijn zwaard zoo vast in de schede, dat de ongelukki ge man volslagen weerloos was. Nu geleide Helmichild het vloekgespan in de zaal, Alboin ontwaakte bij hunne nadering, eu hunne dolken ziende flikkeren, greep hij aanstonds naar zijn zwaard; maar liij kou het niet los krijgen, alle andere wapenen waren weg', en daar hij bij het snel toeschieten zij ner bespringers geen tijd liad om zich te bedenken greep hij een voetbank in de hand wee i de zich als een leeuw, maar moest voor de overmagt bezwijken, hij viei ouder de slagen van Perideo III. Zulk een roemloozcn dood (573) stierf de held, die zoo vele veldslagen had geleverd zoo velo dapperen ter neer had ge legen en zoo vele landen veroverd. De ontaarde Rosamunda huwde met Helmichild maar hem den troon te doen bestijgen lag buiten hare inagt. De Lombarden beweenden Alboin als hunnen vader en leids man eu vloekten zijne moordenaars en besloten ze voorbeeldeloos te straffen. Het eerste loon wat liet misdadig paar inoogste was het verlies hunner veiligheid. Hun eenig heil bestond in de vlagt, en zij zochten een toevlugt bij den Griekschen Exarch Longïnus die ter hunner behoudenis een schip langs de Po afzond dat Helmichild en Rosamnnda benevens hare dochter Albesivinda eu de schatten des vermoorden kouings opuani en naar Ravenna overbragt. Het redmiddel tot hunne veiligheid en behoudenis was hun beider straf. Longimis met de gebeele toediagt der zaak niet onbekend, wist zeer wel door welk een zwakke baud de schoone Rosamunda aan Helmi child verbonden was en bij wierp een begeerig oog op het koningrijk Italië en Rosamunda's schatten welke hij beide meende te zullen verwerven indien hij de hand der koningin verkreeg door hare aanspraken te doen gelden. Genoeg hij deed er een voorslag toe bij haar en vond een gunstig gehoor. Liefde liad zij niet voor haren echtgenoot tlieslechts harcr wrake ter dienst had gestaan, en voor wien zij zich had moeten verlagen. Hare onverschilligheid ging in af keer over, nu hij inagteloos was om haar le beschermen, eu in haat nu een ander haar aanbood wat zij boven alle dingen b( •geerde. Mat den moord vertrouwd eu alle beginselen van deugd en pligt uit het gemoed uitgewischt hebbende, nam zij op zich den overtollige» cn lasiigen Helmichild uit den weg te ruimen. Toeu Helmichild op zekeren dag uit het bad was gekomen, reikte zij hem een bokaal met wijn, zoo als zij dit ter zijner verfrissching gewoon was te doen. Maar voor ditmaal had zij den wijn vergiftigd. Helmichild had den bokaal nog niet half geledigd toen hij zich door ondragelijke pijnen in de inge wanden voelde aangegrepen. Aanstonds doorgrondde hij de oor zaak en zag een wissen dood voor oogen. Maar hij besloot niet ongewroken te steiven. Zijne trouwelooze gade schuldig houdende, sprong hij woedend op, greep zijn zwaard in de eene 'en de nog half gevulde bokaal in de andere haiuloverlaadde bet monster met biltere verwijtingen eu dwoiig haar met het staal op de keel het doodeiijk vocht naar binnen te zwelgen. De rampzalige ledigde het overschoten eenige uren daarna waren beide lijken. w Or De Franschen gewoon over alles woordspelingen te maken zeggen thans na het proces Caumartin dat Catharina Heinefetter bij deze historie vier toonen van hare klankladder heeft verloren namelijk la mi si re (1'ami Sireij). £1 t» c r t c u i Het kindjeover welks geboorte wij vóór vijf weken ons verblijddenis niet ineer. Petten den J. QUANT. 5 Julij 1843. (k SNOR. PTJB1aïEZS Men is van meening om op Maandag, den 24 Julij 1843 des avonds ten 8 uren ten huize van Cornelis Blom aan den Helderdoor het Ministerie van den Notaris JACOB SCHOON in het openhaar te verkoopen lo. Een HUISgenaamd de Soheloischingerigt lot eene tapperij benevens een daarachter staand Huisje en Stal en de Erven daarbij behoorende staande en gelegen in de Langestraat aan den Heldergeteekend letter C. No. 220 en op den kadastralen perceelsgewijzen legger aange wezen in sectie ANo. 203 als Huis en Erf groot 1 roe de en 43 ellen en in sectie A, No. 203a als Huis en Stal groot 29 ellen. De helft der kooppenningen kan als eer ste kijpotheek op dit perceel gevestigd blijven. 2°. Een GROENLANDSGHE SLOEP zoo goed als nieuw, groot ongeveer twee lastmet den daartoe behoorenden In ventaris wordende als Zetschipper bevaren door Martinus Stijl. 3°. Twee overdekte BLOKZEIJLDER JAGTEN, liggende in het Heldersche Kanaalhet eerste genaamd de twee Ge broeders groot 38 tonnen of ruim 13 last, en bet twee de genaamd de Jonge Jan groot 26 tonnen of 9| last beide met zeil en treilstaand en loopende wand enz. De percelen No. 1 en 2 behooren aan Martinus van der Ham en de vaartuigen, onder No. 3 vermeld, aan An-r thonij Kort tering aan den Helder. Nadere informatien zijn te bekomen ten kantore van den Notaris SCHOON voornoemd. Bij J. P. BEEK te Helder zijn in de afgeloopene 189s'e Loterij zes prijzen van f 1000 gedebiteerd; is in de Eerste klas der thans 190ste Loterij wederom gedebiteerd op No. 14789 f 1000 op No. 3386 de Premie van f 20,000 en op No. 15396 f 400. Zijn voor de Tweede klasse nog heele en gedeeltens van Loten volgens Prijs Courant te be komen. Uitgegeven bij C. RAKKER Bz. te NieuiveDiep Gedrukt bij G. GILTJES te Helder

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1843 | | pagina 4