PUBLIEKE TEPiKOOPING. PITBLIEZE VEHZOOPXÏTOr ij reed» 60 spelden uit 'tligchaara gesneden. De heer Dijkmeaslerregt eischendo tegen vreemde dingenis van oordeeldat de vrees weldadig is voor de perswaarom niet de galei FEUIEEETO IV. DE POMMERSCHE BOER. De volgende anecdole zal men te vergeefs onder de tallooze menigte dergenen zoeken die onder de regering van den gioo- ten Prederik zich zonden hebben toegedragen; zij leeft nog slechts in den mond van oude landlieden wier •pteekening men dan ook daaraan dauk wijt evenwel met weglating des plat Duitsch-Pommerschen tongvals, welke bovendien den min sten lezers verstaanbaar zonde zijn. De hoofdhandel der landlieden in de meeste oorden van be- ncden-Pommeren bestaat in den verkoop van gerookt varkens- vleesch en ganzen, welke in groote hoeveelheid naar de hoofd stad of naar de naastbijgelegene zeesteden verzonden worden. Nog in de laatste levensjaren des grooten Kouings veroorloofden zich de edellieden in beneden-Pommeren als een overblijfsel van de bestaande en langzamerhand afgeschafte lijfeigenschap om liunne boeren ligchamelijk te laten tuchtigen. Zulk een gedrag had waarlijk niet ter kennis van de hooge regering moeten komen doch waar geen aanklager isis ook geen regterdo boeren, aan dezelfde behandeling nog gewoon, zwegen, tot eindelijk deze harbaarsche gewoonte door bepaalde wetten werd afgeschaft. In een dorp in de omstreken van Treptow aan de Rega grensde de hof van een boer met den tuin eens edclmaus on middelbaar aan elkander de onachtzame tuinier liet de tuin deur open staan, en zoo geschiedde het dan, dat een bij uitstek groot zwijn van tien boer den tuin bezocht, en onder de plan ten en ««wassen eene vreesselijke verwoesting aanrigtte. De in toorn ontstoken heer liet dadelijk den boer halen en in weerwil dat de arme duivel bad dat de tuinier in het vervolg de tuindeur zou sluiten, dat een varken een redeloos dier was, dat hij het niot met een' ketting kon rondleiden; niets mogt helpen kern werden zonder verdere omstandigheden vijftig stokslagen toegeteld. «Komt uw beest,» riep de woedende edelman hem na, «nog eens in mijn' tuin dan schiet ik het dood, en geef hel mijne knechts ten geschenke.» Met dit bescheid kon de boer heen gaan. Doch de tuindenr werd even als te voren zelden gesloten en zoo geschiedde het dan dat het varken van den boer nog maals eens zijne gewone wandeling deed om zich in het mijn- graven te oefenen. De edelman stond juist aan het venster; schielijk greep hij een goweer van den wand gaf vuur. het varken viel dood ter aarde en werd onmiddelijk aan de ge zamenlijke knechts ten geschenke gegeven. Die slag trof den armea boer harder dan vroeger de vijftig slagen op den rug. Een groot gedeelte van zijn jaarlijksch inkom;n bestond in dit varken hein was een hemeltergend onregt geschied, daarvan was hij overtuigd doch om een pro ces te beginnen den jonker bij de regering aan te klagen daartoe wist hij behoort geld en tijd. Geld had liij niet en de tijd naderde waarop hij van het gekochte varken den im post moest betalenhij wist verder van hooren zeggen dat lieden, in benarde omstandigheden zich bevindende zich-zelven aan den Koning hadden gewend dat zulks echter schriftelijk moest geschieden, wist hij ook; doch schrijven kon de arme duivel niet, wat was hierin te doen? Hij kocht een vel pa pier en ging daarmede naar den Pastoor van zijn dorp. De Boer. Goede morgen, heer Pastoor! gij zult reeds mijne gesch'edenis weten van wegens de stokslagen en het varken hier is papier gij hebt immers gestudeerd maak mij eens een Plique. (hij wilde vermoedelijk zeggen: Supplique.) Pastoor. Mijn vriend! ik ben geen regtsgeleerde maar wel een godgeleerde; ik kan zoo iets niet maken: en vrat wildet gij dan eigenlijk met dal ding aanvangen? Boer. ik ga daarmede naar den Koning, die moet mij hel pen en, wanneer gij mij geen Plique kunt maken, geef uijj dan maar pen en inkt dan maak ik er zelf een. Pastoar. Doch gij kunt immers niet schrijven zoo veel ik weet. B oer. Dat deet niets afgeef maar hier de Koning zal wel begrijpen wat ik meen. De Pastoor haalde nu pen en inkt; de boer zette zich neder en teekende op het papier twee vierhoeken. ü«t zijn de tuinen;» zeide hij teekeneud eeu rand gat, «dat is de dein, die de slungel zou hebben laten toemaken thans teekeude hij een figuur op den grond liggende, «dat is mijn varken ouderriglte hij den Pastoor, «en die hier,» onderwijl hij eene figuur met een geweer er op kladde waar de rook van uit ging die hier is de edelman ziet gij heer Pastoor dat is een Pliquezoo als gij er een zoudt gemaakt hebben!» «Ik dank u wel mijn vriend,» vervolgde de ouderrigtte Pastoor, «ik heb het goed begrepen de boer giugoniniJdciijk naar huis. Dadelijk trok hij zijn zondagsrok aan. Eene korf met een voorraad brood en een vaatje gezouten boter werd omgenangen een duchtige hagedooruslok volmaakte de reisekwiepaadje van den eerlijken boer die thans zoo uitgerust met weinige gros- scheu in den zak doch inet groot vertrouwen in het hart op de genade zijns Kouings de reis over de dertig mijlen naar Potsdam aanvaardde. QtbujerténHjê». BEHANGSEL PAPIER van Inlandsch Fabriek 15 Gents de Rol en hooger Fransch van 30 Ceuts de Rol en hco- ger gestatineerde van 55 Gents en hooger Fijn geslepen WIJNGLAZEN 15 Cents, LIKEURGLAZEN 12i Cents, PUNSGHGLAZEN 16 a 20 Cents per stuk goede TAFEL MESSEN per dozijn ƒ1.STALEN VORKEN 6, 7 en 8 Cents per stuk. G. STEïLBERGaan den Helder. Op Dingsdag den 10 Maart o. k. in het Verkoophuis op de Laan te Heldeu van een partij HUISRAAD en INBOE DEL Porselein Glas en Aardewerk Galanterien en Kra- merijen Borstelwerk alsBoendersBezemsStoffers LuiwagensKwasten enz.benevens eenige Boeren gereed schappen en een partij Behangsel papier. Zegt het voort. Door den Boekhandelaar Jb. THIEte Helderzal op Donderdag den 12 Maart e. k. dei avonds ton 7 uren, in het Lokaal Tivoliten overslaan van een daartoe bevoegd beambte publiek worden verkocht. Esne zeer belangrijke verzameling van meer dan vier honderd BOEKWERKEN in verschillende talen en vakken waaronder vele der beroemdste schrijvers. Zegt het voort. Uitgegeven bij C. BAKKER Bi te KieuwtDitf. Gedrpkt bij G. GILTJES te Beidt?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1846 | | pagina 4