en liet zijne beide zonen Giuliano en Lorenzo aan het hoofd van Florence. De onbaatzuchtige edelmoedigheid van Thomas Soderini bevestigde hen in de magt, die liunue edele grootvader door zijnen invloed verworven had. De beide broeders toonden weldra dat zij op het standpunt van Cosmo niet misplaatst waren. Giuliano's levensdraad werd te spoedig afgesneden om veel van hem te zeggen. Lorenzo kreeg den toenaam van den Luisterrijke (il magnifico) niet van wegen ligchaamschoonheid want daarmede was hij karig bedeeld ook niet van wegc uiterlijke praal of pracht aanzijn gewaadwant hij beminde daarin de eenvoudigheid maar door zijne grootmoedige bescherming van al wat edel, goed en schoon was. Hij was helder van hoofd beminnelijk van hart en zijn geest had een veelzijdige ontwikkeling genoten. Kunst en wetenschap begroclten in liem niet eenen lijdelijkeu beschermer maar eenen werkzamen beoefenaar. Hoezeer het niet kan ontkend worden dat hij de geldmiddelen zoo wel van den staat als van zijn eigen huis uitputte komt hem toch de eer toe dat hij Florence in een Athene herschiep en haar Pericles was. Hl) versierde de stad met prachl-gebouwen en kunststukken en ouder den olijfboom des vredes vergastte hij het volk op vreugde en genot. Het eene feest verdrong het andere. Wan neer staatszorg hem aan de rust wedergaf, verzamelde hij den bloem van Italies geleerden en kunstenaars om zich, en op zijne villa's of te Poggio Cajano, of te Careggi te Fiesole werd in gezelschap van Remetrius ChalkondulasAgnolo da Monte- pulciano Christoforo LandiniJPico van Mirandola1'lato in het leven geroepen en telken jare op den 7 Nov. zijn ge boorte en sterfdag plegtig gevierd. Re Medici hadden het zoo ver gebragt dat hun slechts de naam van vorst ontbrak. Het volk vleide zich gemakkelijk onder een bewind, dat lien vrolijke feesten verschafte. Anders dachten er sommigen onder de hoogaanzienlijken over, die, door de grootheid en den luister der Medicis overschaduwd zich gekrenkt achteden dat zij voor een huis het hunne ge lijk moesten onderdoen en ervaren, dat de publieke vereering hen voorbij gaande zieh uitsluitend tot hunne zegevierende mededingers bepaalde. Men liet dan ook niet na wantrouwen te zaaijen, misnoegen op te wekken en vooral diegene welke of geen dadelijk be lang hadden bij hetgeen door Lorenzo en Giuliano werd ver- rigt of ten minste er geen voordeel van iuoogstedentegen de Medicis voor in te nemen. Bij ijverzucht kwam dorst naar wraak over persoonlijke beleediging en er stak een onweder op dat ja wel het verheven huis der Medicis gevoelig trof; maar hunne benijders en vijanden verdelgde. Een der aanzienlijkste huizen naast dat der Medicis was dat der Pazzi. Niet alleen wangunst over lioogere magt in de republiek maar ook onderscheiden grieven ontstaken dit geslacht in Italiaansche wraak tegen de Medicis. Niet te vre de met de Pazzi van alle gezag uit te sluiten had Lorenzo een wet doorgedreven, die hij zelfs eene terugwerkende kracht wist.te doen geven, dat neven van het mannelijk geslacht bij erfverdeeliug dochters zouden worden voorgetrokken indien de vader ab intestato gestorven was door welke wet Lorenzo Giovanni de Pazzi de erfenis zijns schoonvaders wettelijk hoopte te ontvreemden. Eveuzoo was Francesco de Pazzi die als bankier zich te Rome had gevestigd legen Giuliano verbitterd; omdat deze in het geheim met Camilla CaJ'arelli aan welke zijn hart gewijd was in het huwelijk trad. Deze dubbele hoon eischte bloed en Francescs zwoer der Medicis hel verderf. Bernardo Jiaroncelli even opgewonden door wraakzucht over eene verongelijking, die hij van de Me dicis vermeende geleden te hebben, was zijn eerste vertrouwde. Beide zochten door tusschenkomsl van Gieronimo Riario op paus Sixlus IV, wiens zoon of neef hij was te werken, om zijne ondersteuning te verwerven tot vernietiging der Medicis en tot in stand breuging van eenen anderen regeringsvorm in Florence. Sixtus droeg Lorenzo geen goed hart toe en liet zich niet slechts aanstonds winnen maar werd