Eu ik bid u zie reis injaar uit jaar in tegen over zijne Trouw en kinderen tete a tete te zitten, er bekoort Jobs geduld toe om ket uit te kouden want koe spoedig is men uitgepraat en wee u als de kindereu nooit uitgepraat zijn. Dewijl er niet meer te Trijen valt waarbij men niet over malkaar maar naast elkander en als ik durfde zeggen nog wel wat digter en prettiger zit begint ket geeuwconceitdat geene pauze kent dan de nacht. Wilt gij een diner of souper in ceu der gelijk concert herscheppen plaatst ecbtgenootcu naast elkan der probalum est. Dus maar op reis; want de dagelijkscke toer van den Helder naar het Nieuwediep of omgekeerd geeft niet veel afleiding de huizen staan immer aau den kant van de straat en op de zelfde plaatseu de menscken van gisteren zult gij weder morgen ontmoeten. Reizen is een panacegij zult andere gezigteu aanschouwen gij zult eene andere lucht inademen, zelfs de hoofdpijn gaat er van over men vergeet zijn kuis en al wat er in tot ver stopping aanleiding geeft.Ik ken iemand, die naar Zwitser land en Italië op reis gaande ten einde niet gedwongen te worden ziek met huiselijke zaken te benioeijeu voor zijn ge- keele reis brieven schreef, gedateerd uit CoblenzBazel, Cka- mouni Rome en Napels en wat den inhoud betreftgevuld met de waarnemingen zijner voorgangers. Hij liet dezelve ach ter met uitnoodiging om ze achtervolgens op den aangewezen dag, waarop hij vermoedelijk aan het adres zou wezen, te openen en verzocht te gelijk dat men hom geene brieven zou nazendenten zij er iemand gestorven waredaar wat van te halen viel in welk geval hij terug zou kcereu om zijn erfportie in bezit to nemen. De ongelukkigste van allen is die de verveling -als gezel mede op reis neemt en die op maandag de reis begint kan in de pakschuit van schipper Goedkoop eene lange les nemen onder het zien uitpakken van broodtrommels onder het gedrens van lieve kleinen en het zwoegen van een koflijkan, die het treurig vermogen bezit van het vermoeden bij u op te wekken dat gij gedoemd zijt om eeuwig koflij te drinken, endat Goedkoop nooit aankomt. Die van deze les te veel profiteert komt slecht afen die zich verveelt ik noem hem een reizend lij k. Hij is het geld niet waard dat de reis kost die over dag in hel rij tuig of op de sofa's van den stoomboot slaapt en alleen aau den disclï en in de speelzaal wakker is. Wat dunkt u van dien Engelschman die op zekeren avond in zijn reisjournaal schreef «God dank! van daag heb ik niets gezien;" of van zijn land genoot die in een ellendige Duitsche stad gekomen den hos pes van zijn logement vroeg wat is er te zien en ten antwoord krijgende: «niemendal," hernam: «dan blijf ik hier een heele maand." Ik zou 11 u wel gaarne met u de vraag willen beantwoorden: waartoe gij moet op reis gaan Ik zou u dan kunnen zeggen hoeveel mensckenkennis gij kuntopdoen, wanneer gij menscheu eu steden bezoekt zoo als Herodotus; hoe veel pleisiergij kunt hebben en dit is toch wel het doel van eene pleisier reis wanneer gij rondzwerft als Ulijsses en hoe sentimenteel gij wordt, indien gij reist zoo als S'ternemaar ik mag, eene bijdrage leverende niet te lang op dit spreekgestoelte verwij len. Alleen daarom nog maar eenig antwoord op de grooto vraag van het voorjaar: waarheen Welzoo ver gij komen kunt. Dit doende zijt gij op de hoogte des tij (Is. Het multa eu niet het multum is het devies van de XIX eeuw. Snelheid en vooruitgaug zijn de kinderen des tijds. De zit zelf in de ruime en gemakkelijke barge naar Amsterdam duurt ons eene eeuw, en de tijd zal komen dat de spoortrein een slakkengang schijnt. Het zal misschien nog zoo verre in den spoed gebragl worden, dat men op de plaats zijner bestemming aanlandt voor dat men vertrekt. Het is echter een vraagstuk dat ik voor ditmaal niet be slissen zal of men enkel om de snelheid reizende veel ver schilt van het vrachtgoed dat in dozen of koffers besfoten is. 