Qtboertcwtieti. -meld Tan haren vreesselijken schrik nog niet bedaard was, en misschien eenen tweeden schok vreezeudezag zij met treurige oogeu op het meesterstuk der kookkunstzonder het optenemen. Daar raaktbij een nieuw komplimentde met inkt be plakte roet in de pastei; de kouipiimentenheld zag niets, want uil beleefdheid was hem alles geel en groen voor ue oogeu geworden. Hij struikelde, gleed uit, verloor het evemvigt en viel zoo lang als hij was vijf voet zeven duim op den grond tot geene geringe schrik en spot van een groot aan zienlijk gezelschap. In hel vallen trok hij nog twee stoelen omver, waaraan nij zich vast wilde houden, en een liefaardig juffertje dat op een van dezelve wilde gaan zitten, lag even zoo spoedig als de stoel naast hein op den grond. En o overmaat van ongeluk het was zijne uitverkorene Al zijne leden rilden en beefden. Ku verhief er zich een angstig noodgeschrei en de ongeluks vogel op den grond schreeuwde ook; want daar hij naast zich, behalve twee stoelen}, ook nog eene juffer zag liggen, geloofde hij stellig aan eene zware aardbeving. Tot groot geluk was het echter niets minder dan eene aard beving dat dien ontzettende val veroorzaaktemaar zoo als gezegd is eene pastei. Zij stonden op en de neef maakte van het geheele voorval eene grap. Maar hij had goed lagchen en spottenonzen vrijer stonden de tranen in de oogeu en hij had zich bijna «lood geschaamd. Hij ging bij de kagchel staan en zeide geen woord ter zijner verontschuldiging; maar, omdat alles om hem heen lachte, maakte hij die gelaatsbcwegingeu ook mede, en zag slechts van ter zijde naar de vertrapte pastei. Einde lijk zette men zich aan tafel en Mr. de neef had de beleefd heid den ongeluksvogel naast juffer Bte plaatsen. Liever had hij naast eenen vuuispuwemien berg gezeten dau naast «lie lieven aardigen engel want het werd hem benaauwd om het hart naast zijne toekomende bruid. Het groote getal me- de-aaugezetenen zag hij eens vlugtig rond: dit gaf hem echter zijue bedaardheid niet terug. Er werd soep rondgediend. Juf fer B.bood hem een bord rol aan, doch ziende, dat zijne schoone nog niet voorzien was, verzocht hij haar met vele buigingen en pligtplcgiugeu waarbij hij haar smeekend inde betooverende blaauwe oogen zag, zich eerst te voorzien, waar bij hij terstond niet bespeurde, dat de kokend heete soep van het bord in den school van juffer B. liep door het pijnlijke gezigt van deze gewekt, trok hij het bord schielijk terug, het welk echter met zuik eene onhandige beweging geschiedde dat hij met de overige helft der soep zich zeiven orerdekte. Het was kreeftensoep die onder hun beiden zoo broederlijk verdeeld werd. Juffer B. verliet spoedig de tafel en het vertrek; de heer Af. stamelde eeuige onverstaanbare verontschuldigingen. Men be klaagde en troostte hem, en gaf hem een ander_bord, dat zonder overstrooming de bestemde plaats bereikte oudcrtus- schen rookten zijne servet en broek nog als of hij voor den Etna zaten in plaats van het eerste stopte hij thans eene punt van het vrij lange tafellaken voor in het vest. Zijne dierbare juffer B. had van kleederen moeten verwisselen en nam thans weder naast hem plaats en hij verontschuldigde zich nogmaals zoo goed als zijne netelige omstandigheden het hem toelieten. Toen hij zag, dat zij vriendelijk lachte, bedaar den ook langzamerhand de orkanen in zijn binnenste en hij droogde zich het angstzweet van het aangezigtniet lompweg met de hand inaar heel zwierig met den zakdoek. Maar die ongelukkige zakdoek! De inkthistorie was door al die