den inlegger een prijs trekt."
«Dit kan ten hoogst genomen, van da eerste winst gelden,
dupliceerde de beklaagde bankier bij gevolg van do winst
der eerste 50 dukaten. Reeds bij de tweede maal behoorde
eene nieuwe handeling van inzetten. Leefde de generaal zoo
gold het staanlaten van het geld daar voorhij had zijnen
wil om de honderd dukaten to plaatsen door het gewonnen
geld niet tot zich te nemen verklaard. Indien hij center dood
was ja zelfs indien hij slechts sliep dat ik niet koude we
ten daar zijne oogen open stonden, zou het geld staan zonder
zijnen wilen het gaf geen spel."
«Hoe!" tripliceerde de eischer «bewijs, dat hij dood was
of sliep gij hebt hem voor levend en wakend geliouden tot
den achtsten trek."
Dat deed ik ook. Eerst na de achtste winst vond men
liem dood."
«Gij hebt nu te bewijzen, dat hij vroeger en wanneer hij
is gestorven."
Inderdaad scheen hier alles van de vraag af te hangen na
welke winst de man was ingeslapen of gestorvenwant de
later genoemde sommen waren niet uitgezet. Tot juridieke
zekerheid daaromtrent kon men niet gei aken, en voorderegt-
bank geldige vermoedens lieten zich niet vaststellen noch ten
aanzien van de wijze waarop de generaal bij zijn leven plag
Ie spelen; wel kon men in allen gevalle zeer goed aanloonen,
dat hij nooit zooveel had uitgezetals hier reeds na de vijfde
winst op het zwarte vak gestaan had maar hij had ook nooit
zoo veel gewonnenals hier de vierde trek bedroeg en in
een spel waar men gaarne op het staan der kleuren (pp de
zoogenaamde serie) bouwt, eene groote som vau pas gewonnen
geld nog eenmaal te wagen daartoe was hij zekerlijk wel de
man geweest.
Maar hoe hielden zioh nu de regters in deze zaak? zeker
zeiden zij is de omstandigheid, dat de generaal geleefd
heeft cu wakker is geweest, terwijl hij de eerste couehe zette,
en dat derzelver gewonue waarde op zijne erfgenamen is ge
vallen heeft de beklaagde zelf moeten toestaan. Indien het
evenwel onzeker is, of dit ook 11a deu eersten, tweeden,
derden vierden vijfden zesden en zevenden over winst of
verlies beslissende trek het geval geweest zij zoo is deze on
zekerheid noch den afgestorvenen noch zijnen erfgenaam
maar enkel en alleen den beklaagde te wijten want 11a iede-
ren trek had hij even zoo goed als hij dit 11a den achtsten
gedaan heeft die onzekerheid kunnen opheffen. Daarentegen
komt het ook niet iu aanmerking dat het bij dit spel ge
bruikelijk is, het staan gebleven geld als weder ingezet te
beschouwen en te behandelen. Dit gebruik loopt wanneer
de bezette kleur omslaat (intermitteerl) in het voordeel van
den bankier uit en indien hij daarbij bloot vooruitzet wat
hij door eene eenvoudige vraag met zekerheid zetten konde
namentlijk: of de winner winst en inzet verder op het spel
wil zeiten, zoo doet hij dit billijkerwijze ook op zijn risico in
geval van het staan der bezette kleur. Derhalve is de be
klaagde verpligt aan den klager de in regten gevorderde som
12,750 dukaten nevens de intressen te betalen.
DE TELEURGESTELDE MECENAS.
Zeker iemand ging gaarne voor een beschermer van de
schoone kuuslen doordoch had er niets anders voor over
dan een kop thee waarop hij kunstenaars onthaalde waarbij
hij dan niet verzuimde de aanzienlijkste zijner stadgenooteu
te verzoeken 0111 zijnen luister en verdiensten als Menccas ten
toon te spreiden.
Eens zocht hij spoedig eenen beroemden violist op die zoo
even in de stad was aangekomen. Onze Mecenas was vol
geestdrift, en besloot zijn bezoek als naar gewoonte met eene
nitnoodiging op de thee. De kunstenaar durfde, uit vreeze
van onbeleefd te schijnenniet weigeren, en bij het scheiden,
Duisterde de gastheer hein iu 't oor«niet waar gij brengt
immers uwe viool mede?" «Mijn viool drinkt geen tlice"
antwoordde de kunstenaar droog weg.
De historiën betuigen dat iedere natie oene bijzondere ma
nier heeft om do droel'enissou te verminderen de Duitschers
met drinken de Frauschen met zingen de Spanjaarden met
weeneu en de Ilalianers met slapen.
Paus Hadrianus gevraagd zijnde, wat straf hij zijne groot
ste vijand wel zoude toewenschen, antwoordde: ik zoude mijn
groots te 11 vijand niet meer kwaads toewenschen dan dat hij
paus mogt worden.
Prinsen en koningen zegt do filozoof Demooritus achten
den huisman zalig te zijn. Do huisman daarentegen wenscht
om grootheid en om koning te wezen. De officier prijst den
ambachtsman als die buiten gevaar is. Eu de ambachtsman
houdt de anderen wederom voor veel welvarender dan hij
is.
Keizer Trajanus zegt: God doet nimmermeer strenger straf-
fiugen dan aan die gene die kwalijk handeien met de
kleinen.
T.
Cl b 11 c y t c ti f i c 11.
Heden beviel voorspoedig van eenen welgeschapen
ZOON H. COSTER, Echtgenoot van
P. BOLL.
Helder, 8 Mei 1844.
Heden beviel vrij voorspoedig van eene welgescha
pene DOCHTER E. M. NOË, huisvrouw van
B. K. de BREUK.
Haarlem 7 Mei 1844.
Eenige Kennisgeving.
Heden overleed, tot onze biltere droefheid, zeer onverwachts
onze jongste DOCHTER AAGJE, oud ruim 7 jaren.
A. GROENEYELD,
Helder9 Mei 1844. AATJE DEELDER.
Eenige Kennisgeving
Een ieder wordt gewaarschuwdom geen
Crediet te verleenenof geld of goederen
af te geven aan ARON JACOB de JONGH., zonder
voorkennis van den ondergeteekenden. Zullende er
geen betaling voor hem gedaan worden.
Helder, 10 Mei 1844.
J. A. de JONGH.
UIT ®E 51A Ni 1» TE
Een :s rat Tsr^ jê&s.. iMm. "BIB
bij H. de VRIESin de Langestraat aan de Helder.
natT1 j net s
Een WINKELHUIS aan het Nieuwe Diep
bewoond geweest door den kleermaker C. A. Mer-
.iLa.-u.-ü". tens, te bevragen ten kantore van den Notaris P.
A. B E E T S aldaar.
Uitgegeven bij G. BAKKER Bz. te NicuwcDicp.
Gedrukt bij G. GILTJES te Helder