OP DE ZUIDERZEE
b v c v t e n t i n.
werdmaar aangezien men de helft ran de zelfvoldoening
ontbeert, welke aau liet bezit van rijkdommen verknocht is,
wanneer men ei niet ouder de oogen zijner landgenooteu mede
kan pralen vooral wanneer die laiulgenooten ons in een'
staat van ramrspoed en ellende hebben gekend en versmaad
zoo verlangde ook de Zweed niets vuriger, dan zijn vaderland,
al ware het slechts voor een' korten tijd, weder te mogen zien
ten einde zijnen landgenooteu smaad voor smaad en trols voor
trots te kunnen teruggeven, Dikwerf had hij zijn' begunstiger
gesmeekt, zijne genade-verkiijging bij den koning van Zweden
te bewerken. Dikwijls had Augustus voorgenomen hiertoe
pogingen aau te wenden, maar nimmer was hem de gelegenheid
zoo schoon voorgekomen als thans. Hij begon dit onderwerp
aan te roeren maar niet zonder beschroomdheid.
Sire vergun mij ééne vraag. Uwe Majesteit herinnert zich
misschien nog wel den ongehikkigeu Farsirom
«Ja, ik herinner mij zeer goed dat die verrader op mijn
betel uit Zweden werd verdreven. Waarom die vraag mijn
heer de keurvorst?»
Farsirom is belasterd maar niet uiisdadij sire.»
«Dat zullen wij daarlaten. Ik houd er niet van, dat men
zich met mijne zaken bemoeije. Maar nog eens, waarom werpt
gij zoo eensklaps dien naam tusscheu ons onderhond
«Sire, ik wensebte Uwe Majesteit eena gelegenheid te geven
een blijk van goedertierenheid bij zoovele bewijzen van helden
moed te voegen.... Karei sloeg driftig met zijne vernielende
karwarts in een overheerlijk bloemperk, «Ik verzoek u om
genade voor Farsirom
«Mijnheer de keurvorst, onthoud wat ik u zeg. Wie mij om
genade komt vragen voor een' verraderbeschouw ik als
Geen woord meer hierover, als het u belieft. Ik vergeef u
dezen noodeloozen stap want hoewel ik ze niet bij ondervin
ding ken, besef ik zeer wel wat het is, gunstelingen te hebben.
Het zijn lastige snakeu niet waar? Wal kost u dien mail wel
jaarlijks; gemiddeld berekend?» Kareis gelaat was bij deze
spotachtige woorden weder eenigzins opgehelderd.
Augustus antwoordde niet. Hij was verlegen en wist niet
meer, wat te zeggen.
Toen hernam do koning plotseling.
«Broeder Augustus, ik heb u reeds te lang opgehouden,
en ik wil de mijnen niet in ongerustheid brengen. Ik dank u
voor nwe gulle gastvrije ontvangst; wanneer gij lust mogt krij
gen mij een tegenbezoek te geven, zijt gij altijd welkom....
Maar gij moot het voor lief nemen zoo als het is. Gewoon
lijk ben ik niet zoo goed gehuisvest als gij Vaarwel
Karei XII omarmde den keurvorst, steeg te paard eu rende
weg door zijne officieren gevolgd.
De keurvorst en het hof bleven liem nog lang nastaren. Hun
aller gelaat teekeude verbazing en besluiteloosheid.
En aldus liep dit bezoek af, hetwelk, gelijk Norberg
zegt, de na-wereld met èewondcring zoude vervullen,-en dat
ontegenzeggelijk verwondering verwekt.
Den volgenden dag riep de keurvorst een' builengewonen
geheimen raad bijeen.
De baron van Stralenheim om zijne geestigheid vermaard,
zeide biervan
Augustus beraadslaagt lieden over hetgeen hij gisteren had
moeten doen.» Hoe velen zijn hierin niet gelijk aan den keur
vorst van Saksen.
De ondergeleekende heeft de eer zijne geachte medeinge
zetenen te berigtendat hij door de aankoop van eene ma
chine in de gelegenheid is gesteldlot hel leveren van
zuiver bleekbruin en zoet machinaal ROGGEBROOD
en door het bezit van drie ovens in slaat is aan zijne aflairo
meerdere uitbreiding te geven overtuigd dat op deze ver
beterde eu vooral meer zuivere bereiding van het roggebrood
O oo
algenieenen prijs wordt gesteld zal hy zich levens door
eene goede en prompte bediening de gunst zijner plaatsge-
nooten, waarin hij zich minzaam aanbeveelt, trachten waar
dig te maken.
De wijze van bewerking door middel der machicne kan
door elk die er belang in stelt woulen bezigtigd.
Helder, 29 Maart 1846.
M. VROON.
DIACONEN der Gereformeerde Gemeente alhierbrengen
bij deze ter keimisse van alle de daarbij belanghebbenden
dat de prijzen in de door hun daargestelde verloting van
Kousen enz. getrokken zijn op de navolgende Ns. als
No. 2, 9, 16, 18, 21, 24, 26, 29, 30, 31, 32, 34,
37, 38, 46, 52, 53, 58, 59, 64, 65, 67, 69, 72,
88, 91, 93, 94, 95, 96, 98, 99, 100, 103, 104,
110, 119, 120, 121 en 122; terwijl zij door dezen ge-
bruikelijken weg de geëerde inschrijvers hunnen dank be
tuigen voor de welwillende medewerking ten deze betoond.
Helder, 28 Maart 1846.
Namens het Collegie Diaconen
J. de RING.
Verloren in den nacht van den 21sten op 22sten dezer
maandeen SLOEP {B reiner bouworde) deze Sloop is
zonder naam op dezeivede boven en buitengang groen
geschilderd binnen tot ep doften verders geharpuistde
waterlijn afgezet met eene witte rand en de bodem koolteer,
de masldof in de midden geknikt en nadbr gerepareerd.
Die dezelve gevonden heeft gelieve daarvan opgave te
doen ten Kantore van Gebr. ZURMUIILEN en TAYLOR
Scheepsagenten aan het Nieuwediep.
Waarschijnlijk zal dezelve onder Terschelling of het
Vlie zijn aangespoeld.
Heden ontvangen Fransche BEHANGSELPA-
PIEREN tegen 27j a 30 Cents de Rol en
hooger prijzen de rol lang 12 ellen.
Helder, 28 Maart 1846.
C. STEILBERG.
De ondergeleekende heeft de eer het geacht Publiek te
berigten dat hij alhier gearriveerd is met eene uitgezochte
partij gevelouteerde gesatineerde en andere BEHANGSEL
PAPIEREN alle soorten van KANTOOR en SCHRIJF-
BEHOEFTENS. Genoegzaam alhier bekend zijnde wegens
buitengewone goedkoope prijzen zoo acht hij alle aanprij
zing overbodig.
Helder, 28 Naart 1846.
NAPOLEON HIRSCH.
Uil gegeven bij C. BAKKER Bz te NieuwcDiep
Gedrukt bij G. GILTJES te Hcldtr