'Doch railleric a part, kunt gij reizen, trekt niet verder dan gij oogen en hart kunt open houden. Wij behoeren ons niet met stoom liet land te latca uitwerpen om wat schoons te zien en veel goeds te genieten. Utrechts fraaije dreven beko ren het oog. Wie is ooit te Zcijst of in de Drieberger besschen door verveling overvallen Welke verrnkkelijkc vergezigleu met kleurenpracht in duizenderlei schakeringen van graanvel den beemden en villa's bieden u de Darthauser eu de Tafel berg op de Greb aan. Zal ik de taferecleu van Couwenberg voor u ophangen en u langs de fluweeleu zoom der Ycluwe, dooi den Rijn als met een zilveren lint omslingerd, heenleiden? Gaat er zelve heen, beschouwt de heerlijkheden van den üooruweerth en den Duiio van het smaakvolle Sonsbeek van het statige Rozendaalhet stoute Beekhuizen en het ridderlijke Ridderoord. Zijl gij van dit genot verzadigd, stoom dan den Rijnstroom op verheug u op deu Godesberg en Drachenfels en begroet in uwe bedevaart der natuur deu grootrorst van Europa's stroomen in zijne wieg en bakermat. Gelukkig gij die tevreden eu zonder zelfverwijt weder thuis komt en dan in het winteravoudnur in den schoot uws »e- zins die tafereeleu in uwe huiskamer overbrengt. Maar, o jammerlijk maar! hoe velen van ons zullen van dit genot verstoken blijven, en toch reizen wij allen en deen een grooten togt. Wij gaan voorwaarts ook als wij slapen ook als wij achteruit gaan.-Wat doen wij op reis naar het betere of het slechtere land Wat zullen wij hebben mee te deeleu als wij komen in het vaderlijk huis? en die daar aan de deur afgewezen wordtis een vondeling der eeuwigheid. De grijze tijd speelt met ons schaakspel eu hij is een sterk spelerhij wint het altijd. Eerst neemt hij onze pionnen dat zijn onze zintuigen daarna rekent hij onze paarden in en weg is onze kracht. Tervolgens maakt hij onze raadshee- ren d. i. ons doorzigtprijs. De kasteelen die onze uitzigten eu plannen besloten volgen de rest. De koningin die ons verstand beschermde treedt mede als gevangene van het too- neel en eindelijk staat de koning, dat ligchaam, hetwelk wij zoo koesterden dat gebouw hetwelk wij zoolang tegen aan vallen beschermde schaakmat. Als het spel uit is is de reis ten einde; doch als wij het spel niet schandelijk maar met eere hebben verloren, zoodat wij alleen kunnen geacht worden de stukken kwijt te zijn geeft de Yader ons als wij thuis komen op den wereldzondag, de stukken torugeu de tijd speelt niet meer. übticrteitHctt. Heden beviel van eene welgeschapene DOCHTER T. ZUIJDERHOFF Echtgenoot van G. W. UHLENBECK. Helder, 10 April 1846. Eenige kennisgeving. De Commissie tot het daarstellen eener Werkinrigting voor ijverige behoefligen in deze Gemeente, onder de zinspreuk: Loon voor Werkbrengt ter kennisse van Heeren Intee- kenaren datdoor het niet tijdig inkomen van een aan zienlijk getal inschrijvingsbillettende algemeene Vergadering welke den 15 April zoude behooren plaats te hebben, is moeten worden uitgestelden alsnu bepaald wordt op Vrij dag den 15 Mei aanstaande, des avonds ten 7 uren, in het Lokaal Tivoli. Helder11 April 1846. Uit naam der Commissie voornoemd ZUSSEN. PTJBXalSZE TBRZOOPSMS- om Contant Geldaan den Helder op Dingsdag den 14den April 1846, des Middags ten 12 Ure, in het Lokaal Tivolivan eene partij van ongeveer 16 a 20 Lasten door Zeewater beschadigde TARWEgelost uit het Fransche Brikschip La SylphideKapt. J. BOUINvan Nantes gedestineerd naar Duinkerken liggende op den Zolder van een Pakhuis in de Koopvaardershaven aan het Nieutvediep, Zijnde op den Verkoopdag voor een ieder te zien. Uigegeven bij C. BAKKEll Bz te NieuweDiep Gedrukt bij G, GILTJES t$ Helder A

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1846 | | pagina 4