PUBLIEKE YERKOOPING. zucht; do herinnering aan deze treurige gebeurtenis verbittert mijne dagen en des nachts verschijnt mij de arme Cameron met de doodelijke wonde in zijne borst steeds voor mijne spon de in mijnen droom." Zwijgend en in gedachten verzonkengingen wij naast el kander voorttot wij aan de sloep kwamen die op den Ka- tein wachtte. Hier wilde ik afscheid van hem nemen doch de Kapitein noodigde mij uit, met hem aan boord van den Planter (de naam van het schip) te gaan. Daar het den ge- heelen dag zwaar geregend had en gansche wolken van mos- kitos in de lucht zwierven, nam ik den voorslag van den wak keren zeeman tot wien ik mij reeds hartelijk genegen ge voelde gretig en met blijdschap aan, steeg met hem in de sloep en bevond mij binnen weinige minuten aan boord van zijn schip. Midderwijl was het mooi laat geworden, of liever reeds vroeg in den morgen want de klok had even twee uren geslagen ik wierp mij in eene hangmat en viel ras in een' diepen slaap. Later op den morgen werd ik door een matroos met het berigt gewekt, dat het ontbijt opgedragen was; dan een hevige hoofd pijn een gevolg van het veel wijn drinken veroorloofde mij niet mij aan tafel te begeven. De Kapitein verzocht mij den dag over aan boord te blijven, waar de frissche zeelucht mijne ongesteldheid spoedig zoude verdrijven; ik had juist thans geene dringende bezigheden in de stad en ik nam alzoo ook dezen zijnen voorslag aan. Daar de Planter reeds volkomen geladen was had de Ka pitein ook niet veel meer te doen en wij bragten dus den geheelen voormiddag met praten door. Stewart was een zeer beminnelijk man en ofschoon hij ook somwijlen zonderlinge denkbeelden voordroeg hadden zij ten minste toch de ver dienste van oorspronkelijkheid. "YYie komt dan toeh daar in die ligte kaan naar ons toe- gezwommen riep de Kapitein plotseling uitterwijl hij door zijn verrekijker zag: »zoo waar mij God lielpe, het is Kapitein PPilthorpe." Wie is deze man?"Een Officier in dienst der Kolumbiaansche Republik en een waardig vriend van onzen kampvechter; men zegt van hem, dat hij eens een Of ficier der Republiek met een in vier deelen versnedenen kogel gedood heeft; het oogmerk van zijn bezoek is mij raadselachtig." De kaan was thans aan boord genaderd toen de man, dien zij overgedragen had vroeg of Kapitein Stewart zich scheep bevond en op het toestemmend antwoord snel de ladder op steeg. PPilthorpewant deze was het, was een jong man met een tamelijk verwijfd gelaathetgeen hij door een grooten bakkebaard en een' niet minder beduidenden snorbaard zocht te verbergen hij wierp het hoofd achterover en zocht zich een krijgshaftig aanzien te geven; men had liem voor een gemeen soldaat, in het gewaad van een officier, kunnen houden. »Heb ik de eer, den Kapitein Stewart voor mij te zien?" vroeg PPilthorpe terwijl hij naar ons toetrad. Ja mijn heer!" was het antwoord van den Kapitein met eene ligte buiging. »In dit geval weusch ik eenige woorden met u afzonderlijk te spreken:" hernam PPilthorpe. Ik weet niet," zeide daarop Stewartwelk geheim er tusschen ons beiden bestaan kan dat deze heer ook niet zoude mogen weten." »Mag ik vra gen heer Kapitein vervolgde PP'ilthorpe op mij wijzende »of deze heer daar uw vriend is?" het laatste woord sprak hij met bij zonderen nadruk uit. «Deze heer hier heeft met u in het geheel niets te maken zeg mij alzoo kort af, wat gij bij mij te doen hebt." Op deze woorden wierp PPilthorpe het hoofd nog meer achterover trok de kin in den das nam eene ernstige houding aan haalde langzaam eene brieventasch voor den dagen reikte den Kapitein een briefje over met do woorden: «heb de goed heid mijnheer, dit te lezen." Stewart las de woorden: Be overbrenger dezes Kapitein Wilthorpe mijn vriendis met de zaak van eer tusschen mij en den Kapitein Stewart be last." Henri d'Eyville. (Pervolg hierna,) FONKEN tot VERWARMING van Geest en Hart: 1. Onder alle de regeringsvormen heeft liet oude wijven regiment, den meeslen duur; want men ontdekt het in de ge- liecle wereldgeschiedenis en is thans eerder in het toe dan afnemen. 2. Tegenwoordig heet het vaderlandsliefde wanneer het zuur verdiende geld opgebragt wordtom de misslagen van staats ministers ie dekken. Gelukkig dat dit geloof bij de betaleu- den niet lieerschlen alleen in de nieuwspapieren door hun en de haren geschreven wordt. 3. Men kan er niet voor dat er domme mensclien geboren worden doch dat mensclien dom geboren worden is een ge brek hetwelk men verhelpen kan. 4. Tegenwoordig beroemen zich de meesten partijloos te zijn en zulks op dezen eenige grond dat zij alleen partij voor zich zelvcu ncineu. 5. Onder den hersenpan van den mensch ziet het er dik wijls uit als in het huishouden van een student. Alles ligt bont door elkander boeken en theorie pijpekoppen en wijs gerige beginselen, dolken en strijd met zijne gedachten, stijve rijdlaarseu en eenzijdigheid betaalde rekeningen en vrome voornemens,somtijds redt evenwel eene teedere hand de be- standdeelcn van den woesten Chaos met wijsheid en zorgvul digheid op en brengt ze in order. Het is de hand der maagd welke men wederliefde toedraagt. 6. Hij die den ondcugenden zoon van eenen vader doodt wordt gehangen en hij die de eenige dochter van den vader onteert is Interessant. 7. Yele onzer wijsgeeren of waereldwijzenzijn lieden welke ons de wereld niet wijzen zoo zij is maar zich de za ken en gevolgen eerst voorstellen als zij niet zijn om langs de geleerdste omwegen tot groote vreugde en bewondering van velen eindelijk te bewijzen, wat nooit bestondnog worden zal. 8. Men examineert veel en wordt veel geexamineerd. Men weet veel en zal veel weten doch niet juist wat men met dit welen doen zal. (Pr. Fr. Cr.) Slbttjcrttintiën. Men is van meening om op Maandag den 29 Julij 1844y des morgens ten 10 uren, ten huize van Hendrik Bur gers staande aan het Marktplein aan den Helderdoor het Ministerie van den Notaris J. SCHOON, publiek te Yerkoopen Drie KALFKOEIJEN. Een KALFYAARS. Twee SCHAPEN. Een ROEREWAGEN. Een BAK- en WATERKAR. Boeren- en Sloopersgereedschapen eenige Palen en Brandhout. Voorts: Goed geconserveerde BEDDEN met derzelver toebehooren, een Gladhouten KABINET een CYLINDER-BUREAUeen VRIESCHE KLOKTAFELSSTOELENSPIEGELS SCHILDERIJEN KOPER- TIN- en GLASWERK en hetgeen verder te koop zal worden aangeboden. Alles toebehoorende aan Jan Klein te Huisduinen. Het Vee en de te verkoopen Goederen zullen des mor gens voor den aanvang der Verkooping voor elk te zien zijn. Uitgegeven bij C. BAKKER Bz. te NieuweDicv. Gedrukt bij G. GILTJES Helder.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1844 | | pagina 4