«eslolen schijnt ongunstig op haar gestel gewerkt te hebben, «reu als de dwang der omstandigheden die met haren inner lijke 11 toestand niet overeen kwamen, haar iigchainelijk lyde.i berokkende. De dag van haren bruiloft was die waarop haar zeer vereer de sliftjirodiker T. to Oberstenleld begi aven werd. Opzijn graf werd het haar op eenmaal licht en heider en ten iiooger leven ging in haar binnenste op. Op den 13 Febr. 1822 droomde zij dat zij gereed was zich ten bedde te begeven maar daarin lag bereids liet lijk van haren dierbaren afgestorvene. Dewijl zij overluid sprak, maakte haar echtgenoot haar wakker en nu viel zij den volgenden morgen in eene koorts die 14 dagen lang aanmeld eu intt onderscheidene toevallen gepaard ging. liaar gevoels-leveu was nu tot die hoogte opgevoerd dal zij op deu versteii alslaud alles voelde eu hooide; voor inetaai-iuvloed was zij nu zoo ontvankelijk, dat zij iederen spijker in de muur pijnlijk voel de; licht kon zij in 'Igelieei niet ineer verdragen. Omtrent dezen tijd voelde zij dal zij zeven dagen achtereen iederen avond om zeven uur eeiieii steculs door liaar gezie- neii, geest magnetiseerde, in welken zij hare grootmoedei Her kende. Door dit geesl-magnetiseren iu diepen slaap gevallen verklaarde zij, dal zij alleen door middel van magnetiseren te behouden was. Dien ten gevolge weid zij in Juuy 1824 aan eene geregelde magnetische behandeling onderworpen. ]N u ge tuigden haar voorspellen en vooruitzien in glas-kristal-spiegels van haar opgewekt innerlijk leven. Zoo zug zij b. v. in een glas met water dal op talel stond personen die eerst een half uur daarna het vertrek binnen traden. Evenwel werkte deze behandeling zoo weldadig op haai'dat zij hare gewone bezigheden weder koude verrigten en eindelijk steutits om de zeven weken in een maguctisciieu toestand veiviel. Maar toen zij oji den 28 Deo. wederom beviel, waarbij zij door de kunst moest worden bijgestaan keerde hare vorige toestand met toegenomene heiligheid teiug. De slaap begaf haar, zij bragl den nacht in tranen dooi eu verging als sneeuw v.oor de zon. Zoo dikwijls ecu liarer vrieiideu die meestal bij haar was, haar met den vinger tiet vooruould raakte zeide lij telkens tot dr. Kerner een spreuk welke op iieiu eu zij nen zielstoestand toepassel ij k was. Men kwam nu oj> deu invaldal deze ziekte door eeueii de- tnonischeu invloed zou zijn verooizaakt, weshalve men tol ze keren met roem bekenden duivelsiiauner de loevlugi nam. Deze man begon met de lijderes eeueu groenen poe ei toe te zenden na welks gebruik zij eerst in eene zekere razernij cn daarna in slaap verviel in welke zy eene taal sprak die niemand verstond en die zij haar binnenste noemde. Een amulet, dat de duivelbanner haar gegeven hadverkoos mei bij haar te blijven, maar bewoog zien en liep over hare borst, en bet dek lot dal men bet op den grond opving. Deze be handeling verwoestte haar zennwgesiel ui den grond en uien zocht nu hulp bij deu lieer Justinus Kerner te Weinsberg die haar van nu af in geneeskundige behandeling nam. Kerner die het gevoelen van het algemeen aangaande deze vrouw deelde gaf den raad oin haar aan den inagnetisclieu toestand te ontrekkeu, eu haar zuiver met geneeskundige mid delen te behandelen. Die overtuiging deelde ook dr. Off, en zij handelden dien overeenkomstig. Hel oogmerk werd echter niet bereikt. De lijderes werd van dag tot dag erger, zoo dat de dood haar «ene weldaad zoude geweest zijn. Hare bloed verwanten waren ten einde raad en bragleu tiaar op goed ge luk af, tegen den wil van deu geneesheer aan naar Weins berg waar zij op den 25 iNuv. 1826 doodsbleek eu ten eene- male uitgeteerd aankwam. Dr. Kerner verklaarde haar nu dat hij op al wat zij in den slaap sprak geen acht zoude slaan; want dat haar som- naubule toestand moest ophouden. Hij behandelde haar ho- moopalisch, doch was weldra genoodzaakt lot het magnetisuius zijne toevlugt te nemen. De loedragt eu het beloop dier be- handeling heeft Kerner iu een wei k dat te