ook de ziel van de gan- sche zamenspanning. Hij beloofde de zamenzwering met al zijne magt te zullen bevorderen en hield woord. In dit heilloos moordrot verbonden zich behalve nog anderen Francesco Salviati de aartsbisschop van Pisa en zijn broeder Ju kop o SalviatiJakopo Poggioen op aandringen van des pausen generaal de Condottiere Moniesecco Giovanni de' Pazzi de oom des aanleggers van het vloekgespan die anders een man was van orde en onberispelijke zeden, en die de be leediging hem door Lorenzo aangedaan zekerlijk niet op ei gen aandrift, in zijn bloed zou hebben zoeken te wreken. Sixlus zond zijnen jeugdigen neef, den kardinaal Raphatl Sansoni naar Florence. De prelaat werd met allen luister en eerbied voor zijnen hoogen stand door Lorenzo ontvangen. Hoe kon hij ook vermoeden, dat een kardinaal de rol van een baudiet zou komen vervullen. Men koesterde namelijk het voornemen om op een gastmaal hetwelk ter eere van den hoogeerwaardigen gast gegeven werd het gehate broederpaar van kant te maken. Twee malen echter mislukte het suoode opzet omdat Giuliano telkenmale afwezig was. Nu besloot men het schelmstuk in de kerk in den tempel des vredeste volvoeren en men bestemde daartoe den 26 April (1478) wanneer de kardinaal de hooge mis zou celebreren in de kerk van Santa reparata waar de Medicis doorgaans de openbare godsdienst bijwoonden. Francesco Pazzi en zijn vriend Bernardo Baroncelli namen den moord vau Giuliano voor hunne rekening. Montesecco zoude Lorenzo ter neer stoten doch de ruwe krijgsman huiverde voor de gruwelijke ontheiliging van een kerkgebouw. Antonio F~olterra en een zekere priester Stephano waren minder uaauwgezet van gewe ten zoo moordenaars dit kminen hebben en namen deze taak op zich. Zoodra het tweede klokgelui de opheffing der hostie aankondigde, zou ieder zijne prooi aantasten en ter neder vellen. De beide broeders werden uitgeuoodigd de hooge mis bij te wonen, en zij gaven gereedelijk hun woord. Lorenzo betrad in het gezelschap van den kardinaal den drempel van het heiligdom en zoodra hij gezeten was namen zijne moorde naars eene plaats achter hem. Men werd eenigermate veront rust over het lang uitblijven van Giulianowant zonder hem te treffen had Francesco de Pazzidie het meest op hem verbitterd was geene voldoening. Hij verliet met zijn vriend de kerk spoedde zich naar het hotel van hun slagtoffer. Zij overlaadden Giuliano dien zij nog thuis vonden met liefko zingen omarmden hem eigentlijk om zich te vergewissen of' hij ook gepantserd was en lot geruststelling van het tegen deel overtuigd geleidden zij hem naar het Godsgebouw. De dienst nam een aanvang de misklok luidde ten tweede male; de kardinaal hief de hostie in zijne handen, zoo on heilig als de mond die eens den Heiland met eene kus ver raadde omhoog; het volk viel neder in aanbidding bij den aanblik van het offer der verzoening Giuliano knielde ins gelijks; doch liij stond niet weder op. Frattcescos dolk door griefde hem. Do verrader had met zulk eene duivelen woede zijn wapen gegrepen, dat hij zich zeiven eene diepe wond in de heup toebragt. Fori, Giulianos vriend viel onder de sla gen van Baroncelli. Minder gelukkig waren Folterra en Stefanozij rigten hunne dolken op Lorenzos keel maar de stoot mislukte, want de loegebragle wond was van luttele beteekenis. Lorenzo zijne tegenwoordigheid van geest behoudende, rigtto zich aan stonds op dekte zich met zijnen mantel in de linkerhand als met een schild tegen de herhaalde dolksteken zijner besprin- gers en zwaaide zijn zwaard met al de kracht der wanhoop in het rond zoodat de moordenaars hem niet konden beletten zich eenen weg naar de sacriste te banen. Yan wegc het geschreeuw dat de aangevallene en de aan vallers aanhieven en dat zich mededeelde aan degenen die er het naast aan waren, geraakte de geheele kerk in opschud ding. Eerst dacht men dat het gebouw dreigde in te storten en men verdrong malkander om naar buiten te komen die

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1843 | | pagina 3