gewigtige voorvallen geheel verdrongen. Na deze afdroo ging was hij in eenen inoor herschapen en het geheele gezel schap barstte weder in angstgeschrei en gelach uit. Uit be leefdheid lachte hij dan ook een tijdlang mede tot dat hij merkte dat do dames afkeerig de oogen van hem afwendden en zijue bevlak'e handen hem zeiden dat de noodlottige zak doek licm tot der gasten speelbal hadden gemaakt. Verschrikt sprong hij van de tafel op, om ijlings de vlugt naar de keuken te nemen eu er zijne mooreuhuid afteleggen. Maar nu brak de boin los; het tafellaken, waarvan hij de punt in het vest had gestoken en achter de doekspeld was vast geraakt sleepte op den grouilen borden schotels messen vorken vleesch groenten ffcsschen glazen sauskommen enz. vlogen hem met groot geraas na. De gasten zaten met open mond als versteend de heerlijke geregteu die voor hun ne oogen verdwenen natestaren. Eerst meende de heer B. toen hij dit wonderlijke spel achter zich zag en hem vervolgen, dat er iets bovennatuurlijks in het spel was tot dat de vei- schrikte neef op liet tafellaken sprong; nu liet de speld los eu de vrijer liep in vollen draf, niet naar de keuken maar den trap afover straart naar huis. Vier weken lang was hij voor geen mensch zigtbaar en se dert dien tijd dacht hij niet zonder duizeling weder aan het hu welijk en niet aan groote gezelschappen zonder de koude koorts te krijgen. VORSTELIJKE «ROOTROEOIGHEID, De God van Thebe verscheen Subacon, een der herder-vorsten (Hijfe- sos) in eenen droom en gelastte hem alle priesters van Egypte te doen sterven. Hij achtte dat het den goden niet langer behaagde dat hij regeerde dewijl zij hem eene zaak zoo strijdig met hunnen doorgaanden wil hadden bevolenen hij stapte van den troon af en verwijderde zich naar Ethiopië. REGTSBEDEELING TE ROME IN DE 15e EEUW. Zekere herbergier bad op onderscheidene tijden twee zijner dochters vermoord; daarna eenen knecht, die hij van eenen verboden omgang met eene zijner dochters beschuldigde. Den zelfden morgenwaarop hij op het kasteel St. Angelo zou opgehangen worden werd hij vrij gesteldwant hij had 800 ducaten betaald. Zoo ging het met alle misdadigersdie geld hadden. Als men eens den vice-kamerheer van het pausselijk hof vroegwaarona de wet niet op misdadigers werd toegepastmaar alles met geld werd afgekocht antwoordde de gemoedelijk man de H. S. parodiërend God wil den dood des zondaars nietmaar dat hij betale en leve. ®en kapitaal WINKELHUIS en ERVEstaande op het beste gedeelte van het Nieuwediepingerigt voor alle fatsoenlijke bedrijven of nering. Nadere informatie te bekomen bij de Weduwe S. M. GROEN aan het Nieuwediep. De ondergeteekende Kapitein ter Zee en Onderdirecteur der Marine te Willemsoordals daartoe gemagtigd zal op Woensdag den 2 Augustus 1843des voormiddags ten 10 uren publiek doen verkoopen Eenige voor den dienst onbruikbare ligte VAARTUI GEN en VOORWERPEN van verschillende aard. Waarvan de Conditiën drie dagen te voren aan het Bu reau van hem Onderdirecteur ter lezing zullen liggen en de goederen op den 2931 Julij en 1 Augustus aanstaan de te bezigtigen zullen zijn. Willemsoord 21 Julij 1843. N. A. de VRIES. De ondergeteekende berigt bij deze het geëerde Publiek, dat bij hem dagelijks de beste Nieuwe groene Haagsche HARING te bekomen zijn belooft prompte en civiele be diening is gelogeerd bij den heer Thieop de Laan aan den Helder. G. vatv BROEKHUIZEN. Uitgegeven bij G. BAKKER Bz. te NieuweDiep Gedrukt bij'G. GILTJES te Htlder

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1843 | | pagina 4