PTTBLISSSTSnEOOPin©. de spreker was te vroeg en toen Richard verscheen was hij verpligt de dierbare tirade nog eens te herhalen ende list mislukte. De gemeente die reeds den overweldiger verfoeide zweeg van verontwaardiging. De protector was te verre gegaan om terug te treden en dit lag ook niet in zijn karakter. Hij wierp den teerling. Zijn aanslag moest gelukken: hij bezat immers de magt en de vrees was zijn bondgenoot. Hij deed op den 25 Junij dooi den lordmajor de burgerij van Londen op het stadhuis te za- men komen, en gaf de leiding der zaak in handen van zijnen eersten vertrouweling den hertog van Buckingham. Deze deelde hier betzelfde mede wat Shaiv in de kerk had voor gedragen en sloot met de vraag of zij nu niet den hertog tot hunnen koning begeerden. Allen behielden een stilzwijgen ook nadat hij de vraag herhaald had en niemand roerde zich ofselioon de lordmajor door een beambte de zaak voor de derde maal deed herhalen. Hm riep Buckingham dit is eeue wonderlijke halstar- righeid zegt ten minste uw gevoelen mijne vriendon. Het geschiedt alleen uit goedheid jegens udat wij u vragen want de lords en het gemeentehuis hebben voldoende magt om eenen koning te kiezen. Ik wcnschte alleen van u uitdruk kelijk te hooien of gij den hertog vau Glocester tot uwen heer wilt hebben al ofte niet." De doodelijke stilte werd al leen afgebroken door eenige huurlingendie hunne mutzen in de hoogte wierpen en de kreet deden hooren: God behoed de koning Richard Ruckingham hield den uitroep voor den uitgedrukten wil der vergadering, en begaf zich den volgenden dag met eenige baronnen naar den protectoren bood liem een adres aan waarin hij verzocht werd, den troon van Engeland, die hem én door erfregt én door volkskeuze toekwam te bestijgen. Glocester huichelde verrassing stelde zich verlegen aan en verontrust. Hij betuigde plegtigdat hij geene eerzucht ge noeg had om de koninklijke majesteit voor zich begeerlijk of aantrekkelijk te achten. Bovendien hij had zijnen neeflief, waarom zou hij de kroon niet voor hem bewaren. Rucking ham lileef den huichelaar in de logen niets schuldig. Hij verzekerde Richarddat het Engelsche volk zich nimmer aan eenen bastaard zou onderwerpen. Nu kon de protector niet langer tegenstand bieden hij zeide zich zijns ondanks aan de noodzakelijk en het uitgedrukt verlangen des volks te moeten onderwerpen en liij werd gekroond als Richard de derde. Donkere wolken drukten op den Tower; maar de konin klijke knapen, die liet slot bewoonden, hadden weinig voor gevoel van het ouweder dat er uit zou losbarsten en hunne hoofden treffeu. JEduard had zich hartelijk verheugd toen zijn broeder bij hem kwam en de dagen gingen heen onder kinderlijk spel, en 'savonds baden zij voor moeder. De slot voogd Sir Rrakenhurij een edelman niet enkel van naam maar ook van hart gunde de ongelukkige kinderen die genoegens welke hun toestand veroorloofde althans hij verbitterde hun lot niet. Maar waar zij waren zij konden niet blijven bestaan naast den troon van Richard. Hel oogenblik was gekomen om zich van hen te ontdoen. Kort na zijne inhuldiging in de konin klijke waardigheid gaf hij Brakenburij in last de beide zo nen zijns broeders heimelijk te laten verwurgen. De brave slotvoogd wees dit van de hand hij wilde zich niet laten ge bruiken tot een moordenaar van twee onnoozele wichten}, van welke er een de wettige doch onwettig verstoolene koning van Engeland was. Hij deed Richard weten dat de volvoering van dit bevel met zijne eer en de uitspraak vau zijn geweten streed. Richard moest zich die weigering laten welgevallen want hij zou zich bloot gegeven hebben aan openbaarmaking, indien hij den man er toe gedrongen had. Doch dewijl er meer dan te »eel waren die zijne laaghartige ontwerpen ter dienst stonden kwam zijne list hem wederom te stade. Terwijl hij het rijk doortrok om de hulde der steden en baronnen te ontvangen, zond hij zijnen stalmeester, Sir Ja- koh Tijrrel van Warwic naar den Tower met schriftelijk es last aan Brakenburij om aan hem gedui-ende 24 uren de sleutels van het slot over te geven. Toen het nacht geworden was sloop Tijrrel met Forest een moordenaar van beroep en Righton zijnen rijknecht de slaapkamer binnen. De beide kinderen lagen in diepen slaap in elkanders armen. De beide booswichten naderden in stilte hunne sponde, Tijrrel bleef aan de deur wachten, en zij versmoorden de ongelukkigeu onder bedden en kussens. Toen de moord voltooid was vertoondeu zij de lijken aan hunnen aanvoerder en maakten een gat aan den voet van den trap wierpen er hunne slagtoffers in en een hoop steenen daar boven. Zoo triomfeerde Richard maar zijne misdaad bleef niet ongewroken. Buckingham stierf op een schavot. Richard verloor zijn eenigslen zoon, deu eenigen aan wien zijn hart gehecht was en twee jaren daarna kwam de hertog van Richmond op het tooneel als een wrekende engel en ont nam Richard én kroon én leven. BE ROZENRIBBER. Een zeker rozenridder met dorens en horens gedecoreerd lijdt aan bloed- en galbrakingen welke hij uitwerpt tegen een edel huis dat liij vroeger kruipend en pluimstrijkend naderde. Ridderlijke veranderingMisschien is do man door het Schiedammer magnetismus clairvoyant geworden. Men is voornemens op Vrijdag den 15 December 1843 des avonds ten 8 ure in het Heeren Logement aan het Nieuwediepin het openbaar te verkoopen lo. Een HUIS en ERVE waarin een Lakenwinkel en de Kleedermakers-affaire is uitgeoefend geworden staande en gelegen aan de Noordzijde van 's Rijks Werf te Willemsoord aan het NieuwediepGe meente Helder in het derde blok K No. 42 v belend ten Oosten den Heer J. C. Facée en ten Westen den Heer D. Koornop den kadastralen legger bekend onder sectie ANo. 3663 groot 92 ellen. Behoorende aan C. A. Mertens. 2°. Een HUIS en ERVEstaande en gelegen aan de Zuidzijde van het Kanaalvan vereeniging tusschen den Helder en het Nieuwediepthans nog onge- nommerd en op den kadastralen legger bekend on der sectie A No. 2868 ter grootte van 1 roede 39 ellen; belend M. Koorn ten Oosten en Tjalliny Griek ten Westen. Behoorende aan H. G. Zeelenherg 3o. Een PAK- of MARKTSCHUIT groot zes-en-twintig tonnen met deszelfs toebehooren en zoodanig de zelve is bevaren geweest door Schipper M. Schraa r en thans is liggende in het Heldtrsche Kanaal nabij den Houtzaagmolen. De verkoopsvoorwaarden en de bewijzen van eigendom zullen vier dagen voor den verkoopter lezing liggen ten Kantore van den Notaris P. A. BE ETS aan het Nieuwe diep, bij wien inmiddels nadere informatien te bekomen zijn. Uitgegeven bij C. BAKKER Bz. te NieuweDicp Gedrukt bij G. GILTJES te Helder*

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1843 | | pagina 4