INDIA ANSCH VERNUFT, Cïbwevtjcn Hen. j$et £)nio$czin ccn (£aticerf. De Trouw des huizes speelt de eerste vioolzij roert de hoofd melodie ran het stuk uit. Het is een geluk als deze stem goed bezet is en de snaren niet ralsch zijn noch bij veran dering Tan weer ontstemmen. De huisheer en echtgenoot speelt den contrabasRustig en met kracht geeft hij den grondtoon aan zonder zich aan de kleinere roorslagen en trillers te sloren hij houdt de maal ran het geheel en bepaalt de tem po's. Waggelt hij en is hij niet rast, dan ziet het er erg met de harmonie uit. De tweede viool wordt door de kamenier of jufrrouw ran gezelschap gespeeld; deze is wel is waar on ontbeerlijk maar dikwijls te praatziek en moet zich roor het orerige naauwkeurig naar de eerste rigten, om de harmo nie niet te storen. De zaakgelastigde speelt de violoncelhij werkt gemeenschappelijk met den huisheer en doet dikwijls meer dan deze kan houdt het echter lerens met de basviool waaraan de huishoudster slaat. Deze tusschenstem is iu de muzijkale economie tot aanTulling ran hel ledige zeer nood zakelijk weshalve gewoonlijk alle stemmen haar omgeven. Fluiten zijn de dochters; hobo's en klarinetten de zonen des huizes. Zij zijn de lievelingen der eerste vioolwelke zij dikwijls vergezellen en derhalve meer bij moeder dan bij vader zijn. De fagot een nabestaande der violoncel is de huisonderwijzer van het jonge volkje die in het kleine bij heil de plaats van den contrabas vervangt. Zonder hem ver schijnen zij zelden en doen dan meestal de beste uitwerking. De trompetten pauken bazuinen en turksch muzijk zijn de liverijbedieuden welke slechts dan alle tegelijk verschijnen, wanneer het in huis groot gala is. Zij moeten gedurig in toom gehouden wordenwant het is van natuur een ruw volk dat de zachte eerste viool ligt ergernis geven kan. De kapelmeester is Hijmes van welken het af hangtwelke stuk ken gespeeld kunnen worden en of het concert uit vrolijke allegro's of uit treurige largo's zal bestaan. Alexander de groole wilde eens tien Iudiaansche priesters, die gevangen genomen werden op de beschuldiging dat zij een hunner vorsten tot opstand hadden aangezet, vrees aan jagen. Hij kende hunne gevatheid in het geven van vlugge ant woordden, zelfs op de ingewikkeldste vragen; hij legde er hun eenige voor en verklaarde dat hij die het slechtste antwoord geven zou het eerst zou sterven. De oudste hunner zou hieromtrent moeten uitspraak doen. De volgende vragen werden voorgelegd en beantwoord «Zijn cr meer dooden dan levendcu «Meer levenden, want de dooden zijn niet meer." "Wie voedt de grootste dieren in haren schootde aarde of de zee De aarde want de zee maakt een deel der aarde uit." Wat is het listigste dier Dathetwelk den inensch tot nog toe onbekend gebleven is." «Wat is het eerst geweest de dag of de naclrt?" De dag was een dag vroeger daar dan de nacht." «Hoe verstaat gij dat: dit antwoord komt mij verward voor?" «Op een verwarde vraag past een verward antwoord.» «Wie kan zich de meeste gunst en liefde verwerven?» Die de magligste en toch niet de vrecsselijkste is.» «Wat is sterker het leven of de dood?» «Het leven, want dit kan de rampen des levens dragen.» Uit welken grond hebt gij uwen vorst lol opstand tegen mij aangezet?» «Opdat hij met eerc leven of met schanden sterven zoude.» Nu wendde Alexander zich tot den oudsten en vroeg wie het slechtst geantwoord had. 0 antwoordde deze de een al slechter dan de andere.» Goed sprak Alexander zoo zult gij die het laatst geantwoord hebt het eerst sterven.» «Neen koning! hernam de grijsaard, wanneer gij uw woord wilt houden zoo moet hij het eerst sterven die hel slechtst en niet die het laatst geantwoord heeft.» Alexander lachte en ontsloeg hen beladen met rijke geschenken. ÏVARME TOEGDVEIVDHEID. De stenden van Yalengin hadden eenen predikant afgezet omdat hij tegen do eeuwigheid der helsche straffen gepredikt had. De veroordeelde wendde zich tot den koningen deze wilde de steuden gelasten hun vonnis in te trekkendoch toen zij in het breed bewezen hadden dat zij zulk eene leer niet konden dulden, en met de afzetting overeenkomstig hunne previligien gehandeld hadden schreef de oude Frits terug indien mijne onderdanen van Yalengin volstrekt voor eeuwig verdoemd willen zijn, zoo mag ik zulks wel graag lijden." CniXESCME G St Cf ST. Misleid uw hart niet in het geheim uwer woning. Yergeet uwen wrok. Behandel geene dwalingen als misdaden. Voor den onwilligen is de vleugel eens sprinkhaans zwaar maar voor den gewilligen zijn duizend ponden ligt. Het volk is de wortel van den staat, zijn de wortels gezond dan bloeit de boom. Het leven is eene reis, en sterven een terugkcereu naar huis. Een ontevreden mensch is gelijk aan eene slang, die een olijfant zou willen inslokken. Die niet zorgen wil voor de toekomst zal spoedig zorg on dervinden voor het tegenwoordige. Een onwetend geneesheer is niet beter dan een moordenaar. Ouderdom is als een kaars in den wind. Een ongeletterd mensch. is als een ledige inktkoker keer hem ten onderste boven en er komt geen droppel inkt uit. De benificiare Erfgenamen van wijlen PIETER NANNINGS aan den Hoorn op Texelzijn voornemens op Maandag den 18 September 1843 ten 1 uur des namiddagsten overstaan van den Notaris Mr. WILLEM BOK, in het open baar te verkoopen Eene partij Meubelen, Huisraad en Inboedel, Klee deren Linnen en wat verder zal worden gepresen teerd alsmede na afloop daarvaneen HUIS en ERF, staande en gelegen aan den Hoornkadastrale sectie F No. 350. Op Dingsdag den 19 September 1843 des voormiddags ten 10 ure en volgende dagen zal aan den Burg op Texelten overstaan van den Notaris Mr. WILLEM BOK aldaar in het openbaar worden verkocht Eene groote partij Manufacturen alle courante ar tikelen zoo als die aldaarin eene nog heden ge dreven en gequiteerd wordende affaire voorhanden zijn. De ondergeteekende brengt ter kennis van het Publiek, dat 's morgens ten half zeven ure, de Vigilante zal gereed staanaan het' Logement het Heldersche Veerhuis aan de Helder ten einde de Passagiers kosteloosnaar de Barge te brengen. J. T. ZUR MüHLEN. Uitgegeven bij C. BAKKER Bz. te NicuwcDiep Gedrukt bij G. GILTJES te Hddcr

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1843 | | pagina 4