WEEKBLAD van den en het N°. 18. 1846. STAATKUNDIGE BESCHOUWINGEN, VERTOGEN enz. DE HEER E. baron van LIJNDEN VIERDE JMRGMC. l&EN HE f Dit Weekblad wordt eiken Maandag-morgen uitgegeven bij C. BAKKER Bz.te Nieuwe Diep. De prijs is 80 Cts. in de drie maanden en voor de buitensteden franco per post 90 cents. Men abonneert zich bij de Boekbandelaren en Postkan toren zijner woonplaats. M A A. X D A ADVERTENTIEN gelieve men ongezegelcl aan den Uitgever in te zendenuiterlijk Zaturdags des middags ten 12 ure de prijs van 1 tot 4 regels is 60 centen voor eiken regel meer 15 centen behalve 35 centen zegeiregt voor elke plaatsing. 4 MEI. (TJit de Uliss. Courant Aan den heer E. baron van Lijndenis bij besluit van Z. M. dcu koning een eervol ontslag verleend als controleur der di recte belastingen enz. te Zutphen ouder toekenning van pen sioen. De oorzaak van dit ongevraagd ontslag tnocl daarin worden gezoehtdat men redenen van ontevredenheid meende te hebben OTer ecne handelwijs van ZEDGeslr. betreffende de beschrijving der belasting der patenten te Zutphen. Teil einde alle verkeerde gevolgtrekkingciigen te voorkomen on alle on- partijdigen en vveldeukenden zelve te laten oordeclen, heeft de heer van Lijnden eene verantwoording van zijn gehouden gedrag uitgegeven vvelk werkje niet in den handel verkrijg baar is doch waarvan ons door eene vriendelijke hand een exemplaar is toegezonden. De inhoud van hetzelve heeft ons zoo getroffen het door ZEDGcstr. gehouden gedrag heeft ons met zulk een eerbied voor zijn persoon vervuld dat wij uiet kunnen nalaten, kortelijk den loop der zaken mede te deelen die tot gemeld ouslag hebben geleid. De heer van Lijnden had van den heer F. Beudt Inspec teur-Generaal der directe belastingen steeds vele grievende aanmerkingen te verduren over de geringe opbrengst zoowel der personele belasting als der patenten te Zutphen benevens dringend beïel om hierin zooveel mogelijk verandering Ie brengen. De heer van Lijnden hoewel de gegrondheid dier aanmerkingen niet kunnende erkennen voldeed aan het bevel van den heer Inspecteur-Generaal doch behandelde deze zaak welligt met te weinig fiscaliteit naar het oordeel van den heer Beudtten minste toen deze hem in Oct. 1844 te Zutphen be zocht werd den heer van Lijnden gelastde opbrengst der patenten te Zutphon over het dienstjaar 1845/6 met 30 pCt. te verhoogen met uitdrukkelijke bedreiging dat indien hieraan door hem niet werd voldaan een andere controleur in zijne plaats zoude worden gezonden. De heer van Lijnden gehoorzaamde hieraan in zooverre dat hij een gedeelte dier som niet de massa onder dc aanzien lijkste ingezetenen omsloeg zijnde dit laatste naar zijne mcc- ning in strijd met art. 6 der wet van 21 Mei 1819. Om zich zeiven echter ten aanzien van deze drukkende palentverhooging te reglvaardigen had hij op den Patentlegger der stad Zutphen eigenhandig de navolgende noot geplaatst Alle de hieronder volgende aanmerkingen door dezen ge- heelen legger met NB. getcekendzijn posten welke door den controleur verhoogd zijn niet uit overtuiging dat zij werkelijk te laag door de zetters zijn aangeslagen maar enkel of althans hoofdzakelijk omdat hem door den In specteur-Generaal Beudt op poene van verplaatsing monde ling gelast is, het patent-kohier van Zutphen dertig percent te verhoogen zijnde thans een gedeelte dier som over de gegoedste ingezetenen voor zoo ver dc wet zulks niet direct verhinderde omgeslagen." Eu dit is het, hetwelk hem het ongenoegen der adoiinislralio heelt op den hals gehaald. Zijne rcglschapene rondborstige ongeveinsde handelwijze, werd hein als misdaad aangerekend, hij werd ter verantwoording van dezelve opgeroepenen schoon hij zich meesterlijk van zijne taak kweet de aanmerkingen zijner aanvallers met grond wederlegdc werd hem geweigerd tui zijn verlof, hetwelk hij om zwakheid zijner oogeu aange vraagd en verkregen had te verlengen èn eveneens om zijne betrekking wederom te aanvaarden. En hetzij de heer van Lijnden zich tot den minister wendde om zich hierover te beklagen hetzij hij in een request aan Z. M. den koning het onbillijke en onwettige van liet jegens hem gehouden gedrag aantoonde de Staals-courant van 21 Maart jl. bevatte dc be noeming van een' nieuwen controleur te Zutphen. De beperktheid ouzer kolommen verbiedt ons over deze zaak langer uil te weiden, maar wij raden een ieder aan, de ver antwoording zelve te lezen en te oordeelen. Het slot van de zelve willen wij echter onzen lezers uiet onthouden en schrij ven het hier af: Zie hier do toedragt der zaak, die ik thans gerustelijk aan hel oordeel van alle wcldcnkeiiden on onpartijdigen durf overlateu. Daar zijn omstandigheden waar het zwijgen slechts eene ge- licele verkeerde uitwerking doet en het spreken eene gebiedende pligl wordt waar het zwijgen niets dan een voorwendsel wordt lol ouverschooulijke onverschilligheid en bcgiuselloosheid ter wijl het spreken hel middel wordt ter juiste bcoordeeling van zaken die in een verkeerd daglicht zijn gesteld. Het is daar om, dat ik de pen heb opgenomen en handelingen geopenbaard welke sommige personeu liever verzwegen zouden zien doen bij welker bekendwording niet dan gewonnen kan worden voor de goede zaak in liet algemeen. Ik deed zulks minder om mij zeiven te reglvaardigen en do onregtvaardigheid die men zich jegens mij veroorloofd openbaar te maken dan wel om voor het vervolg voormalige mede-ambtenaren zoo mogelijk te vrijwaren voor dergelijke vernederende behandelingen en opdat zij ook niet. even als ik te midden van hunne loopbaan onverwachts en misschien voor altoos gestuit worden alsmede om aau liboger heelt m ij n e

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1846 | | pagina 1