Stutl gait iu 1832 in het licht is verschenen medegedeeld. I Het ontbrak der lyderesse in den toestand waarin zij nu geplaatst was, aan organische krachten. Zij leefde zoo als zij, zelve zeide, slechts van licht- eu zeuuwgeesteii van anderen. Kunstmatige vorming bezat zij niet; de Hijbei eu bet Gezang boek waren haar eenig leer- en huisboek geweest. Zg was onberispelijk geweest van gedrag, vroom zonder de iijne te verlooneu. Mineralieu deden een bijzondere werking op haar gestel onder de toonen dedeu de moltoonen liaar aangenaam aan; wa ter maakte haar duizelig; vele vruchten brugteu hare zenuwen in beweging. Het zonnelicht veroorzaakte baar steeds hoofd pijn. Bij een onweder voelde zij den bliksem altoos vroeger dan andere die zagen eu wei in het onderlijf. Uit de lucht betuigde zij ontving zij ecu levenbrengend beginsel; daarom moest ook zoo bij dag als nacht ja zelfs bij de strengste koude, een venster open blijven. Ook beweerde zij dat er in de lucht een stof was waarvan zich de geesten bedienen om zich boor- en zigtbaar te maken. Yaudaar dat zij hoe iiooger zij kwain, des te meer magnetisch wierd, op de tweede verdieping meer duu beneden op bergen meer dan in het dal. Zoo dikwijls zi) met haren zienderblik in het regter oog van een meusch zag bemerkte zij achter haar daar in afgespie geld beeld nog een ander, dat noch op tiaar noch op de per soon die zij aanschouwde geleek. Zij hield dit voor d« af beelding van deu iuuerlij keu ineuscli die liet ligchaam be woonde dat zij aanschouwde. Iu hel regter oog der dieren ontwaarde zij een blaauw vlammetje; voor de ziekte van an deren was zij zoo gevoelig dat zij bij de nadering van eeuen zieke, bijzonder nadat zij er in aanraking mede gekomen was, in dezelfde ligchaamsdeeleu hetzelfde ondervoud wat de kranke leed zoo als zij dan ook aanstond den lijder wist te zeggen wat eu waar hij leed. (Hel vervolg hierna.) V E II 'ff «S O i.i 1 CE Hoe velen hebben niet naar pet, of pen of bril gezocht, die zij leeds op bet hoofd, achter het oor of op deu neus hadden. Zou er wel een geleerde zijn, die niet wel eens den inktkoker in plaats van deu zandkoker over zijn sciiiifl' uitgoot. Lessing wilde eens de getrouwheid zijner bedienden toetsen en leidc zijn geld op tafel; hij verleide dit aan zijn vriend, maar toen deze hem vroeg, hoeveel hij had neergelegd, moest tiij bekennen dat hij daar niet aan gedacht had, (Jasavbonus werd door zijn kneciil gewaarschuwd, dat er brand was, ga dit aan mijn vrouw zeggen, antwoordde de wijze man die moet voor het huishouden zorgen." Zekere Biit, wien zijn eigene lieden de pistool op de borst iiaddeii gezet, eu hein zijn beurs outuomtn zeide tot zijne vrienden, die hem naar de bijzonderheden van dit ongeval ondervroegen vraagt daar mijne bedienden naar, die waren er bij." De kapelmeester Benda die zijn piano stemde, ging naar een ander vei trek om te hooi en hoe welluidend hij klonk in de vei te. Zoo verscheen bij eens iu btt vorstelijk paleis met een waschkoin iu de hand, dien hij voor zijn uoteuboek hield, eu met zijn kleederschuijer ouder den arm in plaats chapean bas. Wie kent niet den braven veel wetenden eu veel gesehre- ven hebbenden hooglceraardie bezig mat eijereu te koo- keu zijn hoiologie in de ketel had gedaan eu op een ei zat Ie turen boe lang bel koken moest. Dezelfde man kwam eens met geestdrilt v.ni zekere plaats in de kamer van «en tlieegezelscliap waar iu hij deelde eu prees een werk dat hij van deu schoorsteenmantel had medegenomen. Hij haalde het voor deu dag om de fraaije passages, die hem getroffen had den voor tc lezen maar toen hij liet ui' de borst trok was hel de deksel; hij had liet boek iu deszelfs plaats laten vallen Zeker majoor werd afgezonden om een armen soldaat par don te biengen. Hij sliep zoo lang, tot dat liet gedruisch vau de geregtsoefcuing hein wakker maakte. Wat is dit voor eeu ieveu" vroeg hij er wordt een opgehangen, antwoordde de kas-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1844 | | pagina 3